De Duitse Aanval in het Westenxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het aanvalsplan codenaam Fall Gelb
Fall Gelb was de codenaam voor het aanvalsplan (of Schieffenplan) van het Duitse leger op Frankrijk en de Benelux voorzien bij de aanvang van de Tweede Wereldoorlog.
Op 10 januari 1940 raakte een vliegtuig, bij een vlucht van Münster naar Keulen uit koers (?) en deden een noodlanding te Vucht (deelgemeente van Maasmechelen) met aan boord de majoors Hönmanns en Reinberger van de Duitse Luftwaffe. De Duitse aanvalsplannen vielen in Belgische handen. Betrof het hier wel degelijk om een uit koers geraken van het vliegtuig met een noodlanding (vergelijk de afstand Münster-Keulen is ongeveer dezelfde als Keulen-Maasmechelen, ze zouden dus niet gemerkt hebben dat ze een dubbele afstand aan het afleggen waren?) of was het een gewiekste manoeuvre van de Duitsers om de Belgen te misleiden? Ik denk dat het laatste juist is. Hitler besloot daarom in februari 1940 zijn plannen radicaal te wijzigen en het Schlieffenplan verder te laten bestaan als afleidingsmanoeuvre. Op die manier hoopte hij de geallieerde troepen te misleiden (waarin hij geslaagd schijnt te zijn) en verder naar het noorden weg te lokken terwijl hij voor de eigenlijke aanval een plan gebruikte dat was opgesteld door Generaal Erich von Manstein, Stafchef van de legergroep A.
Dat plan voorzag in het afsnijden van de geallieerde hoofdmacht van Frankrijk via een snelle doorstoot dwars door de Ardennen om zo de Maas te bereiken en door te stoten tot Abbéville, aan de monding van de Somme.
Cruciaal hierbij was de verovering van het fort van Eben-Emaal dat vlak op de aanvalsroute lag.
De Voorbereiding en doortocht door Nederlands Limburg, de bruggen over de Maas
Het Duitse Hoofdkwartier had zijn 6° Leger aangesteld voor de aanval richting België. Als Stoottroepen had het bovendien nog volgende eenheden in eerste lijn opgesteld, allen gehard in de strijd tegen Polen en Noorwegen:
- Het Battaillon zur besondere Verwendung 100 van de Abwehr
- De Sturmabteilung Koch van de 7° Flieger Division
- Het Infanterieregiment 151, versterkt met het gemotoriseerd Pionier Battaillon 51
- De 4° Panzer Division
- De 3° Panzer Division
- Gevechtsvliegtuigen der eenheden van het VIII Fliegerkorps
Hun opdracht was:
- De drie Maasbruggen te Maastricht in handen nemen zonder schade
- De bruggen over het Albertkanaal te Veldwezelt, Vroenhoven en Kanne in België in handen nemen zonder schade en de steun van het fort van Eben-Emaal uitschakelen
- Het Fort van Eben-Emaal innemen
- De bruggenhoofden rond de bruggen van Veldwezelt, Vroenhoven en Kanne uitbreiden
- Luchtsteun verzekeren aan de aanvallende grondtroepen
De inname van de bruggen over de Maas in Maastricht konden niet zoals deze over het Albertkanaal, ingenomen worden vanuit de lucht. Het actieplan voor de bruggen te Maastricht bestond ui drie fases.
- Mannen in burger waren al van vóór de 8 mei 1940 in Maastricht en werden aangevuld met mannen in burger die de grens naar Nederland overschreden te Voerendaal met fietsen en zich naar Maastricht begaven. Hun opdracht was de ontstekingsmechanismen en de ladingen van de bruggen over de Maas onbruikbaar te maken.
- Het Sonderverband Hocke (een compagnie motoren, sidecars en fietsers), verkleed in uniformen van de Nederlandse Militaire Politie kwam tijdens de nacht van de 9° op de 10° mei in de nabijheid van Sittard over de grens en vorderde naar Maastricht. Ze hadden als taak de opdracht van de mannen in burger over te nemen, te volbrengen indien nodig, de bruggen te beveiligen en te houden tot de komst van de eerste gepantserde aanvalsformatie.
- Een gepantserde aanvalsformatie zou de Duits - Nederlandse grens te Sittard oversteken bij het krieken van de dag op 10 mei en doorstoten tot Maastricht om de bruggen te bezetten en te beveiligen.
Op 10 mei rond 10:00 uur was de 4 Pz Div te Maastricht.
De kleine landstrook tussen de Duitse grens en de Belgische grens op Nederlands grondgebied was slechts uiterst zwak verdedigd, zodat het Duitse aanvalsplan zijn vrij beloop kreeg.
De Stormaanval met Valschermspringers in België
De aanval van Duitsland op Noorwegen was een eerste test geweest en had het grote belang van een verrassingsaanval met valschermspringers in al zijn mogelijkheden aangetoond. Zware verliezen lieten zich echter niet verloochenen. Sommige eenheden moesten volledig nieuw opgericht worden na hun terugkeer uit Noorwegen.
Het Belgisch meest strategisch objectief moest ten allen prijs in handen genomen en uitgeschakeld worden om de opmars van het 6° Leger mogelijk te maken en ongehinderd België binnen te trekken. Dat voornaamste objectief was het Fort van Eben-Emaal, een zeer goed gesitueerde hindernis, goed bewapend en een sterk verdedigingspunt aan het Albertkanaal met een natuurlijke hindernis enerzijds en anderzijds een aangelegde antitankgracht versterkt met prikkeldraadversperringen en mijnenvelden. Het beschikte over lichte en zware artilleriestukken en luchtafweergeschut, beschermd door betonnen bunkers, kazematten, bevoorradingspunten, nutsvoorzieningen en medische steun. Ondergrondse tunnels en galerijen verbonden de verschillende afdelingen en bezet met ongeveer 1000 man was het dus een serieuze hindernis. De veldartillerie bestreek een zone gaande van Maastricht ten Noorden tot Visé ten Zuiden., alsook de bruggen over het Albertkanaal van Kanne tot Weldwezelt.
Het Duitse Oppercommando had vastgesteld dat een luchtlanding met parachutisten niet kon slagen, er waren de natuurlijke hindernissen boven op het fort, het grote gevaar dat de valschermspringers zouden afwijken en buiten de zone terecht zouden komen. De opdracht tot inname van het Fort moest dus door zweefvliegtuigen gebeuren. Hitler had een plan goedgekeurd dat was uitgewerkt door Generaal Kurt Student waarin voor de aanval gebruikt werd gemaakt van zweefvliegtuigen. De aanvallers werden uitgerust met een nieuw wapen, de holle lading, speciaal ontworpen en ontwikkeld voor deze aanval, ze waren allemaal pioniers of hadden een volledige genieopleiding ontvangen en tevens gehard in het gevecht (Noorwegen) en valschermspringers. (1)
De opdracht werd toevertrouwd aan de gevechtsgroepen van Hauptmann Koch, Sturmtruppe Koch, die reeds in Noorwegen hun diensten bewezen hadden. Koch had de opdracht een speciaal luchtlandingdetachement samen te stellen met manschappen van zijn 1° bataljon, 1° Regiment Valschermspringers en van de Compagnie Pioniers van het 2° Bataljon, 1° Regiment Valschermspringers, onder bevel van Leutnant Witzig.
Dat detachement Koch bestand uit 11 officieren, 427 Onderofficieren en soldaten, 42 daarvan waren de piloten van de zweefvliegtuigen, maar hadden ook een intensieve Infanterie en Genieopleiding achter de rug.
De intensieve opleiding van deze groep ging onmiddellijk van start te Hildesheim, aanvallen uitvoerend op de houten maquettes van het fort die men daar had opgebouwd. Iedere groep kon bijna blindelings de opgelegde taak uitvoeren. De piloten van de glijders oefenden in het landen in beperkte LZs en gebruikten zelfs prikkeldraad rond de landingsglijders om de snelheid van het glijden bij de landing te verminderen van de DSF230 type zweefvliegtuigen. De glijders en de manschappen trainden intensief samen om tot een perfecte aanval te komen. (1)
Voor de aanval op de bruggen van het Albertkanaal en het fort van Eben-Emaal had de Hauptmann Koch, de bevelhebber van de zwevers en valschermspringers, zijn stormafdeling in vijf groepen ingedeeld:
1. Kampfgruppe Beton
Leiding: Leutnant Schacht
Zij valt de belangrijkste brug over het Albertkanaal te Vroenhoven aan. Over deze brug loopt de voorziene marsweg voor de aanvalsstorm op Brussel. Bij deze gevechtsgroep bevindt zich ook de Staf van de Stormafdeling onder bevel van Hauptmann Koch. (4)
De getalsterkte bedraagt in totaal 160 man.
Vijf minuten vooraleer de zweefvliegtuigen landden op het Fort van Eben-Emaal, kwamen de glijders van de groep Beton onder bevel van de Leutnant Schacht neer in de omgeving van hun objectief, de brug van Vroenhoven, één van de drie bruggen, nodig voor de snelle overgang van de 4 Pz Div en het 6° Leger.
Ze hadden te kampen met zeer sterke wederstand rond de brug, maar gebruik makend van het verrassingseffect, de speciale ladingen en de juiste timing en plaats van het neerkomen van de zwevers was de brug snel in hun handen gevallen. Het feit van het neerkomen midden op en tussen de stellingen maakte de verrassing totaal.
De Belgische weerstand was zeer hevig en er kon slechts een zeer klein bruggenhoofd opgebouwd worden, dat bestendig onder Belgisch geweervuur lag. De brug echter kon intact gehouden worden en alle tegenaanvallen door de Belgische Infanterie werden afgeweerd.
Ze werden eerst s avonds van 10 mei afgelost door een vooruitgeschoven Infanterie Bataljon.
2. Kampfgruppe Stahl
Leiding: Oberleutnant Altmann.
Zij heeft de opdracht de brug te Veldwezelt in te nemen. Over deze brug loopt de voorziene aanvalsroute naar Antwerpen.
Getalsterkte 100 man.
De Stahlgruppe kwam aan op het zelfde ogenblik als de groep van Wintzig op het fort, namelijk om 05:20 uur dicht bij de brug van Veldwezelt, onder leiding van de Leutnant Altmann. Er was hevige weerstand van de Belgische verdedigers, de brug was in Duitse hand halverwege de namiddag. Ze konden de brug in handen houden, niettegenstaande herhaalde Belgische tegenaanvallen om de brug terug te heroveren. Ze werden slechts s avonds laat op 10 mei afgelost door regulaire troepen.
3.Kampfgruppe Eisen
Leiding: Leutnant Schächter
Opdracht: verovering van de brug van Kanne. Deze brug staat onder directe waarneming van het fort van Eben-Emaal.
Getalsterkte 80 man
De zweeftoestellen van de Eisen groep van Leutnant Schächter, kwamen neer dicht bij de brug van Canne en vielen onder een hevig vuur. Ze vielen midden in een hevig vuurgevecht tussen de Belgische verdedigers en een oprukkend Duits Infanterie bataljon, dat voorop liep op het voorziene tijdsschema. Schächter werd gedood en vervangen door de Leutnant Meissner. Onmiddellijk na de landing van de vijandelijke troepen op het fort had de Majoor Jottrand (Commandant van het fort), het bevel tot springen van de brug te Kanne gegeven. De verbindingen met de andere bruggen waren onderbroken. De Belgische verantwoordelijke officier slaagde er in de brug te laten springen, deze was zwaar beschadigd maar was nog door infanteristen te gebruiken. De Belgische verdedigers konden de gecombineerde aanvallen van beide Duitse eenheden afslaan, maar ook de Duitse eenheden weerstonden aan de Belgische tegenaanvallen tot ze later op de avond van 10 mei afgelost werden door verse troepen van de 4° Pz Div.
4. Kampfgruppe Granit
Leiding: Oberleutnant Witzig.
Lamleggen van het Fort Eben-Emaal. Houden van het fort tot de aankomst van de Infanterie.
Getalsterkte : 86 man, waaronder 2 officieren (Lt Witzig en Lt Delica). 11 man daarvan waren de piloten van de zweeftoestellen.
De groep Granit, met 11 glijders, getrokken door JU-52 vliegtuigen waren vertrokken van op twee vliegpleinen juist buiten Keulen (Wahnheide en Butzweilerhof ?) om 04:30 uur s morgens op 10 mei 1940.
Ze werden gelost op een hoogte van 7000 ft, nog boven het Duits grondgebied (boven Aken) en gleden geruisloos naar hun doelgebied. Slechts 9 zweefvliegtuigen landden op de top van het fort te Eben-Emaal om 05:20 uur, twee zwevers hadden pech en moesten noodlanden onderweg. Deze van Witzig, was kort na het vertrek in de omgeving van Keulen moeten noodlanden (gebroken kabel), de tweede zwever met pech moest landen nabij Düren.
Witzig gaf het bevel aan zijn mannen het terrein te ontruimen en hij zelf begaf zich eerst te voet, en dan met een opgeëiste auto terug naar het vliegveld. Daar wist hij een reserve JU-52 op de kop te tikken en kwam met dit vliegtuig zijn mannen vervoegen. Een nieuwe kabel werd aangebracht en met een vertraging van twee uur werd de reis verder gezet. De mannen van de tweede zwever met pech, te Düren geland, vervolgden te voet hun weg en kwamen onder hevig geweervuur aan op het objectief.
Niettegenstaande ze hun bevelhebber verloren hadden, stormden de mannen direct zowel op hun eigen objectieven af, als op deze van de onderweg verloren manschappen van de twee zwevers. Ze werden nu bevolen door de Hauptfeldwebel Wenzel. In een mom van tijd, slechts enkele minuten, hadden ze de kanonnen, de kazematten en de bunkers buiten gevecht gesteld, gebruik makend van 1 kg, 12,5 kg en massieve 55 kg speciale holle ladingen en van vlammenwerpers. De kleine ladingen werden gebruikt voor het vernietigen van het observatieposten en de toegangsdeuren. De 12,5 kg ladingen dienden voor de vernieling van de kanonlopen en munitieboxen en de zware ladingen werden gebruikt om de geschutkoepels, verluchtingskokers en andere dikke betonnen bouwwerken en kazematten te vernielen of buiten gebruik te stellen. De pioniers uit de 9 vliegtuigen slaagden erin op 10 minuten tijd, zich meester te maken van de kazematten van de mitrailleurs, ze vernielden of neutraliseerden een maximum aan kanonnen en lieten de observatie posten en bovenste verdiepingen springen. In minder dan dertig minuten werden de kazematten Mi-Noord, Mi-Zuid en de Artillerieblokken die naar het Noorden konden vuren (Ma1, Ma2 en koepel Noord) alsook de Blok IV geneutraliseerd. Ze plooiden zich aansluitend terug aan de Noordzijde van het Fort, gesteund door de Stukas (2), konden ze aan alle tegenaanvallen van de 7° Belgische Divisie weerstaan.
Het objectief was uitgeschakeld, maar nog niet ingenomen. Sommige verdedigers boden nog steeds heldhaftig weerstand, niettegenstaande de vernieling van de kanonnen, onderstanden enz
tot in de morgen van 11 mei, toen de Duitse aanvalsgroep versterkt werd met een gans Geniebataljon. De overmacht was te groot, de Belgen zaten gevangen als een muis in een val en de Belgische Commandant, Majoor Jottrand (3) besliste de 11 mei s middags (12:15 uur) de weerstand te staken en zich over te geven.
De Duitse aanvalsgroep Granit telde slechts 6 gesneuvelden en een 15-tal gewonden. Van de 6 doden, vielen er drie in één van de schachten toen ze op een Belgisch verzet stootten.
5. Reservezug
Leiding: Leutnant Ringler.
Staat klaar om tussen Vroenhoven en Kanne met een landing tussen te komen om de verbinding tussen die twee zuidelijke gevechtsgroepen te verwezenlijken. De juiste landingsplaats was nog nader te bepalen.
Getalsterkte 80 man.
Al op 11 mei s morgens was de ganse gevechtsgroep Koch herenigd te Maastricht, in de namiddag van 11 mei, waren alle objectieven met succes bezet door het geregeld leger en de doorgang naar het westen lag open voor de aanvalsgolf van de pantserdivisies en het 6° Leger. De Gevechtsgroep Koch had slechts enkele verliezen te melden.
De ganse voorbereiding en opleiding was in volledige geheimhouding doorgevoerd, de manschappen hadden uitdrukkelijk verbod ook maar iets aan hun familieleden te vertellen, dat zou aanschouwd worden als hoogverraad en met de dood bestraft worden. Eben-Emaal moest ten allen koste ingenomen worden, het werd als de sterkste verdedigingsstelling van Europa beschouwd, het beheerste drie bruggen en vijf grote invalswegen. De geallieerden hadden tevens zich misschat door aan te nemen dat de Ardennen ondoordringbaar waren voor aanvallende pantsertroepen.
Opmerkingen:
Hier kan ik alleen maar opmerkzaam maken op het belang dat gegeven werd aan, en de intensieve Genieopleiding die deze troepen genoten hadden. Men komt altijd Genie te kort, en de opleiding wordt meestal verwaarloosd en beperkt tot de enkele kleine Genie eenheden die ons leger nog telt, die te lijden hebben onder allerlei budgettaire beperkingen. Een degelijke genieopleiding is niet in een paar weken gegeven.
De naam Stuka is de afkorting van het Duitse woord Sturzkampfflugzeug (duikbommenwerper) maar deze benaming werd meestal gebruikt om de tactische duikbommenwerper van het type Junkers Ju 87 van de Duitse Luftwaffe aan te geven.
Het idee om dergelijk toestel te ontwikkelen ontstond toen Ernst Udet in september 1933 in de Verenigde Staten een demonstratie van Curtiss F8C tweedekkers (Helldivers) zag. Udet kocht twee van die vliegtuigen en liet ze naar Duitsland vervoeren waar hij ze demonstreerde aan het Ministerie van Luchtvaart.
In het begin van de Tweede Wereldoorlog boekte de Duitse Luchtmacht, die toen beschikte over de volstrekte luchtoverheersing, grote successen tegen grondtroepen.
Voor de Luftwaffe leek het toestel te kunnen zorgen voor precisiebombardementen die, gemeten in geld, materiaal en mankracht, goedkoop te noemen was. Het was een vervangmiddel voor de artillerie en verleende uitstekend steun aan de infanterie in de aanval.
Het toestel was één van de meest gespecialiseerde ontwerpen die ooit in massaproductie is genomen. Het was voorzien o.m. van een raam in de vloer waardoor de piloot het doel kon zien en uitgerust met luchtremmen die de duik zeer langzaam konden maken waardoor hij precies kon richten.
Dit éénmotorige toestel met zware knikspantvleugels was voorzien van sirenes, van daar het helse lawaai dat zij maakten bij hun duikvluchten om nog meer angst aan te jagen aan de aangevallen troepen.
Het type Junkers Ju 87B kon één bom van 500 kg meevoeren of één van 250 kg en vier van 50 kg. Het had echter een zeer beperkte actieradius van 285 km, zijn groot nadeel. De kleine bomlading werd gecompenseerd door de korte afhandelingstijd op de basis zelf, waardoor sommige toestellen tot 6 vluchten per dag maakten.
De Stuka-eenheden kregen veel aandacht van het Duitse propaganda-apparaat.
De bevelhebber van het Fort te Eben-Emaal was Majoor Jean Fritz Lucien JOTTRAND. De gevangen genomen Belgische troepen werden volledig afgezonderd van de andere krijgsgevangenen en afgevoerd naar het krijgsgevangenkamp te Fallingbostel. De gehele actie moest geheim blijven tot halfweg 1941.
De Objectieven van de « Kampfgruppe Granit Truppenführer und LS Piloten»
Objective 16, Dummy Cupola. Oberjäger Heinemann - Trupp 7 - Uffz Scheidhauer Objective 14, Dummy Cupola. Oberjäger Harlos - Trupp 6 - Uffz Zille Objective 17, Canal Nord 60mm AT gun. Oberjäger Harlos - Trupp 6 - Uffz Zille Objective 19, Mitte Nord MG turret. Feldwebel Wenzel - Trupp 4 - Uffz Bräutigam Objective 13, Mitte Sud MG turret. Oberjäger Neuhaus - Trupp 9 - Uffz Schulz Objective 12, 3x75mm guns. Oberjäger Arendt - Trupp 3 - Uffz Sapper Objective 18, 3x75mm guns. Feldwebel Niedermeier (along with Delica) - Trupp 1 - Fw Raschke Objective 24, 2x120mm guns. Oberjäger Maier - Trupp 2 - Uffz Brendenbeck Objective 29, 4xAA MG's. Feldwebel Haug - Trupp 5 - Uffz Lange Objective 31, Cupola Nord 2x75mm guns. Oberjäger Unger - Trupp 8 - Uffz Distelmeier Objective 26, 3x75mm guns. Oberjäger Hübel - Trupp 10 - Uffz Kraft Trupp 11 - Oberjäger Schwarz with Leutnant Witzig - LS Piloten Uffz Pilz
|