Lange afstand fietser Klik op de foto om de pps of verslag te bekijken.
15-11-2024
15 Dag 15 Breda – Antwerpen zaterdag 29-06-2024
Dag 15 Breda – Antwerpen
zaterdag 29-06-2024
Veel vroeger op dan gewoonlijk. Het is onze laatste fietsdag en Pol moet in de namiddag thuis zijn…We zijn blij wanneer we na het koffie zetten, in Yvonne haar koelkast ons ontbijt vinden. Feitelijk hebben we geen al te beste nachtrust gehad, het bed was echt wel heel klein voor twee mannen!
En toch zijn we vliegensvlug klaar, fietsen beladen en daar gaan we dan voor onze laatste fietskilometers. Spijtig we hebben, heel uitzonderlijk, geen foto van onze vriendelijke gastvrouw.
Hoe rustig kan het toch zijn op een zaterdagmorgen. Zonder enig verkeer verlaten we de meest Bourgondische stad van Nederland. Na 3km komen we aan de Mark, hier laten we Breda achter ons en volgen deze rivieroever op een zalig fietspad. De Mark ontspringt bij de Zandvenheide in Merksplas. Via Wortel en Hoogstraten stroomt de Mark naar het noorden en in Nederland wordt het de Bovenmark tot Breda. Het is dus een grensrivier met vergezichten, boerderijen en bomen en struiken. Na het kruisen van de autosnelweg A58 rijden we aan knooppunt 43 over de grens naar Meersel-Dreef. In dit dorp loopt de grens over de weg en tussen de huizen. Maar daar merken we helemaal niets van natuurlijk. Wat wij wel merken…de tegenliggende fietsers begroeten ons niet meer! Iets wat bij onze Noorderburen wel het geval was. Hoe kan dat nu toch? Wij blijven koppig iedereen begroeten maar worden als abnormaal bekeken of genegeerd!
In Meer verlaten we de Mark, nu is het een landbouwgebied tot Minderhout.
Minderhout zou feitelijk “minder bos” betekenen…Vanaf hier rijden we dichter tegen de E19 tot Sint-Lenaarts. Tussen Brecht en Sint-Lenaarts komen we aan het kanaal Dessel – Schoten. Oppassen, hier zijn de groepen snelle cyclotouristen de baas. Met grote snelheid vliegen ze ons voorbij op de kaarsrechte trekweg. Na Sint-Job-in-'t-Goor belanden we in Schoten aan de rand van Antwerpen. Nu over het Albertkanaal naar het Provinciaal domein Rivierenhof in Deurne aan rivier Grote Schijn met Kasteel en Vijvers. We besluiten bij het station Berchem nog door te fietsen tot het centraal station Antwerpen, hier zijn liften om op het perron te geraken. Omstreeks 15h30n zijn we in Brugge en is onze “Dwars door Nederland Fietstocht” ten einde.
Epiloog Dwars door Nederland Fietstocht 2024
Ook al hebben we een pracht tocht beleefd. Voelen we ons wat ongelukkig. We hebben onze trouwe fietsvrienden Antoine en Robrecht erg gemist…
Ik kan het niet genoeg benadrukken, Nederland is ons absolute favoriete fietsland! Nogmaals hebben we heel wat verdoken troeven op deze tocht ontdekt! Het was een ware aaneenschakeling van verrassende natuurgebieden.
Spijtig, ‘t is alweer voorbij!
Klagen over het weer kunnen we altijd maar de eerste week was een week waar we ettelijke keren uitgeregend en als waterratjes op onze overnachtingsplaats toekwamen…Maar de tweede week maakte alles goed met zon en warmte is het vlug vergeten.
Dank aan de stichting “Vrienden op de Fiets” bijna alle bezochte adressen waren tiptop en bij iedereen werden we als huisgenoten ontvangen. Meestal waren de ontbijtstonden onvergetelijk en heel spontaan.
Een rustige nacht is een absolute zaligheid hier. Op het afgesproken uur wagen wij ons naar buiten. En ja de weergoden zijn ons gunstig gezind. Er wordt een mooie dag aangekondigd. Emmy heeft de tafel in de tuinpergola al klaargezet. Het lijkt een schilderij, hier worden we uitzonderlijk verwend met al het lekkers wat je maar kunt bedenken. Ons gastgezin mag echt fier zijn, hier is het werkelijk een droom om gast te zijn. Toch moeten we na een wel heel lange babbel net zoals verleden jaar, opnieuw afscheid nemen van Jan en Emmy.
Op de Groenendij fietsen we terug naar Woudrichem. We willen absoluut nog eens op de vesten van de oude stad fietsen. De vestingwerken zijn nog authentiek, zoals ze in opdracht van Willem van Oranje zijn aangelegd. Halverwege de 20° eeuw werd de militaire functie officieel opgeheven. De visserij is heel belangrijk geweest, zo is er hier nog een Visserijmuseum. Ook de robuuste Martinuskerk en de molen zijn prachtige bewaard. Slot Loevestein ligt iets verder op een soort eiland. We volgen de Afgedamde Maas tot Rijswijk. Deze rivier is een oude tak van de Maas en eindigt bij Woudrichem waar de Waal overgaat in de Boven-Merwede. We fietsen westwaarts richting Werkendam, maar eerst zien we Fort Altena. Een van de vele verdedigingswerk van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze forten moesten het rijkere Nederland beschermen tegen invallen van buitenlandse legers.
Op de Sasdijk van Werkendam heerst er grote bedrijvigheid, het is oppassen geblazen. Na de kruising van de Steurgatbrug zijn we aan de Biesbosch bij de Selevia Hoeve. We hebben geluk samen met een groepje fietsers kunnen we mee met het klein pontje naar de andere oever van de Steur. We blijven de mooie groene dijk langs het watervolgen en genieten van de betoverende schoonheid van de Biesbosch.
De waterlopen waarlangs we nu fietsen krijgen bij elke splitsing een andere naam. Na de Steur komen we aan het Gat van Paulus en iets verder bij Gat van het Zand of Loopgauw. Bij knooppunt 14 aan de Aakvlaai, zijn we op het meest zuidelijke van de Biesbosch. Het is een wildernis van struiken, waterplanten en wilgenbosjes. Op de indicatiepanelen wordt vermeld dat dit gebied vol reeën, bevers, hazen en talloze zeldzame vogels zit. Op de vele eilandjes hebben wij enkel wilde paarden kunnen spotten!
Bij Keizersveer kruisen we de Bergsche Maas en buigen af naar Waspik. Dit is een rustig liefelijk dorp met een merkwaardig versierde kerk. Onze dorst lessen doen we in een cultuurcafé. We volgen een waterloopje de Donge het is een typische laaglandbeek. Dit is een verzameling van beekjes met bronnetjes van regenwater uit zeer lage gebieden.
We rijden Dongen binnen om een kleinigheid te eten, maar het is ietsje telaat enkel in een frituur geraken we nog aan wat friet en drank. Na het kruisen van het Wilheminakanaal duiken het bos “Boswachterij Dorst” binnen, wat een verademing na al dat druk verkeer. Dit uitgestrekt bosgebied bevindt zich tussen Rijen, Oosterhout, Teteringen en Dorst. Het gebied bestaat voornamelijk uit grove dennenbos dat op een heidegebied is aangeplant. Vroeger noemde dit gebied de Seterse Heide.
Zonder dat we het goed en wel beseffen zijn we aan de grens met Breda. Nu is het opletten, we moeten gelukkig maar, op een afgebakend fietspad de rijksweg volgen. Bij de brug over de Mark is het op gps tot aan ons verblijf. Zonder enig probleem staan we na 65km bij ons Vrienden op de Fiets adres van Yvonne. We moeten onze fietsen achteraan in een weelderig binnen tuintje stallen. “Maar eerst iets fris drinken” beveelt onze vriendelijke dame. Yvonne heeft blijkbaar nood aan een praatje. Maar we blijven meer dan één uur aan de babbel…Wanneer we onze gastvrouw om de wifi vragen om het thuisfront op te roepen, is ze heel verwonderd. We moeten er erg mee lachen…Yvonne was er bij de aanvraag om bij haar te verblijven, van overtuigd dat wij een stel waren! Ze vindt het stom en wij wuiven haar gedachten weg. Ze zoekt de aanvraag op en ziet inderdaad dat wij fietsvrienden zijn! Dat zal ons lang bijblijven, verzekeren we haar lachend.
Na een wasje en een plasje staat we te popelen om de stad te verkennen. Maar Yvonne toont ons hoe wij morgenvroeg moeten tewerk gaan. Alles zal mooi in de koelkast te vinden zijn en koffie maak je zelf maar. Deelt zij ons mee, ik sta heel laat op en jullie zullen al weg zijn. We rekenen af en bedanken haar voor het prettig en gastvrij verblijf…
Ver geraken we niet, de drukte bij Biercafé De Beyerd doet ons halthouden. Hier kan je niet enkel souperen maar ook proeven van meer dan 125 verschillende bierspecialiteiten. We houden van de sfeer van het typisch “Bruin café” en met onze vriend Antoine in gedachten, bestellen we onmiddellijk een Paix-Dieu, zijn lieveling bier. De patroon heeft zelfs een souper suggesties op basis van Val-Dieu bier, dat kunnen we niet afslaan toch! En het heeft ons gesmaakt. Onze wandeling in de stad Breda sluiten we af met een ijscoupe.
13 Dag 13 Maarssen – Woudrichem donderdag 27-06-2024
Dag 13 Maarssen – Woudrichem
donderdag 27-06-2024
Als we op het afgesproken uur komen ontbijten genieten we van de stralende zon. Tia verwent ons met een overvloedig ontbijt, terwijl Piet zijn werk heeft met voederen van de dieren. Toch willen ze beiden weten hoe wij de avond in het dorp beleefd hebben. Grote hilariteit, als wij vertellen dat wij bij de Dorps Gek soupeerden…Piet raadt dit eetadresje telkens aan bij zijn gasten en iedereen is steeds vol lof! Na nog een hartelijke babbel nemen we afscheid van dit prachtige Vrienden op de Fiets gastenpaar….
Vandaag rijden we zuidwaarts, op naar de grote rivieren! Toch houden we eraan om nog eens door Maarssen te fietsen. Maarssen bestaat uit twee delen, het oude gedeelte ten noorden van het kanaal Maarssen-dorp, aan de andere zijde van het kanaal, een relatief nieuw gedeelte Maarssenbroek. Toch lijkt Maarssen groter dan wij dachten, na 5km zijn we aan de Haarrijnseplas, een zandwinningsplas. We rijden dwars door dit meer tot bij “Kasteel de Haar” Dit wordt aangewezen als het grootste en meest luxueuze kasteel van Nederland! We moeten er omheen fietsen en toch hebben we het gevoel dat al dat groen hier bij dit fameuze kasteel hoort.
Op de Breudijk net vóór Harmelen zijn er kersen te koop…zonder aarzelen rijden wij het erf van de “kersen boerderijwinkel van familie Oosterom" op. Het is hier precies feest. Een grote groep van een nabijgelegen zorgboerderij, met mentale beperking, zitten samen met hun begeleiders en een accordeoniste te zingen op het terras. We kopen kersen en snoepen die samen met de zich kostelijk amuserende bende op!
Tot een van de begeleidsters ons uitnodigt om mee te zingen. “We zijn Vlamingen” vertellen we haar. “Dat maakt niets uit, zing dan in jullie taal”! De olijke accordeoniste is onmiddellijk mee als we het Brugs lijflied neuriën….. En daar gaan we dan in duo:
Zie 'j van Brugge zet je vanachter
Je moe' van voaren in de reeke nie' gon stoan
Zie 'j van Brugge zet je vanachter
Mé zowwe zot van voaren zoed da' toch nie' goan
Want ze zeggen damme zot zin
Mo dat is dwoaze proat
Me zyn verdrooid zo zot nie' ofdat onze mutse stoat
Mo zie' van Brugge zet je vanachter
Je moe' van voaren in de reeke nie' gon stoan
Zie 'j van Brugge zet je vanachter
Of héél d'n boel zoe kennen no d'n knoppen goan
Ons publiek is uitzinnig en we worden met gejuich en applaus bedankt. Toch houd ik eraan in mijn mooiste Nederlands uitleg te geven bij de tekst van dit lied. Het refrein refereert naar de geschiedenis van Brugge onze stad. ’s Avonds werden de poorten van de stad gesloten en aan de Bruggelingen werd gevraagd om achteraan in de rij te staan wachten bij het Oud Sint-Janshospitaal. Dit om de zieken van buiten de stadspoorten te laten voorgaan. Feitelijk een barmhartige bedoening toch! Als dank krijgen we nog een ijsje van de familie Oosterom. Elke dag een goede daad was vroeger de leuze bij onze zeescoutsgroep…en we zijn dit niet vergeten! Maar nu vlug verder, we hebben nog maar 12km en het is al 11h…
In Harmelen dwarsen we enkele keren de Leidse Rijn om door een groen boerenland in Montfoort te arriveren. Langs de Hollandse IJssel fietsen we naar Oudewater. Dwars door een polderlandschap met grote boerderijen.
In Oudewater is het wat kronkelen langs grachten en over bruggetjes. Oudewater ligt aan de monding van het riviertje de Lange Linschoten en de Hollandse IJssel. In het historische centrum nemen we een kijkje in de Grote of Sint-Michaëlskerk. Het is een gotische hallenkerk. We worden hartelijk begroet door de dominee en houden een gezellig praatje met hem. De kerk was eerst een katholieke kerk en is sinds 1572 in protestantse handen.
Door een dunbevolkt veenweidegebied, het Polsbroek komen we in Schoonhoven. Jaja het dorp van Frank en Corrie de stappers, welke wij ontmoet hebben in Ootmarsum. We willen hier middagmalen in het stadje. Op de Oude Haven bij “de Blauwe duif” hebben we prijs, we kunnen niet voorbij dit drukbezet zonnig terras.
Samen met vele leeftijdgenoten genieten we van een deugddoende trippel en een lunch. Schoonhoven is een charmant en idyllisch stadje, de Zilverstad genoemd aan de rivier de Lek. We verlaten de stad via de Veerpoort. Deze poort is onderdeel van de waterkering en wordt bij hoog water met houten deuren gesloten. Met het veer belanden we op de andere oever van de Lek.
Na dit toch wel heel drukke veer met heel wat zwaar verkeer zijn we vlug in Nieuwpoort. We kruisen dit minivestiging stadje langs vestingwallen. We vinden het absoluut een mooi en goed bewaard stadje met typische Hollandse huisjes. Maar we zijn er in een wip voorbij! Nadat we de Lek verlaten hebben is het kilometers door een groen landschap met lage weiden en landbouw. Arkel is het eerste dorp nadat we het Merwedekanaal gekruist hebben. Nu fietsen we tussen het kanaal en de Linge tot Gorinchem…..of is het Gorkum?
Gorinchem een belangrijke vesting in de Oude én de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De vestingwallen of stadswallen lopen helemaal rond de stad met uitzicht over de rivieren. Op die dijkwallen staan imposante kanonnen en molens. We moeten door erg gezellige en levendige winkelstraatjes. Voorbij de Lingehaven en het sluis komen we aan de veersteigers. Hier moeten we toch wel even opletten er liggen meerder veerboten, na wat vragen worden we doorverwezen naar de juiste boot naar Woudrichem. Betalen moet met een App maar dat lukt ons niet hopelijk kunnen we straks pinnen. Maar aan boord vinden ze het toch lastig, voelen we duidelijk! Het is een eindje varen op dit imposante water waar Waal, Afgedamde Maas en Merwede samenkomen, met verschillende tussenstops.
We hebben 70km op ons tellertje als we van het veer stappen en door de Gevangenpoort van Woudrichem rijden. Deze poort is de enige overgebleven waterpoort als onderdeel van de vestingwerken. In de Middeleeuwen had Workum een ommuring met vijf poorten. Maar deze poort diende later als gevangenis.
Op aanwijzen via mail van onze VOF-gastvrouw, gaan we eerst onze souper avond vastleggen. Ook hier hebben ze moeilijkheden met horecapersoneel volgens Emmy. En het is nog waar ook, als we bij restaurant “de Stroming” willen reserveren, worden we eerst afgewezen. Na wat aandringen bij de baas kunnen we toch een plaatse voor 2 bemachtigen tegen 19h. Maar nu eerst naar ons verblijf voor deze avond. Wat een prettig weerzien bij de familie Van Strien. Verleden jaar waren we hier ook maar toen met vier nog…Na een lange babbel met veel uitleg over onze afwezige vrienden en in ’t bijzonder over de toestand van Antoine, moeten we ons spoeden om te gaan avondmalen. Op het terras van het drijvend restaurant van “de Stroming” bij de haveningang, genieten we bij deze warme rustige avond van het gevarieerd souper met het nodige vocht…Alles duurt wat lang maar wij hebben tijd in overschot! Tevreden van onze prachtige fietsdag kruipen we onder de dekens…Slaapwel.
12 Dag 12 Hilversum – Maarssen woensdag 26-06-2024
Dag 12 Hilversum – Maarssen
woensdag 26-06-2024
Vandaag iets vroeger op dan anders omwille van de beroepsbezigheden van ons gastgezin. ….Geen probleem voor ons, wij passen ons aan. Na een heerlijke rustige nacht, ontbijten we samen met Eelco en Katja. Het sportieve stel zijn benieuwd naar ons dagprogramma. Ze vinden het uitstekend dat we vandaag door het Gooi en langs de Vecht zullen rijden….”jullie zullen het zich niet beklagen” krijgen we van beiden te horen. Bedankt vrienden jullie deden het uitstekend, we zijn hier echt verwend geworden. Katja is als eerste weg per fiets en enkele minuten later nemen wij afscheid van Eelco, een foto en weg zijn wij!
Na 3 kilometer zijn we in het centrum van Hilversum. Ik wil absoluut het toch wel gekende stadhuis zien. Dit gebouw “Het Raadhuis” een hoogtepunt uit de vele ontwerpen van architect Willem Dudok. Het gebouw geniet internationale bekendheid en is een gebouw uit kubistische volumes en horizontale gevellijnen met een toren. Het geheel is gemetseld met gele lange bakstenen. Het is een streng eigenzinnig en individualistisch ontwerp van de jaren 1930.
Even verderop duiken we het Corversbos in. Nu voorbij Landgoed Gooilust, één van de vele landgoederen die ’t Gooi rijk is. Het is de moeite met dit prachtig fietsweer hier nu voorbij deze mooie siertuinen te kunnen rijden. Bij knooppunt 10 zijn we midden in het Spanderswoud met hier en daar bunkers. We belanden na dit bos op een groen weids boerenland met veel rechte beken. Na wat kronkelen staan we aan de stervormige vestingen van Naarden. Maar het lijkt wel een dubbele omwalling met grachten. We rijden rond het stadje en toch willen we ook het centrum zien. Bij de kerk houden we samen met de talrijke toeristen een zonnige koffiepauze. Naarden is een van de best bewaarde vestingsteden en onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Na het kruisen van een drukke autosnelweg de A1 fietsen we op een dijk naast het Gooimeer. Dit is een groot randmeer dat ontstond bij de inpoldering van zuidelijk Flevoland, dit meer was vermoedelijk vroeger de Zuiderzee? Heel vlug moeten we opnieuw onder een nog drukkere autosnelweg de A6 en zijn in Muiderberg. Opnieuw langs het water maar nu noemt dit het IJmeer. We houden een pauze op de dijk waar de talrijke watervogels van dichtbij te bewonderen zijn. Verder in het water liggen er een reeks groene eilandjes, het zijn paradijzen voor trek- zang en watervogels en ontoegankelijk.
Op een 2 kilometerlange kaarsrechte Polderweg ontmoeten we enkele stappers. We worden door de heren herkend als die “Gekke Belgen” van de reeks “Dwars door de Lage landen”… Het is een echte tv-hype, wordt ons met veel enthousiasme verteld. Maar onze maag begint te rammelen, op naar Muiden.
Maar eerst komen we aan het Muiderslot. Het Muiderslot is de oudste waterburcht van Nederland. We rijden door het poortgebouw en bewonderen met ontzag het fameuze slot. Grote dorst doet ons een plaatse zoeken op het overdrukke terras van Ome Ko bij de sluisbrug. Maar het personeel kan de drukte niet aan. We peddelen het stadscentrum binnen over het grote oude sluizencomplex. Dit is de verbinding tussen de rivier de Utrechtse Vecht en het IJmeer. De sluizen zouden 350 jaar geleden gebouwd zijn. ’s Zomers stroomt het water van het IJmeer naar de Vecht. Maar als het water in de Vecht te hoog staat stroomt het andersom. In de winter staat het water in de Vecht en het IJmeer normaal even hoog.
Na enkele kilometer komen we langs de Vecht in Weesp hier hebben we meer geluk. Op het zonnige terras van ’t Helletje langs de kade genieten van een koude schotel en een trappist. Ondertussen worden we uitgebreid gebrieft hoe Oranje het doet op het EK. Een groep leeftijdsgenoten willen weten wat fietsende Vlaming hier uitspoken…na een lange babbel moeten wij kost wat kost verder en worden door hen luidruchtig uitgewuifd. Wat een gezellige boel! Vlug zijn we bij het Torenfort aan de Ossenmarkt. Het is een van de laatste torenforten waarmee de waterlinie werd versterkt. Het is in baksteen uitgevoerd rond met een diameter van 34 m en de muren zijn 1,8 m dik. We verlaten Weesp en blijven nu langs de Vecht. De tocht gaat door veengebied en langs akkers en plassen. We komen langs molens en gemalen die het gebied al eeuwen drooghouden. Dit gebied konden ze in een oorlog onder water zetten. In en rond het water is het overal groen met veel soorten waterplanten. Na het verlaten van Weesp zijn we op de andere oever. Vanop de dijk hebben we een prachtig zicht op de rivier. De woonboten bij het gehucht de Horn zijn niet te tellen!
Na een grote meanderende bocht komen we na een sluisje bij Fort Uitermeer. Het fort beschermde de ’s-Gravelandse Vaart, en de schutssluis. Het is ook een onderdeel van de Oude en Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. Na de Spiegelplas duiken we een bosje binnen op een eng zandpaadje. We fietsen hier op een smal eiland in de Ankeveense Plassen.
Volgens aanwijzingspanelen zouden we in dit bijzondere landschap, het gezang van de snor en de kleine karekiet moeten horen, ook het hoempen van de roerdomp is mogelijk. Maar we kennen er te weinig van! Ook al houden we ons een tijdje stil, enkel het geluid van zwemmende jongelui kunnen we thuiswijzen!
Bij kilometer 45 moeten we samen met een groepje leeftijdsgenoten wachten op het pontje. Hier kruisen we de Vecht met een elektrisch fietspontje naar Nigtevecht. De jeugd van het dorp houdt op het graspleintje aan de oever een zwem- en duikdemonstratie. Wat een ambiance met dit zomers weertje, we houden samen met de andere fietsers een rustpauze.
Kronkelend op de Eilandseweg tussen het Amsterdam-Rijnkanaal en de Vecht belanden we in Vreeland. Na het kruisen van de rivier houden we koffiepauze. Vanaf Breukelen wordt het heel wat drukker op de dijkweg, vermoedelijk wordt deze mooie fietsweg als sluipweg gebruikt...Ook hier is er weinig eerbied voor het fietstoerisme publiek, we worden bijna van de weg gemaaid! Wat een toestand en dit in het absolute fietsland Holland! Hier op de oever staan er verschillende monumentale herenhuizen, eentje ervan wordt vermeld als Kasteel Gunterstein.
Op de Vecht blijven de kleine pleziervaartuigen met zwaaiende bemanning richting Maarssen ons begeleiden. We kunnen het ons voorstellen hoe zij genieten van op het water van deze betoverende schoonheid van de Vecht tijdens hun rondvaart! Wat een pracht langs deze groene oevers, met oude kastelen en statige landhuizen die een rijkdom uitstralen. Blij dat we van deze bijzondere historische waterweg met alles wat erbij hoort hebben kunnen genieten……
Na 65 kilometer zijn we ter bestemming, de gps-track stopt, jawel net voor het huis van onze Vrienden op de Fiets. Het gastgezin ontvangt ons met open armen. Na een drankje en een praatje met Piet en Tia krijgen we de 2° verdieping ter beschikking. Een prachtige slaapplaats met eigen sanitair, wat een luxe. Piet bezorgt ons enkele eetadressen en raad ons aan het wandelpad langs de rivier te nemen tot in het dorp. Toch is het verder dan gedacht we slenteren zeker 2km langs de Vecht. Langs de oever ligt het vol plezierbootjes met souperende bemanningen…. Het is een plezier om iedereen te begroeten en hun blijgezind te zien genieten van de avondzon. We krijgen er honger van! Zelfs op voorbijvarende sloepen is men aan ’t eten en drinken….
In het dorp bij de brug is het precies feest. We gaan kijken en op het terras van eetcafé “De Dorpsgek” is er veel ambiance. We vleien ons neer tussen de plaatselijke bevolking en voelen ons onmiddellijk zoals thuis. Hier draait blijkbaar alles om een warme gezellige sfeer. De patroon komt ons met een humoristische kwinkslag begroeten, heerlijk zo’n warme ontvangst! Het is op deze warme avond werkelijk genieten van een heerlijk menu met enkele Quadrupel La Trappe. Met een flink gevuld buikje stappen we langs het overpad terug naar ons slaapadres. Na nog wat praatjes met buiten zittende plaatselijk mensen bij hun prachtige typische huizen, zijn we zoals afgesproken goed op tijd terug. Wat een heerlijke dag, Slaapwel!
Wat hebben we zalig geslapen. Plots komt de gastvrouw met ons ontbijt. “Jullie moeten zelf koffiezetten en ik wil onmiddellijk afrekenen” krijgen wij als morgen begroeting te horen…Toch wijzen wij Marion erop dat wij ons onderkomen prima vinden doch dat onze ontvangst en het eten helemaal beneden peil is. We vinden dit niet fijn. Zij trekt haar schouders op en verdwijnt…we zien haar niet meer terug! Wat zouden wij hier misdaan hebben. Later komen wij teweet dat we hier in de bijbelgordel zijn, met protestantse en gereformeerde gemeenschappen. Zou het daar iets mee te maken hebben? We hopen van niet …. We hebben heel andere en aangename ervaringen en uitstekende herinneringen uit het verleden. Allé raar toch dat we zoiets moeten beleven hier! Inpakken, fietsen beladen en weg dan maar zonder afscheid of foto….
Het dorp van ’t Harde zijn we zo voorbij na enkele kilometers zijn we aan de rand van de Veluwse bossen. Het is prachtig fietsweer met een aangename temperatuur, toch is het frisser in de bomendreven. Langs een moeilijk paadje komen we bij het stuifzandgebied De Haere. Het is een kwetsbaar natuurgebied waar zeldzame planten en dieren voorkomen.
De zandvlakte wordt afgewisseld met heide en bosjes met jeneverbesstruiken. Na een tunnel onder de A28 kruisen we een dubbelspoor. Hier voelen we ons opnieuw echt in de Veluwe. Dicht bij Nunspeet moeten we door het Zandenbos. Een aangeplant bos waar vroeger stuifzand was, staan nu grove dennen. Die bomen hielden het zand tegen en maakten dat er heuveltjes ontstonden. Na de Zandenplas een recreatiegebied, rijden we evenwijdig met de autosnelweg en een golfterrein. Gelukkig verlaten we aan knooppunt 13 de autostrade, gedaan met het erg storen verkeersgeluid. Na het bruggetje kruisen we een wildrooster en zijn nu echt terug in de natuur.
Tussen Elspeet en Vierhouten is het afwisselend heide en bos. In dit Vierhouterbos zouden er diverse dieren leven…Niets van gemerkt natuurlijk. Geen van de aangewezen soorten zoals herten, wilde zwijnen, vossen of dassen lieten zich zien! Bij knooppunt 73 Stakenberg buigen we rechtsaf richting Harderwijk. Toch blijven we door natuurgebieden rijden zoals de Leuvenumse Bossen, het Hulshorsterzand eer we in de bewoonde wereld komen.
Bij kilometer 32 zijn we in Harderwijk stad aan de Veluwerand en vroeger gelegen aan de Zuiderzee. Deze Hanzestad heeft talrijke monumenten bewaard we rijden langs een oude versterkingsmuur met de Vischpoort en de strandboulevard. Hier plots een telefoontje. Ik had oude gekenden, van op onze Bodensee fietstocht 2019, verwittigd dat wij Harderwijk zouden doorkruisen vandaag. Nel en Ab de Haas, hebben wij ontmoet fietsend langs de Rijn op 29 mei 2019. Ergens bij en gezamenlijke rustpauze rond Rheinfelden. Ab de Haas is al jaren radiomaker en bezieler van Wereldmuziek zender El Mundo. Ik bleef hem jarenlang volgen. Zowel Nel als Ab waren altijd benieuwd naar de fietsavonturen van “De bende van Bob” en bleven met mij in contact hierover!
Op het einde van het Zeepad op de LF22 aan Knooppunt 9 staan onze vrienden ons enthousiast op te wachten. Wat een ontvangst na al die jaren….Op hun zonnig terras met zicht op het Wolderwijdmeer geraken we maar niet uitgepraat. We worden getrakteerd met drank en taart. We blijven maar genieten van dit onverwacht weerzien echt uniek zoiets moois te beleven.
Het afscheid van onze leeftijden- en fietspassiegenoten is moeilijk. We worden lang en hartelijk uitgewuifd. Bedankt vrienden het gaat jullie goed. We blijven het randmeer volgen tot aan de sluis van de Ankervaart. Vanaf hier wordt het druk op het fietspad langs het Nijkernauw.
Op 55km zijn we in Spakenburg. Vanaf hier zouden we in de provincie Utrecht moeten zijn. Spakenburg opnieuw een van die kleurrijke havendorpen lijkt wel een openluchtmuseum. We dokkeren traag door het historische hart met een pittoreske kern. Je voelt nog steeds het visserijverleden wanneer je langs de oude platboden kotters komt. Ze zijn niet te tellen en men werkt er nog steeds aan op de scheepshelling. We krijgen er dorst van, op een van de vele zonneterrasjes vlijen we ons neer, wat doet die frisse trappist deugd zeg! Ondertussen worden we getrakteerd op een voetbal Oranje gekke voorstelling. Men zou wel vergeten dat het EK-voetbal bezig is, en Oranje er nog bij is!
Op het einde van een kaarsrechte weg in Bunschoten buigen we rechtsaf richting Eembrugge. Langs de Eem een rivier belanden we in Baarn. Hier houden we een in de zon samen met de schoolverlatende jeugd, een ijsjespauze. Ondertussen komen we teweet dat de vroegere koninklijke residentie van koningin Juliana “Soestdijk” hier dichtbij in deze gemeente ligt.
Wij zijn amper het dorp uit en duiken opnieuw een bos binnen. Het is het Baarnse Bos op een uitloper van de Utrechtse Heuvelrug. Aan knooppunt 63 plots een plaat Hilversum en iets verder “Welkom in Noord-Holland”. Met de GPS is het nu op naar ons Vrienden op de Fietsadres in de Mediastad. Maar we hebben geluk we moeten de stad niet binnen onze VOF ligt aan de zuidrand in een groengebied. We worden meer dan hartelijk begroet door Eelco. Wat verlegen volgen wij de erg sportief uitziende man in het prachtige huis. We krijgen op de verdieping een heel ruime kamer met bijhorend sanitair ter beschikking. Onze gastheer had ons iets later verwacht en gezien wij bij hem deze avond souperen, stellen wij voor eerst iets te gaan drinken in de omtrek. “Bij de Zonnestraal in het bos hierachter is er een drank-terras” stelt Eelco ons voor…Enkele minuten later genieten we van een trappist op het zonneterras van de Zonnestraal. Het is een gerenoveerd paviljoen van een instituut-zorghotel “Professor Henri ter Meulen.”
Samen met ons gastgezin genieten we van een prachtig smakelijk souper. Eelco heeft ons culinair verwend. We blijven nog uren babbelen met het erg sportieve en reislustige paar Katja en Eelco. Na het bekijken van hun vele fotoalbums van ettelijke verre reizen worden we allen moe, hoog tijd om onze bedjes op te zoeken. Slaapwel!
Wanneer ik onze track op mijn roadboekje voor vandaag bekijk, ziet hij er helemaal anders uit dan de vorige dagen. Er is geen donker groen en of roze te bespeuren, dus ook geen bossen en heide! We moeten door een waterrijk landschap met veel laag gelegen weiden. Onze gastheer Peter heeft de tafel mooi gedekt en we genieten van het ontbijt, gelukkig heeft hij zijn jonge hond ergens opgesloten, wat een zalige rust. Onze pezige vriend, een prille zeventiger blijkt hier toevallig beland te zijn. Op een van zijn tochten kwam hij in Steenwijk, zag het huis waar hij nu in woont te koop staan en is hier gebleven. Als ik hem vertel dat zijn huis een zekere architecturale waarde uitstraalt, is hij zeer vereerd. Hij komt zelfs met bewijzen dat het huis hiervoor bekend staat in de omtrek.
Om 10h nemen we afscheid van onze gastheer, we rijden nog eens door het centrum en verlaten de stad langs de vestingen richting Scheerwolde. We rijden bewust niet naar Giethoorn. Dit al te druk toeristisch overspoeld dorp ligt slechts enkele kilometers van onze route, maar we kennen de overdreven drukte. Het is hier net zoals bij ons in Brugge en willen deze massa toeristenstroom absoluut vermijden….
Langs een kanaal, het Steenwijkerdiep, met veel yachting werven komen we in Scheerwolde. Dit dorp was een verblijfplaats voor polderarbeiders bij de veenafgraving. Nu zijn de gronden hier geschikt gemaakt voor de tuinbouw. We rijden iets verder in het Nationaal Park Weerribben Wieden. Een gebied waar eeuwenlang turf gewonnen werd. Men trok veen uit het water waardoor gaten ontstonden. Deze gaten noemt men weren. Naast die stroken lag het veen te drogen op hogere stroken legakkers, dit waren de ribben! En doorbroken ribben noemt men dan wieden met water !!!
Er zouden hier otters leven. Natuurlijk hebben wij die niet gezien. Wat wij wel duidelijk, al was het van ver konden spotten waren zilverreigers. Net voor het dorp Baarlo staat een plaat Muggenbeet. We vermoeden dat er zich hier inderdaad veel muggen ophouden! Maar neen dit mini plaatsje van enkele huizen noemt zo. Dwars door de weilanden, met oneindig zicht over een landschap van breed water en wuivend riet komen we in Blokzijl. Blokzijl is een klein stadje in de kop van Overijssel. Door een doolhof aan straatjes en steegjes met kronkelende kanaaltjes, komen we aan een sluis. We worden tegengehouden, de sluismeesteres moet eerst een groep pleziervaartuigen doorlaten. Het is een erg gezellige boel we worden uitbundig door alle schippers en bemanning begroet en vriendelijk toegewuifd…..Hier kunnen automobilisten een voorbeeld aannemen ofwel “Een puntje aan zuigen” .
Het sterren restaurant “Kaatje bij de Sluis” is al ruim 45 jaar een culinaire ervaring waar gastronomie, gezelligheid en sfeer zich tot een bijzonder resultaat mengen. Driesterren kok Sergio Herman heeft hier zijn eerste opleiding gekregen. Ik herken het Hotel-Restaurant “Kaatje bij de sluis” ook al is het meer dan 20 jaar geleden dat ik hier overnachtte en gesoupeerd heb. Olala waar is de tijd naartoe ?
Na 25km dokkeren we op de kinderkopjes Vollenhove binnen. Het is een kleine stad met een haventje en het lag vroeger aan het IJsselmeer. Na de inpoldering en het ontstaan van Flevoland is dat nu helemaal anders. Nu ligt Vollenhove te midden van een rustige omgeving van water en groene landschappen. Je ziet nog duidelijk dat hier vroeger, denkelijk gedurende de Hanzeperiode, het stadje bloeide, er valt heel wat historie te zien. We rijden rond de haven en zien van ver dat er een dame een terras klaar zet. Dorst en goesting doet ons stoppen. We zijn de eersten en de waardin van Palingrokerij Konter roept ons binnen: “ Hier kan je alles bekijken en bestellen, ik breng het op het terras”. Na enkele minuten komt ze met broodjes vers gerookte paling en maatjes met voor elk een flinke trappist. “Verleden jaar was hier een Vlaamse Filmploeg, ze spraken net zo’n taaltje zoals jullie”. Als wij haar vertellen dat wij ook te zien waren in een van de afleveringen van Arnoud Hauben, Herkent ze ons en zegt het tegen alle terrasgangers… Straks moeten we nog handtekeningen uitdelen lachen wij haar toe! Liever maar bescheiden West-Vlamingen blijven zeker!
Palingrokerij Konter is in 1911 opgericht in Vollenhove aan de toenmalige Zuiderzee. Sindsdien wordt er al ambachtelijk paling en andere vis soorten gerookt en geleverd aan groot- en detailhandel. Wanneer we over de brug van het Vollerhovekanaal zijn, rijden we de jonge provincie Flevoland binnen. Het is ook de kleinste van de twaalf provincies. Flevoland bestaat uit de Noordoostpolder en de Flevopolder, beide ontstaan door drooglegging van delen van de voormalige Zuiderzee, met daarbinnen de voormalige eilanden Urk en Schokland. We blijven het kanaal volgen tot Kraggenburg. Het is hier opvallend groen en net voor we afbuigen aan het Voorstersluisje, rijden we voorbij het “Rijksmonument Waterloopbos” dit is een historisch openlucht laboratorium waar honderden onderzoeken uitgevoerd zijn naar het gedrag van water. Er zijn zelfs restanten van het onderzoek naar de Deltawerken.
We hebben 40km op ons tellertje wanneer we over de brug van het Ketelmeer fietsen. Beneden ligt de stormvloedkering Ramspol , uniek in zijn soort. Het is de enige balgstuw ter wereld die als stormvloedkering dienst doet. De totale kering bestaat uit 3 balgen van een zwaar en zeer sterk rubberdoek, dat opgeblazen een barrière van 10 m hoog en 240 m lang vormt. Normaal ligt de balg in een soort bak op de bodem van het water, zodat de scheepvaart vrije doorvaart heeft. Door een natuurgebied van rietmoerassen en zandplaten komen we aan de monding van de rivier de IJssel.
Na IJsselmuiden zijn we plots aan de fameuze brug met de gouden wielen en rijden nu Kampen binnen. Hoog tijd voor koffie en een gebakje, menen we. Op de IJsselkade met zicht op de rivier genieten we in het zonnetje van een zalige rustpauze. Rustig willen we door het historische gedeelte van Kampen, een eeuwenoude Hanzestad, rijden. Langs monumentale mooie oude poorten zijn we in de binnenstad. Je kan hier blijven rondrijden, maar we moeten verder. Wanneer we een stadskaart raadplegen beseffen we dat Kampen feitelijk een eiland vormt. De stad wordt omringd door de IJssel, Kattendiep, Keteldiep, Reevediep en de randmeren: Vossemeer en het Drontermeer. Uniek wat hier allemaal ondernomen wordt tegen eventuele overstroming is de “Hoogwater Brigade”. Dit zijn 250 vrijwilligers uit Kampen die met mobiele onderdelen een waterkering bouwen.
We vervolgen onze route lans een lang gerekt meer het “Drontermeer” een smal randmeer, dat is ontstaan bij de inpoldering van Oost-Flevoland. Met een stralende zon rijden we Elburg binnen. Eén van Nederlands meest bezienswaardige Hanzesteden. Vroeger een bedrijvig vissersstadje aan de Zuiderzee. Vandaag de dag een toeristische site. We moeten, het kan ook niet anders te voet door de straatjes wandelen, wat een wandeldrukte….We krijgen er dorst van. Maar het is maandag en veel keuze is er niet, we wringen ons tussen kwetterende leeftijdsgenoten…..
een flinke trappist kan deugd doen.
We verlaten de drukte van de binnenstad langs een prachtige omwalling. Overblijfselen van de oude stadsmuur mogelijkse verdedigingswerken van toen Elburg nog een Hanzestad was. Vijf kilometer verder zijn we aan ons eindpunt voor vandaag ‘t Harde…..het was een flinke rit van 80km. We kronkelen door enkele groene dreven en staan plots voor ons overnachting adres. Maar hoe geraken we hier binnen. Alles is afgesloten, er is nergens een voordeur en of deurbel te bespeuren. Na een poosje wagen we het erop de poort te openen en via de tuin op de woning toe te stappen. Er is een zijdeur zonder bel…..na een tijdje kloppen komt Marion openen. Wat afstandelijk krijgen we een mooi verzorgd en ruim achterliggend huis met keuken, zitruimte en slaapkamer ter beschikking. “Om 19h breng ik jullie avondmaal” krijgen wij te horen en ze verdwijnt terug in haar woning…..Zoiets zijn we helemaal niet gewoon bij Vrienden op de Fiets.
Ja en inderdaad stipt om 19h komt Marion met ons avondmaal, gelukkig hebben we in de loop van de dag goed gegeten, zo’n erg karige avondmaal, dat is ons nog nooit overkomen! Gelukkig is het maar voor één nacht, morgen beter toch !!!
Wanneer we nog wat in het zonnetje zitten te keuvelen, komt er plots een jonge heer op ons af. Grote verwondering het is Henrik Kos Radio-Podcastmaker van het Nederlands programma “Fietskriebels”. Ik had voor onze start ons programma doorgestuurd. Hij is ons, gezien wij in zijn buurt kwamen, komen opzoeken….Voor ons toch een echte aangename verrassing. De opname duurt meer dan één uur en is te beluisteren bij het openen onderstaande link:
Vroeg uit de veren vandaag. Toch zijn we niet de eersten onze collega fietsers zijn al klaar. Het wordt een feestelijk ontbijt, wat worden we hier verwend door Corry. Er is echt van alles. We blijven maar aan de praat. Ons tafelgezelschap wil alles weten van onze vele fietstochten…..Wanneer ik onze vriend Fred het dagverslag Dag 8 Zuidlaren – Coevorden van onze Rond Nederlandtocht van maandag 15-06-2015 laat voorlezen, is hij uitermate vereerd. “Wat je me nu vraagt kan ik als geen anderé” lacht Fred. En ja als een volleerd Nederlands redenaar, met toneel allures, luisteren we geboeid naar zijn poëtisch betoog. “ Als leraar Nederlands was dit indertijd mijn specialiteit” geeft hij grif toe….Ferdinand wilt niet onderdoen en geeft ons een amusant concert op zijn trekzak en nadien met de tuba. Wat een plezante bende hier geraken we met moeite weg! Toch moeten we de fietsen beladen en starten. Het afscheid valt iedereen erg zwaar. Heel lang worden we door ons gastenpaar uitgewuifd!
Van Zuidlaren volgen we richting Westlaren. Door het bos van Slootsbergen rijden we over de Drentse Aa, een beek, richting Tynaarlo. Tynaarlo is een oud brinkdorp, dit betekend een kerk met daarrond huizen en boerderijen maar daar merken wij helemaal niets van. Na het dorp Vries belanden we opnieuw in een enorm bos. Het Langeloërduinenbos ligt in een gebied met hier en daar wat heide, plots zijn we in het plaatsje Norg. We rijden al kilometers aan een stuk door pure natuur, over smalle bospaadjes, door duinen en lage struiken. Echt zalig met dit aangenaam zonnetje en een heerlijke temperatuur.
Westervelde, dit is ook een klein esdorp met een driehoekige brink met veel bomen, hier zijn er zoals het hoort, wel enkele boerderijen rond te zien. Na het kruisen van het Veenhuizerkanaal duiken we het Fochteloërveen binnen. Een goed bewaard natuurgebied met schitterende vergezichten. Wat is het rustig in dit pure natuurgebied. We lezen op een informatieplaat dat dit een hoogveengebied is met veel veenmossen en een tehuis voor zeldzame soorten dieren en planten, zoals de kraanvogels, en een sterk bedreigde vlindertje, het veenhooibeestje.
Wanneer we uit het bos van Ravenswoud komen rijden we voorbij de plaat Appelscha. Volgens aanduidingen zouden we nu in de uiterste zuidoostelijke hoek van Friesland zijn ! We hebben 35km op ons tellertje en krijgen dorst en honger, net over het kanaal vleien we ons neer op het zonneterras van eetcafé Hulst. We zijn gelukkig als eersten aan de beurt en worden netjes bediend. Na enkel minuten wordt het terras door een grote groep E-bikers bezet. Het personeel kan de overrompeling onmogelijk bolwerken. Wat een toestand!
Appelscha is een dorp in de gemeente Ooststellingwerf, de naam klink erg Fries. Het ligt ten zuidoosten van Drachten, tussen Oosterwolde en Dwingeloo. Hier zijn ze trots Fries te zijn overal hangt de vlag in de voortuin, met de blauwe en witte diagonale banen en de zeven rode blaadjes en geen hartjes. Eén kilometer verder duiken we opnieuw een bos binnen, iets verder komen we op een enorm heidegebied. Het Aekingerzand of Kale Duinen met het hoogste punt van Friesland. Op deze 20 meter hoge stuifduin staat een uitkijktoren nog eens 35m hoog.
We blijven op rustige zandpaadjes door de bossen en natuurgebieden rijden. Nu zijn we in de Friese Wouden dit is één van de grootste natuurgebieden van Nederland, met ruim 6000 hectare bos, heide, stuifzand en beekdalgraslanden.. Dit Drents-Friese Wold behoort tot de mooiste en belangrijkste natuurgebieden van Europa en is daarom aangewezen als Natura2000 gebied. Na het dorp Wapse zijn we opnieuw in Drenthe en komen nu in het buurtschap Veldhuizen.Een buurtschap is een huizengroep buiten de bebouwde kom van een dorp, meestal zonder kerk. In Vlaanderen is dit simpelweg een gehucht.
Toch koersen we nu al 10km door boerenland afgewisseld met kleinere bosjes tot we in Ooster- en Westerzand belanden. Er zijn geen deftige paden en toch wagen we het erop, de wandelpaadjes zijn uiterst smal en af en toe helemaal niet geschikt om te fietsen. Slijk en water doen ons meermaals afstappen toch blijven we koppig doordraven. Wat verder is alles opgelost in het Holtingerveld Hier liggen fietspaden, variërend van smalle schelpenpaden tot brede asfaltpaden. Onderweg liggen voldoende picknickplaatsen en bankjes
Langs een kaarsrecht pad bij Het Schier zien we nog een Hunebed in een zand-heide vlakte. Volgens aanwijzingen zou dit het meest zuidelijk gelegen hunebed zijn. Deze zandvlakte is ook een militair oefenterrein.
We naderen onze overnachtingsplaats en moeten vaststellen dag we bijna een gehele dag door bossen en heiden gereden zijn. Onvoorstelbaar als we bedenken dat dit bijna 75km aan een stuk is.
De GPS brengt ons zonder probleem in Steenwijk bij ons Vrienden op de Fiets adres. Het is even wachten tot Peter, onze gastheer tevoorschijn komt. We moeten onze fietsen door een al te weelderige tuin in de moeilijk te bereiken achter berging stallen. “We zullen eerst en vooral de dorst lessen” zegt onze olijke vriend uitnodigend. Toch is het niet eenvoudig, wanneer we de pergola binnen stappen blijkt zijn jonge hond hier de absolute baas. Peter kan hem niet in bedwang houden en wij worden beiden heftig besprongen en overvloedig belikt…..Na enkele minuten lukt het onze vriend toch het jong en enthousiast beest in toom te houden. Het wordt nog een lange uitvoerige babbel met veel woorden en gebaren. We onthouden een ondeugende uitleg bij een van de schilderijen in de woonkamer. Het stelt “Het laatste avondmaal” voor, maar dan wel met, voor hem bekende dames in de plaats van de 12 apostelen. Onze vriend Peter heeft er zijn eigen humoristische bedenkingen bij!
Na een wasje en een plasje duiken we de stad binnen. Het is zondagavond en het stadje lijkt uitgestorven en leeg. Nochtans wordt Steenwijk als een charmante stad in de provincie Overijssel omschreven. Het zou een rijke geschiedenis en gezellige sfeer hebben. Daar merken wij op dit ogenblik bitter weinig van! Gelukkig vinden wij op de markt een zonnig en gezellig terras waar we uitvoerig buiten kunnen souperen. We zijn een week onderweg, het mag wel eens zeer uitgebreid zijn toch! En ja we worden zeer goed en verzorgd bediend het is er prima. Na nog een ijstoetje slenteren we naar onze slaapplaats. Wat moe maar tevreden na zo’n mooie dag kuipen we onder de lakens. Slaapwel!
Dag 8 Coevorden – Zuidlaren Plots een seintje op de telefoon. “Ontbijt is klaar”. En jaja wij vliegensvlug naar beneden, waar we voor het eerst ons gastgezin kunnen begroeten. Samen met Jacqueline en Jos genieten we van het uitgebreid ontbijt en we blijven lang napraten in het achtergelegen veranda. Zullen we hier nog weggeraken?
Jacqueline en Jos wonen in een huis waar op de stoep bij de voordeur een “struikelsteen” geplaatst is. Het is een steen in beton 10 x 10 met een messing plaatje waarin de naam, geboorte- en overlijdensdatum en de plaats van overlijden wordt gestampt. Het is het voormalig woonhuis van Aleida Bardina Krammer vermoord in Auschwitz. Hier starten we onze 8° fietsdag, het is kil en grijs maar er wordt beter weer voorspeld op naar Zuidlaren dan maar….
We rijden toch nog eens door het centrum van Coevorden een dorp met een typische Drentse sfeer dicht bij Duitsland en aan de grens met Overijssel. Door een mooi nieuw aangelegd park geraken we zonder probleem uit het centrum richting Dalen. Van ver zien we de “Bentermolen” een mooi gerestaureerde stellingmolen waar af en toe nog gemalen wordt.
Na het esdorp Dalen duiken we de groene natuur binnen richting Erm. Langs een enorm recreatiegebied het “Ermerzand” naderen we onvermijdelijk de grote stad Emmen. Dit is de grootste stad in Drenthe, met meer dan 100.000 inwoners. Toch is het niet de hoofdstad van de provincie dat is dan weer Assen Het is echter een open groene stad. We vermijden het centrum en zijn blij als we op een mooi bospad de stad uit peddelen. Langs dit Valtherbospad liggen een trio Hunebedden D38, D39 en D40 in een heideveld vlak naast het fietspad.
Er staan 32km op ons tellertje als we in Odoorn zijn, een prachtig Drents brinkdorp met een bosrijke omgeving wat een zaligheid om hier door te fietsen. Na het dorp belanden we op een zandwegel door een bos en heidegebied. Vlak bij knooppunt 6 stoppen we bij “Ode aan de zon”.
Een beeld met een poëtische inhoud en geïnspireerd uit de mythologie. De rode granietstenen zijn hier geplaatst door een kunstenaar Rob Schreefel. We blijven door een rustig bos op het pad tot Borger bekend door het grootste hunebed van Nederland. Vóór we het dorp uitfietsen verorberen we koffie met een belegd broodje op het zonnige terras van “Puur Ambacht”. Wat loom verlaten we het “Hunebedden-dorp” zonder een bezoek te brengen aan het informatiecentrum, dat deden we wel in 2015, zie de oude foto hierbij met Hugo en Antoine…..
We zijn 50km onderweg als we op de “Hondsrug” door Drouwen rijden. Nabij Gasselte in de boswachterij Gieten-Borger met een vennetje 't Nije Hemelriek in de gemeente Aa en Hunze.
Bij het verlaten van het dorp Rolde komen we in een enorm heide landschappen gebied. “Het Balloërveld” het dankt zijn naam aan het nabijgelegen dorpje Balloo, aan de rand van het Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drentse Aa. Het heideveld ligt op een hooggelegen plateau en het Rolderdiep. Heide wordt hier afgewisseld met veenmeertjes, dennenbosjes en zandverstuivingen her en der. We doorkruisen dit grote gebied op smalle kronkelende zand paadjes.
Na een heuvelbocht staan we plots tussen een grote kudde schapen, het is een gedwongen rustpauze. Hier zijn schapen, herdershonden en herderin de baas. We willen met de vrouw een praatje slaan, maar ze wandelt ons stoïcijns voorbij. Ze lijkt wel in hogere sferen te verkeren, onverstoorbaar en onverschillig loopt ze door. Nadien horen we dat het de schrijfster Marianne Duinkerke is. Samen met Albert Koopman beheren zij in opdracht van Staatsbosbeheer als herders het Balloërveld. Herder Marianne Duinkerken gaat dagelijks met de kudde het Balloërveld op en geeft regelmatig lezingen over haar leven als schaapherder en het bedrijf. Aan ons heeft ze helemaal niets verteld!
Ten oosten van Assen rijden we naar een mooi bewaard esdorp Taarlo. Centraal in het dorp ligt de brink, omgeven door meerdere grote boerderijen. Na het dorp komen we in de Zeegser Duinen met een prachtig bos en veel lage struiken, hier stroomt de Drentsche Aa. Feitelijk vinden wij dit meer een beek dan een rivier….met een wat verouderde molen een typisch Hollands plaatje. En plots na +/- 80km rijden we voorbij de plaat Zuidlaren. We zijn helemaal in het noorden van de provincie Drenthe niet zover meer van de stad Groningen hier loopt ook het beroemde Pieterpad. Nu op zoek naar ons Vrienden op de Fiets verblijf. Plots worden wij geroepen, het is onze gastvrouw Corry, zij heeft ons zien voorbij crossen. Terug dan maar, uitbundiger kan je niet begroet worden menen wij….
”Jongens, wat is dit lang geleden”…. Inderdaad in 2015 waren we hier ook toen met “De bende van Bob”…
Onmiddellijk moeten we plaats nemen op het zonneterras en gastheer Ferdinand komt er aan met een fris biertje. Na een poosje worden we begroet door het echtpaar Marga en Fred, twee leeftijdsgenoten die hier ook als fietsers overnachten. We blijven allen druk aan de praat tot we beseffen dat we nog het dorp in moeten om te souperen. Na een wasje en een plasje rijden we tot Zuidlaren centrum. Op het terras van het Italiaans restaurant “Sapori la Fiera” genieten we van een feestelijk avondmaal met zuidelijke sfeer. Wat moe maar voldaan kruipen we niet al te laat onder de dekens. Slaapwel!
Het blijft donker en toch is het tijd om op te staan. Geen goede vooruitzichten voor vandaag, er wordt ons een gehele dag regen voorspeld! Na een lange babbel met onze gastvrouw Rosemarie aan de ontbijttafel wordt het hoog tijd om op te stappen. Het is niet warm maar regenen doet het voorlopig niet….Fietsen beladen, een foto en vertrekken dan maar! We zijn nog het dorp niet uit en het is al zover. Vlug regenkledij aan …wat een ellendig weer!
Na een vijftal kilometers zijn we in het esdorp Geesteren. Blijkbaar is een “esdorp” een plaats welke vroeger in de wintertijd niet bereikbaar was. Doordat deze plaats veel lager lag in het veen- en moerasgebied welke vaak overstroomde ‘s winters. We volgen nu een aantal kilometers het Geesterstroomkanaal. Op korte afstand peddelen we voorbij een Veenmuseum met oude hutjes en veentreintjes, maar alles ligt er triestig en uitgeregend bij….
We moeten heel wat kronkelen en weten niet meer goed in welk dorp we zijn soms staan platen Vroomshoop, soms Den ham maar ook Vriezenveen! Het blijft maar water gieten nu al bijna 2 uur onophoudelijk.
We blijven doordrammen in bossen en heidevelden…..We zouden in het Vecht dal moeten zijn niet zover van Ommen bij landgoed Eerde, maar ook de Regge en Junne. In het bos Eerderveld moeten we afwisselend door loof- en naaldbossen, soms zelfs af en toe door kale stukken. Maar met de donkere wolkenluchten moeten we heel attent zijn op de natte overgroeide paadjes. Een beetje verscholen zien we de Sahara liggen. Een grote zandverstuiving van Natuur- en Staatsbosbeheer. Met al die regen hebben we geen zin om af te stappen. In Nederland heeft men twee rivieren met de naam de Vecht. Deze hier de Overijsselse Vecht en de Utrechtse Vecht waarlangs wij op dag 12 van Hilversum naar Maarssen zullen rijden. Ze maken het aardrijkskundig soms toch een beetje moeilijk in Nederland!
Onze maag begint te rammelen, plots duikt voor ons tussen de bomen door een plaat met “Vakantiepark Beerze Bulten”. We vliegen de Brasserie Hagehorst binnen en verorberen een lekker soepje met nadien een koffie met dessert. We moeten kost wat kost verder het blijft maar zwaar regenen, regenkledij of niet we zijn door en door nat tot op onze huid, wegwezen maar….op naar onze laatste 30km.
Bij Diffelen aan de Distelbelt is er een zeven meter hoge uitkijkheuvel. Nog iets verder een stuw op de Vecht met een vistrap. Flink trappend vliegen we het dorpje Rheeze voorbij. We blijven op korte afstand de Vecht volgen tot Hardenberg. Hier in deze gemeente is het heel wat drukker. Het is ook niet te verwonderen want de gemeente is een waar economisch centrum met vele bedrijven. De Vecht welke we volgen loopt dwars door het centrum.
Oei het is met dit duistere regenweer erg oppassen, zo’n drukte zijn we niet meer gewoon….Wat zijn we blij als we na enkele grote rotonden de drukte achter ons kunnen laten. Terug in de rustige natuur van het buurtschap Ane. Nu door het Engelandse Bos op een wat hogere stuifzandrug. Nadien kabbelen we verder op een groene dijk met wilgen, elzen en rietkragen.
Na 76km in de onophoudelijke regen zijn we eindelijk in Coevorden heel vlug vinden we ons overnachtingadres, maar ramp hier doet niemand open…..zouden we tevroeg zijn? We gaan nog een koffie drinken op het marktplein. Hopelijk is de familie straks wel aanwezig! Maar neen om 18h30 is er nog steeds niemand thuis enkel de hond en de kat komen door het raam piepen. Het hekje naar de tuin blijkt open, we wagen het om de achtertuin binnen te stappen en zien op de achterdeur een bericht waarbij wij teweet komen wat en hoe we hier tewerk moeten gaan…..Het gastenpaar zal heel wat later thuis komen, het huis is voor ons.
We kunnen onze doorweekte fietskledij in de achterliggende schuur te drogen hangen. Nadat we de Wifi code vinden en opzetten, zien we een bericht van Jacqueline onze gastvrouw. Haarfijn wordt uitgelegd hoe we tewerk moeten gaan bij hen thuis. We nemen vlug een warme douche en wandelen, nu het droog geworden is, het centrum binnen. Vlug vinden we op de markt het Italiaans restaurant “Da Giorgio”. Zoals het hoort bij een Italiaan worden we met veel zwier getrakteerd op een culinaire mengeling van zuiderse creaties met aangepaste wijn. Buon appetito! We voelen ons wat moe en slenteren naar ons verblijf waar we nog steeds alleen zijn…..Veel rust wordt ons echter niet gegund. Het Nederlands voetbal elftal heeft zich geplaatst voor de volgende EK-ronde en dat moet gevierd worden met vuurwerk en autogetoeter tot ver na middernacht! Slaapwel zal voor een volgende keer zijn.
Gelukkig hebben we om 8h30 afgesproken om te ontbijten….opstaan geblazen! Louise is blij en opgewekt, haar tafel is mooi gedekt en we worden verwend met een feestelijk ontbijt. Het is fris maar het blijft wel nog een tijdje droog, heeft ze juist gehoord op de radio. We blijven nog wat koffie slurpen. Louise heeft nood aan een babbel, maar we maken haar duidelijk dat wij vandaag in Tubbergen willen geraken! Fietsen beladen en opkrassen dus.
Ze maken het ons wat moeilijk hier…..Enschede is een stad in Twente. Maar
Twente is geen provincie maar wel een landstreek in het oosten van het land! De stad Enschede ligt in de provincie Overijssel, is ook de grootste stad, maar niet de hoofdstad van de provincie…..dat is dan weer Zwolle! En wij die dachten dat Twente een voetbalploeg was….en ja we hebben nog gelijk ook. FC Twente is hier de grote eredivisieploeg van de stad, we beginnen het te begrijpen! Maar in Vlaanderen is Enschede echter bekend geworden door de “Vuurwerkramp” die hier jaren geleden plaatsvond. Dit maakte dat we Enschede herinneren, de tv-beelden uit 2000 zijn voor eeuwig op ons netvlies geprent.
We vertrekken door een tunneltje onder de A35 en door een groot park naar het centrum. We peddelen gezwind door een soort poorthuis naar de “Oude markt”. Verrassend ver van onze startplaats menen we, er staat al 6km op onze teller als we op de Oude Markt zijn. We herinneren ons deze plaats van onze “Rond Nederland-tocht 2015” toen in de namiddag was het hier zeer druk en hebben er onze dorst gelest! Nu zijn we hier bijna de enigen. Na wat kronkelen door horecastraten komen we plots in een oude industriebuurt. Deze oude fabriekspanden zijn mooi opgeknapt en lijken wel woonwijken te zijn!
Toch zijn we opgelucht wanneer we opnieuw in een groene natuur belanden richting Eschbeek. Bij Hof Espelo, een van die vele Twentse landgoederen staan er fameuze beuken in een lange dreef richting Lonneker, wat een bomenpracht! Na het golfterrein “’t Sybrook” duiken we het bos binnen voor wel 10km. Het Haagse Bos of Haagerbrook zoals het soms wordt aangeduid.
Een broek is een laaggelegen gebied dat nat blijft door opwellend grondwater.
We zijn in de helft van onze rit, hoog tijd voor een middagstop. In het dorp De Lutte kunnen we niet voorbij de talrijk uitnodigende terrassen. En wat een toeval ook in 2015 zaten we op dezelfde terras van eetcafé “de Vereniging” om te middagmalen. Na een poosje wordt het dorp overrompeld met E-Bikes fiets senioren. Wat kunnen zonnestralen wonderen doen en vele leeftijds genoten op de fiets krijgen.
Ook wij worden in de gesprekken van de kwetterende hongerige en dorstige fietsers betrokken. Grote verwondering als ze horen dat wij Vlamingen zijn en voor 14 dagen door Nederland fietsen. En raar maar waar….”Jullie zijn toch die gekke Belgen van op TV” ??? vraagt er een van de dames. We worden zelfs herkend en moeten toegeven dat we Arnout Hauben verleden jaar ontmoet hebben op onze fietstocht. Neen, het was geen opgezet spel en wel toeval….enkelen hebben ten onrechte hun twijfels hierover!
We geraken maar traag terug op gang. De lange rustpauze heeft onze spieren verkrampt. Vijf kilometer verder dwarsen we een rivier en duiken het Lutterzand binnen. De rivier de Dinkel stroomt slingerend door het gebied en zorgt hier en daar voor mooie zandstroken en spectaculaire afkalvingen. De natuur en het glooiende landschap is gevarieerd met dennenbomen, loofbomen, jeneverbessen, zandverstuivingen en heidevelden. Het is ook een hemel op aarde voor tal van vogels en de oever van de Dinkel is het domein van de oeverzwaluw en de ijsvogel. Bij het knooppunt 58 zouden we bij de Duitse grens moeten zijn, maar daar hebben we niets van gemerkt.
We rijden via Mekkelhorst naar Denekamp ook hier komen we terug aan de rivier de Dinkel. Na vele kronkels of meanders komen we bij het Landgoed Singraven met daaromheen watermolens.
Wanneer we richting Ootmarsum rijden krijgen we plots ander weer het wordt zwaar bewolkt en de wind begint op te komen….
Toch willen we dit kunststadje binnen rijden. Hier is het heel wat drukker. Ootmarsum is de plek voor kunstenaars en kunstliefhebbers. Hier vind je talloze galerieën en musea. Maar wij hebben zin in een ijsje, terwijl we het verorberen hebben we prijs. We moeten vlug onder een van de terrasparasols schuilen…..Samen met een wandelend koppel wachten we af! Frank en Corrie zijn hier op stappersvakantie en willen onze plannen kennen. Toeval, als ik ons reiswegboekje toon, zien ze plots dat wij op dag 13 Maarssen – Woudrichem in hun thuisdorp Schoonhoven voorbijkomen….We worden daar uitgenodigd, maar hun werkomstandigheden hebben er anders over beslist! Het blijf maar stevig regenen en we moeten wel nog 10km verder….Regenkledij aan en vertrekken dan maar. Het anders zo drukke dorp lijkt nu totaal verlaten.
Langs de Tubbergerdijk en de Vasserheide met zijn grafheuvels naderen we goed doorregent Tubbergen. De gps brengt ons zonder probleem tot bij ons overnachtingsadres. Onze gastvrouw Rozemarie komt ons begroeten, we kunnen onze fietsen bergen en de regenkledij laten drogen. Onze kamer is op de eerste verdieping.
Na onze was- en plasbeurt wandelen we naar het dorp en zoeken “de Burgemeester” maar het restaurant noemt feitelijk “’t Oale Roadhoes”. Hier soupeerden we in 2015 nog samen met onze fietsvrienden Hugo en Antoine…..waar is de tijd ??? Het restaurant is na een opknapbeurt bijna onherkenbaar voor ons. Na een smakelijk souper, met als toemaatje een flinke ijscoupe, sluiten we onze fietsdag af. Slaapwel!
Na een rustige nacht worden we wakker wanneer de zonnestralen door de gordijnen piepen. En ja, wanneer we het weerbericht bekijken kunnen we het bijna niet geloven, geen nattigheid vandaag! Zou dat wel waar zijn ??? We zijn vliegensvlug klaar en stappen opgewekt binnen bij ons gastgezin. Annelies en Hans zitten ons op te wachten bij de overvolle ontbijttafel. Het is smullen geblazen. “Oh wat zullen wij dit straks missen” zucht Hans. Hij wordt er weemoedig van! Na wat opbeurende humoristische gesprekken wordt onze gastheer weer opgewekt en blij.
Toch heeft hij een ernstige mededeling gehoord op de plaatselijke radiozender….”Wegens de te hoge waterstanden na de overvloedige regen vaart het IJssel-veer naar Bronkhorst niet”.
Zullen we hier nog weg geraken ??? We blijven maar aan de praat. Met een flink gevuld buikje reken we af en daar gaan we dan voor onze vijfde fietsdag. Het gaat jullie goed familie Karol en veel moed…. Fietsen beladen en op naar Zutphen waar we de IJssel kruisen over de Cortenoeversebrug. We volgen de andere oever van de rivier tot de gps plots aangeeft dat we terug op de uitgestippelde track komen. Bronkhorst zijn we echter voorbij, maar geen nood we kennen het dorpje nog van vorig jaar.
In Wichmond hebben we 10km meer dan voorzien. Iets verder komen we aan het Kasteel Hackfort. Tot het landgoed behoren een kasteel met wandelbos, koetshuis, tuinmanswoning, watermolen en vele boerderijen. We zijn hier nu in de “Achterhoek”. Een afwisselend landschap van weilanden, houtwallen, kabbelende beekjes en bos. Vele landgoederen, kastelen en dorpen met heel wat historie. Het volgende dorp is Vorden. Er staan hier wel acht kastelen, waarmee het een van de meest kastelen-rijke dorpen van Nederland is. We fietsen door prachtige kasteeldreven…Na het fraai parkbos, omgeven door biologische landbouwgronden zijn we in het natuurgebied Enzerinck, hier is ook een landgoed met dezelfde naam. Aan fietsknooppunt 82 duiken we een donker bos binnen voor wel 5km. In dit Galgengoorbos, is er een Natuurbegraafplaats “Het Schapenmeer”. Iets voor Barchem rijden we voorbij de Lochemerberg, feitelijk een stuwwal van een hoogte van +/- 50m, amper voelbaar….In dit bos en stiltegebied is er een “Roofvogelopvang”.
We blijven door een boerenland met bos fietsen voorbij landgoed Beekvliet. Nu kruisen we “de Berkel” deze rivier komt uit Duitsland en stroomt door de Achterhoek naar de IJssel. Naast de brug zijn er een aantal vispassages aangelegd, we lezen dat dit moet bijdragen tot “het herstel van de populaties stroming minnende vis”.
Na Borculo en Geesteren komen we in Neede, ook hier is weer sprake van een berg “de Needse berg”. We beklimmen de uitkijktoren en bewonderen een prachtig uitzicht over Neede en omgeving tot ’s-Heerenberg. Op het bord onderaan lezen we over het vogelgebied rond deze heuvel. Nu op naar het dorp we willen de innerlijke man versterken en een terrasje doen, dat lukt ons hier wonderwel!
Langs prachtige beukendreven komen we aan fietsknooppunt 60 op onze track. We volgen de Kieftendijk tot Rietmolen. In dit kleine dorp staat een naar onze mening een veel te grote monumentale kerk, met een zeskantige bakstenen toren. Nu moeten we opnieuw door een donker bos “Het Lankheet” met een landgoed. Een domein met bossen, beken, heidevelden, veentjes, vennen en oude boerenerven met hooilanden en akkers met prachtige fietswegen. Bij de waterradmolen aan de Buursebeek, rusten we uit op het terras, een koffie met gebak zijn welgekomen.
We vervolgen onze route ten zuiden van Haaksbergen naar Honesch en op gps rijden we door het Buurserzand. Wat een fameus heidegebied doorkruisen we hier Adembenemend mooie uitgestrekte heide met talrijke jeneverbesstruiken. Af en toe fladderen er vlug vogels weg wanneer we voorbij komen, vermoedelijk groene spechten zo te horen….We blijven door de groene omgeving doordrammen tot we plots de plaat Enschede voorbij rijden.
We hebben 82km op ons tellertje en komen in de bewoonde wereld. Door een wirwar van straten met honderden op elkaar lijkende woningen. De gps geeft het einde van de track aan, we zouden moeten ter plaatse zijn….Onze attente gastvrouw Louise heeft ons gehoord , we worden met veel enthousiasme ontvangen. Na een lange babbel met veel koffie, krijgen de een prachtige kamer ter onze beschikking. “Ik zie jullie morgenvroeg wel, ik ben voor de rest van de avond afwezig” krijgen we te horen. We krijgen de huissleutel en wat eetadresjes. Louise heeft een bridgeavond en wil er vlug vanonder….Tot morgen! Na een wat lange rustpauze en contact met het thuisfront zien we het niet zitten om naar de grote stad Enschede te fietsen. We zoeken een dicht gelegen eethuis. Grill-huis “Pompidou” iets verder is een prima oplossing, met een goed gevuld buikje kruipen we opnieuw vroeg onder de dekens. Slaapwel.
We zijn goed en wel terug van een deugddoende korte fietstocht van 325km. Het zonnetje deed zijn best, de wind was uiterst mild en de enkele uurtjes regen waren te verwaarlozen……Toch waren onze fietsen erg besmeurd door de Haspengouwse modder. We hebben genoten van de Zuid-Limburgse Amstel-Goldrace heuvels en de golvende vergezichten in de kerkdorpjes. De op en neer Zes-Voerendorpentocht. Het kronkelen door de Haspengouwse-fruitstreek en het Hageland. We hadden onverwachte aangename babbels en smulden veel lekkers met het nodige vocht. Dank aan alle “Vrienden op de Fiets” verblijven, ze waren subliem. Er komt later nog een verslagje met foto’s op mijn blog.
Het lijkt wel niet klaar te worden. Zwartgrijze wolken beloven niets goeds. En het weerbericht voorspelt een dag met zeer veel regen…Met Marij hebben we om 8h30 afgesproken om te ontbijten. In haar living op de 1° verdieping genieten we van een uitgebreid ontbijt, onze gastvrouw is verwonderd hoeveel koffie wij ’s morgens wel drinken…Na nog een lange babbel moeten we opstappen. Zonder regenkledij zal het niet lukken vandaag. Voilà, terwijl we onze fietsen beladen is het vlug regenvest en regenbroek aantrekken voor het telaat is!
We starten richting Nijmegen centrum, een groot voordeel met al die nattigheid, we zijn alleen op de baan. Geen druk fietsverkeer we zijn bijna de enigen in de binnenstad. We rijden recht naar de "Groote Markt", blijkbaar is dit gedeelte van de stad het zwaarst gebombardeerd in de 2° Wereldoorlog. Door een reeks winkelstraten belanden we aan de Waalhaven.
Langs de Waalkade met zijn vele terrassen met zicht op het water, moeten we onder de Waalbrug om op de LF3 Rijnfietsroute te geraken. Deze stalen boogbrug heeft een lengte van 600m en is de meest oostelijkste brug over de Waal in Nederland. De Waal is een arm van de Rijn de totale lengte bedraagt 82 kilometer. De Waal is zeer belangrijk voor de waterafvoer en de scheepvaart in Nederland.
Het blijf maar water gieten terwijl we goed vorderen door de Ooijpolder, een natuurgebied en onderdeel van het Natura 2000-gebied Gelderse Poort. Hier en daar worden we er attent op gemaakt dat we moeten oppassen voor wilde paarden, grote ganzen en galloway runderen...welke hier grazen in de uiterwaarden van de Waal. We houden ons strikt aan de uitgestippelde route en wagen ons door de slijkerige paadjes door de Millingerwaard. Dit is een van de oudste natuurontwikkelingsgebieden langs de Waal, met enorme ooibossen met reeën en moerassen waar bevers zwemmen. Dit gedeelte van de Waal is ook een kraamkamer voor vissen.
Er staan 24 kilometers op ons tellertje bij de veerverbinding tussen Millingen aan de Rijn en Pannerden. We staan hier helemaal alleen in de gietende regen…zo denken we! Slechts elk uur is er een overtocht, het wordt dus meer dan een half uur wachten. We haasten ons naar het koffiehuis iets verder. Grote verwondering in de zaal zitten minstens 15 doorweekte fietsers, allemaal collega’s trekkers. Het wordt een ware verbroedering iedereen geeft iedereen moed, we willen geen gezeur meer horen over het bar slechte weer. De uitbaatster zal veel kuiswerk hebben wanneer al die natte koffieslurpers, haar zaal zullen verlaten, de vloer ligt vol water en slijk.
De veerverbinding tussen Millingen aan de Rijn en Pannerden voert over de Rijn op slechts een kilometer afstand vanaf de kop van Pannerden, waar de Rijn zich splits in de Waal en het Pannerdensch Kanaal. De overtocht duur ca. 5 minuten. Enkele met tenten bepakte trekkers, willen van ons weten waar en hoe wij overnachten. Zij krijgen hun slaapgerij niet meer droog. Niettegenstaande het ervaren fietsers lijken, hebben ze nog nooit van “Vrienden op de Fiets” gehoord! Ze willen zich onmiddellijk lid maken. Pol heeft ondertussen een gesprek met de schipper, hij heeft gehoord dat wij Vlamingen zijn. In zijn jeugdjaren was hij bootsjongen op de binnenvaart. Hij herinnert zich nog goed de chaotische vaart rond Brugge met de Dampoort-en Boudewijnsluizen op weg naar Zeebrugge.
Op de Rijndijk koersen we door een waterrijkgebied “de Middelwaard” naar Loo. Hier moeten we opnieuw op een veer over de Neder-Rijn naar Huissen. We vliegen het dorp binnen en ploffen ons neer in bistro Longe. De zaak zit vol mensen die schuilen voor het vervelende regenweer.
Met 40km in de kuiten springen we vol moed terug op onze stalen paarden nu richting Arnhem. Arnhem ligt aan de Neder-Rijn en de IJssel. De stad algemeen bekend om de Slag om Arnhem. Deze stad was de plaats waar in september 1944, de geallieerde troepen de luchtlanding en veldslag voor de bevrijding uitvochten. Zonder moeite rijden we over de Mandelabrug dwars door de stad naar Rozendaal.
Hier starten we onze Veluwetocht bij het Kasteel. We moeten door het park en rijden zo de Veluwezoom in. Onmiddellijk omhoog naar het Rozendaalse zand, een heideveld dat op 110m ligt, het is het hoogste punt van de Veluwe. Hier in een deel van het gebied is 17 ha bos verwijderd om het zand weer te laten stuiven. Dit om na te gaan welke effecten dit op flora en fauna heeft gehad. Ongelofelijk…. We rijden helemaal alleen op de anders zo drukke fietspaadjes. Wat kan regen een zaligheid betekenen toch!!! Vóór we de “Onzalige Bossen” induiken stoppen we aan de Carolinahoeve, een prachtig gerenoveerd pand en houden er een rustpauze met koffie en gebak…we zijn de enigste gasten.
De Onzalige Bossen is een eeuwenoud bosgebied op de Veluwe, in de gemeente Rheden. Dit bos bestaan grotendeels uit eiken en wordt doorsneden door enkele beukenlanen. Plots ontwaren we op enkele meters van ons een meelopend wild varken, lang duurt het niet hij verdwijnt in de donkerte. Bij Laag-Soeren komen we, als uitgeregende eendjes terug in de bewoonde wereld. Na 80km staan we voor ons overnachtingsadres in Brummen. Wat een enthousiaste ontvangst door gastvrouw Annelies…We kunnen onmiddellijk onze doornatte regenkledij uitsloven en uithangen in de fietsenbergplaats en ons drogen in hun knusse living. Hier worden we begroet door Hans, met veel excuus vertelt hij dat hij kortgeleden geveld is door ziekte en dat ze hun prachtig pand met veel spijt verkocht hebben.
Na een deugddoende babbel met het nodige vocht, begeleidt onze gastvrouw ons naar een in de tuin gelegen huisje……met alles erop en eraan. Ze neemt onze natte fietskledij mee om in haar huis te drogen, wat een servies. Op aanwijzen van Hans maakt onze gastvrouw tegen 19h een viergangen souper klaar…we genieten samen met hen van een gezellige avond met lange filosofische gesprekken en aangepaste muziek. Na een tijdje voelen we allen de vermoeidheid en zoeken onze zalige bedjes op. Slaapwel!
Het schelle gekraai van de haan in het kippenhok op enkele meters van onze kamer, belet ons lang te slapen. Het is amper dag en hij weet van geen ophouden….Zelfs oordopjes volstaan niet. Wanneer we samen met de andere gasten ontbijten, horen we dat ook zij vroeg gewekt zijn….Toch zijn wij vol optimisme er wordt een niet regendag voorspeld.
Inpakken en wegwezen dan maar. Onze gastheer Martijn had gisterenavond verteld dat hij niet meer aanwezig zou zijn, dus is het opstappen zonder afscheid! En toch…net op het ogenblik dat we willen wegrijden komt onze gastvrouw toch vlug afscheid nemen, we krijgen net de kans om een selfie te nemen.
Het is kil en mistig wanneer we het fameuze kasteel van Arcen voorbijrijden.
Arcen het voormalige vestingstadje is erg toeristische. Overal worden de terrassen klaargemaakt, er is al heel wat bedrijvigheid bij de horecazaken. We verlaten Arcen via het Raadhuisplein richting het veer. Maar eerst rijden we voorbij de brouwerij “Hertog Jan” net buiten het dorp. We horen dat de ligging van de brouwerij hier geen toeval is, gezien er vlak naast de brouwerij zich een bron bevindt. En …..in bier zit zeer veel water… toch!!!
Op de andere oever zijn we in Broekhuizen en iets verder in Blitterswijck. We waren hier vroeger eens en weten dat er een molen staat bij een forellenvijver “Keijzersberg”. Onze nieuwsgierigheid drijft ons de opritweg in te slaan…en ja de molen lijkt nu afgewerkt. Onder het gevaarte is een horecazaak. De molen stond vroeger op een andere plaats in het dorp. Ook al zijn we nog maar 12km ver, we lusten koffie en blijven lang praten met enkele leeftijdsgenoten. Iedereen is benieuwd wat we hier uitspoken…. Wij begrijpen soms helemaal niets van hun Noord-Limburg dialect. En toch….blijven we te lang hangen.
Na een poosje flink doortrappen komt zowaar de zon door de bewolking piepen, wanneer we na een brug opnieuw op de andere oever zijn.. We rijden voorbij het Leukermeer met een Jachthaven naar het Reindersmeer. Hier moeten we over een verlaten sluis naar de Bosserheide in Well. Dit gebied maakt deel uit van Nationaal park De Maasduinen. Dwars door een groen landschap van ruig gras en wilgen, een duidelijk winterbed van de Maas zijn we in Aijen. We nemen het veer van Oud Bergen naar Vierlingsbeek en zijn nu plots in Noord-Brabant. Dorst en honger doen ons het dorp binnenrijden. Maar we vinden geen enkele eetgelegenheid open. Het is maandag, alles is dicht. Picknicken op het dorpsplein bij een Plus-winkel is de oplossing. Gelukkig kan het vandaag, mooi in het zonnetje met veel belangstelling van de nieuwsgierige plaatselijke bevolking.
Op naar Boxmeer door een uniek en betoverend landschap van meidoorn-en sleedoornheggen. Het is oppassen geblazen, zonder zicht op wat zal komen. De vele tegenliggers met snelle e-bikes hebben plots de zon gezien, we moeten het kalm aan doen…..het is precies een echte senioren processie op de fiets! Dit Maasheggengebied is honderden jaren oud, en daarmee zijn ze een unieke bron voor authentiek, inheems plantmateriaal. Wanneer we over de zandpaden tussen weilanden vol bloemen fietsen vergeten we even dat we in de 21e eeuw zijn. Deze ondoordringbare heggen waren vroeger een waar obstakel voor oprukkende legertroepen. Ook dienden deze stekelige heggen als perceel afscheiding en boden vroeger hout om gereedschappen van te maken.
Na al dat kronkelen komen we aan de brug over de Maas naar Gennep. Deze vakwerkbrug van staal en beton, met vijf overspanningen is een verbindingsschakel tussen Noord-Brabant en Limburg. Gennep ligt in het uiterste noorden van Limburg tussen de grens met Noord-Brabant en Duitsland ingeklemd. Net voorbij Mook en Middelaar zijn we bij de Mookerplas. Dit is een recreatiegebied en ligt ten oosten van de Maas, waarmee het via een keersluis verbonden is. Na het Maldenbos belanden we onverwachts op een vliegveld. Het is een zweefvliegveld van de Nijmeegse Aeroclub. Binnen enkele kilometers zijn we in Nijmegen. Deze stad ligt in Gelderland, dicht bij de grens met Duitsland. De gemeente telt ongeveer 180.000 inwoners De stad ligt grotendeels op de zuidelijke oever van de Waal, aan de voet van een stuwwal. Na de Tweede Wereldoorlog breidde de stad zich naar het zuiden en westen uit.
Oei wat is dat hier plots allemaal ??? We zijn bij de stadrand, hoe kunnen we het hier veilig houden tussen al dat fietsverkeer van jong geweld??? Ze komen van alle kanten met oma-en bakfietsen, maar opgepast ook zware fat bikes zoeven er maar op los. Hopelijk geraken we vlug bij ons overnachtingsadres!
De GPS brengt ons in de Gorisstraat bij ons logeeradres.
Marij is verwonderd, ze had ons later verwacht…..We moeten onze fietsen in een hier tegenover liggende autowerkplaats stallen. Langs een steile trap sleuren we onze fietstassen tot op de 2° verdieping. Hier presenteert onze gastvrouw ons gelukkig een verfrissing. Na een lange rust- en vertelpauze, krijgen we honger. Avondmalen doen we iets verder in de wijk in het bruin café “Beij Ons”. Na een prachtige, maar vooral droge fietsdag kruipen we vroeg en voldaan onder de veren….Slaapwel.
Er wordt opnieuw slecht weer voorspeld! Moeten we het nu echt geloven? Ach, het kan ons niet deren we moeten er toch door…We besluiten te laten komen wat komt. We weten waar onze regenkledij in de tassen zit! Aldje serveert ons een overvloedig ontbijt, het is genieten terwijl we toch enige moeite moeten doen om haar gezapig Limburgs te begrijpen.
Aldje legt ons uit dat Limburgers elkaar best begrijpen ook al hebben ze in elk dorp hun eigen dialect. Wij vinden het ietsje langzamer en-of slepend taaltje met toonhoogtevariatie erg typerend voor Limburgers.
Terwijl we onze fietsen beladen hebben we prijs, we moeten onze regenkledij onmiddellijk aandoen. Goed ingepakt starten we richting de Maas via een grote grindplas de “Grote Hegge”. We kruisen een typisch Hollands bruggetje en zetten koers naar Wessem. Een rustig landelijk stadje tussen Heel en Thorn aan de Maas.
Terwijl de regen maar overvloedig plenst zijn we in Heel een dorp bijna volledig omringd door grindplassen. Na 12 kilometer koersen we over een enorm sluiscomplexen gesitueerd tussen het Lateraalkanaal en de Maas. Ook al is het grijs toch vorderen we goed en zien in de verte de stad Roermond opdoemen. Roermond, de stad aan het water, heeft een historische binnenstad met oude gebouwen en monumenten. Hier is het heel wat drukker, gelukkig kunnen we op GPS zonder moeilijkheden de stad doorkruisen. De overvloedige regen belet ons te genieten. Na een Industriezone zijn we blij opnieuw in de groene natuur richting Asselt. Het terpen-kerkje steelt onze aandacht, we lezen dat het een waar museum is en oorspronkelijk stamt uit de 11° eeuw. Het is een erkend cultuurhistorisch waardevol gebouw. Het ligt nog steeds in zijn natuurlijke, oorspronkelijke omgeving en heeft de status van “beschermd dorpsgezicht.
Na enkele gehuchten zoals Wieler, Rijkel en Ouddorp komen we in Beesel. Wanneer we een dode Maas-arm voorbij zijn moeten we het veer naar Kessel nemen. Kessel is een historisch dorp aan de Maas met markt, monumentale hoeves en villa’ s en een schitterend Maaspanorama met als blikvanger Kasteel de Keverberg. In Baarlo vinden we een restaurant waar we pauzeren en een vissoepje nuttigen. Ondertussen strompelen er enkele stappers binnen, ze lijken doodmoe en hebben nood aan rust, we vernemen dat ze trainen voor de vierdaagse van Nijmegen.
Raar maar waar, wanneer we starten is het opgeklaard en kunnen we onze regenkledij bergen. Vlug zijn we aan het veer naar Steyl. Van op het veer zien we een tweetorenkerk opdoemen, het is een kloosterkerk van missiezusters. Wanneer we Tegelen voorbijrijden wordt het drukker. We blijven op de Maasdijk en moeten ons tempo temperen, heel wat ingeduffelde wandelaars versperren regelmatig het fietspad. We willen Venlo binnenrijden. Maar plots moeten we onder een terrasafdak schuilen voor een harde regenbui…. We kunnen gelukkig koffie en gebak snoepen en genieten van wat rust. Had het maar enkele minuten gewacht met regenen dan waren we in het centrum geweest.
Venlo is een bruisende stad omgeven door groen. Venlo is ook één van de slechts twee Hanzesteden van Limburg met karakteristieke gebouwen in het historische centrum. Blijven wachten kan niet dus opnieuw onze natte regenkledij aantrekken is de boodschap. We rijden door Venlo zonder ervan te genieten spijtig toch! Op naar Arcen, vanaf Velden naar Hanik daar koersen we in de regen door de Schandelosche heide. Een natuurgebied welke bestaat uit bos en vennen, de Ravenvennen.
Wat een geluk, we verlaten het bos en rijden recht ons overnachtingsadres binnen. De gastheer Martijn is heel attent en komt ons snel begroeten. We kunnen onze fietsen onder een afdak stapelen en worden onmiddellijk naar de slaapplaats begeleid…Het is een kelderverdieping met twee ruime kamers, keuken gedeelte en badkamer. Enkele minuten later hangt alles te drogen aan ons gebruikelijk gespannen lijntje en nemen we een warme douche…heerlijk toch! Later beseffen we dat we niet de enige gasten zijn, er zijn nog twee fietsende dames die hier voor enkele dagen verblijven…. Hier in Arcen staat het gelijknamige kasteel dat bekend staat om zijn indrukwekkende tuinen. Meer dan 15 uniek ingerichte kasteeltuinen vol prachtige bloemen en planten, ze maken van het Kasteel Arcen een unieke plek
Avondmalen doen we in Restaurant de Maasparel Arcen, het wordt een culinaire verwennerij. We kiezen, nu het nog net kan, asperges met ham en een eitje, heerlijk verrassend met een lekker wit wijntje. Afsluiten doen we met een ijscoupe. Bij het verlaten van het restaurant worden alle mannen extra verwend. Het is hier vandaag vadertjesdag. We krijgen een versierd flesje speciaal Hertog Jan bier en een luxe-flessenopener.
Bij het terugwandelen langs een Maascruise-aanlegsteiger, spreken we nog met een passagierster-fietser van een aangemeerde cruiseboot, een Amerikaanse, ze is opgetogen over al wat ze gezien heeft in België en Nederland. We strompelen rustig naar onze slaapplaats en kruipen vroeg onder de dekens. Slaapwel.
1 Dag 1 Brugge – Hasselt – Thorn zaterdag 15 juni 2024
2024
Dwars door Nederland
Fietstocht
Pol & Bob
Dagboek van een fietstocht van 15 tot 29 juni 2024
We blijven het herhalen, Nederland is ons favoriete fietsland. En…wat heeft het veel, ja heel veel verdoken troeven. We kennen de duinen van de Noordzeeroute, de wateren en vlakten van Friesland en de heidebossen van de Veluwe. Maar wat staat je verstomd van de natuur in Limburg, Oost-Nederland de provincies Drenthe, Overijssel, Gelderland en Utrecht. Een aanrader voor elkenatuurfietser. We reden wel 85% van de tijd door een aaneenschakeling van pure natuurgebieden, langs meren en meanderende rivieren het was heerlijk. Ik liet mij inspireren door een kaartje toegestuurd door onze gastvrouw VOF 2023 Mariëtte uit Hoogerheide. Zij deed een gelijkaardige tocht in 2023 met campingverbijven.
Zie hierna het verslag dag na dag van onze 2024 fietstocht.
Dag 1 Brugge – Hasselt – Thorn zaterdag 15 juni 2024
Voor de eerste maal zijn we slechts met twee, het doet wat raar. De weerman beloofde niet veel goeds. Toch stappen we met veel moed om 9h09 op de trein naar Hasselt het is fris en bewolkt…Een medepassagier fietser in korte broek en T-shirt houdt ons twee uur, met veel gepraat goed bezig…zou hij nu echt geen last hebben van de koude temperatuur? We vervelen ons niet, tot we plots om 11h30 in Hasselt arriveren. Starten doen we vanaf de hoofdstad van de provincie Limburg richting Albertkanaal. “Fietsen door het water” is onze eerste unieke fietsbelevenis. In domein Bokrijk rijden we meer dan 200 meter dwars door een vijver. Van de ene oever tot aan de andere, met in het midden water welke aan weerszijden op ooghoogte staat.
Je voelt, ziet en ruikt het water…We blijven nog een tijdje door het domein Bokrijk rijden, dit openluchtmuseum ligt in Genk is wel 550 hectaren groot. Na het arboretum en openluchtspeeltuin, verlaten we langs een heidegebied Bokrijk. Druk autoverkeer met veel gebrek aan eerbied voor fietsers doet ons na 1h1/2 midden in Genk belanden.
De stad is een van de belangrijkste industriële steden van Vlaanderen. In het verleden waren er drie steenkoolmijnen en later werd haar ligging aan autosnelweg E314 en het Albertkanaal economisch belangrijk. Hoog tijd om de innerlijke mens wat te versterken. Ondertussen is de zon van de partij en kunnen we zonder fietsvest verder. Na het golfterrein “Striemerheide” staan we plots voor het stationnetje van As. Spijtig genoeg zijn ze het gebouw aan het renoveren, hier hadden we graag koffie genuttigd. In 1901 werd in As de eerste Limburgse steenkool gevonden door André Dumont. Hiermee begon de industrialisatie waarmee vooral de omliggende gemeenten hun voordeel deden. As is nu een residentieel dorp te midden van heidevelden en bosgebieden op de grens van Kempen en Maasland.
Er zit niets anders op dan verder fietsen en de koffiepauze uit testellen In Dilsen-Stokkem rijden we door de ecovallei Vossenberg met een brug over de Europalaan waar fietsers en dieren veilig kunnen oversteken. We kruisen de Zuid-Willemsvaart op het oude kolenspoor welke mooi als fietssnelweg aangelegd is.Deze F751 loopt van As naar Maaseik. In Rotem een gehucht van Dilsen zien we plots een terrasje met de naam “Fie” waar we kost wat kost een “Kompel” of mijnwerkersbier moeten proeven….
Op de markt van Maaseik bewonderen we het standbeeld van de gebroedersJan en Hubert van Eyck hier in hun geboorteplaats. Even verder in het pittoreske dorpje Aldeneik, liggen op de zonovergoten zuidoosterhellingen langs de Maas, de 10 hectaren grote wijngaarden van Aldeneyck. We nemen een kijkje op het terras, maar zonder reserveren kunnen wij spijtig genoeg niet snoepen van een van de beste Belgische wijnen! Toch kunnen we een gezellig praatje maken met de eigenaar en vernemen we dat het warme microklimaat en de unieke stenige bodem garant staan voor een elegante en fruitige smaak met een lange afdronk. We blijven op de Maasoever voorbij Ophoven en Kessenich hier zijn we op het meest noordoostelijke punt van België, met overblijfselen van de Maaslandse grindwinning, nu watersportmeren. Na wat kronkelen zijn we in het witte stadje Thorn. De karakteristieke witgeschilderde gevels van de historische gebouwen die het stadje sieren deze opvallende architectuur. De Abdijkerk van Thorn torent hoog boven de witte huisjes uit. Nu op zoek naar onze Vrienden op de Fiets overnachtingsplaats bij mevrouw Aldje.
Wat een enthousiaste ontvangst, we zijn opgetogen met onze zalige eerste overnachting. Aldje is een spraakwaterval en duivel doet het al in haar dorp. Plots moet ze ons alleen laten, er is een schuttersfeest deze avond in het nabijgelegen dorp Wessem, waar ze helemaal niet gemist kan worden……We wisten helemaal niet dat hier in deze streek zo’n schutterij korpsen en feesten bestaan. Het zijn blijkbaar overblijfselen van de schuttersgilden uit de Middeleeuwen die de zelfstandigheid van steden en dorpen moesten beschermen! Nu is het een soort wedstrijd tussen Limburgse dorpen met schietsport vuurwapens.
Ons avondmaal nemen we in het bruin café “de Zonnewijzer” Het was er uitzonderlijke kalm, waardoor we gezelligheid misten….Toch waren we opgetogen over onze meer dan geslaagde eerste fietsdag met heel wat beter weer dan voorspeld. Slaapwel.
Nadat we in de TV reeks “Dwars door de lage landen” van Arnout Hauben verschenen op NPO-Nederland. En vanaf september op de VRT in 4° aflevering te zien zijn.
Zijn we op maandag 24-06 geïnterviewd op de Veluwe, op onze 2024 fietstocht door Nederland, in een mobiele-studio, door Radio-Podcastmaker Henrik Kos van het in Nederlands programma “Fietskriebels”.
Hierna in bijlage het geluidsbestand welke op 16-08-2024 wordt gepland op Spotify.
Na 1170km zijn we opnieuw op het thuisfront in Brugge.
Vorig jaar waren we nog met 4 nu slechts met 2, maar we hadden onze vrienden in gedachten mee op de tocht, jullie zijn niet vergeten Antoine en Robrecht.
Het is een uitzonderlijk prachtige rit geworden met meer dan 85% fietsen door natuurgebieden, bossen en heide bij onze Noorderburen.
We trotseerden drie volle dagen overvloedige regen in de eerste week. Met daarna schitterend zonnig fietsweer. Als krasse senioren van 78 jaar hebben we ons ten volle geamuseerd en culinair genoten. Het was zalig voor de 1°maal met de E-bikes.
Dank aan alle Vrienden op de Fiets gastgezinnen voor het aangenaam verblijf de aardige babbel en de gastvrijheid. Ook waren de toevallige ontmoetingen een pracht ervaring.
Merci Pol voor het attente en bezorgde gezelschap op deze tocht met ons twee.
Later volgen er dagverslagen en PowerPoint’s op mijn blog.
Zaterdag 15 juni 2024 start onze 15-daagse fietstocht door Nederland.
Na een treinrit vanaf Brugge naar Hasselt, starten we daar in Limburg richting de Maas met als eerste stop het witte dorp Thorn.
We volgen de Maas via Arcen tot Nijmegen om dan in Brummen bij de Veluwe te belanden. Hierna kruisen we de IJssel, door de Achterhoek tot Enschede. We volgen de Duitse grens noordwaarts door Twente en Drenthe met overnachtingen in Tubbergen en Coevorden tot Zuidlaren bij Groningen.
Na een klein stukje Zuid-Friesland fietsen we tot Steenwijk.
Hierna verder westwaarts door de Weerribben en Wieden over Flevoland naar de Veluwerandmeren tot Elburg -’t Harde. Verder zuidwaarts naar Hilversum met een rondje in ’t Gooi volgen we de Vecht naar Maarssen.
We kruisen de grote rivieren tot Woudrichem dan naar het Zuid-Brabantse Breda, om te eindigen op zaterdag 29 juni in Antwerpen na +/-1100 km.
2023 Najaarstocht Hollandse Eilanden met Antoine en Bob
Beste vrienden,
Woensdag 30 augustus 2023 start onze 5-daagse tocht.
We fietsen vanaf het station Brugge via de LF1 Noordzeeroute naar Zoutelande op het eiland Walcheren. Op donderdag 31-08 blijven we de LF1 volgen over de Stormvloedkering naar het eiland Schouwen-Duiveland en overnachten in Zonnemaire. De 3° dag fietsen we via de Brouwersdam naar Goeree-Overflakkee tot Sommelsdijk. Op zaterdag 2-09 gaat het zuidwaarts tot Bergen op Zoom. Onze tocht eindigt op zondag 3-09 aan het station Antwerpen na +/- 300km.
“Water is een zegen en water is een ramp”. Geen betere illustratie ervan werd de ‘Hollandse fietstocht 2023’ door Bob in kaart gebracht van Zuid naar Noord en terug, +/-1000 km. We volgden waterlopen, de Zaan, de IJssel, de Rijn- en Maasdelta, de Ooster- en Westerschelde.
We tuurden over de weidse vlakte van de Noordzee, de Waddenzee en het IJsselmeer. Waar water is ontstaat bloeiende industrie, veel landbouw, toerisme en daarenboven mooie natuur.
Op vrijdag 16 juni, sporen we met ons drieën, Bob, Pol en Robrecht, naar Antwerpen Centraal waar Antoine ons staat op te wachten. Het is één van de mooiste stations ter wereld met zijn barokke stijl, torens en koepel. Op de Meir ervaarden we een wervelende zone vol jonge mensen gastronomisch genietend.
Het werd tevens een vlugge blik op het Historische centrum. Na 15 km fietsen laten we het gedruis van Antwerpen achter ons en komen in de stilte van de Kalmthoutse heide. Het fietsen lijkt ons grenzeloos door de enorme diversiteit. Heide, vennen, duinen, bossen, weilanden wisselen elkaar af. We kwamen rimpelloos de Nederlandse grens over en stapten van de fiets op het dorpsplein van Nispen en als resultaat enige hilariteit. Antoine had een andere route genomen en derhalve hadden we telefonisch er afgesproken. Hij zat er op het terras van “de Gouden Leeuw” met een La Trappe Trappist voor zich. Maar waar was zijn gsm nu gebleven? Wellicht in Essen 5 km terug. Antoine fietste erheen, op aangeven van Robrecht, die een ongecontroleerd seintje kreeg op zijn smartphone… terwijl de gsm op de toog van de Gouden Leeuw lag. Het is toch wat boekhouders moeten zijn voor de bende van Bob. Zo liet onze vriend Antoine ook driemaal zijn leesbril ergens achter. Onze eerste dag eindigde in Roosendaal bij onze eerste vrienden op de fiets gastgezinnen, met 2 bij Johan en de anderen bij Diny.
Het landschap van Roosendaal wordt doorsneden door beken en vaarten en we kwamen derhalve binnen in de stad langs de meanderende Molenbeek met stilstaande water waarop waterlelies liggen te pronken.
Uitgerust nemen we op zaterdag 17-06-2023 de intercity Roosendaal-Amsterdam Centraal met aankomst op 12u. Even buiten Amsterdam nemen we een lunch om aangesterkt naar Alkmaar te fietsen langs de Zaan, om te genieten van het schilderachtige platteland.
De Zaanse Schans brengt ons terug naar de 18de en 19de eeuw met zijn verzameling windmolens en versierde houten huizen. Het is werkelijk een openluchtattractie op beide oevers in de bocht van de meanderende rivier, de Zaan. De molens hadden ooit een industriële functie, maken van olie en zagen van hout. Water is een zegen.
In Wormer hielden we even halt aan het rijksmonument “Pakhuis Batavia”. Het is gebouwd in renaissancistische stijl in 1894. Het was een rijstpellerij en verwijst naar een koloniaal verleden. Onlangs bood koning Alexander zijn excuses aan voor de slavernij van weleer. Langs de Zaan liggen niet alleen pakhuizen en molens die verwijzen naar een economisch verleden maar ook snoven we geuren op van een voedselverwerkende nijverheid vandaag.
De dwingende reden om er te stoppen was onze dorst en het mooie terras. Die dag liepen de temperaturen op tot 30 graden Celsius. Wat verder voorbij Wormer fietsten we door een typisch Hollands weidelandschap en langs het druk bezeilde Alkmaardermeer, een restant van een oude veenrivier en nu ook vogelparadijs. In de late namiddag verwelkomde Alkmaar ons met zijn veelvoud aan torentjes en pittoreske kanaaltjes met ophaalbrugjes. Dat het zaterdagavond was hoorden we aan het luidruchtig Hollands gekwetter op het plein voor de Waag. Gelukkig klonk de carillon luider met zijn prachtig klokkenspel. De Wagen zijn in Nederland prachtige gebouwen in middelpunt van de stad waar de goederen worden gewogen. Spijtig alleen op vrijdag is er een bijzonder schouwspel van sjouwende kaasdragers, maar niet getreurd op deze zaterdagavond hoeven we niet ver te lopen voor een leuk restaurantje.
Op zondag 18 juni verlaten we Alkmaar voor het rondje Texel. Maar eerst moeten we nog een dagje fietsen. Ons parcours ligt langs de hoogste en breedste duinen van Nederland. Het gaat op en neer door bossen en duinen met groen helmgras en blinkende vlakten gekleurd met wit zand. De paden zijn afgezoomd met bloeiende wilde rozen. We komen plots pal in de volle wind op de promenade naar de overzet in Den Helder.
Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog, zijn klinkende namen van vijf Waddeneilanden in een ondiepe binnenzee, de Waddenzee. De verzwakte getijden laten materiaal achter zodat er wadden gevormd worden. Het veer naar Texel zullen we nemen in Den Helder met een afvaart op het half uur.
Aangekomen in Texel was het nog even 8 km fietsen tot Den Burg, waar wij met open armen werden ontvangen door Mevr. Ria de Wit. We verblijven er twee dagen. Den Burg is het grootste dorp van de 7 dorpjes in Texel. Het zijn typische terpdorpjes met witte en blauwe kleuren. We konden er heerlijk genieten van Lamsvlees en het bier schuimkopje.
De Koog, een oud vissersdorpje, is een badplaats geworden met bruisende horeca. De Cocksdorp met zijn vuurtoren is het meest noordelijke punt waar Waddenzee en Noordzee elkaar ontmoeten. Oosterend is een sfeervol dorpje met zijn schilderachtige straatjes en steegjes met mooie, oude geveltjes. De kerken die er zijn verwijzen nogmaals naar de religieuze diversiteit in Nederland.
Het rondje Texel heeft een speciaal eilandengevoel door mijlen van uitzicht op zee. Heel mooi is door duinen omsloten strandvlakte waar de zee met zijn getijden het uitzicht creëert. Het zijn duinenruggen met lamsoor in juni paars gekleurd en drassige dalen. De vlakte luistert naar de plastische naam “de Slufter”. Soms fietsen we enkele meters boven de zeespiegel en soms enkele meters eronder. De ziltige weilanden en watergebieden zijn verblijfplaatsen voor allerlei vogels.
Bob vertelde dat er elk jaar een Ronde van Texel wordt gevaren. Er komen honderden catamaranzeilers naar Texel om zo snel mogelijk ’s werelds grootste catamaran regate race rond het eiland te varen.
Op dinsdag 20 juni, zijn we weer op het vaste land en fietsen langs een van de grootste waterkundige werken die Nederland ooit heeft gekend. De woeste Zuiderzee werd getemd met een afsluitdijk en veranderde daardoor in een meer: het IJsselmeer. De watersnoodramp van 1916 gaf het laatste zetje voor het indammen van de Zuiderzee. Inderdaad water kan ook een ramp zijn, maar ook heel mooi. In Medemblik staan langs de kades van de leuke haven grote voorover hellende huizen met typische trapgevels en maken het stadje zo mooi. En het nodigt ons uit om te blijven genieten op een terrasje.
Mevr. Petra Koomen ontving er ons in haar bungalow op de Vlietlanden. Ze houdt van vlinders en stappen in de natuur. Ze is actief in een bedrijf bij Enkhuizen dat groentezaad selecteert We brengen er de nacht door met in herinnering de ontmoeting van de dag. We hadden haltgehouden aan de “Dijkgatshoeve Wieringerwerf” op de Noorderdijkweg langs het IJsselmeer. Het is een zorgboerderij voor mensen met een beperking en we werden ontroerd door hun vreugde, hun gastvrijheid, hun positieve ingesteldheid. Men kan ook een goed leven hebben met een beperking.
Op woensdag, 21 juni dag 6, staat de oversteek van de Houtribdijk gepland vanaf Enkhuizen. De dijk vormt de grens tussen IJsselmeer en Markermeer. Met de Zuiderzee werken genereerde men landbouwgrond door drooglegging van het Wieringenmeer. Gelukkig hadden we rugwind bij de oversteek op de 26 km lange dijk naar Lelystad. Bob, als bouwkundige, legde ons uit dat bij de bouw van zo’n dijk, men begint met de aanleg van een werkeiland waardoor men op drie punten kan werken.
Op zo’n werkeiland hielden we halt, want er staat er nu een horecazaak. We lieten ons een koffie met appeltaart brengen. We komen aan in Lelystad, de hoofdstad van de provincie Flevoland.
Lelystad is ontworpen vanuit een politiek idee om dienstverlening te creëren in de streek, maar het artificiële project is mislukt. De problemen op het gebied van onderwijs, armoede, gezondheid, werk, wonen en veiligheid stapelen zich op.
Samen met onze gastvrouwen in Lelystad
De volgende ochtend donderdag 22-06 dwarsen we Flevoland, de laatste drooggelegde polder, met veel open ruimte en strakke indeling. De boerderijen zijn er heel groot en Antoine wist te vertellen aan welke voorwaarden men een boerderij kon verwerven. Op de Dronterweg ligt het ”Mechanisch Erfgoed Centrum” een museum. We maneuvreerden onze fietsen tussen roestende pletwalsen, hef- en schepkranen, oude vrachtwagens. Al dat oud ijzer, waren ooit machines gebruikt bij de bouw van de dijk.
Maar van af nu wordt het interessant! Immers Bob heeft een traject uitgestippeld langs de mooiste rivier van Nederland: de meanderende IJssel. De mooie natuur en historie is er alom aanwezig. De rivier was een handelsroute met mooie dorpen en Hanzesteden: Kampen, Zwolle, Deventer, Zutphen. Het waren klinkende namen in Europa. Ze hebben uiteraard allen een middeleeuws centrum. In Kampen zijn de stadspoorten van een Middeleeuwse schoonheid en de Waag een bezienswaardigheid voor de vele toeristen.
Op weg naar VOF Tiny en Wim Wennemars op het Ekkelhof in Zwolle lagen huizen en boerderijen met hun rieten zadeldaken als parels langs de IJssel. Zwolle heeft ook iets te maken met de tachtigjarige oorlog. Het was een strijd in de Nederlanden tegen het Spaanse rijk en het had ook iets te maken met de reformatie. De stadsmuren zijn nog steeds stille getuigen.
De volgende dag vrijdag 23 juni eindigde onze rit in het volle centrum in Zutphen bij Margreet Gout.
Maar op de middag hielden we eerst halt in Deventer. Inwoners lagen er te zonnen op de brede oevers van de IJssel. Wij echter genoten van ons dagelijks vissoepje. Het stadhuis is er een blikvanger door zijn overdadig versierde gevel en de gotische kerk door zijn monumentaliteit. Op de Brink staat de Waag met zijn traptoren en spitstorentjes.
In Zutphen ’s avonds waanden we ons in de Provence. Op terugweg naar ons verblijf geloofden we onze ogen niet. In de kerk was er een grote menigte het begin van de haringvangst aan het vieren met een uitgebreide receptie. Hoe kan dat nou? Het is natuurlijk folklore uit de tijd dat de Zuiderzee tot aan Zutphen kwam.
De tijd vliegt snel en dag 9 zaterdag 24-06 staat voor de deur met een trektocht door de Veluwe. Het is een geweldige bestemming door zandverstuivingen, prachtige bossen, uitgestrekte heidevelden, schaapkuddes en kronkelige beekjes. De Veluwe heeft boogvormige heuvelruggen en stuwwallen gevormd door grind en grof zand.
Het is er heuvelachtig fietsen en sommige plaatsnamen vertellen dat we niet meer in het vlakke Nederland zijn. Tussen Zutphen en Ermelo reden we 70 km en ontdekten een stukje van het uitgestrekte natuurgebied. Bij ons gastgezin van VOF in Ermelo, werd Robrecht door Mevr. Wil Koumans in de watten gelegd. Hij was wat ziekjes en kreeg er warme bouillon met fijngesneden boterhammetjes en kaas. Zij is een kranige dame en een deskundige wijnkenner.
De 71 km tussen Ermelo en Utrecht werd een afscheid van de Veluwe na het voorbijfietsen van de ondiepe Veluwerandmeren, Wolderwijd en het Eemmeer. Het gebied wordt nog altijd bemaald voor drooglegging.
In Spakenburg kwamen we even tot rust. Het is een museumhaven met historische vissersschepen, platbodems. De platbodems en botters zijn bruin verniste houten zeilboten met weinig kiel en zijzwaarden. Daarna oriënteerden we ons zuidwaarts naar Utrecht, de universiteitsstad met prachtige grachten en oude parken en vroegen ons af wat gaan we er beleven ’s avonds?
We beleefden het bruisende leven aan de oude gracht die in een diepe gleuf de binnenstad doorsnijdt. Beneden de gleuf aan de waterrand ligt er een lint van restaurantjes waarlangs traag gevaren wordt door verliefde paartjes, feestende vrienden op een restaurantbootje.
We vergaapten ons aan het spektakel terwijl we lekkere Italiaanse gerechten proefden aan een tafeltje aan het water.
Bij de bende van Bob bestaat een ongeschreven ritueel. Ze laten het nooit zo ver komen dat ze honger en dorst hebben. Om acht uur ’s morgens pakken ze in, ze ontbijten, betalen, nemen foto’s van het gastgezin en vertrekken.
Zo ook deze maandagmorgen. Na een ommetje naar de Domkerk, de hoogste kerktoren van Nederland, verlieten we in een karavaan van fietsende inwoners Utrecht. We zitten in de Randstad die een belangrijke toegangspoort vormt tot Noordwest-Europa met Schiphol luchthaven in Amsterdam en Europoort in Rotterdam.
Vanaf Utrecht volgen we de Hollandse IJssel en hij stroomt door het groene hart, een zeer mooi natuurgebied. Onderweg treffen we er enkele leuke plaatsjes. Onze eerste stop voor een biertjes was in Oudewater met zijn beschermd stadsgezicht. De Waag van Oudewater wordt de Heksenwaag genoemd, omdat hier ooit personen werden gewogen die van hekserij werden beschuldigd.
Ook Gouda ligt op ons traject. Op de kaasmarkt wordt er romige kaas gewogen en verkocht. De Hollandse koemelk staat garant voor de kwaliteit. Uiteraard treffen we er de Kaaswaag en het stadhuis met zijn klokkenspel. Antoine maakte ons er attent op dat elk uur tijdens het klokkenspel figuurtjes uit de torenmuur komen piepen. Na ons zoveelste vissoepje en Belgisch biertje gaat de trektocht verder door een landelijk gebied met boerderijen en hun weilanden waarop grote kuddes koeien grazen. Men produceert er voedsel en houdt het landschap open en groen. Doch het stikstofprobleem speelt hier ook de boeren parten in hun ondernemerschap.
We worden in Rotterdam verwacht door Mevr. Christine Stöber. Het is een wonder dat Rotterdam zo’n mooie rand heeft met brede velden wuivend lis en vele waterpartijen langs een wirwar van fietspaadjes
Bovenaan op onze bucketlist staat namelijk dag 12 dinsdag, 27 juni de rit Rotterdam - Woudrichem. Die dag stevenen we af naar het dorp Kinderdijk langs plassen, over veren en dijken, langs de rivier de Lek.
Kinderdijk is Unesco werelderfgoed. Het schitterende molencomplex is een uniek schouwspel. De vaasvormige opbouw van de vele molens met leem en riet is adembenemend.
Het tweede hoogtepunt die dag is de mooie plek de Biesbosch, een zeer waterrijk gebied met zoetwatergetijden, kreken en wilgenvloedbossen. Het bestaat uit en aantal riviereilanden en zand- en slikplaten. Maar vooraleer we daar aankwamen hebben we TV-makers Arnoud Hauben, Ruben Callens en Philippe Niclaes op weg voor hun “Dwars door de Lage Landen 2” TV-reportage ontmoet.
We werden uitvoerig gefilmd en geïnterviewd op een weggetje bij Oud Alblas bij Papendrecht. Wie weet ……Hij vertelde ons iets over de Biesbosch in oorlogstijd. De Duitsers waagden zich niet in dit gebied met eb en vloed en zo zaten er veel verzetsstrijders en onderduikers. Bob vulde hem aan: “De mensen overleefden door het eten van haring”
We bezochten in het Biesboschgebied een tentoonstelling met uitleg over het ontstaan van dit aardrijkskundig gebied. Het is uniek in Europa wegens de zoetwatergetijden. Biesbosch staat in verbinding met de zee. Bij vloed wordt water opgestuwd 60 cm hoog. Bij eb valt de druk weg en stroomt het rivierwater verder. We leerden ook veel over het vogelbestand en de leefomgeving van de bever.
Voldaan arriveerden we In Woudrichem. Het is een vestingstad aan de Merwede. Het stadje presenteert zich met een mooie skyline met kerk, molen en vesting! Alle restaurants waren gesloten en toch konden we feest vieren met kaas, wijn en fruit, gezellig op het mooie terras van VOF Emmy en Jan van Strien op de Oudendijk.
’s Anderendaags op dag 13 woensdag 28 juni, hebben we het watergebied met dorpen lager dan de zeespiegel verlaten. Meer en meer lopen de paden tussen een galerij van kortstammige eikenbomen. In Etten-Leur waren we te gast in een prachtige flat, bij Mevr. Riet van Breugel Binnentuin 8. Zij is een kranige 79-jarige dame met een lange staat van dienst in de politiek. In Etten-Leur heeft Vincent van Gogh zijn loopbaan als kunstschilder begonnen. In de kerk loopt er dan ook een permanente tentoonstelling over hem.
Donderdag, 29 juni, het panorama wordt helemaal anders. We fietsen voortdurend door bossen met eiken tot Bergen op Zoom, zo’n 52 km. Toen we ons er neerploften op een terrasstoel vlakbij het stadhuis voelden we de spanning. Er stond iets te gebeuren.
En inderdaad het afscheid van de aftredende burgemeester werd gevierd met het optreden van de vredesharmonie. Alle uitvoerders waren in de klederdracht van de jaren 1940-45.
Wat ons ook verwonderde was de aanwezigheid van bewakingsagenten. Blijkbaar worden politici in Nederland bewaakt wegens dreiging vanuit een extremistische groep. De lieve dame, Mariëtte van Wezenberg, van de VOF in Hoogerheide, stilde onze nieuwsgierigheid over het reilen en zeilen in Nederland.
Onze laatste nacht in Nederland op vrijdag 30-06 staat gepland in Goes bij VOF Wim van Dale. We zouden in dit stadje ’s avonds uitgebreid het einde van de tocht vieren in een eethuis gereserveerd door Eric & Annemie een aldaar wonende jeugdvriend van Bob en Pol. Dat water een zegen is ontdekten we volop deze dag. Langs de Bergense Maas staan niet ver van de Keltische markt van Geertruidenberg een elektriciteitscentrale, meerdere industrieën. We vinden er haventjes voor een biertjes en het zoveelste vissoepje. Op verhoogde dijken van de rivier liggen ooien en lammeren te slapen.
Langs de Westerschelde zien we oceaanreuzen statig voorbijvaren en in de verte kan men de kranen spotten van de Antwerpse haven, de kerncentrales van Doel, het verdronken land van Saeftinghe. Voortdurend laveerden we tussen de Westerschelde en de Oosterschelde. We zien er monumentale boerderijen waar granen en uien worden geteeld. En in Yerseke denken we aan oesters en Zeeuwse mosselen. Door de aanblik van de vele visrestaurants krijgen we het water in de mond. We stellen ons tevreden met een laatste vissoepje.
Op 1 juli nemen we in Vlissingen de vleugelboot naar Breskens na een rit door de regenen en wind langs de Westerschelde. We passeerden vele kilometerslang zonnepaneelvelden en Windmolens. Een zeereus die boven de dijken uitstak deed ons plots vermoeden dat we reeds ter hoogte van Terneuzen aan het rijden waren. Met gekromde ruggen tegen de westenwind in kwamen we aan in Vlissingen. Om 12u meerden we aan in Breskens. Het Zwin was ooit een inham van de zee die Brugge met de Noordzee verbond. We volgen landinwaarts Groede, Sluis, Hoeke, Damme, ooit Brugse voorhavens. We kwamen weer thuis in Brugge om 16u. Antoine had nog de trein te nemen naar Antwerpen.
We danken onze Vrienden op de Fiets gastadressen voor hun gulle gastvrijheid, Bob voor de voorbereiding, Antoine voor de boekhouding en Pol voor de technische bijstand. Robrecht voor het deskundige verslag.
2023 Aankondiging Hollandfietstocht met Bende van Bob
Beste vrienden,
Vrijdag 16 juni 2023 start onze 15-daagse tocht door Nederland.
We starten vanaf het Centraal station Antwerpen. Na een treinrit vanaf Brugge, ontmoeten Robrecht, Pol & Bob hier onze 4°man Antoine. Vanaf hier fietsen we naar Roosendaal. Op zaterdag 17-06 sporen we naar Amsterdam Centraal en rijden vanaf daar langs de Zaan naar Alkmaar. Vervolgens naar Texel met een Rondje Texel. Na ons verblijf op het eiland terug zuidwaarts naar Medemblik, door het IJsselmeer/Markermeer naar Lelystad, Zwolle en Zutphen. Door de Veluwe naar Ermelo vervolgens tot Utrecht en Rotterdam. Langs de Kinderdijk en door de Biesbosch tot Woudrichem. In Noord-Brabant verblijven we in Etten-Leur en Hoogerhe2023 Hollandfietstocht met Bende van Bobide. Eindigen doen we door Zeeland met Goes om terug in Brugge te arriveren op zaterdag 1 juli, na +/- 1000km.
15 La Rochelle zaterdag - zondag - maandag 25-26-27-06-2022
15 La Rochelle zaterdag - zondag - maandag
25-26-27-06-2022
Regen…..Wie had dat nu gedacht. Om 9 uur zitten we aan tafel bij Sophie en Marc. We hebben veel te vertellen en zij willen veel weten. Na ons heel uitgebreid en lang ontbijt, overlopen en bespreken we onze voornemens voor de drie volgende dagen.
Zaterdag 25-06-2022, een druilige dag.
Een intens bezoek aan de stad La Rochelle. We spelen werkelijk wandeltoerist. We nemen de bus tot Place Verdun met bezoek aan de Kathedraal. Nadien blijven we rondslenteren in de Overdekte Markthallen.
In de namiddag een uitvoerige rondleiding in “Mussé Maritime” en op de museum schepen. We beëindigen ons dagje La Rochelle in het Belle Époque café « Café de la Paix ».
Zondag 26-06-2022 Dat wordt een dag Ile de Ré.
We boffen, daar is de stralende zon opnieuw. We popelen na een dag zonder fiets, om onze stalen rossen te gebruiken. Neen je kan er nooit genoeg van krijgen, het prachtige eiland blijft ons bekoren. Het is ons favoriete eiland zonder twijfel!
In tegenstelling met onze eerste rondrit van 2 weken geleden, doen we nu alles in tegenovergestelde richting. Het is een totaal andere tocht, dat is onze ervaring. We nemen meer dan onze tijd om alles uitvoerig te bewonderen. En vele keren terrasjes te doen.
Nu mogen we de oester cabannes niet voorbij zonder er een festijn van te maken. En ja hoor… het lukt ons deze keer opperbest! Het is samen met de plaatselijke bevolking een echt “Fruit de Mer” feest!
’s Avonds rijden we naar de stad en belanden later in Café Brasserie de la Conische bij de zee, voor een klein hapje en een slaapmutsje.
Maandag 27-06-2022 Onze allerlaatste dag aan de Océaan.
Op naar het Toeristisch Bureau in het centrum van La Rochelle. We willen het binnenland eens verkennen. Veel kunnen ze ons hier niet vertellen, we krijgen vluchtig enkele kaarten toegestopt.
We volgen een rit van de kaartroute Noordwaarts, richting Lagord, Nieul-sur-Mer tot Marsilly. Tot onze grote verwondering zien we plots de “Georges Simenon” -route…Deze schrijver had hier een verblijf enkele jaren vóór WOII en gebruikte regelmatig beschrijvingen en belevenissen van de streek in zijn romans.
Het is maandag en alles is hier potdicht….
We rijden naar de oceaan bij Pointe Saint-Clément en belanden zowaar in Port de la Pelle bij onze vriend Serge, de man kent ons natuurlijk nog van 14 dagen geleden. Het wordt een hartelijke ontvangst. Samen gaan we eten bij “Jack et Isa” een wat rommelige eetgelegenheid. We doen ons voor de allerlaatste keer tegoed aan oesters en mosselen samen met de plaatselijke bewoners van de Baai de l’Aiguillon.
Na een hartelijk afscheid van Serge, Isa en Jack. Starten we tergend traag en volgen het meanderend pad naast de kliffen naar Port du Plomb en L’Houmeau om uiteindelijk onze omzwerving te eindeigen bij Villa Andrée van de familie Chave.
Nu alles inpakken en vroeg gaan slapen….
Op dinsdag 28-06-2022 vliegen we heel vroeg van La Rochelle terug tot Charleroi met Ryanair. Op de middag zijn we goed en wel terug in Brugge.
Epiloog
Vrienden, Pol en Antoine bedankt, jullie zijn fantastische fietsmaten.
Vriend Robrecht wij hebben je ongelofelijk gemist. Je filosofische gesprekken, je droge humor, je plotse droommomenten, en je prachtige proza verslaggeving
We denken alle drie vol lof terug aan onze meer dan geslaagde tocht in dit prachtig gedeelte van Frankrijk. Het waren heerlijke maar soms te warme dagen.
Het was een aaneenschakeling van verrassende en voor ons onbekende natuurgebieden, steden, dorpen en eilanden.
Adieu Charente-Maritime en de Vendée !
Spijtig het is alweer voorbij. En toch….onze jaarlijkse langeafstand fietstocht blijft een zegen van vrijheid met een massa aan humor, plezier, inspanningen, cultuur, diepzinnige praatmomenten maar vooral een culinair festijn…
Wij wensen al onze gast-verblijven te bedanken. Maar we zullen ons verblijf, avondmaal en ontbijt bij Blandine et Christophe van “La Petite Chatelaine“ in Saint-Hilaire-de-Riez nooit vergeten.
Toch een absolute dank en waardering moeten wij zeker geven aan Sophie en Marc Chave van Villa Andrée in La Rochelle. Ze waren op en top attent en haalde en brachten onze fietsdozen op aan het vliegveld. Maar ons onmiddellijk opvangen bij de drie bijkomende dagen door de staking Ryanair waren ongelofelijk. Bedankt, duizendmaal bedankt beste Sophie en Marc.
Antoine en Pol dank voor jullie waardering en lof voor het voorbereidend werk door mij voor deze onvergetelijke tocht. Ze kunnen ons dit nooit meer afnemen.
14 Dag 14 Rochefort - La Rochelle vrijdag 24-06-2022
14 Dag 14 Rochefort - La Rochelle
vrijdag 24-06-2022
Net als enkele dagen geleden vinden wij deze Auberge een ideale slaapplaats. De Jeugdherberg een van de allerbesten welke we bezochten, zeer proper en stil. De kamer is goed te verduisteren en er is zelfs een eigen sanitair gedeelte, echte luxe, vinden we.
We hebben tijd genoeg en staan later op dan normaal. Om 9 uur stappen we naar de ontbijtzaal. Wat een overrompeling is dat hier toch? De grote eetplaats staat vol met jong volk. Na een poosje wordt het ons duidelijk. Het zijn Spaanse jeugdvoetballertjes uit Torrelavega, een stad in Cantabrië. Ze zijn hier samen met hun begeleiders en enkele ouders. Ze komen ontbijten vooraleer ze tegen de jeugdelftallen van Rochefort moeten aantreden. We hebben geduld …. na een praatje met de lokale begeleiders, weten we dat Rochefort en Torrelavega (Noordwest Spanje) zustersteden zijn. Er zijn verschillende uitwisselingen en wedstrijden tussen deze twee steden gedurende het jaar.
Zo te zien zal er niet veel overblijven voor ons, denken we. Om 10 uur zijn de luidruchtige Spaanse voetballertjes verdwenen en is de zaal voor ons alleen. De keukenverantwoordelijke had vooraf voor ons nog van alles in haar koeling bewaard. Ze maakt ook nog verse koffie, je moet ook wat geluk hebben toch! Ook al is het geen luxe, we hebben toch nog een deftig ontbijt gehad.
Normaal is het vandaag onze laatste fietsdag. Maar neen die duivelse Ryanair vliegmaatschappij heeft er anders over beslist. We moeten kost wat kost drie dagen langer blijven. Eigenlijk vinden we het nog zo erg niet, we voelen ons hier aan de Oceaan op onze plaats en het is een goede fietsomgeving. Laat ons nog maar genieten van “les fruits de mer”.
We hadden ons voorgenomen om wat meer in het binnenland te fietsen. Maar, in tegenstelling met de vooraf uitgestippelde weg, besluiten we, de kustweg te nemen. We hebben gisteren ondervonden dat, gezien we in tegengestelde richting rijden, het heel anders aanvoelt. En….tenslotte zijn we kustjongens en houden erg van de weidse zeezichten en de gezonde zeelucht!
11 uur zo laat zijn we nog nooit gestart…Het is grijs en bewolkt toch blijft het een aangename temperatuur om te fietsen en er is geen regen aangekondigd. We vertrekken op de Charente trekweg en rijden over een sluis bij de droogdokken. Nu moeten we dwars door de binnenstad om aan de andere kant terug bij de Charente te komen. Rochefort ligt midden een grote bocht van de stroom. Net voor Saint-Laurent-de-la-Preé rijden we linksaf door een Marais naar “Fort Lapointe”. We fietsen er op enige afstand voorbij, maar zien geen Fort of gebouw….enkel een grote ronde steenblokken muur op de oever. We begrijpen er niets van!
We volgen de oeverweg richting Fouras en zijn terug bij de Oceaan aan Pointe la Fumée. Hier krijgen we een gekke ingeving en rijden zonder nadenken recht naar “Les Viviers de Nadège”. Het wat rommelige visrestaurant waar we verleden zondag zo’n feestelijke middag beleefd hebben. Het is 12 uur 30 en we hebben 25km, dus tijd zat. De patron en madam kennen ons nog, het is er niet zo druk, beiden hebben tijd voor een praatje. We bestellen een fles koele witte wijn en een “Fruit de mer” als voorgerecht, nadien mosselen. De baas weet dat we Belgen zijn en vertelt ons dat hij jaarlijks heel wat landgenoten over de vloer krijgt. Hij weet dat het echte Bourgondiërs zijn en geraakt er maar niet over uitgepraat…Net als de vorige keer is het opnieuw om duimen en vingers af te likken. Wat worden we verwend….door de sympathieke eigenaars.
Met een zalig gevuld buikje vertrekken we, de patron komt nog onze beladen fietsen bekijken en blijft ons uitwuiven. We volgen de kustroute richting “Les Marais d ’Yves” . Vanaf Marouillet volgen we een spoorlijn. Bij Les Boucholeurs komen we op een ruime kustboulevard richting Châtelaillon-Plage. Hier mogen we zomaar niet voorbij rijden toch!
Op een uitnodigend terras samen met een jeugdig Canadees fietskoppel, het zijn trekkers met een eigenaardige ligtandem, genieten we samen met hen van een frisse Grimbergen. Amai, wat hebben die mensen allemaal bij….Ze weten niet waar ze zullen uitkomen op hun tocht, maar zullen de kust zover mogelijk Noordwaarts blijven volgen. De jongeling is zijn elektronica aan het bijwerken…GPS, smartphone en webcam werken op de naafdynamo van de fiets. Ik ben benieuwd hoe dat allemaal werkt…En raar maar waar, daartegenover is hij erg geïnteresseerd in mijn roadboekje en blijft er verwonderd in neuzen. Maar de jonge dame komt hem storen en kort nadien moeten we ze uitwuiven!
Net wanneer wij starten op de ruime boulevard worden wij herkend door een groepje wandelaars…..Het zijn de ouders van de Spaanse voetballertjes welke we deze morgen in de eetzaal ontmoet hebben……Onze fietsen worden intens besnuffeld, ze willen van alles weten, maar ook al vraag ik hen wat trager te spreken toch kan ik het Spaans geratel niet begrijpen.
Opvallen hoe weinig toeristen er hier maar zijn, ook al naderen we het hoogseizoen en is het bijna weekend. We menen dat deze Oceaankust helemaal niet te vergelijken is met de drukte van de Méditerranée. We pedellen rustig op het pad naast de zee tot Pointe de Chirats. Na Aytré naderen we La Rochelle. We rijden op de betonnen dijk tussen wel duizenden jachten. Welk fortuin ligt hier? Voor we in de stad komen nippen we nog een biertje, het is frisser geworden en we zetten ons, dat is lang geleden binnen.
Terwijl we ons biertje drinken beslissen we voor we naar onze overnachtingsplaats rijden eerst te gaan souperen. Ik zal Sophie telefonisch verwittigen dat wij later komen en eerst gaan eten. We rijden via de Oude Haven door « La Porte de la grosse Horloge” over een brug naar de Sint-Nicolas wijk. Place de la Fourche, een driehoekig plaatsje met groen en veel terrasjes doet ons halt houden.
La Bonne Pâte is een klein restaurant dat Frans-Italiaanse gerechten serveert. Normaal zou dat ons laatste souper moeten zijn in La Rochelle, maar allé wij gaan er het beste van maken en er eens flink tegenaan gaan.
Eerst een dubbele Ricard met enkele ambachtelijke pizza’s als voorgerecht. Dan laten we de keuze aan de patron die ons een echt eigen creatie zal klaarmaken. We genieten met volle teugen en overlopen de prachtige dagen van deze interessante tocht.
Vooraleer we de stad verlaten snoepen we nog een ijsje bij Glacier Olivier in een van de binnenstraten van de oude stad. Een half uurtje later zijn we bij de Familie Chave. Blij dat Sophie en Marc ons de drie volgende dagen laten overnachten. Wat we morgen zullen doen zien we wel….Slaapwel
13 Dag 13 La Tremblade - Rochefort donderdag 23-06-2022
13 Dag 13 La Tremblade - Rochefort
donderdag 23-06-2022
Het is vandaag niet anders dan gisteren. Wanneer we het eetzaaltje binnen komen stellen we vast dat het rommelig blijft. Ons tafeltje voor drie is gedekt met voor elk enkele sneden stokbrood en wat confituurtjes. Gelukkig heeft Pol eerst wat charcuterie en kaas gekocht in het dorp. We zullen zorgen dat we op onze fiets geen klop van de hamer krijgen. Onze Hotel-madam en haar hulpje loeren vanuit de keuken en houden zich afzijdig. Wanneer we onvermijdelijk wat koffie en brood bijvragen stuurt madam het dienstertje. Met enige vertraging komt er toch iets meer. Bij het afrekenen maken we enkele terechte opmerkingen, maar het kan de bazin niet schelen, ze heeft er geen oren naar…Maar op de foto met ons, dat wil ze onmiddellijk wel. Dat vindt ze plots wel een uitstekend idee… met veel plezier zelfs!
We beladen onze stalen rossen en iets na 9 uur zijn we klaar om La Tremblade te verlaten. We rijden richting Ronce-les-Bains, voorbij La Bergerie naar de brug over La Seudre. Vanop de brug hebben we zicht op “La Cabanne Ostréicole So-What” waar we twee dagen geleden een prachtmiddag beleefden.
Na de gevaarlijke fiets-passage over de Seudre-brug rijden we rechtsaf naar Marennes. Een oud grijs vissersdorp met een erg grote kerk. Door een moerasgebied komen we in Hiers-Brouage en enkele kilometer verder in Brouage. Toen we twee dagen geleden door het dorp reden was bijna alles gesloten. Nu is het er een totaal andere belevenis. Alle winkeltjes en terrasjes zijn open en staan vol kleurige parasols en bankjes om de toeristen te lokken. We dokkeren straat in straat uit voorbij pleintjes en een kerkje tot plots Antoine een lekke band achteraan vaststelt. Onder toezicht van de plaatselijke kruidenier, met wat humoristische praat is alles vlug opgelost. Hoog tijd om de kater door te spoelen menen we met een frisse pint op een veelkleurig terras…
.
Na een leuke babbel met de bazin mogen we haar binnentuin, gelagzaal en keuken bewonderen. Ze is erg gefocust op oude zeilboten. Ze heeft wel 30 prachtige miniaturen staan. Madam geraakt maar niet uitgepraat, gelukkig komen er nieuwe cliënten en kunnen wij ervan onder muizen…. Wanneer we het versterkte dorp verlaten weten we nog steeds niet waarom dit dorp deel uitmaakt van de zogenaamde “Plus Beaux Villages de France”, de vereniging van de allermooiste plaatsjes in heel Frankrijk. Wij vinden het een curieus plaatsje, maar daarom zeker niet mooi, misschien hanteren ze bij het kiezen andere normen…wie zijn wij???
We verlaten het versterkte dorp en rijden wel 15 km lang door les Marais de Moëze. Het is een moerasgebied met grachten en beken. We staan enkele keren stil om de zwanen families te bewonderen, ze zijn het warempel gewoon zelfs heel dicht bij de weg. Verder zien we nog veel watervogels, hier is blijkbaar eten genoeg voor hen.
Hier en daar zijn er delen drooggelegd en staat er graan. Na Saint-Froult zien we in de verte de Océan. Het wordt wat grijs en over zee mistig, het is ook minder warm. Bij Piedemont komen we op het kustpad tot aan Baie de Barques. Hier staan uitzonderlijk veel Carrelets, we lezen dat we ons op “la Route des Carrelets” bevinden. De kleine vissershutten op palen zijn maritiem erfgoed voor de streek tussen de mondingen van de Gironde en de Loire.
We fietsen nog wat door en komen aan het uiterste punt van het schiereiland bij de “Passe aux Bœufs”. Het is vloed we kunnen niet naar “Ile Madame”. We vinden het zonde en hadden graag naar dit kleine natuur eilandje gereden. Bij eb is er een natuurlijke doorgang van zand en kiezels die droog komt, zo kan je op het eiland geraken.
Het is bijna 13 uur 30 en we krijgen honger en dorst. En jaja Antoine heeft iets gezien bij een klein strandje met zicht op zee is er een volkscafé open. Het gaat er gezellig aan toe. Een ploeg vissers hebben iets te vieren, de arme ober moet hen bedaren. Wat een geluk, de patroon zal ons bij grote uitzonderlijk, gezien hij toch niet kan sluiten, voor ons mosselen met friet klaarmaken. Wanneer de vissersbende bediend is worden ze wat kalmer...Wat een toestand, in volle namiddag hebben er enkelen al veel te veel op...
Met honger smaakt alles zegt een spreekwoord…met deze gedachte verlaten we de maar al te zotte toestand. Toch zijn we nog niet weg uit het dorp, iets verder zitten twee oudjes in een rolstoel in hun poortopening te genieten van zicht op zee. We trakteren hen op een babbel, zelden zo’n gelukkig en dankbaar stel meegemaakt. We worden bedankt om hen een ¼ uur gezelschap te houden en wat te luisteren. Allé dat was onze “Goede Daad” voor vandaag……een bende oude scouts! Bij “Fort Lupin” zijn we terug bij La Charente. In Soubise hadden we gedacht een veer te vinden om op de andere oever te geraken. Maar neen we moeten nog 5 km verder tot aan de Pont Transbordeur.
Samen met een groep senioren is het wachten om op het plateau van de Transbordeur te geraken. Het is een bende curieuseneuzen…ze blijven maar nieuwgierig naar wat wij hier uitspoken. Eerst is het naar onze afkomst raden. Wanneer we uiteindelijk vertellen dat wij Vlamingen zijn en een soort Nederlands spreken, zijn er enkelen die Brussel en België weten liggen. De groep senioren is afkomstig van het eiland Ile de Ré, het is voor hen jaren geleden dat ze gebruik maakten van de zweefbrug. Een oudje vertelt dat het geleden is van in de tijd met paard en kar. Wij geven toe dat Ile de Ré het allermooiste eiland van de Atlantische kust is. Tot spijt van Antoine worden we net niet gekust door de dames. Wat maken we toch allemaal mee….
3 km verder zijn we aan onze overnachtingsplaats, de ontvangst is hartelijk de juffrouw kent ons nog en we kunnen onmiddellijk onze kamer betrekken. Na onze gebruikelijke douchebeurt beslissen we naar de binnenstad te fietsen. We kennen een beetje Rochefort en na een deugddoende aperitiefpauze krijgen we trek in een vleesmenu. Onze terrasburen verwijzen ons naar restaurant “la Boucherie”. Het wordt een flink stuk “Viande Grillée” met een lekker wijntje.
Na nog een slaapmutsje keren we voldaan van onze prachtige fietsdag terug naar onze overnachtingsplaats. Slaapwel mannen!
12 Dag 12 Rondje La Tremblade - Phare de la Coubre woensdag 22-06-2022
12 Dag 12 Rondje La Tremblade - Phare de la Coubre woensdag 22-06-2022
Wanneer we de wat rommelige eetplaats binnen stappen wordt het ons al duidelijk. De tafeltjes van de eerdere eters geraken niet opgeruimd. In een hoekje is er een tafeltje voor drie gedekt. Meer dan een “Petit déjeuner à la Française” zal het hier niet zijn vrezen we…Na wat geduld komt er een hulpje koffie brengen in een veel te klein kannetje en wanneer Antoine melk vraagt duurt het een eeuwigheid eer dat komt. Madam vliegt vlug voorbij, we vragen wat brood en koffie bij, zou ze het wel gehoord hebben? Het hulpje brengt nog wat koffie, maar het brood is op….Voor de eerste maal in jaren worden we herinnerd aan hoe het in het verleden in la douche France bij het ontbijt, er aan toe ging.
We hebben tijd zat eer we vertrekken, we plannen een bezoek aan het “Office de Tourisme La Tremblade”. Wat een geluk, we worden ontvangen door een dame in het Nederlands. We zijn verwonderd en vlug geeft zij toe dat ze hier 25 jaar geleden beland is via….even raden….de liefde! De vriendelijk Hollandse geeft ons de raad naar La Palmyre te rijden door de bossen, een bezoek te brengen aan Royan en nadien de vuurtoren te bezichtigen, ze schat de rit op 70km. Nadat we ons voorzien hebben van drank en fruit zoeken we de opgegeven fietsroute. In Avert moeten we rechtsaf bij Rue du Moulin Brulé, gelukkig was dit goed te onthouden…..Na enkele kilometers zijn we in Les Mathes het landbouwgebied verandert in een duindennen landschap. We rijden voorbij grote campings en vakantiehuizen.
Wat een geluk dat we hier in juni zijn, buiten de schoolvakanties. Met al die campings, speeltuinen en zwembaden zal dat hier een overrompeling zijn binnen enkele weken. Na 15km zijn we in La Palmyre, hier is het veel drukker, we zien veel, mensen met onze leeftijd, boodschappen doen en …..ook wel een terrasje meepikken. We volgen hun voorbeeld en aan de Oceaan is het eerste zonneterrasje bij het plezierhaventje voor ons….’t Wordt een frisse Grimbergen.
La Palmyre is wel een bruisende badplaats met veel activiteiten. We rijden voorbij pretparken en een dierentuin. Iets verder komen we voor 15 kilometers langs enorme zandstranden. Toch lijkt het een wat verwilderde kust. Gelukkig zijn er deftige fietspaden met weidse zeezichten.
Vanaf Saint-Palais-sur-Mer komen we terug in de bewoonde wereld, met veel witte gebouwen. Het lijkt allemaal architectuur uit de jaren 70 à 80 van de vorige eeuw. De kleine baaien zijn rondom het water goed volgebouwd. We blijven de kustlijn volgen tot Royan, af en toe moeten we wandelweggetjes gebruiken maar het lukt wonderwel. Royan heeft in de 2° wereldoorlog zware bombardementen moeten verwerken….De stad heeft er in de jaren 50 voor gekozen om voor de heropbouw een totale nieuwe modernistische architectuur en urbanisatie toe te passen. Als bouwkundige en liefhebber van het modernisme, ben ik natuurlijk benieuwd wat ze ervan gemaakt hebben. Vanaf de veerhaven rijden we langs een halfronde boogboulevard nu loodrecht de nieuwe stad binnen, met pal voor ons de beroemde markthall. Wat een opvallend bouwwerk het lijkt wel een omgekeerde schelp. Een gedurfde creatie in ieder geval. Van dicht bij is het nog indrukwekkender, alles in spierwit gewapend beton. Een gebouw zonder kolommen telkens steunen de onderste stukken van de bogen op de bodem. De beton is slechts 10cm dik, ik vermoed dat ze in deze zouterige zee omgeving roestvrijstaal wapening moeten gebruikt hebben. Er zijn geen roestvlekken te bespeuren!
We stallen onze fietsen en willen absoluut binnen wandelen. De dagelijkse markt loopt op zijn einde, er is niet veel volk meer. Ik profiteer ervan om de booggewelven te bewonderen en sta perplex van het resultaat. De lichtspeling in de boogkoepel maakt het nog spectaculairder binnen dan buiten….We kunnen het echt niet laten en kopen “Bulots Cuit”. In ’t West-Vlaams “warme wulloks”. Op het terras van “Bar du Marché” waar we telaat zijn om te dineren, eten we de lekkere beestjes op met brood en witte wijn.
Ons volgend bezoek is de kerk van Onze Lieve Vrouw van Royan. Het zou doodzonde zijn dit absoluut modern kunstwerk niet intens te bewonderen…Het gebouw is 50m bij 25m en 35m hoog, de toren is 60m. De steunberen zijn V vormig. Alles is uitgevoerd in ruwplanken beton.
Bij de inkom van deze betonnen kathedraal lezen we enkele weetjes. Royan is platgebombardeerd op 5 januari 1945 en in 1958 het bouwwerk ingehuldigd na 3 jaar bouwen. Er kunnen 2000 mensen binnen, op een hoogte van 3m is er een tribune met een koorrondgang. De verlichting gebeurt door ruitvormige loodglasramen. Het zadeldak bestaat uit voorgespannenbeton van slechts 8cm dik…We staan perplex na ons uitgebreid en langdurig bezoek…
Het is 15h eer we Royan verlaten en terugfietsen naar de Océan bij Pontaillac-Plage. Aan de baai snoepen we een pannenkoek met ijs en koffie op een van zeldzaam geopende terrassen. Vanaf hier is het 20km flink doortrappen tot bij “Phare de la Coubre”.
De vuurtoren is geclassificeerd als een historisch monument en is het de hoogste vuurtoren aan de kust van de Charente. Er zijn 300 treden nodig om boven te geraken. In het naast gelegen gebouw een echt museum, is de geschiedenis van de vuurtoren te lezen.
Als we wegrijden van de vuurtoren hebben we al 58km. Nu moeten we door het bosmassief van La Coubre. Het is het grootste bosgebied van de Charente-Maritime. Met zeedennen en steeneik houdt dit bos de opmars van het zand tegen. Er zouden veel edelherten, reeën en wilde zwijnen rondlopen. 10km lang rijden we op een breed fietspad voorbij La Bouverie. Er staan slechts enkele huizen waar je tot bij het strand kunt geraken. Overal wordt er gewaarschuwd, het is heel gevaarlijk om hier in zee te zwemmen er zijn te grote golven, lezen we op pancarten.
Na Ronce-les-Bains buigen we af naar La Tremblade en na 78km zijn we aan Hotel Le Phoebus. Doodmoe houden we een platte rustpauze na een flinke douche. Plots krijgt Pol melding dat Ryanair onze terugvlucht van volgende zaterdag annuleert wegens een staking op Charleroi. We zijn een beetje uit ons lood geslagen. De volgende vlucht vanop La Rochelle is volgende dinsdag maar we slagen er helemaal niet in om over te boeken…. Ik tracht onze B&B Madam Sophie van “Villa Andrée” in La Rochelle te bereiken om er de drie dagen te kunnen overnachten. Oef het kan, laat ze mij onmiddellijk weten. Na een poos besluiten we opnieuw te boeken bij Ryanair en dat komt ook voor elkaar. Toch een beetje geluk!
Het wordt laat en we besluiten met onze fiets een eetgelegenheid te zoeken langs het “Chenal de la Grève”. Onze Hotel-Madam geeft enkele namen van Cabannes. Toch wordt het een miskleun…We worden buiten gekeken door een arrogante restauranthouder. Uiteindelijk souperen we in het restaurant “Gaby”. Met een aangename bediening door een Senegalese schone. Een menu met vissoep, een kabeljauwstoofpotje en een ijsdesert, ‘t was perfect. Het is al een eindje donker eer we moe maar voldaan in onze bedjes belanden…
11 Dag 11 Saint-Georges d’Oléron - La Tremblade dinsdag 21-06-2022
11 Dag 11 Saint-Georges d’Oléron - La Tremblade
dinsdag 21-06-2022
Hier is het toch wel heel rustig …..Na ons ochtendritueel, kijken we uit naar het ontbijt. Onze B&B madam biedt ons een plaats aan in het eetzaaltje. Wanneer wij haar voorstellen in de tuin te ontbijten is ze onmiddellijk akkoord. We helpen stoeltjes en tafel dekken en krijgen een plaatsje in de zon.
De patron brengt voor elk een plateau met brood en confituur. Ook hier blijkt het net iets meer dan “Petit déjeuner à la Française” vele Fransen vinden dit nochtans copieus. Toch moeten wij, als goede eters, van alles bijvragen en jawel het is helemaal geen probleem. Het is kalm en de uitbaters zijn joviaal en komen een praatje slaan, toch wel ietsjes meer afstandelijk dan wat we gewoon zijn….
Om 9h zijn we vertrekkend klaar, nog een foto en daar gaan we dan. We krijgen nog wat uitleg hoe we Saint-Georges gemakkelijk uit geraken….salut les amis! We fietsen naar de westkust van het eiland tussen de lage witte huisjes, door steegjes waar stokrozen voor wat kleur zorgen Voor we aan de kust komen moeten we door een moerasgebied met vele waterplassen. Ook hier hebben de watervogels het goed, ze zijn druk aan het foerageren in de ondiepe slikken. We zien meeuwen, steltlopertjes en zilverreigers.
We dachten dichter bij de oceaan te kunnen rijden, maar neen om bij de zee te geraken zijn het telkens doodlopende weggetjes. We proberen enkele keren en moeten telkens rechtsomkeer maken. Na 15km zijn we in La Cotinière een dorp met een vissershaven, er heerst een wat grotere drukte. Er zijn viskramen en enkele winkeltjes. We besluiten een terrasje te doen, uitzonderlijk bestellen we, raar maar waar koffie! Allé hoe kan dat nu !!!
Na onze koffiepauze komen we in La Remigeasse, nu is het wel dicht bij het strand rijden tot we in Le Riveau moeten afbuigen naar Ors om bij de brug te komen. Vanaf het eerste rond punt na het viaduct zijn we de drukte beu….We wagen ons langs een toch wel erg slecht baantjes, naar Plage de Marennes.
Vanaf hier is het afgelopen met rustige weggetjes, we moeten het fietspad langs de D728 nemen om over “Pont de la Seudre” te geraken….Opnieuw wordt het heel gevaarlijk op dit kunstwerk van 1000m lang. Ook hier is een uiterst smal fietspad onmiddellijk naast het te snel voorbijrazende auto’s maar vooral vrachtwagens. Olala het is flink klimmen, gelukkig is er bijna geen wind anders zou dat een ware beproeving zijn met al die verkeersgekken naast ons.
Als we op de andere oever zijn, weten we dat er beneden aan de boorden van La Seudre een oesterkwekerij is. We stuiven langs een zandweggetje onder de brug door naar de Cabane van “So-What”. We worden met veel enthousiasme ontvangen door de oesterkweker Yann op zijn buiten terras aan zijn houten hut. We vleien ons direct op de terrasinrichting, met een fenomenaal uitzicht op de Seudre en de brug. Op de andere oever is de haven van Cayenne de Marennes. Voortdurend varen er, aan grote snelheid, platte oesterboten voorbij Yann wuift naar al zijn collega’s.
Wat een droomplek. Hier word je wel 100 jaar. We hebben grote dorst en vooral goesting naar al het lekkers uit de zee. Madam Charlotte brengt ons onmiddellijk een fles koele witte wijn…santé!
Ik had het mijn maatjes beloofd en bestel onmiddellijk 12 oesters voor elk, als cadeau. Dank omdat ze mij altijd willen vergezellen….op onze jaarlijkse tochten.
Soms maak ik het hen toch niet gemakkelijk. Het is een jaarlijkse traditie, het maakt iedereen blij! We kunnen Yann overhalen om voor ons mosselen klaar te maken, gekookt op een stuk hout onder gloeiend brandende dennennaalden…: ” L'éclade de moules”. Heerlijk met brood en gezouten boter!
Het is hier een plaats om nooit te vergeten, met echt uiterst charmante uitbaters. Als je in de omgeving van de Charente-Maritime en La Seudre komt is dit een aanrader en een bezoek mag je zeker nooit overslaan !!! Bedankt Charlotte en Yann tot ziens misschien.
We blijven maar treuzelen, na een kort overleg besluiten we rechtstreeks naar La Tremblade te fietsen. We zullen morgen la Domaine de la Coubre wel verkennen. Meer dan 6 à 7km kan het niet meer zijn hopen we. Met lome benen en een dikke buik geraken we weg uit dit aardsparadijs. We volgen de monding van de Seudre langs baaien en inhammen waar we telkens rond moeten. De Seudre is een zeer korte stroom van slechts 67km daarmee een van de kortste van Frankrijk. Op beide oevers zijn er de laatste 20km overal laag liggende onderwater lopende moerassen en ingedijkte bassins.
Na enkele kilometers staan we plots voor een kanaal waar platte oesterbootjes rommelig in het slib liggen. Deze vaargeul is een blijvend schouwspel met een decor dat bij elk moment van het getij verandert. We zien de waterstroompjes door de modder klieven en meanderen van de ene naar de andere oever…..Wat een wanordelijke boel met stapels roestige netten en visserstuigen tussen tractoren, boten en veel modder. Toch vinden we het pittoresk en charmant …..
We krijgen grote dorst van al dat gedoe. Voor we naar het hotel rijden willen we enkele flessen water kopen in een winkel en nog een terrasje doen. In het centrum dicht bij de kerk is het prijs bij Bar de la Liberté bemachtigen we een tafeltje. We zijn verwonderd hoe druk het hier wel is. Lang blijven we niet, de voorbijrazende stinkende auto’s maken een eind aan het luieren onder de luifel.
We hebben slechts 48km wanneer we plots voor “Hotel de Phoebus” staan. We weten echt niet goed wat we er nu van moeten denken… Is dit een winkel, een crêperie of een hotel? Geen probleem onze joviale gastvrouw komt ons met veel enthousiasme begroeten…..Antoine is direct in opperbeste stemming wanneer madam Soizie of is het Françoise? Ons binnenroept. We mogen onze fietsen tegen de toog in de entrée plaatsen en krijgen onmiddellijk de sleutel van een drie personen kamer op de eerste verdieping. Jullie vinden het wel, lacht ze. Geen tralala hier, doe maar zoals je thuis bent….en weg is ze!
We zijn verwonderd, toch hebben we een ruime kamer met badkamer, het is wat rommelig maar we zijn vermoeid en na onze wasbeurt is het platte rust….
Tot onze grote verbazing hebben we deugd gehad van onze korte slaapbeurt! Het is laat eer we gaan souperen. Françoise geeft ons de raad naar een van de cabanes langs “Chenal de la Grève” te wandelen. Het zal jullie eetlust aanwakkeren meent ze….We slenteren langs het modderige kanaal tot bij een van de op staken gebouwde terrassen boven het water op de oever.
Grote honger hebben we niet. Na een aperitiefje bestellen we vissoep met daarna een gebakken visje. Helemaal niets verrukkelijks…..In tegenstelling met deze middag is het een teleurstelling! We besluiten snel terug te keren naar ons overnachting adres. Iedereen heeft slaap blijkbaar na enkele minuten is het muisstil…Slaapwel!
Net als gisteren was het ook hier muisstil. Een voor één maken we gebruik van het sanitair en vullen onze fietszakken. Om 8 uur 30 is het ontbijten in een bijgebouw. Ook hier is het een “Petit Déjeuner à la Française”. We zijn blijkbaar verwend geweest de vorige dagen in de B&B’s. We moeten geen haast hebben, gisteren was te lezen bij le Pont Transbordeur, dat er elke maandag technische controle is, dit duurt tot 10 uur.
De zon is van de partij het belooft opnieuw een prachtdag te worden. Na nog een lange babbel met de verantwoordelijke, vertrekken we langs het water.
Vlak bij de monding van de Charente ten zuiden van Rochefort, wordt de stroom overbrugd door de transportbrug van Rochefort-Martrou. Er staan al heel wat fietsers en wandelaar te wachten. De controle blijft maar duren. We hadden het kunnen weten, de zuiderse mentaliteit is hier ook bekend!
Ondertussen kunnen we enkele zaken lezen op de pancarten. Het is de enige nog bestaande en werkende brug van dit type in Frankrijk. De brug, waarvan de afbraak gepland was, werd ondertussen beschermd als monument, en na een recente restauratie terug in werking gesteld in 2020. Enkel voor voetgangers en tweewielers. Lengte van de brug: 175m, afmeting gondel: 14m x 11,5m de pylonen zijn 66m hoog. De gondel waar wel 100 personen op kunnen, is opgehangen aan kabels en pendelt over de stroom heen en weer, zodat de vrije doorvaart voor zeeschepen op weg naar de haven van Rochefort gevrijwaard blijft. Het duurt ongeveer 5 minuten eer we aan de overkant zijn. Auto’s mogen gelukkig niet mee….
Na een groenzone op de linkeroever van de Charente verlaten we de stroom in Soubise. De kaarsrechte weg van wel 10km loopt door een vlak en verlaten landschap. Enkel in Moëze staan er enkele vervallen grijze huizen rond een veel te grootte kerk. Na dit eindeloos moerasgebied naderen we de vestingen van Brouage. Het is een dorpje waarrond muurversterkingen zijn gebouwd in de tijd van Richelieu met de godsdienstoorlogen tussen Hugonoten en Katholieken.
De citadel zelf omvat een vierkant van vierhonderd bij vierhonderd meter. De wallen zijn niet heel hoog maar met zeven bastions versterkt en kleine torentjes. Men kan op die muren wandelen, het lijkt wel alsof de tijd hier heeft stilgestaan.
De Fransen hebben dit dorp opgenomen in de lijst van zogenaamde “Les Plus Beaux Villages de France”. Wij vermoeden dat dit een Chauvinistische vergissing is! We hebben al mooiere dorpen doorkruist.
We krijgen dorst van al die grijze stenen. Gelukkig is er toch één terrasje open waar we een verfrissing kunnen nuttigen terwijl Antoine zijn gebruikelijk kerkbezoek doet.
We blijven maar door het desolate moerasgebied fietsen en na 27km zien we in Bourcefranc-le-Chapus eindelijk recht voor ons het viaduct d’Oléron. Maar het is een moeilijke zaak om aan het viaduct te geraken, we moeten een drukke hoofdbaan volgen…..een gevaarlijke toestand voor fietsers op een smalle boord langs de autostrook. We volgen de weg met langs beide zijden water, het lijkt wel een smalle landengte. Er zijn enkele oester cabannes maar de maandag is sluitingsdag. Wanneer we toch eentje open vinden, hebben ze het te druk, na een 20-tal minuten zijn we nog steeds door de diensters genegeerd, we zijn uiteindelijk verplicht om op te stappen zonder eten en zelfs zonder drank…..
We stuiven door tot aan het viaduct, gelukkig is er hier een smal afzonderlijk fietspad van 1m waar we, min of meer veilig, 3km dwars door zee rijden. We fietsen zo’n 15m boven het water dit om de doorvaart te kunnen verzekeren. Toch blijven er beneden twee aanlegsteigers van de oude veerboten zichtbaar. De vroegere verbinding tussen het eiland en het vasteland. Ze bestaan nog maar er is geen toegang voor het publiek.
Net wanneer we op het eiland komen vinden we op de eerste parking een bakkerij. Honger en dorst doet ons onmiddellijk stoppen. Op hun buitenterras eten we een lekker vers belegd broodje met koffie. We dachten dat l’Ile d’Oléron een fietseiland zou zijn! Maar neen, hier bij het viaduct zeker niet, de “Cycles à Vélo d’Oléron” bevinden zich verder noordelijke op het eiland, stellen we later vast.
In Dolus-d’Oléron houden we een rustpauze op het kleine terras van “Mer & Dune” een winkeltje waar ook ijsjes en drank te koop zijn. We moeten nog een 20km verder lang blijven we niet treuzelen.
Wanneer ik na enkele rode lichten en ronde punten achter mij kijk zie ik heel in de verte fietsers naderen. Ik wacht en stel vast dat het helemaal niet mijn vrienden Antoine en Pol zijn, maar twee andere trekkers. Mijn slecht zicht begint mij te hinderen. Ik blijf enkele minuten wachten maar tevergeefs. Ik maak rechtsomkeer, doch Antoine en Pol zijn nergens te bespeuren…Zij hebben ergens een wegwijzer met “Saint-Georges” gevolgd en doorgefietst naar onze overnachtingsplaats. Een uurtje later kom ik er ook aan, na het volgen van de uitgestippelde route en enkele onnodige omwegen waarbij ik hen niet heb teruggevonden.
We krijgen van de uitbaters onmiddellijk een driepersoonskamer naast hun bureeltje. Na een poosje worden we uitgenodigd iets te drinken in de tuin. Madam wil ons uitvoerig uitleggen wat we op het eiland allemaal kunnen beleven. Wij maken haar duidelijk dat we slechts één dag blijven. Toch is ze heel fier op alles wat hier te beleven valt. Zo onthouden we dat men op Oléron zich erg bekommerd om de natuur de rust en de zuivere lucht. Men zou ook het fietstourisme erg promoten…
Ik leg haar uit hoe men in Vlaanderen en Nederland met Fietsknooppunten werkt…..ai ai ze begrijpt er, als niet fietser, helemaal niets van. Hoe is het mogelijk dat een kleine Belg les wil geven aan een Fransman! Zien we haar denken…
Waar kunnen we souperen ??? Madam weet er ook geen raad mee….het is maandag en alles is dicht in het dorp, ze vermoed echter dat we wel iets zullen open vinden aan het haventje van “Port du Douhet” bij La Grée-les-Bains.
Heel dicht bij zee vinden we na zo’n 5km verder na enkele kronkels op rommelige wegen het plezierhaventje. Hier op het plein zijn alle eethuizen dicht. Net wanneer we rechtsomkeer willen maken zien we aan de andere kant van het kanaaltje bij een sluisje een terras waar enkele mensen zitten.
Vliegensvlug krijgen we een tafeltje in de “Crêperie-bar-disco Les Ecluses”. We bestellen een fles frisse witte wijn met pannekoeken gevuld met salade en vlees. Niets speciaal, maar we hebben toch iets gegeten. Na nog een flesje en een ijsje willen we terug naar onze overnachtingsplaats.
09 Dag 9 La Rochelle - Rochefort zondag 19-06-2022
09 Dag 9 La Rochelle - Rochefort
zondag 19-06-2022
Absolute stilte….We moeten wel heel vermoeid geweest zijn. Het is bijna 8uur eer we uit de veren zijn, tot onze grote verwondering is de zon er niet. Het is frisser dan bij de vorige ochtenden! Prima, menen we, om onze tweede week te starten. We hadden meer volk verwacht in de refter. Ja… hier moet je tevreden zijn met een “Petit Déjeuner à la Française” zo te zien.
Bedjes opruimen, fietsen beladen en weg zijn wij langs de Océan. Zalig koel, we schatten dat het net 20°C is, wat een verschil met gisteren….Ook al is het zondag we zijn echt verwonderd dat het op het kustfietspad zo kalm is. Nu en dan kruisen we enkele joggers en groepjes wielertoeristen.
Na 10km zijn we bij “Pointe de Chay Angoulins”, een diep in zee lopende landengte met kalksteen kliffen. Een zeldzaam natuurgebied, de zee ligt wel 10 à 12meter dieper, wat een gevaarlijke toestand. We begrijpen niet dat dit gebied zomaar vrij toegankelijk is!
We rijden dicht bij de oever waar er heel wat Carrelets de pêche zijn. Waar vissers met een vierkant net aan een katrol vanop een houten stelling-ponton een eindje in zee vissen. Spijtig zijn de toegangen afgesloten, we hadden graag eens van dichtbij het vissen meegemaakt.
Na 20km zijn we in Les Boucholeurs. Het is zalig om de gehele tijd de aangename zeelucht op te snuiven. Het is een dorpje van vissers en oesterkwekers. Het staat hier vol met roestige tractoren, platte schuiten en stapels oesterzaknetten. Na het zien van al dat rare gedoe, krijgen we goesting naar al dat lekkers uit zee.
Na Les Marais d ‘Yves komen we aan “Pointe de la Fumée” een smalle landengte slechts +/- 150m breed en 2km in de oceaan. Er is vanaf de parking op het uiterste puntje een overtocht verbinding naar het eilandje Aix. Dit eilandje ligt +/-6km in zee. We stoppen aan “Les Viviers de Nadège” het ziet er wat rommelig uit maar het kan ons niet deren. We worden met veel enthousiasme ontvangen door de patron zelf. Hij is in volle ornaat, lederen schort en schippers pet, oesters aan het openen. Hoe krijgt hij het voor elkaar aan die snelheid! We staan er vol bewondering bij en krijgen er goesting naar…Madam wijst ons een tafeltje en we bestellen, wat denkt je wel, oesters, mosselen en wijn. Het zit vol met luidruchtige plaatselijke mensen iedereen kent iedereen en we zijn onmiddellijk hun vrienden. Ze verzekeren ons, dat we op de beste plaats beland zijn, waar ze met liefde en passie de sappige zeevruchten klaarmaken. En ja ze hebben groot gelijk het is een absoluut uniek adres…een aanrader. Wat was dat genieten zeg…. tussen al dat rumoer!
We vervolgen onze rit langs de kust, we komen voorbij het “Fort de Fouras”, een van de vele Vauban-forten. Het indrukwekkend gebouw ligt strategische aan de monding van de Charente. Vanaf hier zien we duidelijk Ile Madame, Ile d'Aix en Fort Boyard.
We blijven op de rechteroever van de Charente. Na Saint-Laurent-de-la-Pré komen we in een lagune gebied, met grachten en plassen. Les Marais du Vergeroux is een natuurgebied we zien hier en daar reigers en ooievaars met hun jongen.
Na enkele lange bochten komen we door een bosgebied aan de fameuze “Transbordeur Martrou”. Morgen moeten we dit kunstwerk gebruiken om aan de andere kant van de Charente te geraken.
Maar nu hebben we grote dorst, het is ondertussen opnieuw wel 28° en de zon is opnieuw van de partij. We stoppen bij het terras van “La Guinguette” naast de zweefbrug. Het onbekend plaatselijk biertje doet deugd. We hebben duidelijk rust nodig na 65km, op naar onze overnachtingsplaats. Enkele minuten later zijn we er, we krijgen een vier persoons kamer met stapelbedjes. Alles is hier heel proper en prima onderhouden. Na een deugddoende douche houden we één uurtje platte rust vóór we de stad intrekken om te souperen.
Een wat langere rustpauze heeft ons deugd gedaan. Het is wel 3km naar het centrum, dus nemen we de fiets. Rochefort ligt in een lus van de Charente op de rechteroever. Het is een wat oud uitziende en wat verwaarloosde stad met een maritiem en militair verleden. Hier en daar staan er grote gebouwen en er zijn poorten en hoge muren, toch vinden we het niet spectaculair. Op de markt drinken we een biertje op een van de vele toeristische terrassen. Toeval, naast ons zit een Nederlands senioren koppel. Ze zijn benieuwd wat wij hier wel uitspoken….Na een poosje weten we dat ze uit Kampen afkomstig zijn. We vertellen hen dat wij daar verleden jaar doorgereden zijn op onze grote tocht. Ze zijn echt heel verwonderd wanneer ik daarover vertel en laten blijken dat er veel Nederlanders minder hun land kennen zoals wij……”Santé mes amis”! Ai…. hierop reageren ze helemaal niet ze verstaan werkelijk geen woord Frans….zij gebruiken hier Engels, wat spijtig toch.
Na onze aperitief pauze op de markt, zoeken we een visrestaurant aan de haven. De drukte op het terras van restaurant “Cap Nell” staat ons aan en we krijgen een mooi plaatsje. Wat een manjefiek uitzicht op de jachthaven en de Corderie-Royal-site…..
We bestellen een vismenu en die is heerlijk. We genieten van oesters en verse vis met aangepaste groeten en een wit wijntje.
Met een dik buikje fietsen we terug langs de Charente naar onze overnachtingsplaats. Het wordt al wat donker. We zullen niet lang wakker blijven…
08 Dag 8 St-Vincent-sur-Jard - La Rochelle zaterdag 18-06-2022
08 Dag 8 St-Vincent-sur-Jard - La Rochelle
zaterdag 18-06-2022
Lang slapen zit er niet in vandaag. De zon piept al een tijdje door de rolluikspleten. Wanneer we de weersberichten bekijken beginnen we al te zweten…..Ze voorspellen wel 35°C met een stralende zon. Dat beloofd en nu juist wanneer we onze langste rit van de tocht krijgen. Geen geklaag, opstaan, ontbijten en vertrekken mannen!
Onze hotelpatron heeft het druk in de grote eetzaal, toch worden we vlug bediend. Er kan zelfs een gezellig praatje vanaf met hem. Ook hier zijn ze benieuwd wat we vandaag zullen ondernemen. Neem maar veel drank mee, komt madam ons bezorgd verwittigen. Het ontbijt is wel niet zoals gisteren, maar er is meer dan het vroeger geserveerde “petit déjeuner”…..hier weten ze dat fietsers een flink ontbijt nodig hebben.
Fietsen beladen en wegwezen, zo denken we! Maar ai, mijn fiets staat achteraan lek.
We zoeken een rustig schaduwrijk plaatsje en herstellen……We vinden met moeite het gaatje, er is een emmer water nodig om het op te sporen. Toch geraken we omstreeks 9h45 weg uit Saint-Vincent-sur-Jard.
Na nog een korte stop bij de Océan, duiken we voor een 10-tal kilometer de bossen in. Hier tussen de vele campings is het nog koel. We vorderen goed en aan Plages les Conches, komen we opnieuw dicht bij de zee. Het blijft, gelukkig maar, tot La Tranche-sur-Mer afwisselend in en naast duinbossen met schaduw. Toch is het zweten bij de korte heuveltjes. Het voortduren kort na elkaar op en neer fietsen door de duinen eisen hun tol…..
In La Faute-sur-Mer hebben we 30km en wanneer we hier over de brug van Le Lay rijden, weten we dat er nadien geen dorpen meer komen waar we kunnen middagmalen. Er zijn enkele viswinkeltjes maar nergens kunnen we tafelen. Antoine heeft echter juist na de brug een restaurant opgemerkt. In O-Patio stappen we binnen, drogen ons zweet en bestellen een frisse pint en een visslaatje met frietjes.
Na l’Aiguillon-sur-Mer, we weten het maar al te best, door onze heenreis op dag 3, dat we minstens 25km door een verlaten en desolaat landschap moeten. We fietsen rond l’Ance de Aiguillon naar de brug over la Sèvre Noirtaise. Het is zweten en zonder ophouden drinken . Maar ’t is geen oplossing, onze bidons zijn ondertussen bijna aan de kook en leeg. St-Michel en l’Herm met enkele huizen, is precies een verlaten dorp, toch kunnen we frisdrank kopen in een winkeltje. Dat doet deugd…voor we onze weg vervolgen op la route cyclable Vélodyssée. Die gaat door “le Marais Poitevin”. Maar de begroeiing is bruin en dor, alles staat er totaal uitgedroogd bij. Nergens is er schaduw, er zijn geen bomen of struiken te bespeuren…..en dit nu al een hele poos. Wanneer ik achter mij kijk, zie ik mijn maatjes afzien, doorbijten jongens!
Bij het sluisje van “Canal de Luçon” stoppen we en houden een platterust pauze in een graspleintje met enkele zeldzame struiken. Na een klein uurtje vertrekken we opnieuw. 8km verder zijn we aan de brug over “la Sèvre de Noirtaise” en enkele minuten later in het dorp Bourg-Chapon. “Au Bon Accueil” is het eerste café welke we tegenkomen, we ploffen ons neer, dood van de dorst. We zijn niet de enigen, ook binnen zitten er enkele fietsers die in tegengestelde richting moeten…..Veel succes jongens, gelukkig nemen ze enkele flessen water mee!
Bij Marsilly is er een rond punt we kopen aan een straatkraam Cavaillon-meloenen. In het graspleintje onder de bomen, goed in de schaduw zijn ze ons eten en drinken. De fruit-rustpauze heeft ons opnieuw wat energie gegeven.
In Nieul-sur-Mer houden we halt bij het uitnodigend terras van Café “Bistrot de la Place”. Antoine trakteert ons op een Triple d’Anvers. Onmiddellijk zijn we de beste vrienden van het plaatselijk gezelschap, enkele jongeren willen hun Engels uitproberen. Wanneer we hen duidelijk maken dat we liever in ’t Frans praten zijn ze opgelucht….hun Engels gebrabbel, was onverstaanbaar. Het is 19h en we moeten nog een 10-tal kilometer verder, met veel moeite laten de terrasgangers ons vertrekken, gelukkig maar.
Nu op gps door het drukke centrum van La Rochelle tot we bij de haven voor een gesloten brug staan. Enkele omstaanders maken ons duidelijk dat de brug niet meer zal opengaan en wij een andere weg moeten nemen. Toch staan we plots voor ons verblijf “Auberge de Jeunesse de La Rochelle”. Na het bergen van de fietsen krijgen we onze kamer toegewezen….Na een deugddoende douche hebben we de moed niet meer om te souperen….We zijn te moe en kruipen in de bedjes. Na enkele minuten is het muisstil, het is slapen geblazen…..
07 Dag 7 St-Hilaire-de-Riez - St-Vincent-sur-Jard vrijdag 17-06-2022
07 Dag 7 St-Hilaire-de-Riez - St-Vincent-sur-Jard
vrijdag 17-06-2022
Wat we te zien krijgen, wanneer we de trap afdalen, is werkelijk fantastisch. De grote tafel in de gelagzaal is precies een schilderij. Onvoorstelbaar wat we hier beleven! Blandine en Christoph staan met pretoogjes te glunderen. Blandine toont ons alles wat er te eten valt, met de nodige uitleg. Wel 20 soorten brood, broodjes, alle soorten beleg zachte kazen en een massa koekjes en fruit. Jongens wat is dat hier allemaal, zullen we hier nog weg geraken???
Onze Parijse vrienden zijn dit al enkele dagen gewoon en herkennen onze verwondering. Wat een ontbijtfestijn, moeten wij dat allemaal proeven. We staan perplex zoiets maak je nergens mee. We smullen er maar op los aangemoedigd door ons gastenpaar….Het is genieten geblazen tot we een dikke buik krijgen. Tenslotte moeten we ook nog een eind fietsen, gedaan met al die verleidingen. Blandine stopt ons nog wat fruit toe en Christophe wil ons wat zoetigheid meegeven….We kunnen ze niet genoeg bedanken.
Merci mes amis…Bravo, bravo bravo…..Mille fois merci !!!
Na een lange afscheidsceremonie met omhelzingen worden we door iedereen minutenlang uitgewuifd. Wat een prachtverblijf hebben we hier meegemaakt echt onvergetelijk…..jaren zullen we hier nog zeer terecht over napraten.
Wij fietsen zuidwaarts richting Saint-Gilles-Croix -de-Vie, iets meer weg van de kust. Lang duurt het echter niet, het veel te druk autoverkeer doet ons de kustfietsweg terug opzoeken. Gelukkig maar…. Ook al reden we hier enkele dagen geleden, in tegengestelde richting lijkt het toch precies iets heel anders. Het wordt snikheet, gelukkig hebben we ons voorzien van drank, af en toe moeten we halthouden en ons insmeren. We denken dat het ruim 30°C is in de stralende zon. We zijn telkens blij wanneer we een poosje de duinbossen induiken.
In de schaduw bij een campingstrandbar ploffen we ons neer….Grote dorst, het wordt een frisse Grimbergen. Wanneer we blijven aandringen maken ze uiteindelijk een slaatje, maar het is eerder uitrusten en afkoelen geblazen…honger hebben eigenlijk niet. Na Les Sables d’Olonne volgen we een eind de promenade, we hadden een zeebries verwacht maar neen het blijft maar heet. De terrasjes doen reuze zaken….ook wij doen mee!
Na Bourgenay-Querry fietsen we een 12-tal kilometer door Les Marais de la Guittière bij Talmont-Saint-Hilaire. Enkele keren moeten we over kronkelende houten paden tussen en door het water van de rivier le Payré. We lezen dat het: “La Passerelle du cul d’ane” is.
Iets vóór Jard-sur-Mer rijden we op de rand van een duinbos in de schaduw. We voelen duidelijk dat de blijvende zonnehitte ons moe maakt. Na het dorpje Saint-Vincent-sur-Mer wijst de gps ons de weg. Door een smal weggetje tussen de dennen net voor we aan het strand komen staan we plots voor ons hotel. Algemene blijdschap het is 17h en we hebben 74km op ons tellertje. De hotelbaas heeft ons zien komen, we krijgen vliegensvlug onze kamer aangewezen en kunnen de fietsen mooi opbergen in de ruime berging.
Na een flinke douchepartij haasten we ons alle drie naar het zwembad. Het is genieten van het koele water na deze zweetdag. Gelukkig is het nog niet druk in dit familiehotel, we vermoeden dat het binnen enkele weken heel anders zal zijn.
Voor we kunnen souperen doen we nog een flinke wandeling. We komen voorbij het huis van “Georges Clemenceau”. Wij kennen hem helemaal niet, maar het blijkt een beroemde Franse staatsman te zijn die op het einde van WOI meeonderhandelde bij het verdrag van Versailles. Hij zou hier zijn laatste jaren doorgebracht hebben….
Om 20h souperen we in het hotel-restaurant. Het wordt het door de pâtron voorgesteld vis menu met aangepaste wijnen. Laat zal het niet worden, rond 22h is het snurken geblazen.
06 Dag 6 Fromentine - Saint-Hilaire-de-Riez donderdag 16-06-2022
06 Dag 6 Fromentine - Saint-Hilaire-de-Riez
donderdag 16-06-2022
‘t Was gisterenavond wat laat en toch zijn we vroeger op dan de vorige dagen. Alles gaat vliegensvlug en om 8h zitten we al te ontbijten in de gelagzaal van het hotel. We kunnen van alles krijgen en doen ons tegoed aan de uitgebreide zelfbedieningstoog….
De zon lacht ons toe en we zien dat het al 22°C is, dat beloofd voor vandaag. Op naar de brug om op het eiland te komen. Door een bos en daarna een heidegebied en nu moeten we omhoog. Wegenwerken beletten ons te fietsen het is een poosje te voet. Na 600m zijn we op het eiland met goede en brede afzonderlijke fietspaden aan beide zijden van de weg. In Barbâtre zien we op enige afstand Le Moulin de la Fosse een wat eigenaardige molen, blijkbaar zijn er meerdere molens maar we hebben ze niet opgemerkt.
Het eiland is hier slechts 2,5km breed. Aan een rotonde rijden we tot bij de Decathlon, waar Pol nieuwe fietsschoenen wil kopen. Als we opnieuw vertrekken doet mijn gps het niet meer, blijkbaar heb ik hem onvoldoende opgeladen. Zonder dat we het goed beseffen zijn we in de drukke straten van de stad Noirmoutier en Ile beland. Tot overmaat van ramp nemen we de verkeerde kant van de haventoegang en komen aan Fort Larron.
Na wat zoeken belanden we enkele keren op kleine strandjes waar je onmogelijk verder kan fietsen. We besluiten terug te keren naar het rond punt bij de Decathlon. Van daar kunnen we met het roadboek via het dorpje Les Places aan de oostkust van het eiland onze uitgestippelde weg vervolgen.
Op een open plaats met parking bij de Baie de Bourgneuf staan er twee cabannes. Op dit oestereiland zou het voor ons, als absolute oesterliefhebbers, erg zijn Noirmoutier te verlaten zonder te proeven van deze lekkernij. Het is net middag, het wordt genieten van de verse beestjes met witte wijn en brood.
We weten dat we tussen 11h en 14h gebruik kunnen maken van Passage du Gois. Om 13h zijn we aan het begin van de doorwaadweg, een dijk van ongeveer 4,2 km die het eiland Noirmoutier met Beauvoir-sur-Mer op het vaste land verbindt. Het woord "Gois" is Vendée-patois voor: "lopen met natte voeten".
Deze mythische weg, is een hoogtepunt op onze tocht en dit wilden we stellig meemaken. Het was lange tijd de enige manier om het eiland te bereiken of te verlaten. Men kan de Passage du Gois alleen bij eb, 1h30 ervoor en 1h30 erna oversteken. Het tij kan hier razendsnel opkomen, menig keer zijn er mensen telaat of geraken auto’s en personen niet op tijd weg, drama natuurlijk!
Overal zien we hier mensen rondlopen met een emmer een schopje en een netje. We vragen ons af wat ze doen? Onze gelegenheids-fotograaf vertelt: “la pêche à pied”. Ze zoeken in het slib naar schelpdieren en naar vissen die achtergebleven zijn in poeltjes en tussen de stenen.Het blijkt een echte volksport te zijn bij Noirmoutier.
Wat een gedokker op de brute en gladde keien van de doorwaadweg. Wanneer we aan land komen moeten we een drukke weg volgen, we hebben geen keus. Uiteindelijk moeten we een heel eind dieper het binnenland in om over de brug van “Le Grand Etier de Sallertaine” te geraken. Bij het zoeken en navragen naar een fietsvriendelijk weg, is onze Antoine doorgereden, hij heeft niets gemerkt. Plots beseft hij dat we niet gevolgd zijn. Wij blijven wachten maar hij vindt ons niet terug. We spreken uiteindelijk telefonisch af aan de kerk van Beauvoire-s-Mer.
We vieren zijn terugzien met een Duvel op een terras van het kerkplein. Ook een viertal Deense langeafstand fietsers hebben nood aan een rustpauze. Na een lang gesprek met hen, is ons zweet opgedroogd en is de GPS opgeladen. Ik zie dat we nog 35km moeten, het wordt snikheet, we nemen vlug afscheid van onze nieuwe vrienden.
We rijden zeker 15km in een vlak groen land met veel waterplassen. Het zijn “les Salins du Breuil”. Zoutpanden waar men bezig is met een spatel de zoutkristallen op hoopjes te verzamelen. Dit zout droogt in de zon en krijgt een licht roze tint. Het wordt hier als kostbaar grof zout verkocht, ze noemen het “Fleur de Sel”.
Na Saint-Jean-de-Monts duiken we bij Les Mouettes, gelukkig maar, een koel bos binnen. Een echt paradijs voor natuurliefhebbers er zijn echter…. Veel campings. Maar er liggen ruime golvende fiets- en wandelpaden. We vorderen snel en na wat zoekwerk om uit dit enorme duinbos te geraken staan we om 17h bij onze overnachtingsplaats in Saint-Hilaire-de-Riez. “La Petite Chatelaine“ maison d'hôtes chezBlandine et Christophe.
Wat een uitbundige familiale ontvangst door het gastenpaar, we moeten met hen onmiddellijk een biertje drinken in de tuin aan het zwembad. De gehele 2°verdieping met twee ruime kamers en voor elk een afzonderlijk bed en een onberispelijke badkamer. Dit alles is voor ons gereserveerd, het lijkt wel een suite. Blandine stelt voor onze vieze zweetfietskledij te wassen en Christophe helpt ons met onze spullen naar boven te brengen….zalig toch!
Na onze was- en plasbeurt staan we te popelen om het zwembad in te duiken. Heerlijk na zo’n bloedhete dag, we genieten alle drie met volle teugen. Ondertussen maken we kennis met de drie medevakantiegangers. Zij zijn vol bewondering over onze tocht en willen alles tot in detail weten. Als Parijzenaren kennen ze helemaal niets van een fietsvakantie, ze blijven maar vragen stellen. Christophe nodigt ons plots allen uit om gezamenlijk een flesje bubbels te kraken. Niemand weigert natuurlijk, wat een paradijs met een leven als God in Frankrijk!
Na de apero, presenteren Blandine en Christophe ons en de andere gasten een waar 3-sterren souper, met alles erop en eraan. Fruit-de-mer, op de barbecue gegrild vlees van de beste kwaliteit en allerhande verse groenten met sausjes en aangepaste wijnen. Nadien een veel te groot ijsdessert.
Tot onze grote verwondering hebben we precies geen taalprobleem meer, zonder enige moeite kunnen wij gezwind meepraten in het Frans. Wat hebben we ons vlug aangepast, iedereen begrijpt iedereen. We krijgen felicitaties, ook zij weten dat Frans helemaal niet onze moedertaal is. Onze Parijse vrienden hebben geen benul van de taal- en regionale toestand in ons land. We kunnen het zelf met veel moeite uitleggen. Wanneer Blandine, Franse chansons uit de jaren 60 & 70 laat horen, zijn onze tafelvrienden geobsedeerd doordat wij ze met gemak kunnen meezingen.
Het is al een tijdje donker. Met een applaus voor de culinaire prestaties van ons gastenpaar, zoekt iedereen zijn bedje op. Bonne nuit mes amis!
05 Dag 5 Les Sables d’Olonne - Fromentine woensdag 15-06-2022
05 Dag 5 Les Sables d’Olonne - Fromentine
woensdag 15-06-2022
We hebben alle drie zalig geslapen, de muggen hebben ons niet lastig gevallen. Wanneer we de gordijnen openschuiven zien we al een stralende zon. De weersberichten geven voor vandaag opnieuw maximum 28°C en weinig wind. Het doet ons goed en we haasten ons naar de eetruimte in het immense huis. We helpen Elyane de tafel dekken. Ze komt onmiddellijk met verse koffie. Wanneer we onze verwondering laten blijken over de vele zeiljacht-posters en de prachtige zeilbootminiaturen, krijgen we een uitleg over het grootste evenement hier in Sables d’Olonne.
De Vendée Globe, vertelt ze, is het allergrootste zeilevenement in Frankrijk. Elke vier jaar wordt onze stad enkele weken overrompeld door duizenden mensen die de start van deze wedstrijd willen beleven. Dan is hier geen enkel slaapplaats vrij in de stad en ver erbuiten. Al maanden vooraf is mijn huis verhuurd aan zeilfanaten en hun familie. De Vendée Globe is een single-wedstrijd, non-stop rond de wereld. Les Sables d'Olonne is start en aankomst plaats. Deze solozeilwedstrijd, is de moeilijkste sportieve uitdagingen in zijn soort. De deelnemers zo’n 30 à 40 solozeilers moeten de wereld rondvaren in ongeveer 3 maanden via de drie kapen zo’n 45.000km. Allé dat weten we dan ook ….
Onze kranige gastvrouw heeft ons met zoveel enthousiasme verteld over al die zeil avonturen, dat wij het niet kunnen laten de zeilhaven en de uitvaargeul te bezoeken. We rijden op de wel 500m lange “Grande Jetée Sables” op het einde van de pier staat een vuurtoren. Er blijven voortdurend zeiljachten buiten varen. Nog een foto en we verlaten La Chaume noordwaarts door de duinen van l’Aubraie.
Bij La Vertonne zijn we opnieuw op de Vélodysée de uitgestippelde kustfietsroute. We maken een grote bocht landinwaarts, rond een moerasgebied tot bij La Sainte-Emilienne. Hier duiken we voor wel 10km lang een bos binnen tot we in Brem-sur-Mer, plots de zee ontwaren tussen de duintoppen.
Tot Bretignolles-sur-Mer volgen we het mooie fietspad afgewisseld met zicht op de oceaan links en duinen rechts. In Saint-Gilles Croix de Vie moeten we over de brug van de 70km lange stroom welke hier bij Le Jaunay in de zee stroomt. We stoppen en middagmalen op het terras van Les Voyageurs. Onze dorst lessen en meer dan een vissoep en een slaatje krijgen we niet binnen.
Het is 14h en we moeten nog zeker 40km eer we op onze overnachtingsplaats zijn. De brandende zon maakt ons loom, we moeten ons opladen om verder te geraken.Na de monding van La Vie blijven we op de brede strandboulevard van Saint-Hilaire-de-Riez tot Sion-sur-l’Océan. Op een golvend gravelfietspad is het zalig wanneer we tussen wel een 10-tal campings door in een bosgebied rijden voor enkele kilometers
In Les Becs komen we bij Plage des Demoiselles terug op de dijk met hoogbouw. Niet zo hoog als aan de Vlaamse kust maar toch verwondert het ons en we hebben het tot nu toe nog niet zo hoog gezien. Het lijkt hier ook wat drukker en er zijn meer strandgasten. Grote dorst doet ons inderhaast een terrasje binnenwippen, het wordt een Duvel, ander Belgisch bier kennen ze hier blijkbaar niet.
Na Saint-Jean en Notre Dame de Monts rijden we door Forèt des Pays de Monts,het grootste bosgebied aan de kust van de Vendée. Het bos is wel 2000 hectare, door een intensief bebossingsbeleid hebben ze belet dat er meer kustbebouwing kwam. Het bos bestaat hoofdzakelijk uit zeedennen en steeneiken en is een beschermd gebied.
Net vóór we Fromentine binnen fietsen zien we een klein cafeetje met een sober terrasje. We hebben zoveel dorst dat het ons helemaal niets uitmaakt. We worden met veel enthousiasme door de baas ontvangen. Het plaatselijk fris biertje is echt lekker. We laten ons zweet opdrogen, ondertussen hebben we een interessante lange babbel met onze mede terrasgangers en de patron. Het wordt ons meer en meer duidelijk dat de Fransen nog meer klagen en veel minder tevreden zijn dan bij ons.
200m verder zijn we bij ons hotel l’Embarcadère, we krijgen onmiddellijk een 3- persoonskamer, toch merken we dat de receptie juffrouw nieuw is. Gelukkig komt haar baas Thomas ons met veel humor ontvangen en kunnen we onze fietsen veilig achter het hotel bergen.
We voelen ons hier onmiddellijk thuis ook al zijn we in een hotel. We stellen bij onze eerste vijf dagen vast dat de Fransen hier in de Vendée duidelijk een hartelijker houding hebben dan in het Middellandse zeegebied. Wij schieten er veel beter mee op en ze zijn amicaler. Na een korte opfrispauze krijgen we honger en wandelen naar restaurant Les Navigateurs.
Ook hier worden we hartelijk ontvangen en bediend. We genieten van een smakelijk gebakken vismenu met heerlijke wijn. Ondertussen hebben we een onwaarschijnlijk uitzicht op het eiland Noirmoutier en de verbindingsbrug. Vóór we gaan slapen nemen we samen met enkele cliënten en baas en bazin Thomas en Sandra nog een slaapmutsje. We moeten ons Frans toch wat oppoetsen, maar iedereen begrijpt ons. Slaapwel!
04 Dag 4 La Tranche-sur-Mer - Les Sables d’Olonne dinsdag 14-06-2022
04 Dag 4 La Tranche-sur-Mer - Les Sables d’Olonne dinsdag 14-06-2022
Opstaan jongens… 8h de plicht roept! Wanneer we de gordijnen openen worden we blij van de stralende zon en de blauwe hemel, dat beloofd. Onze gastvrouw heeft woord gehouden, de tafel staat mooi gedekt klaar op het terras. Het duurt niet lang eer we ons tegoed doen aan het uitgebreid ontbijt, toch moeten we Ingrid opzoeken, dat we zoveel koffie zouden drinken had ze niet voorzien.
Ingrid komt ons gezelschap houden, we krijgen nog wat extra koffie, fruit en fruitsap. Ook zij is benieuwd wat oude knarren, zoals wij, per fiets van plan zijn. Ze is vol verwondering als ze ons programma voor de volgende twee weken bekijkt. Soms heeft ze fietsers met E-bikes, maar als wij haar duidelijk maken dat wij het met spierkracht doen valt ze bijna van haar stoel. Wanneer we haar vertellen welke tochten we de laatste 15-jaar allemaal gedaan hebben, kan ze het bijna niet geloven.
Fietsen beladen en op naar Les Sables d’Olonne, we moeten niet aandringen. Ingrid wil absoluut op de foto met ons….Bedankt voor dit aangenaam verblijf.
We fietsen terug naar het dorpscentrum om op de kustfietsweg of vélodyssée te geraken. Dwars door het prachtige “Fôret Domaniale de Longeville” een heuvelachtig duinbos, komen we aan Plage de la Terrière. Wat een uitzicht op de océaan op de nog verlaten parking.
Enkele minuten later zijn we opnieuw in het duinbos. Dit prachtige met pijnbomen afgewisseld met steeneiken woud, is enkel toegankelijk te voet, met de fiets en te paard. Bij “Plages des Conches” kunnen we bij de zeilschool net de zee zien. Opnieuw door de duinen tot bij “Plage les Petit Rocher” waar we met zicht op zee een pauze nemen. We vinden geen terrasje, de zeldzame wandelende senioren vertellen ons dat alles hier dicht blijft tot juli. Gelukkig hebben wij ons goed voorzien van water. De zon begint stillaan te branden en het wordt zonnecrèmes smeren. Enkele keren trachten we te raden welk hondenrassen voorbijkomen. Als we het aan de eigenaars vragen, hebben we het meestal mis……enkel bij het merk straathond “chien de la rue” ??? hebben we het alle drie onmiddellijk juist…denken we!
12h00 telaat om het aperitieftime te noemen. We vinden op de boulevard van Jard sur Mer bij le Moulin de la Conchette eindelijk een terras met zicht op de océaan. Een frisse Grimbergen en een half uurtje uitrusten in de schaduw doen deugd.
We rijden weg van de kust er is geen andere mogelijkheid hebben ze ons zojuist verteld. Op een lijntje moeten we door Les Marais de Gelibert et Benest. Bij het mini-dorp Llaude en tussen enkele boerderijen fietsen we een aantal houten bruggetjes over bij de kronkelende rivier Le Payré. Wanneer we Port de la Guittière binnen rijden kunnen we er niet aan weerstaan.
Het is ondertussen 13h30 en we vleien ons neer op het terras van “La Cabane l’Huitrier Pie” aan de boorden van het oesterkwekerijwater. Er is juist een toeristenbus vertrokken. Freddy de baas heeft tijd zat, hij komt ons met overtuigde vriendelijkheid vertellen wat we hier kunnen nuttigen. Niet veel nadenken elk 12 oesters, brood en frisse wijn.
Zoals enkel fiere mondige Fransen het kunnen, krijgen we van Freddy nog wat chauvinisme te horen. Het is hier een magische plek, gelegen in het hart van de monding van le Payré en het is de kleinste Franse oesterhaven. Hij werkt al 35 jaar als oesterkweker en is sinds 2017 baas van deze kwekerij en Cabane. We blijven nog wat nagenieten en drinken samen met de hem een extra flesje witte wijn. Met lome benen vertrekken we, gelukkig moeten we maar 25km meer vandaag. Opnieuw moeten we door een wijds moerasgebied les Marais de Clouzy en les Marais de Carail soms over houten passerellen. Na nog een koele bospassage komen we terug in de bewoonde wereld bij Bourgenay-Querry-Pigeon.
Bij Baie de Cayola blijven we naast de kustweg op een uitstekend fietspad goed doorrijden. Plots fietsen we de plaat Les Sables d’Olonne voorbij. We beseffen dat we de grote drukke stad door moeten en willen nu het hier nog wat rustig is een terrasje doen. Langs een helling rijden we tot aan het mulle zand van Les Grande Plages. Onder een ruim zonnescherm is het zalig uitrusten met iets fris.We blijven de kustboulevard volgen naast een heel drukke weg tot aan het centrum. Nu moeten we door de drukke agglomeratie van deze wel grote stad. Na een korte stop bij de plezier haven, zoeken we ons verblijf.
Op een zandweg tussen twee waterplassen brengt de gps ons bij onze overnachtingsplaats Chambre d’hôtes L'Ajadière. Onze gastvrouw Elyane verwachte ons. We krijgen onmiddellijk twee ruime kamers ter beschikking en hebben een terras met een heel grote tuin ervoor. We zijn de enige gasten vertelt ze ons. Eten doe je best aan de kaai in het oude gedeelte van de stad “La Chaume” en neem maar de fiets, ’t is best een eindje terug.
Na een deugddoende douche en een wasje van onze bezwete fietskledij, laten we deze droge aan de wasdraad in de tuin. We houden nog een terraspauze voor we klaar zijn om te souperen. Enkele minuten later bemachtigen we een tafeltje op een van de drukke restaurantterrassen “Le Port”. Met veel zwier en ongewoon vlug worden wij bediend. Na een “Pastis-Ricard” aperitief, komen er mosselen met Roquefort à volonté en verse frietjes. Het is hier heerlijk bij de haven waar de bac passeur een overzetbootje, voortduren mensen aanvoert.
Na nog een lekker ijsje en een korte wandeling, besluiten we terug te fietsen. Bij de waterplas moeten we door enkele wolken met muggen …..Met de hoop er geen last van te hebben deze nacht zitten we vlug onder de lakens !!!
03 Dag 3 La Rochelle - La Tranche-sur-Mer maandag 13-06-2022
03 Dag 3 La Rochelle - La Tranche-sur-Mer
maandag 13-06-2022
Het geluk is met ons, voor vandaag en de volgende dagen is er prachtig weer voorspeld. Om 8h zijn we klaar en haasten ons naar de ontbijttafel. Sophie is in tegenstelling met gisteren, wel klaar. We worden onmiddellijk bediend en genieten van de heerlijk walmende koffie met croissants.
Onze gastvrouw, een echte spraakwaterval, ze wil alles weten over onze plannen voor de komende dagen. Maar we mogen bijlange nog niet vertrekken, Sophie wil ons haar royale tuin laten bewonderen ze is er erg trots op. Ze kent elke boom en struik met naam en we leren veel over de verschillende vruchten.
Het is bijna 10h eer we onze fietsen beladen, de banden wat bijpompen en weg zijn wij voor twee weken. We kennen ondertussen de weg richting oceaan. Vanaf Villa Andrée is het slechts 2km tot aan zee. We moeten rond het vliegveld, na 15 minuten peddelen we op het oeverfietspad. Zalig met een prachtig zicht op Ile de Ré en de baai van Biskaje.
Iets verder moeten we rond Port du Plomb, een mini-plezierhaven waar de bootjes in het slib verzonken liggen. We kronkelen langs smalle paadjes over het ophaalbrugje, om na een poos terug bij de oceaan te komen.
We volgen kilometerslang een meanderend pad door ongerepte natuur. Prachtig zijn de hoge kliffen van Lauzières tot Marsilly waar we af en toe halt houden en diep ademen. Aperitieftime, laat Antoine ons horen, net wanneer we in Port de la Pelle een Cabane met buitenterras voorbijrijden. Stoppen mannen! Ja zojuist heeft Serge zijn deur geopend. We bemachtigen een fris plaatselijk biertje. We blijven plakken en zijn onmiddellijk de beste vrienden van de baas. We komen heel wat te weet over oester- en mosselkweek en over zijn geboortestreek “La Vendée”. Aan de horizon kunnen we met moeite zijn Vendée waarnemen. We dachten eerst echt dat het een eiland was, maar neen het is “Pointe de l’Aiguillon”. Straks moeten we daar voorbij…..als we hier nog weg geraken!
We onthouden en noteren de profetische woorden van Serge : “Je parle avec les yeux, j’écoute avec le cœur, je comprends avec le temps”.
Oei we hebben nog maar 18km op ons tellertje, wegwezen we moeten nog ver!
Bij la Pointe Saint-Clément, waar er vele “Carrelets” staan, stoppen we bij een uitkijkpunt met een Oriëntatietafel. Nu wordt het ons duidelijk hoe we het verloop van de kustlijn moeten beoordelen. Bij Esnandes moeten we landinwaarts richting Bourg-Chapon. We stellen het middagmaal nog even uit en stuiven door naar de brug over la Sèvre Noirtaise. Dit is de enige plaats waar we over de kronkelende rivier geraken. Nu moeten we door een gebied “Les Marais Pointevin” met helemaal geen bewoning. We hopen bij de sluis over het Canal de Luçon een eetmogelijkheid te vinden…..verkeerd gegokt de zaak blijkt al enkele jaren opgedoekt te zijn.
Ook in het volgende dorpje Saint-Michel en l’Herm zijn de zaken op maandag dicht. Ook in L’Aiguillon-s-Mer zijn we telaat, alles is net gesloten. Nadat we de brug bij de rivier Le Lay overgestoken zijn zien we le Casino de la Dunes, na wat aandringen is met bereid ons een slaatje klaar te maken! Oef eindelijk, we ploffen ons neer en na een frisse Grimbergen kunnen we middagmalen, het is ondertussen 15h.
Na nog een extra Grimberge en een babbel met onze tafelburen, fietsen we naar de top van het schiereiland “La Pointe d’Arçay”. Dit natuurgebied ligt tussen de oceaan en de monding van de Lay. Het reservaat is enkel toegankelijk met een gids van ONF. Het is een gebied met zeldzame flora en is een overwinteringsplaats voor trekvogels. We keren om en volgen de kustlijn voorbij de zandstranden tot bij “La Belle Henriette”.
Hier stallen we onze fietsen en stappen via een +/- 1km lange houten voetbrug het natuurgebied binnen. We nemen onze tijd en bewonderen de kustlagune met een lage duinengordel waartussen het zeewater stroomt. We lezen op de platen dat er enkele zeldzame vogels leven zoals de Turkse plevier, de Bruine kiekendief en de Roerdomp. Ook zee amfibieën zijn hier waargenomen.
Vanaf het centrum van La Tranche-sur-mer is het nog enkele kilometers landinwaarts naar ons verblijf Boussol. Gelukkig hebben we de gps die ons ter plaatse brengt. Fel bezweet krijgen we van de gastvrouw onmiddellijk een zijkant van het huis ter beschikking. Een zitgedeelte met keuken, een wasplaats, badkamer, twee slaapkamers en een privé buitenterras ….wat een luxe!
We doen een wasje van onze fel bezwete fietskledij en rusten lekker in de zon op het terras met een flesje koele wijn voor we gaan souperen. Wanneer we Ingrid, onze gastvrouw, vragen waar we best souperen, verwijst ze ons naar de strandboulevard bij la Grande Plage. Lang zoeken we niet, we stappen het drukke restaurant Equinoxe binnen en bemachtigen een mooi plaatsje op het terras met zicht op zee. Het wordt een vissouper met oesters en kabeljauw met als toetje ijs, als drank een wit wijntje natuurlijk. Na nog een flinke avondwandeling langs de boulevard spoeden we ons naar onze B&B …..Zal er gesnurkt worden !!!
Wanneer we de raamluiken opengooien, zien we een stralende zon boven de toppen van de tuinbomen piepen. Het maakt ons blij, we kunnen niet vlug genoeg klaar zijn. Sophie is zichtbaar verrast wanneer we vol enthousiasme aan de ontbijttafel aanschuiven. Toch is ze heel snel klaar en kunnen we genieten van een typisch Frans ontbijt met stokbrood, croissants en enkele soorten confituur. Nadien doet ze ons proeven van de Bretoense taart, ze is heel fier op haar Bretoense-afkomst.
Na wat extra koffie, willen we absoluut ons geplande “Rondje Ile de Ré” starten. Met een zalige 22°C en een stralende zon fietsen we richting Aéroport. Een hels lawaai en tientallen vliegtuigspotters doen ons benieuwd van ons pad afdraaien. Een 8-tal Alpha Jets staan met huilende motor klaar om te starten.Plots vertrekken ze één voor één over zee om na een poosje samen nog eens laag over het vliegveld te scheren…
Na het oorverdovend spektakel dalen we af naar het begin van het Viaduct Ile de Ré.Gelukkig zijn we per fiets, naast ons staan de auto’s, met stinkende uitlaten, te drummen, zij moeten betalen om op het eiland te geraken. De verbindingsbrug is ongeveer 3km lang, het is klimmen geblazen. De helling is voor vele fietsers duidelijk te steil, we moeten uitkijken om groepjes naast hun fiets stappenden voorbij te geraken…Het fietspad in kombinatie met voetgangers, is te smal vinden we en zeer gevaarlijk bij een snelle afdaling…Maar het uitzicht en het kille zeebriesje maakt alles goed.
Na de dorpjes La Garenne en Les Viviers slaan we rechts af en volgen de zee richting “Fort de la Prée” het eerste maar toch een beetje vervallen militair verdediging fort van Vauban op het eiland.Maar plots heeft Antoine een lekke achterband. Het gaatje is moeilijk te vinden, we moeten met de band tot bij de zee, om het onderwater op te sporen. De bruine blubber op Antoine zijn nieuwe fietsschoenen vormt nu zijn grootse zorg. Geen nood enkele minuten later is de band hersteld en kunnen we verder fietsen. De fietsschoenen zullen moeten drogen eer dat weer goed komt maat!
De aanlokkelijke terrasjes van La Flotte doen ons stoppen, het is bijna 11h en we krijgen dorst. Wat een drukte het is zoeken om een tafeltje te bemachtigen. Raar maar waar, er wordt hier blijkbaar veel meer bier dan wel wijn gedronken, allé een grote Grimbergen dan maar. La Flotte is een van de 10 kleine mooie dorpen van het eiland. De terrassen omzomen het drukke plezierhaventje.
Rustig en met de nodige voorzichtigheid geraken we tussen de vele zondag fietsers verder. Saint-Martin-de-Ré is een iets groter dorp, ook hier is het erg druk, op de fiets is er geen doorkomen aan. We besluiten dan maar om een terrasje weg van de massa op te zoeken en een eetpauze te houden. Veel zaaks is het niet, want iets later beklagen we het ons dat we niet verder gereden zijn tot bij de oester cabannes.
Saint-Martin-de-Ré, de hoofdstad van het eiland, met zijn stadsmuren en smalle straatjes is een wandeling waard. We slenteren op de verdedigingsmuren rond de haven, waar de plezierjachten binnen en buitenvaren. Na een dik uur geraken we via een verdedigingspoort terug op de uitgestippelde fietsweg.
Het wordt iets rustiger met minder fietsers, we vorderen goed tot bij “Fort de Grouin” op een schiereiland nabij het dorpje Loix. Bij “la Cabane du Feneau” houden we halt, maar de patron maakt ons met vele gebaren, duidelijk dat we telaat zijn…hij heeft zijn oesterterras net gesloten, gedaan voor vandaag.
Nu fietsen we enkele kilometers door de Marais een natuurreservaat met moerassen en zoutwinning. Volgens de panelen langs de zandpaadjes overstromen de moerasslikken regelmatig in de winter. Dit natuurgebied is in het treksezoen een vogelparadijs met wel 300 verschillende vogelsoorten.
Bij La Gouarde-sur-Mer zijn we aan de andere zijde van het eiland. We komen voorbij drukke zandstranden met veel watersporters. Zeilen, surfen en kitesurfen zijn hier in trek, er is hier genoeg wind en veel zon.
Bij Gouillaud rijden we door een duinbosgebied met prachtige brede fietspaden.
Zalig en zonder dat we het beseffen komen we terug in La Garenne aan het viaduct. Hier staan enkele kilometers auto’s bumper aan bumper aan te schuiven. Wij vliegen hen wuivend voorbij.
We beslissen eerst te gaan souperen en draaien na het viaduct linksaf richting Le Plomb bij L’Houmeau. Het is plots aan wel 20% steil omhoog op het duinpad naast de oceaan. De zee ligt een 12-tal meter dieper links van ons. Opnieuw geen geluk, zonder reservering geraken we niet bediend in het kleine visrestaurant La Passerelle. Geen nood ietsje terug hebben we een terrasje gezien. Na ons uitgebreid aperitief kunnen wij de baas van “La Cabane de Pertuis” zover krijgen een tagliatelle met inktvis klaar te maken.
Heerlijk zomaar aan de rand van de oceaan te genieten van al dat lekkers overgoten met een fris wit wijntje. Moe maar tevreden keren we terug naar ons verblijf. Gelukkig hebben we de sleutel gekregen, ons gastgezin is nog niet aanwezig.Na een flinke douche en wat napraten, zitten we vroeg in bed en dromen van het prachtige Ile de Ré. Slaapwel.
01 Dag 1 Brugge/Charleroi - La Rochelle zaterdag 11-06-2022
2022 Fietstocht
Charente-Maritime Vendée
& Les Iles
Antoine Pol en Bob
Dagboek van een fietstocht van 11-06 tot 28-06-2022
01 Dag 1 Brugge/Charleroi - La Rochelle zaterdag
11-06-2022
Het was echt puzzelen eer we de tocht voor elkaar kregen. Op onze najaarstocht 2021 hadden we enkele voorstellen, waarbij uiteindelijk de Charente-Maritime Vendée & les Iles de voorkeur kreeg op een Donautocht vanaf Budapest naar Passau (deze tocht was gepland in het coronajaar 2020). Zoals steeds, is een gepaste data vinden, een helse karwei…..Uiteindelijk na heel wat heen en weer bellen bleek de 2°helft juni voor iedereen prima. Tot enkele weken later onze vriend Robrecht een uitnodiging kreeg om in die periode, bij een vriend in de Var te verblijven, hij moest afzeggen. Ook Ryanair kwam met een ander vluchtschema, gelukkig wilden bijna alle voorziene verblijven ons toch op de nieuwe datum ontvangen. Toch moest ik een andere B&B, dicht bij het vliegveld van La Rochelle, zien te vinden, wat ook finaal gelukt is.
En kijk, enkele dagen vóór onze start krijgen we bericht van Ryanair dat we plots een avondvlucht hebben….Zoals altijd kan ik de nacht vóór ons vertrek moeilijk mijn slaap vinden en blijf maar woelen… Zal alles wel verlopen zoals gepland??? Heb ik alles wel mee??? Het is na al die jaren, nu niet anders…Mijn fietsdoos is klaar en om 12h is ook deze van Antoine gevuld. Samen bij ons middagmalen en op naar het Station van Brugge, waar Pol ons opwacht. Stipt om 14h vertrekken we met de Flibco-bus naar Charleroi Airport.
We dragen onze grote dozen samen binnen, zoals echte verhuizers. Nu inchecken…Je weet nooit hoe er gereageerd wordt bij Ryanair wanneer je de fietsen aanbiedt! We moeten onze uitzonderlijke bagage laten wegen. De dozen mogen slechts 30kg wegen, wat voor fietsen met bagage maar juist gepast is. Nu naar de scanner en daar gaan onze fietsen op de transportband, op hoop van zegen. Het is in Charleroi niet zo druk als in Zaventem, alles verloopt veel gemoedelijker. Onze Ryanair vlucht van 19h geeft ons nog ruim de tijd om te souperen op het terras van de vlieghaven.
Om 20h30 landen we op het kleine vliegveld van La Rochelle. De aangename avond warmte brengt ons onmiddellijk in vakantiestemming wanneer we op het tarmac naar de hall wandelen. Hier worden we, tot onze grote verwondering toegeroepen door een uitbundig duo. Het zijn Sophie en Marc eigenaars van “Chambre d’hôtes Villa Andrée”. Zij komen onze kartonnen fietsdozen ophalen en zullen deze bewaren tot we terug vertrekken, wat een luxe! Na een 1/2h sleutelen, fietsen we richting La Rochelle, 2km verder worden we door Sophie en Marc opgewacht bij hun prachtige B&B. Na het betrekken van onze kamers wordt het nog een lange praatavond met wijn, we ondervinden dat we ons moeten inspannen om ons in het Frans verstaanbaar te maken…Na nog een flesje wijn denken we dat het veel beter lukt! Of zijn we mis…we weten het niet. Best maar gaan slapen zeker!
Kort en pittig, dit was de najaarstocht 2022. We fietsten langs kanalen, rivieren en stromen met beschermd natuurgebied op de oevers en in de laagte akkers met treurende maïsvelden. Bij de start aan het station van Brugge trok onze outfit van trekkers op de fiets de aandacht van een groepje Indische toeristen. We moesten derhalve eerst even poseren vooraleer we konden starten aan het kanaal Brugge-Gent.
Het bochtige verloop van het kanaal duidt nog steeds op de ontstaansgeschiedenis. Het verloop was ooit de rivier de Reie en die is nog intact in de Brugse binnenstad. Bij het dwarsen van Gent vonden we de Leie waar prachtige gevels zich spiegelen in het water. Buiten Gent kwamen we op de Scheldedijk. Het is een uniek stukje natuur omgetoverd tot een gecontroleerd overstromingsgebied? De ornithologen zijn uiterst tevreden, want de lijst met vogelsoorten groeit gestaag aan.
In de bende van Bob is er een ongeschreven wet die bepaalt dat er drie keren halt wordt gehouden vooraleer de eindbestemming van de dag wordt bereikt. Dus op de middag van de eerste dag hielden we een stop na 26 km aan de Vaart in Bellem in het café De Hert. Die bruine kroeg bestaat al 400 jaar. We werden hartelijk ontvangen door de waardin Liliane voor openingstijd. Robrecht dronk er dikwijls een Leffe samen met zijn fietsvriend, Hubert. Ook Johan Verminnen komt er dikwijls over de vloer en laat er zich inspireren.
De tweede halte was niet ver van de Korenmarkt in Gent voor een appeltaart en een Westmalle en in Schellebelle dronken we een La Trappe vooraleer lekker te gaan tafelen bij het verblijf VOF Martine in Wichelen.
De volgende dag kregen we van Antoine een schat aan informatie tijdens de rit langs de Scheldedijken naar Aartselaar. Hij instrueerde ons over de vele veren, de vele wateringen, elektriciteitscentrales van weleer… Over de Franstalige auteur Emile Verhaeren met zijn nogal wellustige boek “Les Flamandes”.
Over het scheepvaart- en visserijmuseum, over palinggerechten, over Marnix Van Sint-Aldegonde en zijn kasteel in Bornem en gebeurtenissen tijdens den oorlog. Op het eiland tussen zeekanaal en Rupel aan de overzet leerden we van een jonge Zweed enkele woorden Zweeds.
De derde dag fietsten we door de geschiedenis van de steenbakkerijen met duiding van Bob over het hoe en het waarom van de kwaliteit van de pannen en de stenen. Dit erfgoed vulde ons gemoed door oude verhalen en de vele rode tinten van daken en gebogen muren.
Maar wat ons vooral zal bijblijven is de ontvangst door de zoon van Antoine in Korbeek-Lo en ’s anderendaags door Robrechts zus Mieke en schoonbroer Robert in Outgaarden. Alles kreeg voor ons een betekenis door de gastvrijheid. We vonden er weldadigheid en intimiteit.
We genoten van de sensibiliteit van een gesprek dat uitmondt in tevredenheid. Buiten kijf staan ook de ontmoetingen bij de V.O.F. waar het gastvrije verhaal vooral de vrouw is: Martine Deschepper in Wichelen, bij Rudi en Martine Dierckx in Aartselaar, bij Lieve en Bert. Emmers in Leuven en bij Lieve Daelman in Meldert.
De laatste dag reden we door de geboortestreek van Eddy Merckx over heuvels met wijnhellingen en vooral veel fruitboomgaarden. De telers waren aan het oogsten in de gietende regen, terwijl wij hen voorbijfietsten in regenkledij.
We dokkerden langs kasseihellingen over robuuste kasseien met hun typische roestbruine kleur. Ze lagen te blinken in de regen en werden glad door het natte leem. We zwoegden door holle wegen. Het zijn diepe geulen met begroeiing op de flanken. Ze werden geboetseerd door erosie van het regenwater en het vele gebruik van mens en dier. Bij het passeren van het kasteel van Horst waanden we ons in de middeleeuwen en op de markt van Tienen konden we genieten van het vakmanschap van het brouwen van bier in de vele brouwerijen van het Hageland.
Lang konden we er niet vertoeven, want tussen 4u en 5u werden we verwacht bij Mieke en Robert in hun vierkant hoeve in Outgaarden. We hoorden er dat zij een afspraak hadden gepland voor ons met hun dochter Saar en Geert in hun nieuwe woonst. Robrecht beweerde dat hij Saars preferente oom is en toonde aan waarom en hoe de hoeve voor hem een knooppunt is van verleden en toekomst. Het is typerend voor Robert om op de proppen te komen met een archief waarmee hij aantoont de spiritualiteit van Robrechts vader: “Alles voor Vlaanderen en Vlaanderen voor Christus”.
Toen de duisternis viel wipten we binnen in Houthem bij Saar en Geert en hun twee lieve kinderen vertederden ons, wij drie ouwe knarren. Onze trektocht eindigde die dag in Meldert. Het was donker en zonder de gps van Bob hadden we nooit, Overhemstraat, 24, gevonden. In het gastenhuis stonden de deuren wagenwijd open en een brief heette ons welkom, want de gastvrouw was bijlange nog niet thuis.
Zaterdagmiddag namen Bob en Robrecht in Leuven de trein naar Brugge en Antoine spoorde naar Antwerpen. Thuis in Sint-Andries kreeg Robrecht de hartverwarmende telefoon van zijn zus: “Je hebt twee toffe vrienden! Hou ze in ere”. We danken de Vrienden op de Fiets logeergezinnen, want op ieder adres werd ons een wereld aangeboden met verhalen over reizen, schone kunsten, kinderen en kleinkinderen, proeverijen naar ieders wens.
2022 Fietstocht Charente-Maritime Vendée & Les Iles
Met Antoine, Pol en Bob
Beste vrienden,
We zijn goed en wel terug. Onze 15-daagse tocht is een 18-daagse geworden met dank aan de Ryanair staking. Zoals verwacht is het een uitzonderlijk prachtige maar hete tocht geworden. We hebben het programma met rondritten op de eilanden Oléron, Noirmoutier met de passage du Gois en zelfs tweemaal Ile de Ré, welke wij volmondig het allermooiste vinden, rondgefietst. De Vendée en de Charente-Maritime hebben gebracht wat wij beoogd hadden. Natuur, zalige fietswegen langs de Océan, door de bosduinen en de Marées. Vergezichten zonondergangen en rustige vissersdorpjes.
Ja natuurlijk hebben we overvloedig genoten van oesters en mosselen en van het plaatselijke vocht. De bijkomende verplichte dagen brachten ons zelf wat cultuur.
We moeten alle B&B ’s en verblijven danken, maar het meest onze B&B -madam Sophie van Villa Andrée in La Rochelle die ons de drie bijkomende dagen, ondanks haar voorgenomen vakantie, toch onderdak heeft bezorgd. Uiteindelijk is onze tocht geëindigd met meer dan 1000km en hebben we drie dagen in een zinderende hitte van +/-36°C, iets meer onze krachten moeten aanspreken. Later volgen er verslagen en PowerPoint’s op mijn blog.
2022 Aankondiging 15-daagse Fietstocht Charente Vendée & Les Iles
.
2022 Aankondiging 15-daagse Fietstocht
Charente Vendée & Les Iles
Met de Bende van Bob
Beste vrienden,
Zaterdag 11 juni is het zover. Deze keer vertrekken we met 3 man Antoine, Pol & Bob vanaf Charleroi naar La Rochelle. We willen hoofdzakelijk de Vélodyssée ttz de Océan-kustfietsroute volgen.
We starten in La Rochelle fietsen op Ile de Ré. We volgen dan noordwaarts de kust van La Véndée tot op het eiland Noirmoutier. Na de “Passage du Gois” gaat het zuidwaarts langs de kusten van de Charente-Maritime tot op het eiland Oléron en tot aan de monding van de Gironde tot Royan.
Het wordt een natuurtocht met Océan, polders en duinen. Met vele kleine vissersdorpjes waar we overvloedig willen genieten van oesters, fruits de mer en mosselen.
Op zaterdag 25-06 hopen we terug te komen naar Charleroi met Ryanair.
De tocht is ongeveer 900km met +/- 70km per dag.Onze overnachtingen zijn gereserveerd bij B&B ’s en enkele hotels.
Later volgen er verslagen en PowerPoint’s op mijn blog.
In het voorjaar 2022 fietste de bende van Bob naar Nederland om de Maas Oostwaarts te gaan verkennen. De start lag aan het station van Berchem waar Antoine stond te wachten op zijn drie vrienden uit Brugge, Bob, Pol en Robrecht. Het was toen maandag, 25 april, 11u. We fietsen niet elektrisch en door onze gemiddelde leeftijd van 78 lentes werd er bij de voorbereiding van fietstochten voortaan gekozen voor minder hoogtemeters en km per dag maar de bezieling blijft hetzelfde: lekker eten en drinken, met de mensen praten, aandacht voor bezienswaardigheden.
Eerst ontdekten we een stukje groene rand van het onstuimige Antwerpen langs de rivier de Grote schijn in het Rivierenhof. Daarna volgden we de paden langs het Fort van Wommelgem en het fort van ’s Gravenwezel, ooit behorend tot de fortengordel rond Antwerpen maar nu oases van rust en groen. Was het met voorbedachten rade dat Bob de route langs Westmalle had uitgetekend? In Westmalle staat een cistercienserabdij waar paters in hun abdij trappistenbier brouwen. Een trippel of een dubbel van ’t vat? We hielden halt om te proeven en stilden onze honger met een dikke snee bruinbrood met erboven op een cm dik plak hoofdvlees besmeerd met mosterd.
Ook Merksplas met de voormalige landloperkolonie en vandaag werelderfgoed was een van de topo’s van de dag. De lanen lopen er loodrecht doorheen de bossen vol naald-en loofbomen. Vanaf Merksplas kwamen we in een vennenlandschap, een mozaïek van ondiepe waterplassen, heide en hooiland met kievieten en tureluren. Na 65 km kwamen we in het Nederlandse Baarle Nassau met zijn grillig grensverloop over wegen en door huizen, ooit een eldorado voor smokkelaars en zijn eigenaardigheden in de voorbije coronatijd. Alhoewel er regen werd voorspeld, zagen we geen druppel nat. Alles was naar wens verlopen en we werden met open armen ontvangen door Harry en Wilhelmien in hun kraaknette boerderij. We proefden van heerlijke gerechten, terwijl de gastheer Harry zijn knowhow over waterbeheersing met ons deelde, het conflict van zoet en zout in Zeeland, overstromingsgebieden langs de Maas en onderhandelingen met landbouwers en Belgen. Bij het ontwaken ’s morgens werden we omhelsd door de lente en de geur van het ontbijt nodigde uit om Bourgondisch te genieten.
Vanaf hier begon het fietsparadijs door Nederland. We maakten onze fietsen klaar en volgden het rechte fietspad, Bels Lijntje, door wielerfanaten gekend als het rechtstreekse fietspad tussen Turnhout en Tilburg. Het schijnvliegveld De Kiek (1940-1945) ligt erlangs waar de Duitsers nepstartbanen, bunker, nephangars, nepvliegtuigen bouwden om de Engelsen te misleiden. Er staat een kunstwerk dat ons doet nadenken over oorlog en nu vooral wegens de oorlog in Oekraïne. Hoe is het mogelijk dat ideologieën gebruikt worden om oorlogen te motiveren of aan te wakkeren?
Omtrent de noen passeerden we westwaarts Tilburg en noordwaarts de Loonse en Drunense duinen, een uniek beschermd gebied gevormd door stuifzand. Op loopafstand ervan in Kaatsheuvel ligt het drukbezochte themapark, de Efteling. We dwarsten even verder een natuurgebied met heide en bossen ontstaan door omvorming van landbouwgrond door de natuurvereniging natuurmonumenten. Het is een stiltegebied met een natuurbegraafplaats. “De stilte van de natuur heeft veel geluiden” schreef Henriette Roland Holst. Naast de vennen zijn er ook weidegebieden waar oerossen grazen. Antoine vertelde dat de oerossen er nuttig zijn tegen overdadig struikgewas in de weilanden.
In Drongelen kwamen we aan de Maasbedding en we fietsten verder kriskras doorheen een kluwen van wateringen. We lieten al de oeververbindingen voor wat ze zijn en concentreerden ons op sporen van een lang verleden in Heusden. Het is een gerestaureerde vestingstad met molens op de wallen en een oude stadshaven waar ooit een scheepswerf was en nu vandaag een mooi jachthaventje. Het was er heerlijk op het terras van de met zon overgoten vismarkt. Er staat een volledig bewaard gebleven gebouw, de Visbank, een open galerij met Dorische zuilen waar ooit vis werd verhandeld. Vanaf Well met zijn imposant middeleeuws kasteel en tienden schuur werd de dijk waar we fietsten klimmend en met de gure noordoostenwind op kop werd het even uitblazen op het hoogste punt.
Het toeval kon niet groter zijn, want op het hoogste punt stond een plakkaat met de naam Hondneststraat erop en daar moesten we zijn om er te overnachten bij V.O.F. Mevr. Els Hofmans van der Kroef. We maakten er kennis met lokale tradities, het ambacht van hoefsmid en het verhaal van de kleine gemeenschap Hedel met 5000 zielen en 3 geloofsgemeenschappen met ieder zijn kerk, zijn school, zijn speelterrein. Het was er toen die avond ook Prinsjesdag en het jong volk trok zingend door de straat oranje gekleurd.
Op dag drie loopt het parcours verder langs de meanderende Maas eerst over de Maasdijk. Overal zie je bossen waar bomen en struiken in het water van de Maasvallei gedijen en daardoor de omgeving zijn charme krijgt waarvan men kan genieten vanop verhoogde paden afgebakend met laagstammige eiken en essen. Veel huizen hebben strooien daken en liggen even hoog als de rijweg.
De centra van vele dorpjes waren afgezet, want overal waren er kinderstoeten, rommelmarkten, braderieën, spelende fanfares wegens koningsdag. De dorpjes liggen langs de Maas als een slinger met kralen. Nu en dan trok een molen, een hoeve met een groot dak, een kasteeltje onze aandacht maar ook Lith die we in de verte zagen liggen aan het brede water. Daar zouden we even verpozen. Het mooiste moest nog volgen, de Ravensteindijk. Langs Maasduinen hebben boerenmensen een afwisseling van bossen, weilanden, akkers, waterpartijen gecreëerd met als resultaat een weidse omgeving van rust en mooie landschappen. Het is ook een overstromingsgebied, want de Maas met zijn wisselende waterstanden vormt ook een bedreiging voor omwonenden en men doet er dus aan dijkversterking en rivierverruiming.
Ravenstein zelf is een mooi en bewaard vestingstadje met zijn muren kazematten, burcht, en op het hoogste punt een molen waar alleen maar streekbieren van de lokale brouwerij ‘Wilskracht’ worden geserveerd. Na 70 km begint de omgeving heuvelachtig te worden. We naderden Mook, een dorpje met pittoreske ligging aan de Maas en de kleurrijke Mokerheide die boven de horizon uitsteekt. Bij het binnenrijden werden we geïnformeerd door een bord dat er in Mook overblijfselen zijn van een Romeinse villa. Maar veel meer leerden we bij V.O.F. bij Mevr. Tanja Merkelback op deze woensdagavond en donderdagmorgen.
De Romeinen hebben vanaf Mook tot Venlo rond velden en langs wegen een vlechtwerk gemaakt van meidoornhagen als hindernissen. Is het erfgoed vandaag? Ze zijn zeker nu belangrijk voor het in stand houden van een microklimaat en vormen een uniek gesloten landschap. Hoe mooi zal het niet worden in de maand mei met de witte bloesems op al die hagen. ’s Avonds waren onze gastvrouw – en heer zo vriendelijk ons te vergezellen een aantal kilometer verderop naar een jachthaventje om er heerlijk te vertoeven. De terugweg was feeëriek doordat de pas verdwenen zon tussen de schaduwen heen nog even de lucht en het water van de Maas met een rode gloed liet glinsteren.
Na het ontbijt en de gebruikelijke fotosessies sprongen we weer gepakt en gezakt op onze stalen rossen. De mokerheide, kleine kerktorens van achter de bomen en de vele meidoornhaagjes fleurden ons traject. De max van de dag was dorpje Arcen met zijn driehoekig, Keltisch marktpleintje, zijn kasteel met tuinen en een watermolen als blikvanger. Ook aan jachthaventjes ontstaan door een spel van natuur en mens is het er heerlijk verpozen. Die dag werd ook onze bewondering gewekt voor de Nederlandse knowhow omtrent waterbeheersing door het stuw- en sluizencomplex van Sambeek. Venlo was die dag onze eindbestemming. De stad ligt nabij de Duitse grens en de Maas vloeit er door de binnenstad en vormt er een breed spoor met heel veel groen. Er is er trouwens ook veel horeca en dat was veel belovend.
Aan het water In het restaurant Sur Meuse waren de asperges over heerlijk. Het ligt op loopafstand van het Lambertusplein met zijn statige herenhuizen waar ook ons gastadres is bij Mevr. Carolien van Rhijn. Er waren daar ook nog 2 andere gasten met verhalen over tochten naar de monding van de Maas.
’s Anderendaags (dag 5) fietsten we verder stroomopwaarts en het verval van de Maas werd steeds groter. We merkten het aan de sluizen van Roermond en Maasbracht. Vooraleer we aan het Julianakanaal kwamen, in de drukte van een economische slagader, stopten we in Asselt aan een oud Romaans kerkje mooi gelegen op een hoogte en in de absolute stilte.
Bij het dwarsen van het lateraalkanaal in Roermond deden we wat binnenvaartkennis op en beseften tevens hoe zandwinning overal waterplassen deden ontstaan die nu voor veel waterrecreanten gedroomde vakantiebestemmingen zijn. De Maas wordt er ook gebruikt als waterkrachtcentrale en is energiebron voor de handelsstad Roermond. In het smalste stukje Nederland hielden we een ludieke fotostop. Met amper 4,8 km breedte doet men er nog altijd aan zandwinning. Gelukkig vullen ze de putten terug op met andere grond. Vlak bij de grens met België ligt Roosteren tegenover Maaseik. Het is een piepklein dorpje met een groot kasteel en een zorgboerderij waar mensen met een beperking er een thuis vinden. Daar zijn we even langs geweest en reflecteerden hoe belangrijk het is om een dagbesteding te hebben en sociale contacten. Trouwens voor iedereen en in het bijzonder voor wie beperkt is heel belangrijk.
Onze eindbestemming die dag was Stein-Elsloo. Op de hoge steile oevers van het Julianakanaal staan veel schapen te grazen. Een schapenkoteletje van hier zou wel eens kunnen smaken en in het restaurant ’t Veurletste waren ze overheerlijk. De plaatselijke karnaval vereniging heeft er zijn lokaal. Nederlands Limburg is gekend voor dergelijke uitbundigheid. Maar ook die avond, 29 april, was er een aanstekelijke ambiance. Ons bed met ontbijt lag op een aantal meters van de grens Nederland-België bij Mevr. Isabel Hendrix. We sliepen er heerlijk op de zolderkamer. Het is zaterdag, 30 april. Zoals iedere morgen brieften we de trajectkaartjes door Bob prachtig uitgetekend met hotspots. In Stein namen we voor de vijfde keer en laatste keer afscheid van een gastadres en keerden huiswaarts.
Vanaf hier heeft de Maas een kerf gemaakt en manifesteren zich terrasvormige hoogteverschillen tot in Maastricht. In Maastricht zijn een aantal highlights te bezichtigen. Er wordt wel eens geroepen dat het Vrijthof het mooiste van Nederland is. Die dag was het op een koppenlopen en moeilijk om zich een weg te banen met de fiets tussen al die toeristen en derhalve hebben we maar een glimp gezien van het Vrijthof. We hebben echter wel genoten van een appeltaart op de mooie markt met zicht op het klassieke stadhuis. Eenmaal buiten Maastricht volgden we de mergelroute en reden even door het beschermde dorpsgezicht van Eysden gelegen op de rechteroever van de Maas en in de verte lag heel zichtbaar Lische op de linkeroever, een economische activiteit van cement, kalksteen en klinkers. Tussen de Maas en het Albertkanaal zijn we weer in België maar in Wallonië zijn fietsknooppunten moeilijk te vinden en is klimwerk onvermijdelijk.
Toch geraakten we in Herstal, herkenbaar aan beboste terrils, en langs de Maas waar vervallen fabriekspanden naweeën zijn van een economisch verleden. We kwamen meer en meer in de dicht bewoonde wereld van Luik. Dankzij het talent van Pol om zich in een stad te oriënteren vonden we onze weg langs het drukke autoverkeer in het stadscentrum. We gingen definitief in de remmen aan Gare Guillemins, een indrukwekkende constructie gemaakt van staal, glas, wit beton en blauwe hardsteen. Op tijd namen we de trein naar Brugge na een week fietsen met Pol, Bob, Antoine en Robrecht en met herinneringen aan het beeldschone Limburgse landschap door de Maas gesculpteerd.
Dag 17 Cambrai - Tournai/Brugge 26-06-2014 & Epiloog
Dag 17 Cambrai - Tournai/Brugge
26-06-2014
’t Is vandaag al onze laatste dag op deze grote tocht van 2014. Zouden de Fransen hun Wereldbekermatch verloren hebben ? Ze hebben ons rustig laten slapen. We hebben geen hysterisch getoeter noch geschreeuw gehoord! Het TV toestel op onze kamer laat ons weten dat er gelijk gespeeld is, de Franse ploeg heeft blijkbaar teleurgesteld.
Wat ons echter meer interesseert is het weerbericht. Het blijft zonnig en tussen de 20 en 24°C. We hebben al 17 dagen geluk. Ons regenzeiltje zit nog steeds onderaan in de fietszakken. Zoals gisteren afgesproken zitten we om 7h45 aan de ontbijttafel. Onze hotelbaas heeft het druk, blijkbaar zijn al zijn gasten tegelijkertijd in de eetzaal.
Terwijl we genieten van het uitgebreid buffet, overlopen we onze reisweg voor vandaag. 135km tot Brugge zien we echt niet zitten, wetend dat Antoine dan nog 2h moet sporen tot Beveren-Waas. We beslissen onze fietstocht te beëindigen in Tournai, waar we toch voorbij moeten. ’t Zal ook nog wel +/-70km zijn en dan kunnen we via Kortrijk naar huis sporen.
We verlaten “La Chope” richting brug over het kanaal naar de Schelde. We volgen het jaagpad bij “l’Ecluse 18” tot buiten Cambrai. Het fietspad naast het water is niet in zo’n beste staat. Toch stampen we er lustig op los. Na een 10-tal kilometer verlaten we het kanaal richting Pallencourt. We kruisen het kanaal de la Sensée en onmiddellijk erna het Canal Dunkerque-Escaut.
Het is kronkelen door uitgestrekte velden tot Abscon. Bij kilometer 25 volgen we “Voie verte de la Plaine de Scarpe” tot Marchiennes. Na dit dorp sukkelen op enkele Paris-Roubaix stroken van het
“ Forêt Domanial de Marchiennes” beter gekend als het “Bos van Wallers”. Tot Orchies is het over de kasseien dokkeren, Mijn maatjes weten dat ik mij op deze wegen in mijn nopjes voel.
Op een grotere versnelling laat ik met de handen losjes op het stuur de fiets haar werk doen. Wanneer ik in een langzame bocht achter mij kijk, weet ik Pol en Antoine in de verte te ontwaren. Eenmaal op de asfaltweg in het dorp is het wachten op mijn vloekende vrienden. Ik moet hen beloven dat dit de laatste moeilijke strook van onze tocht was. Bij de eerste de beste stopplaats zal ik hen moeten trakteren…..
Wanneer we het dorp Mouchin voorbij rijden zijn we aan de grens. Nu volgen we de grote baan tot Rumes. Iets verder in Froidmont buigen we af en nemen de Chaussee de Douai tot Tournai. Vóór we de stad binnen rijden stoppen we bij het eerste het beste café…..We vieren het einde van onze tocht met enkele Duvels en laten de bazin een paar panini's klaarmaken.
Nu we in Wallonië zijn moeten we geduld oefenen, het duurt en blijft duren eer we de schamele broodjes kunnen verorberen……
We dwarsen de stad Doornik, rijden over de prachtige marktplaats. Daarna kruisen we de Schelde en komen aan het station. We hebben nog juist de tijd om kaartjes te kopen en ons en de fietsen op de trein richting Kortrijk te hijsen.
In het station van Kortrijk moeten we afscheid nemen van onze vriend Antoine. Hij dient zich te haasten om de trein richting Antwerpen te halen. Pol en Bob hebben alle tijd eer ze aansluiting naar Brugge hebben…..Anderhalf uur later is onze onderneming compleet ten einde en zijn we goed en wel, gezond terug thuis.
Afstand: 69km Totaal : 1390km
Weer: Zon, af en toe sluierbewolking +/- 21°C
Wind tegen 3 BF
Epiloog
Vrienden, Pol en Antoine bedankt, jullie zijn fantastische fietsmaten.
Hugo we hebben je ongelofelijk gemist maat! Elke dag dachten we, wat zou onze ouderdomsdeken genieten van de natuur en de vele vogels en dieren, die we gezien hebben op deze tocht...
Spijtig, ‘t is alweer voorbij!
Het was een loodzware, te lange tocht. De strakke tegenwind, de warmte en de bar slechte bijna onberijdbare weggetjes hebben ons afgemat. Nooit eerder waren we bij onze thuiskomst zo uitgeput. De jaarlijkse langeafstand fietstochten zijn voor ons een zegen van vrijheid. Het doet mij erg veel plezier om telkens de waardering voor het voorbereidend werk te ervaren.
Nu is het verlangen naar de volgende tochten in 2015.
Onze voorbereidende weektocht zal ons naar Boulogne-sur-Mer brengen via de Côte d’Opale; We komen terug langs de Noordzee Route via Saint-Omer.
De voorbereiding voor onze grote tocht 2015 is bijna klaar.
In juni 2015 willen we een 14 daagse fietstocht “Rond Nederland” maken.
Eén vlakke tocht waarbij onze vriend Hugo de “Bende” opnieuw compleet zal maken.
Het is 8h30 wanneer we in het eetzaaltje aanschuiven. Het fenomenaal zicht op de vallei en de benedenstad is enig. Er hangt een nevelsluier aan de horizon. Het beloofd opnieuw schitterend fietsweer te worden. Bernard heeft ochtendcorvee. Onze ontbijttafel staat overvloedig gedekt, we kunnen onmiddellijk aanvangen met eten . Wanneer onze B&B eigenaar de koffie brengt, begint hij de toestand van de bovenstad Laon, aan te klagen.
De kernbewoners zijn niet te spreken over het stadsbestuur. Deze hebben helemaal geen aandacht voor de historische stad. Enkel de industrie en de ontwikkeling van de benedenstad, waar de meeste bewoners verblijven, krijgen hun aandacht. Een echte schande, beweert Bernard. Straks moeten we nog in opstand komen, zo kan het niet verder.
De meer begoede voormalige bewoners ontvluchten de stad….Wij moeten de arme man zelfs opbeuren, hij is er ondersteboven van. ……
Hoog tijd om te vertrekken. Het wordt nog een hele klus om de fietsen en onze bagage naar boven te sleuren…. We hebben precies een betere conditie dan onze gastheer, die ons hijgend blijft uitwuiven.
Gedaan met het mooie uitzicht vanaf de stadswallen. We dalen aan grote snelheid naar de benedenstad en rijden richting La Neuville. Vandaag fietsen we dwars door Picardië. Het beloofd een dag vol afwisseling te worden. We moeten straks naar hoogvlakten klimmen om af te dalen naar het kanaal de Saint-Quentin. Het gebied is hoofdzakelijk bezaaid met uitgestrekte graan- en koolzaadvelden.
Na enkele rustige baantjes met hier en daar slordige boerderijen, fietsen we na Vivaise rond een afgedankt vliegveld het “Base Aérienne Laon-Couvron”. Een vliegveld gebouwd op het einde van WOI. De basis speelde een grote rol in WOII en is sedert enkele jaren compleet opgedoekt door besparingen bij het leger.
In Monceau-lès-Leups kruisen we de Autostrade A26. In een verlaten dorp Pont à Bucy rijden we over de rivier “La Serre”. Na Séry-lès-Mézières komen we in de vallei van de Oise. Wat een prachtige groene oase van rust. Op een smal weggetje moeten we plots uitwijken voor een naar ons toekomende wagen. De auto stopt op een brugje en de inzittenden doen ons halt houden. De vrouw denkt dat we de weg verloren zijn. De man wilt weten waar we heen moeten. We krijgen een niet te stuiten uitleg, zowel van de vrouw als van de man. Uiteindelijk spreken ze elkaar tegen en ’t wordt een onverstaanbare woordentwist tussen het echtpaar. Ik tracht ze te bedaren, toon ons routeboek en stel hen gerust. “Bedankt voor die mooie uitleg, we vinden het wel”. Wat een bizarre situatie!
We verlaten de groene vallei en komen enkele minuten later in het gehucht Berthenicourt bij een T-kruispunt. Zowel onze kaart als de gps geven rechtdoor. Naast een boerderij is er een karrenwegel of liever een oprit, moeten we wel langs daar? Hadden we daarstraks niet beter naar de uitleg van het echtpaar geluisterd !!!
Na overleg besluiten we de wegel rechtdoor te nemen. Niets vermoedend beginnen we aan een cyclocrossparcours. De weg is zanderig, na enkele honderden meter overgroeid met hoog gras en onkruidstruiken. Zoals steeds, rij ik op kop in zo’n situatie en houd het tempo gestaagd hoog genoeg. Het is uitkijken want iets verder is het zandbaantje bestrooid met steenbrokken als opvulling van diepe wielsporen. Gaat bergop en ’t wordt op de trapperslopen en de obstakels ontwijken……Feitelijk voel ik mij in mijn nopjes!
Plots sta ik boven aan een spoorlijn en houd halt. Mijn vrienden zijn echter niet gevolgd. Ik zie ze zo’n 300m achter mij beneden stilstaan.. Ai wat is er gebeurd ? Terug naar beneden dus. Pol kan zijn lachen niet bedwingen terwijl Antoine er beteuterd bij staat! Ik zie wat er gaande is….Antoine zijn klikpedaal met de trapas hangt aan zijn schoen te bengelen. Pol onze techniekspecialist lost de zaak op, de as wordt op zijn plaats geduwd en de spanbout aangetrokken. Maar ohwee na honderd meter is de trapas er opnieuw af. Nu zien we dat de bout, bij het verwijderen van verdroogde modder, nog harder kan aangespannen worden…..Hoera zaak opgelost! Iedereen blij….Maar Antoine zal bij zijn thuiskomst in onkosten moeten vallen! Het wordt echter nog kilometers lang ploeteren op de bijna onberijdbare wegel. Onverwachts komen we op een soort Paris-Roubaix weggetje waar de onregelmatige keien bestrating erin gegooid zijn en compleet overgroeid met onkruidtakken. Gelukkig zien we enkele honderden meters van ons een boerderij. Nog iets verder zijn we in het dorp Itancourt terug op het asfalt. We zijn alle drie rood aanlopend van de helse inspanning en dolblij dat we die 10km ellende overleefd hebben. Hoog tijd om onze dorst te lessen.
Na enkele bochten zien we in het dorp “Le Thiolet” en stormen het café zonder nadenken binnen. We bestellen voor elk een biertje. Bij grote dorst smaakt alles, ook het wat fletse plaatselijke gerstenat. Toch willen we iets pittiger en wonder madam heeft Leffe. We bestellen bruin brood met kaas en hesp. Na 40km zware kilometers is het ondertussen 12h00 en hebben we een rust- eet- en drankpauze meer dan verdiend, menen we.
Het is 13h00, de plicht roept, we moeten verder. We zijn nog niet eens half weg! Pol gooit ongewild de geraniums van de vensterbank van het café. ’t Wordt nog een hele karwei om alles opnieuw in orde te krijgen. Na Neuville-Saint-Amand komen we aan het Canal de Saint-Quentin. De brandende zon staat pal boven ons. We hebben nu 60km en beslissen de stad te bezoeken…..
Langs een statige avenue rijden we recht naar het centrum tot bij de kathedraal. Saint-Quentin is bijna volledig verwoest in WOI. De basiliekkerk is bijlange niet zo indrukwekkend als deze in Reims. Het is een somber grijs lomp gebouw. Binnenin, is enkel het vloerlabyrint opvallend, voor de rest is het een grote ruimte zonder (!) ziel.…..
Na een babbel met Engelse fietstoeristen stappen we door de winkelstraat naar een marktplein. Op het plein kunnen we het niet laten om een terrasje te doen. Lekker onder de parasols smaakt de frisse Leffe heerlijk. We hebben de indruk dat alles er wel een beetje Vlaams uitziet, zeker de bouwtrant van het “Hotel de Ville”. ’t Valt ons nadien moeilijk om terug in actie te geraken.
We fietsen terug naar het kanaal en volgen richting Base Nautique. Na l’Etang d’Isle zijn we op de Voie Verte du Canal de St-Quentin. Dit kanaal verbindt de Schelde met de Oise en is 105km lang. De trekweg is mooi geasfalteerd en het is een plezier om op die vlakke weg aan een strak tempo goed te vorderen. Hebben we teveel geboft ? Vanaf Morcourt wordt het heel wat anders. We moeten door grof grind met kuilen, soms is het op het gras een beter spoor zoeken.
Hierop blijven rijden zien we niet zitten en verlaten het slechte jaagpad. Ook dit kanaal verdwijnt onder de grond. We fietsen op D718 naast het “Souterain de Riqueval”. Het is een scheepstunnel, van 5,5km lang waar hoofdzakelijk pleziervaart met een elektrisch gevoede kettingsleper door getrokken wordt. De doorvaart duurt bijna 2h à 3km/h, wij zien echter geen activiteit!
In Bellenglise volgen we een heuvelende drukke steenweg tot Le Catelet. De aan grote snelheid voorbij snorrende auto’s en vrachtwagens maken het heel gevaarlijk. Gelukkig kunnen we bij km 70 langs een wegel die sakkerse drukke baan verlaten. In het begin is de wegel goed te berijden maar na 2km moeten we tussen stallen op een enorm grote maar slordige boerderij een pad zoeken. Het wordt opnieuw een cyclocross parcours zoals deze morgen. Voortdurend traag klimmend tot op een plateau. We houden halt. In de verte zien we de torens van Cambrai. Na enkele vervelende kronkels tussen hogere hagen komen we plots op een smal keienbaantje richting Crèvecoeur. Het “Chambres d’hôtes Ferme de Montecouvez” waar we op onze Elzastocht in 2010 een nacht gesleten hebben, vinden we niet terug. We hadden nochtans graag de sympathieke uitbaters gegroet.
Gelukkig krijgen we nu een ferme afdaling op een holle weg met Paris-Roubaix keibestrating…..Het kan ons niet deren we zijn het al meer dan gewoon. Na 92km zwoegen en afzien als de beesten belanden we aan ons hotel “La Chope” aan de rand van Cambrai. Het is enkele minuten vóór 18h en ’t hotel is nog gesloten. Terwijl ik telefonisch oproep komt de uitbater aangereden en krijgen we onmiddellijk een ruime goed ingerichte familiekamer.
Na een flinke douche staan we te popelen om gezamenlijke van onze laatste avond te genieten in de stad. We wandelen naar het fraaie centrum. De Franse voetbalploeg speelt deze avond een Wereldbeker match. We kunnen er niet naast zien. Op elk pleintje of hoekje staan gelegenheidsterrasjes met grote TV schermen. Er heerst al een te luidruchtige sfeer.
De voetbalgekken lopen blauw-wit-rood geschilderd en gekleed, vele hebben al duidelijk te diep in de bierbekertjes gekeken. Niettegenstaande vinden we, niet ver van de grote markt een rustig terrasje. Na enkele aperitief biertjes wordt het tijd voor ons laatste avondmaal van onze tocht 2014.
We stappen, zonder veel nadenken, het restaurant “La Taverne de Lutèce” binnen. Er heerst een gezellige aangename sfeer, het kleine zaaltje zit bijna compleet vol. We bemachtigen een tafeltje en genieten van een uitgebreid avondmenu. Na een ijstoetje, een likeurtje en een lange babbel met enkele toeristen wordt het heel laat eer we terug sukkelen naar ons hotel.
We vrezen veel getoeter en gezang van de Franse voetbalsupporters en gebruiken onze oordopjes….Zeker is zeker! Slaapwel na zo’n bewogen dag.
Ons routeboekje voorziet voor vandaag 115km. We hebben met Carmen afgesproken om rond 7h30 te ontbijten. Onze gastvrouw heeft al enkele gasten
mogen uitwuiven en ze komt ons vlug bedienen. We hebben gelukkig een flink ontbijtbuffet. Afrekenen en vertrekken.
Om 8h15 nemen we afscheid van Madame Carmen en we fietsen richting centrum. Het is nog fris, maar de zon is al van de partij. ’t Beloofd opnieuw een schitterende dag te worden. De gps brengt ons dwars door het centrum tot aan het Canal de la Marne. We zullen zover als het kan dit kanaal met de Voie Verte erlangs, trachten te volgen. De Champagne- streek is heuvelachtig maar we merken er gelukkig niets van op de trekweg.
Niettegenstaande het jaagpad als fietsweg “ Voie verte “ wordt aangegeven stellen we vast dat het een karrenweg is. Kilometers aan een stuk is het opletten en de berijdbare stroken tussen het gras opzoeken. Gelukkig is het droog. ’t Zou anders nogal een slijkboeltje geweest zijn. In Condé-sur-Marne hebben we 20km. We moeten over een brug door een industrieterrein naar een op een T-aansluitend kanaal. We verlaten de Marne, en volgen nu het Canal de l’ Aisne à la Marne naar Reims.
Na een reeks sluizen, die mechanisch worden bediend, vorderen we veel sneller op een brede kiezeltrekweg. Dit kanaal is 58km lang en verbindt zoals zijn naam het aangeeft de Marne met de Aisne tot in Berry-au-Bac. Door een bosrijk gebied rijden we voorbij Vaudemange naar Billy-le-Grand. Op deze plaats moet het kanaal door de Mont de Billy. De tunnel is 2,3km lang en was vroeger uitgerust met een eindeloze kabel met een trekhaaksysteem. De schepen moesten aanpikken en werden zo door de tunnel gesleept. De kabel werd aangedreven door een stoommachine. Dit is al lang niet meer zo, nu varen de schepen er op eigen kracht traag door. Er is wel eenrichtingsverkeer en geautomatiseerde verlichting binnen de smalle pijp.
De trekweg langs het kanaal is een GR (Groot Routepad) voor de Santiago de Compostela pelgrims, op weg naar het bekende verzamelpunt Vezelay in de Bourgondië. We rijden op een hoger gelegen kiezelpad naast de tunnel. Links van ons zien we op de hellingen champagnewijngaarden.
De zon brandt ook al is de temperatuur matig. Het is opnieuw dikwijls stoppen en smeren. We hebben geluk, de vele hoge begroeiingen langs het kanaal breken de nog steeds vervelende tegenwind. Na een 10 tal sluizen, komen we aan een plezierjachthaven bij een verbreding van het kanaal in Sillery. Na 45km is het hoog tijd voor ons traditionele aperitiefmoment, op een terras van een havenkantine. Vlak naast de plezierjachthaven zien we een groot WOI kerkhof. Er liggen 11.000 gesneuvelden van de WOI-veldslagen rond Reims.
Enkele kilometer verder in Saint-Leonard rijden we regelmatig langs en door fabrieksterreinen tot we na 53km aan de plaat “Reims” zijn. Deze stad willen we absoluut bezoeken, maar hoe geraken we vanaf dit in de diepte gelegen kanaal naar de hoger gelegen straten? We hebben geluk, een naar ons toe fietsende mountainbiker wijst ons een fiets-voetgangerslift aan. Enkele minuten later staan we 7m hoger in het stadscentrum.
De grote oude stad Reims heeft een rijk verleden. Wat onmiddellijk opvalt zijn de rechtlijnige groene boulevards met druk tramverkeer maar wel autoluw.
Voor we de stad binnenrijden kunnen we niet voorbij een zonnig terras waar er ook kan gegeten worden. We ploffen ons neer, bestellen belegde sandwiches en lessen onze grote dorst. Het terras zit vol studenten, er heerst veel plezier. Wanneer ze eensklaps bijna allemaal tegelijk verdwijnen, blijven wij in alle rust nagenieten van een tegroot ijsdessert.
Na onze ietsjes te zware lunch willen we absoluut naar de Notre Dame kathedraal rijden. ’t Is niet moeilijk we zien de machtig grote kerk recht voor ons en worden er naar toegezogen. We moeten enkel de wel bijna geruisloze en snel rijdende trams in ’t oog houden. Wanneer we aan de indrukwekkende kathedraal komen worden we stil.
Wat een mastodont, wat een gigantisch voorbeeld van gotische kunst. Toch willen we binnen een kijkje nemen. We vragen ons wel eens af wanneer we uit zo’n overdreven rijkelijke kathedraal wandelen, wie heeft dit in feitelijk allemaal gefinancierd? Soms kunnen we blijven filosoferen over het Christendom en hun overdreven praal en pracht! Wij werden toch vroeger wijsgemaakt dat de religieuzen geloftes van armoede moesten afleggen? Elke dag zien we het tegendeel, zoals ook hier weer…. We begrijpen er niets van. Ze blijven ons toch nog altijd van alle kanten schaamteloos geld aftroggelen. Voor de armen, zogezegd! Maar hun opperhoofden blijven in de grootste weelde leven.
Lang genoeg getreuzeld, daar gaan we dan maar, want we zijn nog maar in de helft van onze dagtocht. Via het jaagpad komen we na Courey, Loivre bij 77km in Berry-au-Bac aan de Aisne. Het wordt een moeilijke bedoening om via de sluis van het ene naar het andere kanaal te geraken. We moeten de gps instellen om de goede richting te vinden na al dat bochtenwerk. We volgen het “Canal de l ‘Aisne” richting Genicourt.
In Pontavert hebben we 85km en moeten over het kanaal en iets verder over de rivier l’ Aisne. Gedaan met het volgen van oevertrekwegen . Na het dorp fietsen we door het bos op een weggetje (D19 Ferme-la-Rennaissance) naar “Plan d’eau Ailette”. Een kunstmatig meer in een moerasgebied met vele watersport- mogelijkheden en een Center Parcs. In het dorp Chambouille verlaten we definitief la Voie Verte en rijden noordwaarts naar Laon. Vanaf Bruyères-et-Montbéralt komen we op een zeer drukke hoofdweg. Op een rijtje is het uiterst rechts zelfs gevaarlijk. Toch blijven we aan grote snelheid doordrammen.
We zien van ver, op een hoogte, de stad Laon liggen. Dat wordt een hele klus om daar boven te geraken denken we. En of we gelijk hebben, om de stad te bereiken, is onze kleinste versnelling nog te groot. De laatste honderd meter is het de fiets duwen en te voet omhoog klauteren tot we op een soort tafelberg. De niet zo grote merkwaardige historische stad ligt +/-180m boven de omgeving. De benedenstad is verbonden met de bovenstad door een kabelspoor, voor voetgangers natuurlijk!
Het is zoeken om onze B&B te vinden. De gps laat ons halt houden! Zijn we wel op de goede plaats aanbeland ??? Na een poosje kunnen we een voorbijganger aanklampen en ja hoor we zijn juist. Ik doe een telefoontje naar de chambre d’hôtes uitbater. Bernard komt ons tegemoet want de B&B ligt zo’n 15m lager.
Langs een reeks trappen, achter andere woningen, zien we nu inderdaad “La petite Montmartre”……Waarom er geen aanwijzingplaatjes te vinden zijn is ons een raadsel. We moeten zo’n 75 trappen naar beneden, een hele onderneming met fietsen en bagage. Met de hulp van het gastgezin is de klus vlug geklaard en staan de fietsen mooi opgeborgen. Yannick en Bernard trakteren ons direct met een fris biertje op hun zonneterras.
Het vriendelijke stel is fier op hun prachtige en typische huis. Ze hebben het verbouwd tot een aantrekkelijke B&B aan de rand van de bovenstad. Het uitzicht op de benedenstad en de vallei in de steile tuinhelling achteraan is fenomenaal. Toch zijn we op loopafstand van het historische stadsdeel met kathedraal en winkelstraten. Het wordt een lange babbel en na onze was- en plasbeurt staan we te popelen om de stad te bezoeken.
Langs fel hellende kinderkopstraatjes komen we in een wel smalle winkelstraat. Het is 19h en de stad lijkt verlaten. We wandelen richting kathedraal. We hadden het ons heel anders voorgesteld. Vele woningen staan leeg en de ramen zijn afgesloten. De stad ziet er verloederd uit, een echte ramp menen we, voor zo’n historisch centrum. Toch wel spijtig dat hieraan niets gedaan wordt! Was Laon eertijds niet de residentiestad van de Karolingers ? Sommige grijze gevels brokkelen af en zijn met mos begroeid. In de goten staan zelfs struiken….Dat loopt slecht af, de Fransen zijn hun fierheid aan het verliezen.
De rare torens van de Notre-Dame de Laon trekken onze aandacht. Wat zouden die spookachtige beelden op de hoogste verdieping te betekenen hebben? Bij het portaal geven ze ons de oplossing 16 ossenbeelden zouden een huldebetoon zijn aan deze dieren. De ossen waren een hulp bij de bouw van de kerk. Allé dat zullen we dan ook maar geloven zeker! Of zijn het waterspuwers, een speelse ingeving van de architect, zoals er meer zijn! Wanneer we dichter komen horen we koorgezang. Ook al zijn we geen kerkbezoek- fanaten, toch blijven we een tijdje binnen, luisteren naar de hemelse gezangen van een repeterend gemengd koord…..Zouden ze de kerken zo hoog gemaakt hebben voor de goede akoestiek misschien, het klinkt in ieder geval fenomenaal.
Het is bijna 20h wanneer we het enige restaurant dat we op onze terugweg openvinden, binnen stappen. “Le Patio” met een rondborstige Italiaanse patron lijkt even verouderd als de stad Laon. We krijgen een aperitiefje en vragen er een kleine pizza bij als voorgerecht. De Italiaan stelt voor als hoofdgerecht iets “à la plancha” klaar te maken.
We doen niet moeilijk. Het zwaar dessert, maakt dat we met een dik buikje vertrekken loom vertrekken. We weten dat deze patroon zeker nooit een Michelin ster zal krijgen, maar toch zijn we tevreden.
Na 115km kilometers voelen we ons tot onze eigen verwondering, minder moe dan de vorige dagen. We vermoeden dat de hoofdzakelijk vlakke rit en de minder strakke tegenwind hier wel zou kunnen toe bijgedragen hebben. Het is bijna donker wanneer we aan de mooie B&B aankomen. Na nog een tijdje TV kijken….wordt het tijd om in de bedjes te duiken. Oordopjes zullen zeker nodig zijn ????
14 Dag 14 Brienne-le-Château - Châlons-en-Champagne 23-06-2014
Dag 14 Brienne-le-Château - Châlons-en-Champagne 23-06-2014
Onze lange nachtrust heeft iedereen deugd gedaan. Zoals afgesproken zijn we vol optimisme om 8h present in de eetzaal. Joël heeft de ontbijttafel klaargezet. Na wat aandringen krijgen we ook beleg en kaas. Anders was het een echt traditioneel ouderwets Frans “petit déjeuner” geworden. Onze hotelbaas was er precies wel op voorzien dat we meer dan enkele stukjes brood met confituur zouden wensen…..
Wanneer we hem vragen wat hier de voornaamste beroepsbezigheid is, kunnen we enkel teweet komen dat de bevolking hoofdzakelijk in de groetenteelt en de distributie van witte kool werkzaam is. Iets spottend of humoristisch vertelt onze brave man: « Ici vous pouvez voir comment on mis des choux dans des caisses ». Brienne-le-Château is gekend voor de kweek en het bereiden van witte kool naar zuurkool.
Ik krijg nog een brochure van het “Musée Napoléon” mee. Hieruit blijkt dat Bonaparte hier als jongeling, 5 jaar studeerde aan de militaire school. Hij zou als keizer, Brienne-le-Château, uit nostalgie nog enkele keren bezocht hebben. We zullen het maar allemaal geloven zeker! Hoe een kleine man toch groot kan zijn……
9h00 het is warm en zonnig, we durven het dorp niet verlaten zonder ons voldoende met drank en eten te voorzien. Langs een goedlopende vlakke weg tussen de velden fietsen we richting Perthes op de D6 naar Rances. We zien inderdaad niets anders dan uitgestrekte velden met hier en daar tractoren. In Chavanges bij de kerk houden we onze eerste smeer- en drankpauze…..
We volgen vanaf Bailly-le-Franc de plaatjes richting “Etang de Der” langs een erg rustige en vlakke landweg. In Drosnay stoppen we bij een kruispunt. We twijfelen, rijden we naar “lac du Der” of niet. We doen een praatje met de eigenaar van “Gites Au passage des Grues” die net een koppel gasten uitwuift.
De man heeft een stokoude boerderij omgevormd tot een zo te zien prachtig plattelandsverblijf met 5 kamers. Al zijn gasten zijn natuurliefhebbers. De lac met zijn kraanvogels en de vele andere trekvogels zijn een waar paradijs voor de vogelaars. Hugo, onze 4°man weet niet wat hij allemaal mist! Uiteindelijk zien we het niet zitten om 7km verder op en neer te rijden.
Enkele kilometer verder stoppen we bij een prachtig houten kerkje. Een kort bezoek leert ons dat het gebouwd werd in de 17°eeuw. We bewonderen de houten dakstructuur en de toch wel grote overspanningen van de hoofdbeuk.
In Frignicourt zijn we 48km ver. Het is middag, juist vóór we afslaan naar de Marne zien we een café langs de grote weg. De bazin laat ons het op de binnenkoer gelegen terras gebruiken. Nadat we onze grote dorst met onbekend bier gelest hebben mogen we van haar ook nog op haar terras picknicken. 200m verder komen we op la Voie verte du Canal de la Marne à la Saône. We moeten over een sluis linksaf richting Vitry-le-François.
Het is een verhard zandpad maar het pad stopt bij een brug aan de rand van de stad. Wat nu ? onze gps doet ons een bocht van 180° maken en laat ons door een met struiken overgroeid moeilijk wegeltje nemen……Na enkele honderden meter beginnen we, wanneer we door een soort sloopterrein moeten erg te twijfelen. Gelukkig blijven we koppig de gps volgen en belanden iets verder bij een kanaalsplitsing.
Het wordt te voet de fietsen over een overwoekerd pad tot aan het Canal Marne au Rhin duwend. Wat een slordige toestand, een stad als Vitry-le-François onwaardig volgens ons. Na nog enkele kilometer hobbels en bobbels moeten we over een brug naar de andere oever. In het dorp Couvrot wordt de oevertrekweg veel beter en iets verder zelfs geasfalteerd. We fietsen een eindje op een smalle dijk tussen de Marne en het kanaal tot Soulanges.
Juist vóór het dorp moeten we over een brug. We zien in de verte een terras. Hoog tijd om onze dorst te lessen. Het café is eveneens dorpswinkel, krantenkiosk tot groenten en fruitzaak. En jaja zelfs een Leffe is er te krijgen. Het winkeltje wordt ook druk bezocht door vrachtwagenchauffeurs die rookgerei en drank komen halen.
We vervolgen onze rit langs het kanaal, links van ons hebben we grote plassen bij Ablancourt. Na het schamele dorp komen we voorbij Omey in Pogny. Het kanaal wordt nu kaarsrecht met wat verouderde industrie. Bij kilometer 80 rijden we Chalons-en-Champagne binnen. Nu wordt het op de gps rijden dwars door het stadscentrum. We moeten door het heel drukke verkeer. We zijn het helemaal niet meer gewoon, oppassen geblazen…..Gelukkig is er een wandelpad door het park van het “Préfecture de la Marne” waardoor we tot bij ons hotel geraken. Chalons is de hoofdstad van het departement van de Marne. Tot 1988 was de naam van de stad dan ook Chalons-sur-Marne. Maar Champagne klinkt, liever en bekender en is mogelijks om commerciële reden veranderd!
Het is 17h wanneer we ons hotel voor deze nacht binnenstappen. We worden ontvangen door Madame Carmen. We kunnen onze fietsen achteraan bergen. Toch willen we voor we onze kamer betrekken iets drinken. Grote verwondering wanneer onze gastvrouw enkele Belgische bieren opnoemt. Zij heeft zelfs “Omer”. We kunnen het bijna niet geloven. Terwijl we op het zonneterras genieten vertelt ze, dat haar man meubelzakenrelaties uit Zuid-West-Vlaanderen in het hotel ontvangt. De Vlamingen zijn verzot op champagne, maar mijn man is een fervent bierliefhebber en laat hen altijd zwaar bier meebrengen.
Zij vertelt ons dat Chalons een echte militaire garnizoensstad is met vier grote opleidingskazernes. Het is ook een centrumstad met vele hogescholen. De stad ligt aan een knooppunt van zowel water- spoor- als verkeerwegen. We krijgen een ruime familiekamer op de 2°verdieping. In vergelijking met het gelijkvloers, heeft de kamer zeker een opfrissing nodig.
Na een deugddoende douchebeurt en een waspauze willen we de stad bezoeken. Het is wel iets verder dan gedacht om in het echte centrum te komen. Niet veel bijzonders vinden we. Na een flinke wandeling doet honger ons op een terras van een restaurant belanden. Beefsteak friet lijkt de enige goede oplossing hier, toch smaakt het ons na het lang rondslenteren…...Na nog enkele slaapmutsjes is het nog een flinke wandeling tot aan onze slaapplaats. Slaapwel!
13 Dag 13 Tonnerre – Brienne-le-Château 22-06-2014
Dag 13 Tonnerre – Brienne-le-Château
22-06-2014
Zo stil hadden we het niet verwacht. Deze chambre d’hôtes verdient een pluim. De gerestaureerde en tevens comfortabele kamers geven uit op een terrasoverloop waar we de staalblauwe hemel zien wanneer we de verduistering wegschuiven. ’t Beloofd opnieuw een schitterende dag te worden. Wanneer we om 8h00 de ontvangstruimte binnen stappen is er niemand te bespeuren….
Dan maar eerst de fietsen beladen zeker!
Onze zwijgende gastheer, Gilles heeft ons opgemerkt en zet vliegensvlug een ontbijttafel klaar. In tegenstelling met gisteren heeft de man een heel ander humeur! We worden verwend met verschillende soorten brood, verse croissants en allerhande kazen en confituren. Gilles komt ons zelfs wat uitleg geven over het mysterie van de “Fosse Dionne”.
Bij onderzoekingen hebben speleologen geprobeerd om te vinden vanwaar het water vandaan komt. Een van de expedities is geëindigd met een tragedie waarbij 2 onderzoekers de dood vonden.
Enkele jaren geleden is er toch vastgesteld dat het water voor de bron van zo’n 43km ver komt. Van een kalksteen- plateau te zuiden van Tonnerre. Het debiet zou 200 l/sec. bedragen.
Het is 9h wanneer we afrekenen, we moeten vandaag om en bij de 100km ver en ’t beloofd een warme stralende dag te worden. Iets verder bevoorraden we ons met water en fruit, je weet maar nooit! Voorbij het centrum, kruisen we de rivier l’Armançon en het kanaal de Bourgogne. We moeten schuin rechtsaf noordwaarts op een langzaam hellende landweg naar het dorp Vaulichères, dat op een hoogte ligt. We rijden tussen landbouw- gewassen. Toch zien we verder op de glooiing wijngaarden bij een kasteel. Het Château Clos de Vaulichères produceert een gewaardeerde Chablis wijn. De côtes rond Tonnerre zouden een soort micro-klimaat hebben.
We blijven lang op een plateau rustig keuvelend doorrijden. Het weidse uitzicht over de licht golvende velden is eindeloos. Na Molosmes is het vanaf Trichey klimmen geblazen door een bos naar Quincerot. We hebben nu definitief de Bourgogne verlaten en rijden door afwisselend de Yonne naar de Aube. De dorpjes hebben soms namen met meer letters dan woningen lijkt het wel. Slechts af en toe krijgen we een tractor als tegenligger.
In Avirey-Lingey rijden we nochtans door een wat groter dorp. Bij het riviertje de Sacre vinden we een dorpswinkeltje. Grote dorst doet ons halthouden. Het is een kruidenierszaak, denkelijk voor de gehele omgeving. Wanneer we binnenstappen, voel ik me terug in mijn kindertijd. Mijn moeder had net zo’n winkeltje in de jaren 50. Hier is zoals in onze zaak, er is ook vanalles……van drank tot gasflessen. We worden vriendelijk ontvangen, er is meer dan tijd voor een praatje, zowel met madam als met de andere klanten. Iedereen heeft tijd zat……Wij ook natuurlijk, we zijn tenslotte met vakantie! Dat we een fietstocht vanaf de Middellandse zee tot in België maken is voor de dorpelingen onbegrijpelijk. We lessen onze dorst in het winkeltje, doen onze inkopen voor onze lunch en laten de hoofdschuddende dorpeling rustig verder kwebbelen.
Wanneer we Marrey-sur-Arce binnenrijden moeten we over de Seine. We houden halt bij een Champagne- kasteel vlak naast de rivier die er hier nog als een brede beek uitziet. Het is 13h en we zijn 50km ver wanneer we richting Bar-sur-Seine op een verlaten kruispunt een tafel met banken gebruiken om te picknicken.
Het is deugddoend om in het zonnetje en uit de wind te genieten van vers brood, zachte kazen en hesp. Ons dessert is een meloen, maar die is vlugger op dan gedacht! We blijven nog een poosje in het gras languit uitrusten, juist lang genoeg om Pol te laten genieten van zijn middagdutje. Na de drukte van Bar-sur-Seine blijven we de groene bordjes met Route du Champagne volgen door de golvende velden.
Na Bourguignons waar we op een flinke heuvel in elkaars wiel boven geraken, kruisen we een spoorweg en de autostrade A5 van Parijs naar de Rijn, en komen we in Poligny. Af en toe lopen de hellingen langs uitgestrekte wijngaarden. Het is op en neer van langsom meer tegen de strakke wind opboksen. In Dienville bij een groot meer kunnen we ons neerploffen op een terras van een zeilcentrum.
Het water is een van de meren van het Regionaal Natuurpark het “Foret d’Orient”. Een uitgestrekt bosgebied met grote stuwmeren voor zeilsport. We blijven wat langer dan gedacht uitrusten aan le lac Amance, ’t Wordt hoog tijd om onze bestemming te bereiken…..10km verder staan we voor ons verblijf voor vandaag.
Onze gastheer van “Hotel des Voyageurs” vinden we in de bar, waar hij achter de toog staat. We mogen onze fietsen in de achterliggende feestzaal stallen. Nadat we onze dorst gelest hebben, op zijn terras, krijgen we de sleutels van de familiekamer op de 2° verdieping. Ver zullen we vandaag niet meer geraken. Na onze was- en plasbeurt wordt het platte rust. Zo moe zijn we in lang niet meer geweest….Het voortdurend op en neer, de felle tegenwind en de zon hebben ons gesloopt……na 95km.
Tegen 20h heeft onze hotelbaas het souper klaargemaakt. We zijn blij dat we na het slaapje ons eten niet moeten gaan zoeken. Joël is zeker geen meester-kok maar honger zullen we niet hebben. Na nog een ijs coupe en een paar biertjes, beslissen we, hier valt toch niets te beleven in Brienne-le-Chateau, er een TV avond van te maken. Er is op alle TV zenders voetbal…. baahhh…..’t Zal een lange deugddoende nacht worden. Oordopjes zullen nodig zijn……
12 Dag 12 Marigny-le-Cahouet – Tonnerre 21-06-2014
Dag 12 Marigny-le-Cahouet – Tonnerre
21-06-2014
Het overlopend water bij de sluis, net vóór onze slaapkamervenster, heeft mij al een tijdje wakker gemaakt. De zon piept door de schamele gordijnen. Het is wel nog wat vroeg maar toch hoor ik Antoine al rondlopen. Bij afwezigheid van onze 4° man Hugo moet hij noodgedwongen alleen slapen. De sanitaire ruimte bevindt zich op de benedenverdieping en de houten trap kraakt bij elke stap. Onze gastvrouw is echter al in volle actie, benieuwd hoe het met onze vriend Gerard gesteld is….
Grote verbazing om 8h30 zitten we samen met het gastgezin in het eetzaaltje. Er lijkt helemaal niets gebeurt de vorige avond. Onze gastheer ziet er zo fris als een hoentje uit. Hij is, na een telefonische oproep, in zijn nopjes. Er zijn een drietal plezierjachten op weg om te schutten aan zijn sluis 26. ’t Is altijd een belevenis, begint hij ons te vertellen….. Wat we soms te zien krijgen, ik kan er boeken over volschrijven. We moeten hem bijtreden en hebben ook ongelofelijke taferelen gezien 2 jaar terug bij de talrijke sluizen op Canal de Midi. Het is inderdaad zo, dat de huurders van een motorjacht soms voor de eerste maal varen. Ze krijgen meestal een kleine uitleg over het sturen en de motor. Maar de dekmaneuvers worden over het hoofd gezien. Het wordt dan voor velen een stressmoment bij de talrijke nauwe oude sluizen.
Zonnebaden op dek is de hoofdbezigheid maar een simpel lijntje gooien is al een absolute ramp. Als hun koord in het water belandt, zijn ze er zelfs vies van…..Soms komt de boot dwars te liggen en is veel geroep en gesakker, niet uitgesloten. Goede raad voor je gaat varen volg een korte cursus dekmatroos!
We hebben echter geen geluk, de jachten die de sluis aan onze B&B binnenvaren hebben ervaren schippers en bemanningen. Om 9h moeten we afscheid nemen van Dominique en Gerard Gougeat. Bedankt voor het meer dan plezante verblijf. Nooit vergeten we nog de amusante avond in “Chez d’Eau” aan l’Ecluse 26 op Canal de Bourgogne.
We blijven het zanderige oeverpad volgen tot Pouillenay. Niet te geloven, we tellen vanwaar we vetrokken zijn tot in Venarey-les-Laumes 10 km verder 18 sluizen. Het kanaal daalt bij elke sluis ongeveer 2,7m. Gerard zou wel eens kunnen gelijk hebben dat we vandaag ongeveer 75 sluizen voorbij zullen fietsen. Toch is er, in vergelijking met het Canal de Midi hier bijna niets te beleven. Waar we 2 jaar geleden voortduren moesten zwaaien naar voorbijvarende jachten, kunnen we ze nu op één hand tellen.
We hebben kunnen vaststellen, door verschillende keren te babbelen met de sluiswachters, dat het meestal vrouwen zijn die de sluizen bedienen. Alle sluizen worden nog handmatig bediend en hebben deuren met kleppen. De meeste schippers helpen bij het open- of dichtdraaien van die sluiskleppen.
De jachtverhuurders bij de haventjes zorgen er bijna altijd voor dat de trajecten in “accompagnement” dus in groep van 2 à 3 jachten samen varen. Het gebeurt dat de sluiswachter met een brommer op het jaagpad de boten volgt. Dit komt het meest voor bij een “Sluizentrap” waar de écluses dicht bij elkaar liggen.
Het valt erg op dat het fietspad dichtbij de dorpen veel beter is dan 2 à 3 km er voorbij. Zo hebben we bij Montbard een geasfalteerd pad dat overschakelt naar dolomiet. Eén kilometer verder moet je uitgesleten stroken in het gras opzoeken. Het stremt de snelheid en doet ons nog meer zweten wanneer we als crossers de putten en uitstekende stenen in ’t oog moeten houden. Maar goed dat Pol zijn achterwiel in orde is, ’t zou een ware ramp betekend hebben voor onze maat. We moeten aandachtig het paadje volgen waardoor we veel minder zicht hebben op de omgeving.
In Buffon, we hebben dan 30km op ons tellertje, doen we inkopen voor deze middag en bevoorraden ons met frisdrank en water. We blijven deftig doorduwen en om 13h zien we als bij toeval aan de overzijde van het kanaal op een hoger gelegen weg enkele zonneparasols en een terras. Grote dorst jaagt ons over een brug steil omhoog. Het is een hotel-restaurant, maar het terras is helemaal verlaten….
Wanneer ik binnen stap en de achter de toog staande patroon vraag om zijn terras te mogen gebruiken, is er geen enkel probleem…..Als we drank bestellen mogen we gerust onze picknick op zijn toch lege terras gebruiken. De man heeft blijkbaar geen goesting om eten klaar te maken, zo te zien.
Na enkele frisse biertjes, kan er best een ijsje bij na ons eten. Het is al meer dan 15h wanneer we “l’Ecluse 79” in Chassignette achter ons laten. Het is ons loom opnieuw in gang fietsen……Het kanaal maakt enkele grote bochten, soms hebben we zelfs wind in de rug, enkele minuten later is het opnieuw heel anders en moeten we veel harder trappen. Maar het is nu al de gehele tocht de wind tegen.
Het wordt zelfs vervelend traag vinden we. Achetereen en elk om beurt op de kop, hebben we minder belangstelling voor de natuur. Na enkele gehuchtjes vinden we in Tanlay bij een haventje met enkele bootjes een bar-kantine. We laten ons zweet drogen en bemachtigen tot onze grote verwondering een frisse Leffe.
Na 82 km moeten we het kanaal dat we nu bijna 2 dagen volgen verlaten. We rijden linksaf naar het centrum van Tonnerre. De gps zal ons wel op het ingestelde adres afleveren. We fietsen op een rijtje door het slordige centrum. Bij het gemeenteplein, waar er een kioske voor “La fête de la musique” staat stoppen we bij “Hotel Dieu” . Het is zoals in Beaune, maar dan minder mooi en verwaarloosd, een oud hospitaal met één grote vleugel als slaapzaal. Het Hotel Dieu valt op door het enorme groot dak, te vergelijken met “Abdij Ter Doest” in Lissewege!
Het is voortduren omhoog tot we door enkele éénrichtingsstraatjes moeten. Ik sta helemaal alleen aan de poort van onze chambres d’hôtes voor vandaag. Waar zijn Pol en Antoine gebleven? Na een poosje komen ze ook aan bij “La Ferme de la Fosse Dionne”. De ontvangst is wat lauwtjes. We kunnen onze fietsen wel in een afzonderlijke garage stallen.
De B&B gastheer laat onmiddellijk ons appartement betrekken. Alles is prachtig en heel net. We hebben zelfs elk een afzonderlijke kamer, een zitruimte en een heel grote badkamer. Wat een chique bedoening. Vanaf 20h kunnen we straks souperen krijgen we te horen van Bernard. De B&B ligt midden in het hart van de historische wijk van Tonnerre.
De oude boerderij is met veel respect en harmonie gerestaureerd en mag gezien worden. De ligging is buitengewoon aan de voet van een rots waarop de St-Pierre kerk staat. Aan de andere kant heb je de fameuse bron “Fosse de Dionne”. Een beetje misterieuse ondergrondse bron die hier aan de oppervlakte komt.
Na een korte was- en plaspauze, willen we vóór het souper zeker een bezoek brengen aan Tonnerre. Het wordt een beetje een teleurstelling. Het centrum kent heel wat leegstand en de handelszaken hebben een uitzicht van enkele decenia geleden. Spijtig dat men alles zo laat verloederen in dit historische centrum. Toch willen we tot bij het Hotel Dieu wandelen. Op een uitnodigend terras van een wijnhuis-hotel restaurant proeven we een frisse crémant.
Naast ons zit er een Hollands echtpaar van onze leeftijd. Ze ergeren zich net zoals wij aan het veel te luide afschuwelijke hardrock muziek vanop een kiosk. En zeggen dat er zo’n wondermooie “Chansons Francaises” bestaan. Nu staan er daar drie langharigen onverstaanbaar Engels te schreeuwen! We drinken onze glazen leeg en kunnen het lawaai,l zoals de meeste terraszitters niet meer aanhoren. We gaan in alle rust souperen bij onze B&B jongens Bernard en Gilles.
Op een ruime terras, goed uit de wind, genieten we van een traditioneel huismenu met snoek en boeuf bourguignon met aangepaste plaatselijke wijnen. Het is veel beter dan gisteren maar we missen de uitbundige ambiance van onze gastheer van Chez d’eau. Zo zie je maar eten moet een totaal pakket van genieten zijn…..We hebben hier zelfs nog de stem van de 2° B&B uitbater Gilles niet gehoord. Hij serveert ons zonder ook maar één lachje of simpel woord. Gelukkig komt Bernard vanuit de keuken na het eten iedereen nog eens begroeten. Na nog een flesje “vin de Torrennois” en een babbel met Nederlandse fietstoeristen, is het donker en willen we slapen. Gelukkig hebben we oordopjes bij want ’t wordt heel zeker een trio concert!
Afstand: 85km Totaal : 946km
Weer: Felle zon, warm +/-24°C
Wind 4 BF tegen
Chambre d’ d’Hôtes « la Ferme de la Fosse Dionne »
Ontbijtafspraak om 8h00 in de binnen-tuin, zo hebben we gisteren afgesproken. We zitten samen met een Amerikaanse dame aan de flink beladen tuintafel te genieten van alles wat Marie ons klaargezet heeft. Na een poosje komt de Amerikaanse echtgenoot bijzitten. Nors en zonder één woord sluipt hij na enkele minuten waggelend terug naar zijn kamer, onmiddellijk gevolgd door de dame.
Wat er gebeurt begrijpen we niet, blijkbaar zit er hier echt een haar in de boter. Yves kan ons vertellen dat de man een groot wijnliefhebber is en heel zeker veel te diep in ’t glas gekeken heeft, hij blijkt juist toegekomen te zijn…..Wat beleef je toch allemaal op een fietstocht!
Yves heeft goed nieuws voor Pol. Toen we hem, bij onze aankomst, over de moeilijkheden met zijn achterwiel vertelden, zou hij als fervent mountainbiker zijn fietsenmaker opbellen. Zojuist kreeg Yves bericht dat Pol om 9h zijn fiets mag binnenbrengen om te herstellen.
We worden door het gastgezin uitbundig uitgewuifd. Enkele honderden meters verder zijn we al bij de fietsenmaker. Het is net 9h wanneer we op het zelfde moment als de man, toekomen aan het magazijn. Wat een luxe, de kerel zal onmiddellijk het slechte wiel vervangen. Na 3/4h is de fiets weer tiptop in orde, onze maat zal opnieuw op volle kracht kunnen fietsen.
We rijden op gps door het stadscentrum en verlaten rond 10h de wijnhoofdstad richting Route des Grands Crus. Lang kunnen we deze route, welke de Côte d’Or dwarst niet volgen. Het gebied met de Grand Crus wijngaarden is niet zo breed.
Toch rijden we een paar kilometer op een stijgende weg richting Savigny, tussen de kleine lapjes wijngaarden omzoomd door muren. We kunnen als fietsers er juist boven kijken.
Het is traag klimmen. We zien achter de gestapelde stenenmuren bijna overal bedrijvigheid. Tussen de groene wijnstruiken staan er mensen de ranken bij te knippen of uit te dunnen! Op andere stukken zijn ze aan het sproeien en verstuiven. Zou het op deze zuidelijk gerichte klei- kalkhellingen zijn waar men de zeldzame, kostelijke Meursault en Gevrey-Chambertain wijndruiven cultiveert ?
Na Bouze-lès-Beaune is het helemaal gedaan met afgebakende wijngaarden. We zien grote vrij liggende wijngaarden afgewisseld met bossen en landbouw. Het is al puffend en slingerend omhoog. ’t Blijft maar duren al kilometers aan een stuk, terwijl de zon brandt en ons doet zweten als een das. We peddelen traag een eind naast de drukke autostrade A6 tot Bessey-en-Chaume. We zijn verwonderd, op een afstand van 13km zijn we 400m hoger op de top van de heuvelkam. De Col de Bessey-en-Chaume ligt op 600m en Beaune waar we vertrokken zijn op 200m . Vanaf deze top dalen we tot aan het Canal de Bourgogne in Pont d’Ouche.
Dorst en honger doet ons stoppen bij een plezierhaventje waar een kantine met een groot terras een drukke stopplaats blijkt te zijn. Het is middag, we zullen niet alleen een aperitief- maar tegelijk ook een middageetpauze houden.
Het Canal de Bourgogne is een heel populair kanaal bij buitenlanders die een boot huren om een tocht te maken door Bourgondië. Het kanaal is 240km lang en verbindt de Saône met de Seine. Het is gegraven om met kleine vrachtschepen graan en hout te vervoeren naar Parijs. De 190 sluizen zijn dan ook niet groter dan 35m op 5m en gebouwd voor de typische “péniches”.
Het is 13h wanneer we het vlakke gedeelte voor vandaag aanvatten. We moeten nog minstens 50km doen tot onze overnachtingsplaats. Opnieuw is het meer dan 25°C en de strakke wind hebben we voor de verandering op de neus. Na Crugey en La Rèpe komen we 10 sluizen verder in Chateauneuf. We zien op een helling een enorm Middeleeuwse kasteel liggen. 2km omhoog bij deze hitte, we zien het helemaal niet zitten, spijtig misschien!
Sluizen, sluizen en nog eens sluizen bijna elke kilometer één. Maar ’t is ook het enige wat we tegenkomen. Het platteland lijkt helemaal verlaten. Slechts af en toe een gehuchtje van enkele huisjes. Winkels of cafés zal je wel niet vinden. ’t Zal, voor de plaatselijke oudere bevolking, zich redden zijn met een rijdende winkel, vrezen we.
Het blijft bijzonder mooi en rustig fietsen op de trekweg. Na Vandeness-en-Auxois komen we in Pouilly-en-Auxois. We moeten een kronkel maken weg van het kanaal. Het is soms heel steil omhoog en iets verder opnieuw naar beneden. We zijn aan een “Scheepstunnel” of “Souterrain”. Dit is het hoogste punt, het kanaal moet door een berg
Eerst zien we een smalle aanloopzone van 5m breed, heel diep naast ons liggen. De tunnel zelf is 3,3km lang en heeft een doorvaarthoogte van slechts 3,1m. Het blijkt de 2°langste souterrain van Europa te zijn. De schippers moeten met inbegrip van de smalle aanloopzones, rekenen op 5,5km van inspannend perfect sturen. De doorvaart duurt meestal 2h.
Wij fietsen rustig op de tunnel over een wandelpad tot in het dorp. Hoog tijd voor een drankpauze op een zeldzaam terras. We moeten nog 25km verder en het is ondertussen 16h. Wanneer we aan het “Bassin de Auxois” een museumhangar voorbij moeten, houden we halt. Hier komen we alles teweet over de bouw en geschiedenis van het fameuze souterrain en de authentieke sleepboot.
We zijn het al een tijdje beu om de vele sluizen te tellen. Geen nood echter elke sluis heeft zijn nummer. In Pont Royal moeten we de hoofdweg D70 kruisen. Na de brug is er een grote zwaaikom met een jachthaventje. We twijfelen om nog een stop in te lassen. We zijn nu zo goed op dreef mannen….aan een strak tempo drammen we door tot aan onze bestemming voor vandaag.
Onze gastvrouw Dominique, die ons de sluis heeft zien oversteken, laat zich onmiddellijk gelden wanneer Antoine op haar terras rijdt. We weten direct wie hier de baas is! Onze vriend zal zich gedeisd moeten houden!
Vóór we onze kamers betrekken, wil onze gastvrouw, fier als een gieter ons een Leffe laten drinken. Speciaal voor Belgische fietsers beweert ze. En inderdaad ze heeft zich een minivaatje Leffe aangeschaft…..Allé santé jongens! Gerard, de heer des huize komt bijzitten. We vertellen dat onze vriend Antoine verzot is op Duvel. Dat heb ik ook beweert onze madam.
Na een poos komt ze melden dat ze geen Duvel meer vindt in de kelder. Kwaad kijkt ze haar man aan en verdenkt hem ervan alle Duvels te hebben opgedronken. Onze nieuwe vriend Gerard kan zijn lach helemaal niet onderdrukken…..Wat zullen we nog allemaal beleven, dat beloofd! Na onze drankpauze betrekken we onze kamers in de herschikte sluiswachter woning. De tijd lijkt toch enkele 10-tallen jaren te hebben stilgestaan. Maar allé de ambiance maakt veel goed. Dominique is zelfs bereid onze bezwete fietskledij te wassen. Gezien er in de omtrek helemaal niets te beleven valt, hebben we ook voor deze avond het souper besteld. Onze gastvrouw komt ons op het ondertussen al gezellige terras, melden dat het Coq au vin zal zijn….
We kunnen moeilijk anders dan instemmen! Ondertussen is Gerard onze gastheer, blijkbaar tot ergernis van zijn vrouw ons komen vervoegen op het terras. Hij moet echter op de keuken letten, maar heeft het duidelijk vergeten wanneer we aangebakken appels ruiken….Het zal coq au vin zonder appeltjes worden, vrezen we.
Het wordt frisser en windering op het terras. We worden uitgenodigd voor het souper in het eetzaaltje. Na een voorgerecht en de hoofdschotel, waarbij zoals gevreesd, de appels ontbreken, komt onze gastvrouw afscheid nemen. Zij moet naar de gemeenteraad, beweert ze. Gerard zal voor jullie zorgen deze avond.
Onze goedgeluimde gastheer komt ons onmiddellijk entertainen en weet geen raad met zijn grote vrijheid. Hij komt met een magnumfles Duvel uit de kelder. Ondertussen verklapt hij ons dat er nog veel lekker bier aanwezig is. Onze Antoine en Gerard zijn vanaf nu dikke vrienden. Ook al is het in het Frans, Gerard kan zich met veel mimiek en gebaren voor iedereen op onverklaarbare wijze duidelijk maken. We begrijpen al zijn moppen en weten dat hij als oud Air-France werknemer een wereldreiziger is. Hij heeft ook alle waterlopen en kanalen van zowel Holland, België als Frankrijk met zijn motorjacht bevaren. Finaal is hij hier aangespoeld. We moeten van al zijn drankjes proeven tot we uiteindelijk met een smoes onder de dekens geraken….Wat een belevenis en dit in Bourgondië. Slaapwel!
Een stralende zon maakt ons vroeger wakker dan voorzien. Met overmoed springen we uit bed en zijn vliegensvlug klaar om deze veelbelovende dag aan te vatten. Het is net iets te fris om ons ontbijt op het buitenterras te nemen. Onze joviale hotelbaas laat ons genieten van een overvloedig ontbijtbuffet met alles erop en eraan. Wat hebben ze in korte tijd veel veranderd aan hun ontbijtgewoonten in Frankrijk. Nog geen tien jaar geleden konden we met honger vertrekken na het petit déjeuner…
We beslissen toch nog eens door de historische- toeristische stad te fietsen. We moeten toegeven, Dôle mag fier zijn op zijn goed bewaard centrum met pittoreske plaatsjes en steegjes. Een echte aanrader eens een verblijf voor een weekend te nemen. We verlaten deze Jurastad aan de plezierhaven richting Saint-Ylie langs het Canal Rhône – Rhin.
Het is heerlijk fietsen op de goed verzorgde trekweg. Deze “Voie verte” is een deel van de Eurovéloroute 6 die van Nantes aan de Atlantique tot voorbij Boedapest naar de Zwarte zee loopt. Wij volgen dit stuk van de Jura langs het Rhône – Rijnkanaal en de Daubs naar de Bourgogne.
Op het vlakke gedeelte van onze tocht willen we onze normale snelheid halen. Toch moeten we net zoals de vorige dagen de vervelende tegenwind trotseren. Het wordt regelmatig stoppen, ons zweet afvegen en een drankpauze houden.
In Damparis zien we aan de overzijde de grote Belgische chemische Solvay-fabriek. In Saint-Symphorien bij de sluis waar het kanaal aansluit op de Saône stoppen we om een kunstwerk te bewonderen.
We blijven de Saône volgen tot voorbij Seurre waar de rivier een grote bocht maakt. Hier kunnen we over het water en rijden naar Poully-sur-Saône. Hoog tijd om onze aperitiefpauze te houden, maar meer dan een schamel winkeltje vinden we niet…..Omdat er niets anders opzit, kopen we brood kaas en tomaten en wat blikjes drank. Iets verder bij een dorpskiosk op een pleintje nemen we een wat karig middagmaal.
We moeten richting Beaune en verlaten definitief de Saône. Gedaan met de vlakke “Voie verte”. Langs een eenzaam baantje is het langzaam stijgen tot in het dorp Montmain. We vorderen niet meer zoals deze voormiddag en toch zien we dat er al 60km op ons tellertje staat.
We zijn in de Bourgogne beland en we hadden hier wijngaarden verwacht. Niets van, we moeten kilometers aan een stuk door bossen. Er is geen levende ziel te bespeuren tot we in Villy-le-Moutier eindelijk in een dorp belanden. Het zijn dorpjes met oude en slecht onderhouden huizen rond de kerk en aan de rand enkele stinkende boerderijen.
Van Ruffey-les-Beaune fietsen we op een plateau naar Vignoles en Chevignerots. Na Hameau-de-Challanges rijden we over de “Autoroute du Soleil A6” Beaune binnen.
We moeten de ring volgen om in de binnenstad te geraken. Grote dorst laat ons halthouden bij het eerste zonneterras. Zouden we in deze wijnstad, bier mogen bestellen ? De dienster lacht “Certainement” bevestigd ze ons, er wordt in mijn café bijna nooit wijn gedronken. We bestellen en krijgen elk een goed verzorgde frisse Leffe. Het is 16h, ik heb onze B&B madam beloofd vooraf te bellen om te weten wanneer we bij hen mogen toekomen. Vóór 18h kunnen jullie niet binnen antwoord Marie mij.
We beslissen dan maar het beroemde “Hospice de Beaune” van dichtbij te bekijken. We fietsen naar het “Musée de l’Hôtel Dieu” en stallen onze fietsen. Zoals echte toeristen nemen we onze tijd om dit heel bekende museum uitvoerig te bezoeken…..We krijgen elk een audiogids met Nederlandstalige uitleg. Het eerste wat we horen wanneer we het paleis der armen binnenstappen is: “De Hertog van Bourgondië heeft zich tijdens zijn bezoek aan Vlaanderen laten inspireren om dit ziekenhuis op te richten”. Moeten we nu als rasechte Vlamingen fier zijn? De gotische gevels van het Hotel-Dieu zijn een echt juweel van Middeleeuwse Bourgondische architectuur. De polychrome veelkleurige daken vormen het echte symbool voor Bourgogne en zijn typisch voor deze streek. De grote zaal vormt het hart van het Hotel-Dieu, het lijkt allemaal goed behouden! Al weet iedereen dat het gereconstrueerd is. Wanneer je binnenkomt zie je zo de onvergetelijke scènes uit de komische oorlogsfilm met Louis de Funès en Bourvil “La Grande Vandrouille”.
De kapel aan de achterzijde van de zaal is algemeen bekend door het beroemde schilderij van de Vlaamse primitief Rogier Van der Weyden. Er zijn echter ook heel interessante muurschilderijen te bewonderen.
Iets verder komen we in de hospitaal- keuken, met voor die tijd avant-garde apparatuur menen we. Mooi wanneer je ook de bijhorende geluiden kunt waarnemen, het doet iedereen glimlachen. Na de keuken wandelen we door de apotheek, wat ze toen allemaal gebruikten is onvoorstelbaar, hoe ze aan al die vormen van glazen bokalen gekomen zijn, het lijkt wel een laboratorium.
In de laatste zaal zien we hoe er wijn gemaakt, bewaard en geproefd moet worden.
Deze zaken krijgen van ons de meeste aandacht. De muren hangen vol tapijten afkomstig uit Doornik. Vóór we buiten geraken moeten we bij het afgeven van ons audiotoestel, onvermijdelijk door de wijnverkoopwinkel. De prijzen van Aloxe-Corton, Savigny, Pommard, Meursault, Chassagne-Montrachet en Santenay,doen ons duizelen. We moeten ons tussen een groep kakelende vrouwelijke Britse toeristen buitenwringen. Welke prullen deze dames zich toch allemaal laten aansmeren! …..Van porseleinen kopjes tot kussentjes en zelfs poppetjes, onvoorstelbaar!
Het is ruim 18h wanneer we door het gastgezin Visseyrias in hun B&B verwelkomt worden. Yves laat ons onmiddellijk het achteraan gelegen appartement betrekken. Grote verwondering twee afzonderlijke kamers een zitplaats, keuken en een heel ruime badkamer. Alles prefect en smaakvol ingericht. Toen we voor de inkomdeur stonden hadden we dit helemaal niet verwacht.
Marie en Yves geven ons informatie waar we dichtbij kunnen souperen.
Maar hun actief zoontje van 5 jaar, vraagt zoveel aandacht dat ze zich met veel excuses noodgedwongen moeten terugtrekken in hun woning.
Vlug vinden we op Place Madeleine dicht bij onze B&B het restaurant Le Belena. We bemachtigen een mooi plaatsje op het terras onder de bomen. We doen ons tegoed aan een menu Bourguignon en enkele flesjes Pinot St-Veran. We nemen ons voor om nog en ijsje in de binnenstad te snoepen.
Wandelend komen we in het centrum door smalle charmante straatjes. Beaune lijkt een stad vol verrassende bloemrijke binnenplaatsjes en soms ook smalle steegjes. Wanneer we aan de Notre Dame kerk komen, het is ondertussen donker, start er een lichtshow. We blijven het gevarieerd spektakel volgen vanop een terrasje. Na een poos wordt het tijd om onze bedjes op te zoeken, maar wanneer we het Belfort voorbij wandelen is ook daar een lichtspektakel bezig. Het is een historie met geprojecteerde katten. Blijkbaar heeft het te maken met de uitvinding van de film door de broeders Lumière…..
We vinden het heel spijtig dat we de lichtshow bij l’Hotel-Dieu niet gezien hebben, maar het wordt te laat. Dicht bij onze chambre d’hôtes komen we verrassend toch nog voorbij een muurschilderij met een afbeelding van de hoofdfiguren van “La Grande Vandrouille”.
Wat een mooie leerrijke dag hebben we eens te meer kunnen meemaken. Zo’n dagen zijn dan veel tekort vinden we. Later dan de vorige dagen kruipen we moe maar oh zo voldaan in onze bedjes. Misschien is het wel best de oordopjes te gebruiken!
We zouden nog uren kunnen blijven liggen…..Wat een rust, onze kamers zijn zo goed verduisterd dat we helemaal geen besef hebben dat het reeds 8h is. Gelukkig komt Antoine ons wekken. Het ochtendritueel verloopt traag, straks zijn we nog te laat op de afspraak voor het ontbijt . Anne-Marie trakteert ons op een meer dan uitgebreide maaltijd……
Ze weet dat buitenlandse fietsers flinke eters zijn. We geraken hier nooit weg het is bijna 10h eer we eindelijk de fietsen beladen en met veel spijt afscheid nemen van het sympathieke gastpaar Knapp en hun meer dan gekke hondje Scarlett. Ze blijven ons nog lang uitwuiven…..
Het is frisser met minder zon dan de vorige dagen, maar lang duurt het niet. Wanneer we door Pont-de-Poitte rijden is de zon er opnieuw en moeten we er ons lichter opkleden. We verlaten definitief de Lac de Vouglans en de l’Ain streek. Van Mesnois moeten we een steile klim nemen naar Blye. We vorderen op dit smalle bospad niet en moeten op een bepaald moment achter wandelende koeien blijven tot bij een boerderij.
Van Bley tot Chatillon blijft het klimmen, we moeten zelfs over de Col de la Perecée naar Meribel. Na het zwoegwerk is er voorbij Meribel gelukkig een mooie afdaling. Over een afstand van 5km dalen we van 600m naar 250m door bosjes en weiden tot aan de “Cirque de Ladoye”. We stoppen op een parking en bewonderen het diepe uitgeslepen groene trechterdal. Waarom ze dit verschijnsel een cirque noemen blijft ons onduidelijk.
We blijven een tijdje rustig doorpeddelen op een plateau om dan af te dalen naar Poligny. Het is bijna middag wanneer we het stadje binnenrijden. Net wanneer we bij een soort duiventoren afbuigen, komen er een paar trekkers puffend en zuchtend een beetje rood aanlopend op ons af. Het is een koppel Kempenaars op weg naar de Middellandse zee. Ze zijn duidelijk veel te zwaar beladen, nochtans hebben ze heel degelijke Koga trekkersfietsen.
Na een korte babbel wil de vrouw vlug vertrekken. Het paar moet straks nog een camping zoeken om te overnachten. Wij kunnen hen als niet kampeerders helemaal niet helpen. In Poligny is het drukker dan we gedacht hadden. Het is de hoofdplaats van de Comté-Jura en er zijn heel wat kaas- en wijnwinkels. Na onze aperitiefpauze doen we, na onze minder goede ervaring van gisteren, inkopen voor onze middagpicknick.
Wanneer we de landkaart raadplegen zien we dat er vanuit Poligny een directe weg naar onze overnachtingsplaats loopt. We beslissen de kortste weg te nemen het zou ons om en bij de 20km winst moeten opleveren…..We volgen de kaarsrechte D905 naar Aumont. Na een 5-tal kilometer beklagen we het ons al, er is druk- en storend zwaar verkeer. Verschillende keren moeten we op de pechstrook door een niet aantrekkelijk landbouw gebied rijden. Toch blijven we koppig, na onze middag eetpauze op een afgelegen parkingplaats, aan grote snelheid doorstormen richting Dôle.
Tot onze verwondering staan we na slechts 78km op de brug over Le Doubs in Dôle. We kennen deze Jura stad helemaal niet en zijn verwonderd over de mooie aanblik van de hoofdstad van de France-Comté. Het zicht op de collégiale Notre Dame en de Hôtel-Dieu zijn prachtig.
We rijden verder langs het Canal de Rhône au Rhin met een drukke pleziervaarthaven tot in de verrassende en zelfs sprookjesachtig aandoende binnenstad. Toch willen we eerst naar ons gereserveerd hotel fietsen en ons verfrissen vóór we de stad beter willen leren kennen.
Vol verwachting fietsen we na onze korte was- en plaspauze van het hotel terug naar het centrum. Op de Place de la République vinden we een schaduwrijk terras en kunnen we onze grote dorst zelfs met een frisse Duvel lessen. In het toeristisch bureau krijgen we de raad het met bronzen ronde grondnagels uitgestippelde “Circuit du Chat Perché” te volgen..
We voelen ons bijna in Brugge, overal zijn er pittoreske wandelstraatjes langs en bij kanaaltjes. Op een bepaald moment komen we in de leerlooierswijk bij het geboortehuis van Louis Pasteur. Deze grote Franse scheikundige en bioloog bekend voor zijn pasteurisatietechniek en ontdekking van het vaccin tegen hondsdolheid. Het is nog veel te vroeg om te souperen, toch vinden we, onder de treurwilgen dicht bij het kabbelend water van een oude watermolen, een terras waar we rustig kunnen aperitieven terwijl we kleine hapjes proeven.
Op het circuit vinden we een kleine restaurant “L’atelier de Louis”. We vleien ons op het terrasje, de patron komt ons zijn menu presenteren. Veel keuze is er niet maar de man verzekert ons een lekkere maaltijd. We moeten spijtig genoeg binnen souperen. Er steekt plots een sterke wind op met iets later een onweersbui met hevige regen. Gelukkig terwijl we genieten van een prachtig souper. De baas heeft woord gehouden. We proeven een variatie van tomaten en als hoofdgerecht “Poulet de Bresse”. We maken onze eetavond compleet met een coupe ijs. Het wordt heel laat, het is zelfs al donker eer we met ietsjes teveel wijn naar ons hotel terugfietsen; Tot onze verwondering is er al niets meer te merken van het onweer, de wegen zijn al terug opgedroogd.
Moe en wat overeten kruipen we vlug onder de lakens…..Zelfs zonder oordopjes vatten we bijna onmiddellijk onze slaap…..Jura wijn doet wonderen!
Om 8h30 zitten we al in de kleine eetzaal van het hotel. Ook hier heeft de gastheer voor een uitgebreid ontbijtbuffet gezorgd. Ik weet dat er vandaag een prachtige rit op het programma staat. Met veel enthousiasme tracht ik mijn vrienden op te peppen. Door dat het hoogteprofiel moeilijke kilometers aangeeft, wil ik vlug vertrekken. We volgen een ganse dag de rivier l’Ain en dit wordt de allermooiste rit van onze tocht, de Gorges de l’Ain.
Het zal genieten worden. Nadat we onze fietsen hebben beladen, moeten we ons degelijk insmeren. De zon brandt heel fel en ’t is warm. Voor we de agglomeratie verlaten kopen we voldoende water. Gelukkig maar blijkt het later.
Vanaf het hotel is het gestaag lichtjes bergop. We moeten voorlopig op een rijtje mooi achter elkaar rijden. Toch voelen we dat het verkeer mindert. Na de dorpjes Oussiat en Thol moeten we in Neuville-sur-Ain over de rivier richting Poncin.
Wat een prachtig zicht op de snelstromende rivier. We kunnen er niet voorbij zonder foto’s te nemen.
Vanaf Poncin rijden we op een smalle weg geklemd tussen de rivieroever en een met groen begroeide rotsmuur. De Ain stroomt hier in een soort trechter met torenhoge kalkstenenwanden. Prachtig landschap en rustig peddelen we richting Merpuis.
We vorderen goed, wat een geluk dat we regelmatig in de schaduw kunnen rijden. De zon brandt, bij Bolozon-Gare moeten we een bocht maken om onder de spoorwegviaduct te geraken. Ook al is het nog ietsjes tevroeg. We kunnen niet voorbij een wat slordig maar toch uitnodigend terrasje. De patroon heeft duidelijk op dit uur niemand verwacht met grote dorst. Hij heeft nog geen fris bier in zijn ijskast…..Een beetje ongewoon voor ons doen, drinken we dan maar een pastis met heel veel ijs. Tot onze grote verwondering zien we plots de TGV voorbij razen…..
De weg meandert mee met onze vertrouwde rivier. De route door de Gorges de l’Ain is adembenemend mooi. Enkel voor deze dagrit zou je de Groene Wegen doen, menen we alle drie. De bermen en oevers staan vol prachtige bomen en begroeiing, wat een kleurenpallet, wat een natuur. Wij vinden dit de mooiste rivier van heel Frankrijk, spijtig of misschien niet, ongekend bij het grote publiek.
Het is nog maar 11h45 als we in Thoirette over de rivier rijden. Hoog tijd voor enkele prachtfoto’s. Pol en Bob stoppen maar Antoine heeft niets gemerkt en duikt de helling af richting Condes……We weten van op onze vorige tocht door dit gebied dat bevoorrading en eetplaatsen uiterst zeldzaam zijn. Best hadden we hier in de Aubergue naast de brug een rust een eetpauze gehouden…..Antoine heeft er anders over beslist en we kunnen hem slechts bij de Lac de Coiselet bijbenen.
Het kunstmatig meer van Coiselet wordt gevormd door de samenloop van de rivier de Bienne in de Ain. We zijn in de Jura beland. Er doen zich soms overstromingen voor, zo hebben we hier bij een stopplaats, waterhoogte merkpunten en alarmsystemen kunnen waarnemen. Graag hadden we hierover meer willen te weten komen, maar er is geen levende ziel te bespeuren.
Bij een trosje opgesloten, vermoedelijk vakantiewoningen, houden we dan maar een rustpauze op een van de zonne- terrassen van een villa. Ondertussen fietst Antoine tot bij de oever van het meer en volgt aanwijzingen naar een Camping. Wanneer hij terug komt moet hij ons met spijt melden dat het terrein er verlaten bij ligt. We krijgen honger…maar er is niets.
Iets voorbij Condes stuurt een wegeniswerker ons richting Menouille. Hij beweert dat we daar wel een eethuis zullen vinden. We wagen het erop en vliegen in volle vaart naar het dorp. Net voor het mini dorpje zien we een restaurantterras. Honger doet ons onmiddellijk halt houden aan Auberge du Barrage. We gaan enthousiast binnen….Grote teleurstelling wanneer de patroon ons meldt dat hij zijn keuken juist gesloten heeft. Hij heeft helemaal geen zin om nog iets voor ons klaar te maken. Na lang palaveren en aandringen, kan ik hem toch overhalen lasagne voor ons klaar te maken. We trakteren hem en onszelf op enkele flessen Jura wijn. Wanneer je honger hebt smaakt alles, wordt er gezegd. Het is inderdaad zo, we smullen de met veel te veel saus overgoten lasagne zonder morren op……
We moeten een inspanning leveren om na deze eetpauze opnieuw in actie te komen. Het is gestaagd stijgen tot aan de Barrage de Vouglans. We kunnen er zonder meer niet voorbij en houden vol bewondering bij dit enorme kunstwerk een fotopauze.
De betonnen constructie met een hoogte van 100m is indrukwekkend. Als bouwkundige wil ik er alles van weten. Gelukkig is er een groot bord waar alles heel goed wordt uitgelegd. Zo weet ik nu dat er aan de dam 5 jaar gewerkt werd tot in 1968. Het is de 3° grootste dam van Frankrijk. Het enorm kunstmatig meer achter de stuw is 35km lang en ongeveer 450m breed. De elektriciteitscentrale zorgt niet alleen voor groene stroom maar ook voor wel erg storende hoogspannings- masten en kabels in deze prachtige vallei.
Het is snikheet wanneer we na de kronkelweg Cernon bereiken. We volgen een gelijkmatige afdaling langs het meer tot Onoz en door een groene omgeving naar La Tour de Meix. Bij de grote baan hebben we prijs, grote dorst doet ons gelijktijdig stoppen bij een terras. Toch moeten we erg aandringen bij de cafébaas eer we een fris biertje kunnen bemachtigen……Op dit uur is mijn café dicht, krijgen we te horen. De man staat op punt om zijn zaak te verlaten. Terwijl we op het terras ons drankje en wat rust nemen, komt de patron afreken sluit alles af en vertrekt.
We hebben 75km op ons tellertje staan, het voortdurend op en af en de warmte hebben ons afgemat. Gelukkig zijn we niet zo heel ver meer van onze overnachtingsplaats. Toch moeten we nog een vervelende helling nemen en komen via St-Christophe in Marsonnay. De gps laat mij plots weten dat we ons eindpunt voor vandaag bereikt hebben. We moeten niet aanbellen, ons gastgezin heeft ons blijkbaar zien aankomen en laat ons onmiddellijk onze fietsen in de berging stallen. Na een deugddoend welkomstdrankje krijgen we van Yves en Anne-Marie, twee uitzonderlijk mooi ingerichte kamers met alles erop en eraan ter beschikking. Zelfs onze bezwete fietskledij mogen we onmiddellijk afgeven en laten wassen…….Wat een luxe, na deze zware en winderige rit!
Het gastgezin weet duidelijk hoe ze met fietsers moeten omgaan. Ze krijgen in de zomermaanden dagelijks trekkers in hun chambre d’hôtes die je moet voorbij rijden als je de Groene Weg naar de Middellandse zee volgt. Gezien er hier in de omtrek geen eetmogelijkheden zijn bieden ze ook, met algemeen succes een table d’hôtes aan…..We genieten lui, van een fris Jura-wijntje op het terras in de tuin met zicht op het groenblauwe meer de Vouglans. Ondertussen zijn Anne-Marie en Yves druk bezig met ons avondmaal. Samen met het gastgezin genieten we van een uitgebreid en erg lekker avondmaal heel ruim overgoten met vele flessen lekkere Jura wijn. Het wordt nog een lange praatavond waarbij we heel wat teweet komen over de ons eerder onbekende Jurastreek. Het gastgezin weet heel goed om te springen met voor hen toch eenmalige gasten. Net voor we onze bedjes willen opzoeken horen we dat de Belgische voetbalploeg hun 1° Wereldbeker match zou gewonnen hebben…..Antoine krijgt toelating om morgen zijn rodeduivels fietspet aan te doen! Slaapwel vrienden.
07 Dag 7 St-Jean de Bournay – Pont d’Ain 16-06-2014
Dag 7 St-Jean de Bournay - Pont d’Ain
16-06-2014
Het grootste voordeel van een verlaten dorp is wel de stilte. We zijn alle drie heel tevreden met die rust. Om 8h kunnen we een na een van het sanitair gebruik maken. Een half uur later zitten we in de eetruimte van het café. Buiten onze verwachting krijgen we een verzorgd ontbijt met lekker brood en vers beleg, kaas en uitstekende expresso-koffie. Af en toe wordt de dienster gestoord bij het lezen van haar krant. Ze doet vervelend wanneer er een haastige klant sigaretten komt ophalen. Meer dan een bon appétit knikje, kan er niet vanaf, terwijl ze bijna allemaal een stinkende sigaret opsteken. Het hotel is, zoals we in deze streek, zeven jaar geleden, ook nog meegemaakt hebben, ook een kleine buurt- post- en krantenwinkel.
Het is minder warm maar zonnig als we onze stalen paarden beladen. Madam is duidelijk opgelucht wanneer we het café definitief verlaten. We klimmen uit het dorp richting Combe-de-Pommier. In Artas zijn we opnieuw op de vertrouwde Groene weg. We voelen ons duidelijk goed uitgerust. Niettegenstaande het vals plat en de tegenwind is onze snelheid hoger dan de vorige dagen. Rond de kerk van Aillat draaien we richting Four, St-Alban-de-Roche naar Vaulx-Milieu.
24-06-2007
Wanneer we aan een fontein komen herken ik het dorp waar we op onze vorige tocht iets niet alledaags beleefd hebben. “Een oud vrouwtje heeft ons 7 jaar geleden uitgenodigd om op haar terrasje onder de lindebomen onze picknick te nemen. Samen met haar hebben we enkele flessen van haar wijn gedronken. Het optimistisch dametje, een echt spraakwaterval, is ons altijd bijgebleven en blijven beroeren. “
Ik stop bij de dorpsbazaar en rij recht naar het huisje van het dametje. Het wordt echter geen blij weerzien! De woning is afgesloten en alles ligt er slordig bij. Nieuwsgierig stap ik de winkel binnen. Grote verwondering bij de kassamadam, wanneer ik naar haar buurvrouw vraag. Zij kan mij vertellen dat het vrouwtje zo’n twee jaar geleden opgenomen is in een verzorging instelling. Het huis wordt af en toe in de weekends bezocht door haar zoon en kleindochter. Gerustgesteld kunnen we verder…….
We rijden over een spoorweg met ernaast de autostrade A43 richting Frontonas. Nu verlaten we echt het zuiden en de Dauphiné en komen in de streek van de Ain, een bijrivier van de Rhône. Het blijft een tijdje relatief vlak bij Frontonas tot voorbij Le Bergeron-les-Quatre-Vies. Soms liggen de mini dorpjes ver uiteen in deze landbouwstreek. In de uitgestrekte hooivelden is er hier en daar bedrijvigheid en worden er grote hooibalen gestapeld.
We hebben 40km op ons tellertje staan wanneer we langs de Rhône Loyettes binnen rijden. Op het marktplein is het hoog tijd om ons aperitiefje te nemen.
’t Wordt, hoe kan het ook anders, een ferme pint, dat was dorst hebben zeg! Voor we vertrekken doen we onze picknickinkoop in de Spar op het marktplein. Iets verder vinden we een rustplaats bij de Rhôneoever……’t Wordt een lange eet- en rustpauze, waarbij Pol zelfs tijd heeft om mooi in het zonnetje zijn middagdutje te doen.
Als we ons eindpunt voor vandaag willen halen moeten we opkrassen vrienden. De tegenwind zijn we al lang gewoon. Ook de eerder flauwe hellingen kunnen ons niets maken. Blijgezind rijden we in een trosje door Les Gaboureaux en Blyes. De rivier l’Ain blijft links van ons kronkelen. In Chazey-sur-Ain houden we een drinkstop op het dorpsplein aan de rivier.
Na enkele kleine dorpjes zoals Leyment, Cormoz en Priay arriveren we in Pont d’Ain. De iets grotere agglomeratie is een zeer druk knooppunt van hoofdwegen. De autostrades A40 en A 42 hebben hier een enorme verkeerswisselaar. Maar er is ook een kruispunt van N- nationale wegen van Bourg-en-Bresse richting Zwitserland.
En net aan dit kruispunt vinden we het Hotel des Allies. We stappen niets vermoedend het café binnen. Er heerst een ongewone en opgewonden drukte, zelf de patron wordt niet graag gestoord. Iedereen kijkt alsof ze gebiologeerd zijn, naar een groot TV scherm. Ik hoor dat er deze avond een Wereldbekervoetbalmatch is met “Les Bleus” Nu weet ik ook dat hun voetbalelftal zo genoemd wordt in Frankrijk.
Wanneer ik duidelijk maak dat voetbal mij helemaal niet interesseert en ik naar het hotel zoek, wordt ik nors naar de naastgelegen ingang verwezen. Wat een toestand zeg!!!Maar ook de receptie ligt er verlaten bij, na enkele minuten echter komt de patron toch te voorschijn, blijkbaar was hij ook TV aan ’t kijken.
We kunnen onze fietsen in de garage bergen. We krijgen een zeer ruime familiekamer. Na ons was en plasritueel en een luie rustpauze krijgen we zin in een wandeling. Het zal hier een triestige bedoening worden, het is maandag, alle restaurants nemen blijkbaar hun vrije dag.
Toch vinden we 300m verder een verlaten Italiaanse Pizzarestaurant “La Casa” open. De gezellige uitbater, duidelijk van Italiaanse afkomst ontvangt ons als koningen. We krijgen met veel sier een rustig plaatsje op zijn al in de schaduw liggend terras. Hij presenteert ons onmiddellijk een fris aperitiefwijntje en is bereid voor ons een speciale pizza klaar te maken. We laten hem zijn zin doen. Ondertussen genieten we van enkele flessen frisse wijn en nadien van de wel uitzonderlijk lekkere pizza. Onze Italiaan komt ons nog wat entertainen en na een ijstoetje sloffen we terug naar ons hotel. Hopelijk krijgen we geen last van de luidruchtige voetbalfanaten…. Moe en voldaan zitten we alweer vroeg onder de lakens. De oordopjes doen wonderen……
06 Dag 6 Romans-sur-Isère - St-Jean de Bournay 15-06-2014
Dag 6 Romans-sur-Isère - St-Jean de Bournay
15-06-2014
Zoals vroeger is het niet meer, “Petit Déjeuner” is tegenwoordig bijna altijd buffet. Weer hebben we geluk, ook al is de buffetkeuze niet zo groot…… Bij het ontbijt, kunnen we het TV nieuws volgen, enkel het weerbericht interesseert ons. We horen opnieuw dat de noorderwind in de loop van de dag dreigt aan te wakkeren tot 6BF. Een domper op ons optimisme. We overlopen onze reisweg en beslissen om zoveel mogelijk de Groene Wegen te blijven volgen. Er is een directere weg mogelijk maar we vrezen voor druk verkeer en minder mooie natuur. Opkrassen, insmeren, afrekenen en wegwezen……
De gps is ingesteld en doet ons veilig de nog rustige tweelingstad verlaten richting St-Donat-sur-Herbasse. Het is klimmen op een rijtje door het groen langs een klein riviertje tot een oude dorpje. Eenmaal voorbij het wel fraaie kerkje volgt er een wat steilere klim à 6%. Zwetend komen we in Bathernay. We blijven klimmen door een bos voorbij de Mont Froid tot Tersanne. De inspanningen doen ons de feller wordende tegenwind vergeten, we vorderen als slakken en moeten meer dan eens een rustpauze nemen.
De afdaling naar Hauterives doet deugd. Hoog tijd om onze aperitiefpauze te houden. Wanneer we over het riviertje Galaure het dorp binnenrijden horen we fanfaremuziek…..We willen weten wat hier gaande is en vleien ons op het zonnige terras van “Halte du facteur”. De patroon legt ons uit dat het hier elke zondag feest is.
Van heinde en verre komen er bezoekers naar het dorp om het “Palais Ideal” van postbode Cheval te bezoeken. Deze plaatselijke facteur, bouwde 33 jaar lang aan deze grillige constructies met stenen welke hij vond op de heuvelpaden gedurende zijn dagelijkse postronde.
We zijn benieuwd en nemen een kijkje, niets om zoveel tralala over te verkopen. Met veel moeite ontwaren we een kasteel, een soort moskee en een tempel met enkele hoofden erop. Het is een mengeling van stenen met ertussen gegooide mortel een echte architectonische kakofonie.
Het is 12h wanneer we het eigenaardige dorp met zijn fantasierijke facteur verlaten richting Le Grand-Serre. Na een korte klim en bochtenwerk tussen het groen, belanden we in Thordure en iets later in Marcilloles. In dit dorp vinden we een zonnig terras, hoog tijd om terug op onze positieven te komen.
Tot onze grote verwondering schenken ze Affligem. Nadat onze dorst gelest is, willen we ook onze honger stillen. De patron stelt ons voor een pizza te maken. Na een tijdje brengt hij, voor elk een reuze grote pizza met allerlei vlees en beleg.
We blijven veel te lang treuzelen. Na ons te ruime middagmaal vertrekken we voor onze laatste 30km. De wind is niet zo hard als voorspeld, maar de opeenvolging van hellingen doen hun sloopwerk. We vorderen niet zo best. We vinden het echter niet erg en genieten volop van de natuur. Na Penol belanden we in Faramans en iets verder klimmen we naar Arzay.
Na dit dorp van tweemaal niets moeten we weg van onze vertrouwde Groene Route. We rijden op de gps richting onze overnachtingsplaats St-Jean de Bournay. Door een bosrijk gebied is het klimwerk niet van de poes. Gelukkig kunnen we af en toe in de schaduw mooi op een rijtje Antoine volgen. Onze allerbeste klimmer waagt het niet om ons uit de wielen te rijden. We moeten op mijn fietsgps vertrouwen door dit onbewoond gebied. We zijn blij wanneer we in de verte het dorp zien liggen. Zalig zo’n lange afdaling, zonder te trappen, die ons tot op het pleintje aan ons hotel brengt.
Voor we onze kamer betrekken maken we gebruik van het hotelterras om onze dorst te lessen. De dienster is op de hoogte van onze komst, we krijgen de kamersleutel en moeten naar de 2° verdieping. De patroon waarmee ik enkele weken geleden een afspraak maakte is afwezig….We merken dat alles hier wat in het honderd loopt. Wanneer we op de kamer komen achten we ons gelukkig dat we hier maar één nacht blijven.
Het hotel is vergane glorie en onze kamer is beneden alles….We herschikken de bedden en doen een wasje en een plasje. Onze kledij kunnen we op de naastgelegen snikhete zolderkamer onder de pannen te drogen hangen. Na een rustpauze willen we het dorp bezoeken. Het wordt een lange wandeling door slordige verlaten straten. We beseffen dat dit dorp met uitsterven bedreigd is. Hier en daar ontwaren we leegstaande en vervallen huizen….En ouderen die ons vragend wantrouwig nakijken. Waar zijn we nu in godsnaam beland?
Gelukkig kunnen we in het hotel aan een avondmaal geraken. Enkel de pastis en de wijn zijn van goede kwaliteit. We blijven uit verveling nog een flesje nippen terwijl we tv kijken in de verlaten gelagzaal. Wat een triestige bedoening. We zijn moe en vroeger dan gewoonlijk kruipen we in onze bedjes. Enkele minuten later is het muisstil. Slaapwel jongens.
05 Dag 5 La Bégude de Mazenc – Romans-sur-Isère 14-06-2014
Dag 5 La Bégude de Mazenc – Romans-sur-Isère
14-06-2014
Wanneer we om 8h00 in de veranda aanschuiven om te eten, zitten de andere gasten al op ons te wachten. Madame Agnes en haar man hebben het druk. Het wordt iets minder warm, zegt ze, maar de mistral blijft zeker de hele dag. En……de Franse spoorwegen zijn in staking, zegt ze wat verlegen. Wanneer ik haar vertel dat het bij ons met de NMBS niet veel beter loopt, is ze gerustgesteld. Toch blijven er enkele tafelgenoten bekommerd.
Ze willen onze reisweg kennen. Er komt zelfs een kaart op tafel tussen de kopjes en borden. Vlug blijkt dat onze uitgestippelde weg via de “Groene Wegen” de meest aangewezen fietsweg voor ons blijft. Het was ons al lang duidelijk dat geen van de gasten ook maar enig benul van langeafstand fietsen heeft. Zoals de meeste Fransen vinden ze het gek, wanneer je een auto thuis laat en per fiets op reis durft te gaan….nochtans het zijn niet enkel de Fransen die dat denken. Mijn tafelbuur, een niet te stuiten spraakwaterval, wil mij absoluut uitleggen hoe de “Mistral” gevormd wordt. Ik wil het wel weten maar moet hem aanmanen geen moeilijke woorden te gebruiken. Ik zal het proberen zegt hij mij, op schoolmeester toon.
De Mistral is een bijzonder krachtige noord-noordwestenwind, die windkracht 9, maar soms ook meer dan 11BF kan bereiken in het Rhônedal. De koude lucht wordt tussen de bergwanden in het nauwe dal van de stroom geperst. De wind waait van noord naar zuid, naar de veel warmere Golf van Genua. Overdag is de wind meestal sterker dan ‘s nachts, omdat de temperatuurverschillen tussen de Rhône-vallei en de Middellandse Zee onder invloed van de zon dan het grootst zijn. De Romeinen noemden deze wind Magistralis wat wil zeggen meesterlijk! Tijdens de Mistral is het in het Rhône-dal meestal onbewolkt. Hij is ook kurkdroog en kouder, dus lekker bij de zomerse hitte, maar een ramp in de winter… Hij is zeer hinderlijk en ook echt gevaarlijk. Er is weinig bestand tegen 24 uur zonder pauze van harde rukwind. Er gebeuren heel veel ongelukken en er is na een Mistral meestal heel wat herstelwerk, vult onze gastheer aan.
Afrekenen en een foto, met teveel vertraging worden we uitgewuifd door de andere gasten. Voor de tweede maal op 7 jaar, verlaten we “La Piverdière” of de groene specht zoals het bij ons zou heten, maar nu in de andere richting. ’t Zal een zware dobber worden…..We moeten al onmiddellijk naar Salettes en iets verder naar Pont-de-Barret over een afstand van 9km meer dan 150m stijgen. Het uitzicht is fenomenaal, wat een prachtige rotspartij zeg. De natuur maakt veel goed. Met al die wind ellende kunnen we toch nog genieten.
Na Soyans rijden we door een bosrijk gebied richting Saou. Het klimwerk doet ons de mistral vergeten, je kan er niet blijven over zeuren, menen we. Op een rijtje moeten we naar Le Pertuis en met een reeks bochten sleuren we ons over de Col de Paturel. Gelukkig is er een lange afdaling van om en bij de 7km. Na Pas de Lauzens zijn we in Aouste en moeten de Drôme kruisen.
We blijven nu vlak langs de rivier tot we in Crest na 34km een rustpauze houden. Hoog tijd om inkopen te doen en ons te bevoorraden van drank en eten voor de middagpicknick. Nu we de Drôme vallei verlaten laten we ook het mediterrane achter ons. Ze trachten hier toch iets te ondernemen voor fietsers. Regelmatig zien we plaatjes met “Drôme à Vélo”.
Enkele kilometers voorbij de stad verlaten we de grote baan en volgen een landweg en komen voorbij grote waterbassins. Het gaat gelukkig maar, rustiger omhoog net iets meer dan vals plat tot Vaunaveys-la-Rochette. Na het dorp waar alles dood en verlaten is, vinden we midden de natuur een grasplein met rustbanken. Hoog tijd om te middagmalen. Gelukkig staan er wat bomen, ze bezorgen ons schaduw en maken dat de wind gebroken wordt. Het is 14h wanneer we stram van de lange rustpauze ons opnieuw in gang moeten trekken.
Nog 30km jongens en we zijn op onze bestemming. Hoe kalm kan het zijn we rijden zonder enig verkeer van dorp naar dorp. In Chambeuil wordt het iets drukker. We laten ons verleiden wanneer we een wegwijzer zien waarop het maar 12km is tot Romans-sur-Isère. Langs de wat drukkere D538 mooi achter elkaar zijn we na minder dan één uur in Bourg-de-Péage. Over de Isère moeten we de gps volgen.
Het is echter geen sinecure om door de dubbele-stad te geraken. Er zijn heel wat eenrichting- straatjes waar je als fietser ja of neen door mag, we weten het niet. Plots ben ik alleen wanneer ik bij ons hotel aankom. Enkele minuten later komen Pol en Antoine aangereden. Bij het kruisen van een dubbele baan hadden zij moeten halt houden. Doch hadden mij voortdurend blijven zien.
Vroeger dan gedacht en met een 8-tal kilometer minder dan voorzien stappen we het hotel binnen. We krijgen onmiddellijk een 3 persoonskamer met elk een afzonderlijk bed ter beschikking. We kunnen onze fietsen in een achterliggende bergplaats stallen. Na onze was en plasbeurt houden we een rustpauze.
Het was een veel eisende dag. Het steeds op en af en de mistral hebben ons afgemat. Het wordt meer dan één uur platte rust! 19h hoog tijd om de stad te verkennen. Veel valt er echter niet te zien. We wandelen naar de rivier die de stad in twee snijdt. Blijkbaar moest vroeger betaald worden voor de oversteek van de Isère, vandaar dat de naam Bourg-de-Péage.
Op het plein bij de toren vinden we uit de wind een terras, na enkele Ricards laten we ons een souper met plaatselijke specialiteiten aansmeren. Veel zaaks is het niet maar honger zullen we niet hebben….Na nog wat extra wijn strompelen we moe naar onze overnachtingsplaats. Lang zullen we niet wakker liggen……Slaapwel.
6H30! opstaan jongens, we hadden dit gisterenavond tussen pot en pint afgesproken. We moeten vandaag dubbel zover als gisteren. Er is opnieuw een heel warme dag voorspeld en we willen zoveel mogelijk kilometers afleggen in de ochtendkoelte. Wanneer we plaatsnemen aan de ontbijttafel in de tuin heeft de hoteluitbater het heel druk. We zijn bijlange niet de eersten om te ontbijten. Groot is onze verwondering we kunnen van alles krijgen bij het ontbijtbuffet. Alles loopt vlugger dan de vorige dagen, om 8h00 verlaten we zelfs het hotel. Het is al bloedheet wanneer we de fietsen beladen en de “stad der Pausen” verlaten.
We volgen de drukke weg langs de stadmuren, aan de Porte de l’Oulle rijden we over de Rhône. Na de “Pont Daladier” volgen we de Groene Wegen op het eiland Barthelasse. Bij de “Pont Bénezet” bekend van het liedje “Sur le Pont d’Avignon” houden we een stop om enkele foto’s te maken.
We blijven op de Rhôneoever tot Roquemaure, letterlijk vertaald betekend dit, Moorse rots. Of eens de grens tussen het Islamitische gebied der Moren en het Christelijke westen. We herinneren ons echter dat Karel de Grote deze grens, gelukkig maar, ver achter de Pyreneeën verschoven heeft. Hadden we nu maar zo’n Karel! Na Roquemaure fietsen we opnieuw naar de andere oever van de stroom, om de Rhône nu definitief te verlaten richting Orange.
In de historische stad Orange moeten we ons noodgedwongen van drank bevoorraden. De brandende zon doet ons bijna elke kilometer drinken, we moeten regelmatig stoppen om ons zweet uit de ogen te wrijven. We hadden drukker verkeer verwacht aan de “Arc de Triomphe”, die midden een groot rond punt staat. Deze van oorsprong “Oranje” stad waar Willem van Oranje baas was, werd definitief ingelijfd bij Frankrijk door Lodewijk XIV in 1713.
Wanneer we de stad verlaten richting Sérignan moeten we wat harder duwen de weg loopt lichtjes omhoog, gedaan met het vlakke land. Het is bijna middag wanneer we in Lagarde-Paréol op een schaduwrijk terras na een aperitief ons middagmaal nemen. We hebben al 47km op ons tellertje. Het wordt een langere rustpauze. We moeten vaststellen dat het zwaar wordt. Niet alleen de zon en kilometers beginnen te wegen maar ook de hellingsgraad en de wind spelen in ons nadeel. Tussen de lavendelvelden is het tegen de steeds sterker wordende wind opboksen. In het volgende dorp Rochegude moeten we door de snikhete okerstraatjes. Voorbij het dorp zien we rechts van ons in de verte het silhouet van de Mont Ventoux…..
Pol en Bob kunnen Antoine laten likkebaarden wanneer we herinneringen ophalen aan onze beklimming van de kale berg in juni 2007. Wat hebben we toen afgezien maar we zijn wel heel fier op deze prestatie, alles hierover kan gelezen worden om mijn blog : http://blog.seniorennet.be/groenewegen2007/ “Dag 13 Pernes-les-Fontaines – Mont Ventoux 27-06-2007”.
Na Suze-la-Rousse het dorp met zijn robuust kasteel waar de Wijnuniversiteit gevestigd is, moeten we op een rijtje mooi achter elkaar tegen de wind opboksen. De mistral blaast steeds sterker. We schatten dat we zeker 5 BF tegen hebben. We blijven afzien in een open veld tussen de Côte du Rhône-wijngaarden, met ietsjes meer dan vals plat. In La Baume-de-Transit rijden we het dorp binnen het is ondertussen 14h30 en we zijn 60km ver. Terwijl ik op kop door het Provençaalse dorpje raas, hebben mijn metgezellen een schaduwrijk terras opgemerkt.
Zonder afspraak ploffen we ons in de vrijstaande zetels. Hoeveel dorst kan een mens lijden??? Antoine heeft zelfs opgemerkt dat er Duvel te krijgen is. Ook al zijn we in de Drôme en midden een bekend en beroemd wijngebied bestellen we onze maat zijn lieveling ’s bier. Is dat genieten zeg! Terwijl we uitrusten wandelt er een man met zijn hond voorbij….Hij hoort ons Vlaams taaltje en komt tot bij ons. Hij is de vroegere uitbater van dit café-restaurant, vertelt hij. Ik heb het in dit wijngebied aangedurfd Belgische bier aan te bieden. Het is hier “Vivre comme Dieu en France met lekker eten en drinken” beweert hij. Wanneer wij hem vertellen dat we nog 40km verder moeten, verklaart hij ons gek…..en wandelt verder!
Lui en als versleten slakken vertrekken we uit het zonovergoten dorp op de D341 richting Richerenches. Dit stille dorpje is in de streek alom bekend voor zijn truffelmarkt. Volgens een reclamepaneel zouden ze zelfs truffel zoekdemonstraties met honden geven elke zaterdag gedurende de wintermaanden. Na Richerenches rijden we richting Valréas. Het is klimmen geblazen met die rotwind op de neus is het aan 12km/h is toch wel heel traag voortkruipen.
Verschillende keren zien we borden met: “Enclaves des Papes”; ’s avonds wil ik er alles van weten, mijn tafelbuur in de B&B tracht het mij duidelijk te maken. “Het is een stuk Vaucluse grondgebied in de regio Drôme.
Deze unieke rariteit vindt zijn oorsprong in de tijd toen de Pausen vanuit Avignon in de 13° en 14° eeuw regeerden. Volgens de overlevering zou er een zieke paus, (zijn ze allemaal niet ziek?) op een tocht tussen Lyon en Avignon, in Valréas wijn gedronken hebben waarvan hij genezen zou zijn……(n’n mirakel dus !!!). Deze paus kocht of erfde (!) het gebied met de wonderbaarlijke wijn, van de Tempeliers. Met de Franse revolutie is hieraan een einde gekomen. Toch bleven de bewoners met een referendum hun identiteit behouden. Zo is dit kleine gebied een opgesloten eiland van de Vaucluse in de Drôme”.
Na Valréas rijden we met nog hardere wind naar Taulignan. Nu is het, nadat we door een poort gereden zijn, serieus klimmen aan wel 8%. Pol en Bob volgen gedwee Antoine veruit de beste klimmer van onze bende. Toch moeten we hem na enkele zware kilometers in een bocht laten gaan. Een beklimming is altijd elk aan zijn eigen tempo. Maar nu is het niet enkel het klimwerk welke het moeilijk maakt maar ook die verdomd harde mistral. Je zou er gek van worden……
Iets vóór de ruïnes van Prieuré d’Aleyrac, hebben we 100km op ons tellertje en zijn we vermoedelijk op het hoogste punt van de beklimming. We hadden verwacht dat onze vriend Antoine hier zou wachten, zoals bij onze vroegere afspraken. Maar neen onze klimfanaat is nergens te bespeuren. We houden dan maar een rustpauze met ons twee, voor we de afdaling aanvatten. Antoine weet dat wij in het volgende dorp overnachten maar kent het adres niet. Hij zal ons noodgedwongen wel ergens opwachten, bij de kerk misschien?
Nu naar beneden tot La Bégude- de-Mazenc dat zou gemakkelijk aan grote snelheid moeten kunnen…..Maar neen neen, de mistral steek daar een stokje voor, in plaats van aan 65km/h zoals het bij zo’n mooie afdaling zou moeten kunnen, is het nu met flink bijtrappen slechts aan 35km/h. Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt.
In volle afdaling zie ik recht voor mij een stipje, dat zou wel eens onze vriend Antoine kunnen zijn. Hij staat ons op te wachten aan het eerste kruispunt van het dorp. Enkele minuten later rijden we de lange oprit van onze Maison d’hôtes “la Piverdière” op. Veel belangstelling, al de gasten staan ons samen met madame Aumont op te wachten. Onze gastvrouw kon vermoeden dat wij later dan voorzien zouden toekomen met al die wind.
Om 20h worden we samen met de andere gasten en het gastgezin uitgenodigd in de veranda……onmogelijk om met deze stormwind buiten te souperen. Samen met enkele Franse koppels van onze ouderdom genieten we van een typisch souper met veel wijn. Ondertussen wordt het een lange praatavond met soms zware moeilijke gesprekken. Madame Agnes meent dat de mistral zeker nog twee dagen zal blijven tekeer gaan. Ze stelt een verplaatsing per trein voor, morgen. We zullen morgenvroeg wel zien! Na uren kletsen en zwanzen geraken we strompelend in onze zalige bedjes.
Zouden we durven snurken??? De oordopjes zullen redding moeten brengen!
We zijn heel verwonderd, zo goed en zo rustig geslapen. De kamers zijn fris en toch, wanneer we de gordijnen openschuiven komt de zon al in volle glorie binnen piepen. We horen onze gastvrouw de tuintafel dekken. Ons ochtendritueel verloop loom en traag…...Na drie dagen hebben we klaarblijkelijk al het zuidelijke rythme aangenomen. We hebben tijd zat, het is vandaag een korte rit…..Een beetje benieuwd nemen we plaats aan de mooi gedekte tafel. Marie-Annick heeft haar best gedaan. We moeten toegeven, zij weet duidelijk haar gasten te verwennen. Na ons “Petit déjeuner” wil Pol proberen zijn achterwiel te verbeteren. We hebben tussen ons materiaal een spaaksleuteltje gevonden. Toch krijgt onze vriend zijn wiel niet 100% in orde maar het lijkt toch beter te zijn. Onze gastheer komt, vóór hij op ronde vertrekt, afscheid nemen. Grote haast heeft hij niet. We krijgen nog heel wat informatie hoe we rustig op onze route geraken. Na het afrekenen en een foto vertrekken we om 10h.
Wanneer we door de smalle straatjes van Arles rijden is het al snikheet. We voorzien ons van drank op Place de la République. We verlaten de stad langs de Rhône, voorbij de Arena en de Tour de Mourgues, richting Pont de Grau.
We rijden zuidwaarts tot aan een groot rond punt met een oude brug in ’t midden. We verlaten de verkeersdrukte richting Frontveille en blijven op de D33. Rechts zien we het vogelpark van Ginès een moerasland van meer dan 60ha met vele observatieposten. Het lijkt nog een stukje Camargue. Bij kilometer 15 komen we aan “Moulin de Daudet”. Op een open plaats staat een kleine vervallen molen op een flauwe rotshelling. Dit gedrocht is genoemd naar de schrijver Alphonse Daudet, vriend van de meer bekende Frederic Mistral. Veel blabla voor tweemaal niets, vinden we, het is zelfs een slordige bedoening!
Na enkele dennenbosjes komen we in een open vlakte met glastuinbouw. Bij Canal des Alpilles zijn we in Saint-Etienne de Grès. Op het terras van “Café du Vieux Grès” houden we aperitieftime. Ongelofelijk, ze hebben hier zelfs Leffe, dat kunnen we toch niet negeren! De plaatselijke, minder jonge bevolking aan het tafeltje naast ons, begrijpt er niets van, op dit uur bier drinken!!! Ze willen absoluut weten wat ons hier wel brengt en waar we naartoe fietsen. Verbazing als ik hun onze reisweg toon.
Wanneer ons zweet opgedroogd is vertrekken we. We weten dat we enkele kilometer langs de kalkheuvels van “les Alpilles” moeten. Het wordt bloedheet, gelukkig kunnen we in de schaduw van dennenbomen de korte flauwe hellingen overwinnen. Na een poosje komen we op “Le vieux Chemin d’Arles” hier is het vlak en we kunnen zonder enig verkeer goed vorderen. Plots herken ik een van de Provençaalse villa’s. Meer dan 10 jaar geleden ben ik hier op bezoek geweest bij een van mijn vrienden zakenrelaties. Hij heeft hier al jaren zijn buitenverblijf…..Er is niemand aanwezig, gelukkig maar misschien! Ik vrees dat wij anders vandaag wel eens moeilijk op onze bestemming zouden kunnen geraakt zijn.
Net op de middag komen we in Saint-Remy de Provence. Pol voelt al een poos zijn achterband leeglopen. Bij de herstelling zien we dat er een van de spaakkoppen op de binnenband schuurt, we trachten de kop plat te duwen, steken een nieuwe binnenband, meer kunnen we niet doen. We moeten absoluut een fietsenmaker vinden…..
Saint-Remy ligt in een van de groene valleien van Les Alpilles. Het is een druk bezocht toeristisch centrum in de Provence met prachtig gerenoveerde herenhuizen in de oude charmante steegjes. Ik ken alles hier heel goed, het was jaren geleden een van mijn vaste vakantiebestemmingen wanneer we met de familie aan de Côte d’Azur verbleven.
Saint Remy de Provence bezit een van de oudste archeologische plaatsen van Europa, het “Glanum” deze site uit de 3° eeuw vóór Christus ligt op de weg naar Les Baux-de-Provence. We wandelen verwonderd door de drukke smalle straatjes met elegante boetieks. Na de oude fontein en enkele schaduwrijke pleintjes vinden we een terras op de Place Jean Jaurès waar we zullen we middagmalen. De schoonheid van het stadje en het landschap hebben veel kunstenaars, schrijvers en schilders geïnspireerd.
De meest bekende is ongetwijfeld Vincent Van Gogh die hier meer dan 150 schilderijen gemaakt zou hebben. Er is zelfs een wandelroute langs de vele plaatsjes waar de beroemde schilder zijn werken schilderde. Jaren geleden bezocht ik, het klooster Saint-Paul-de-Mausole bij het Glanum, waar Van Gogh verpleegd werd. Het gebouw is een parel van Provençaalse Romaanse bouwkunst herinner ik mij nog heel goed……
Na onze wel veel te lange middagpauze verlaten we Saint-Remy en volgen de landweg naar Maillane. We vermoeden dat het wel eens 40°C zou kunnen zijn wanneer we in Graveson, erg bezweet en dorstig op een terras neerploffen. Na Rognonas komen we bij een brug over de Durance. We voelen al heel goed, de drukte van de grootstad Avignon. Enkele minuten later staan we zonder het goed te beseffen aan Hotel “Au Saint-Roch”, ons overnachtingsadres. Onze fietsen kunnen we in een ondergrondse garage veilig stallen en we krijgen een kamer op het gelijkvloers in de tuin.
Pol wil absoluut zijn fiets laten herstellen. De hoteluitbater doet enkele telefoontjes maar vindt niet onmiddellijk een fietsenhersteller. Misschien kunnen ze in de plaatselijke Decatlon iets doen, maar deze ligt wel aan de andere kant van de stad, beweert de man. Terwijl Antoine en Bob zich installeren en een wasje en een plasje organiseren, waagt Pol het erop tot daar te fietsen.
Het duurt een hele poos eer onze vriend Pol terug is…..Wat kan een dutje in de tuinligzetels deugd doen. Net wanneer we toch wat ongerust geraken komt onze vriend terug binnen……Ze hebben hem niet kunnen helpen het gepaste materiaal was niet aanwezig.
Om 17h wandelen we het beroemde Avignon binnen door een van de poorten van de ommuurde stad. We weten nu al dat we te weinig tijd zullen hebben om zelfs nog maar de bekendste gebouwen te bezoeken. Alles is echter op wandelafstand, heel vlug zijn we bij de twee grootste gebouwen, de kathedraal en het Palais des Papes. We wandelen verder door de grote tuin met een onvergetelijk zicht op de beroemde “Pont Bénézet”.
Moe van het vele slenteren wordt het hoog tijd om bij “Place de l’Horloge”, een schaduwrijk plaatsje te zoeken onder de grote platanen….. Er worden heel wat vakantieherinneringen van jaren geleden opgehaald. Ieder van ons is hier ooit wel eens, lang geleden, geweest! Na enkele koele wijntjes willen we ergens eten, toch blijkt het nog iets tevroeg naar Zuid-Franse normen, enkel in een Oosters restaurant kunnen we ons maagje nu al vullen. Wat we allemaal gegeten hebben weten we niet, soms was het heel moeilijk om met de eetstokjes op een beleefde manier te eten, toch is het ons uiteindelijk gelukt. We blijven op een van de erg drukke terrassen nog heel lang en wel iets te enthousiast genieten van het warme en dorstig weer……Het wordt al donker eer we de weg naar ons hotel terugvinden. Wat een onvergetelijke dag hebben we toch opnieuw toegevoegd aan onze vele fietsbelevenissen!
Dag 2 Port Saint-Louis du Rhône - Arles 11-06-2014
Dag 2 Port Saint-Louis du Rhône - Arles
11-06-2014
Ola, weet je hoe laat het is? Het is al 8h00 geweest, maar we hebben lekker en rustig geslapen…..Ons ochtendritueel gaat vliegensvlug en reeds vóór 9h00 stappen we de grote eetzaal binnen. Onze B&B baas is druk bezig een groepje stappers met veel woorden en gebaren hun dagprogramma uit te leggen. Het is voor hem heel moeilijk in het Engels…. Overal liggen er detailkaarten en boeken met prenten en foto’s van bloemen en struiken……Wanneer onze medebewoners eindelijk vertrokken zijn, krijgen wij ook nog een lange uitleg over de Camargue.
Monsieur Guitard heeft zijn best gedaan, hij weet blijkbaar heel goed dat wij gesteld zijn op een flink ontbijt. Er is werkelijk alles. We hebben een grote keuze kazen, beleg, zelf gemaakte confituren en jaja voor Antoine honing. We eten ons buikje rond terwijl onze vriend ons blijft overstelpen met Camargue weetjes.
Om10h00 vertrekken we en het is al snikheet. We krijgen nog de raad om ons flink in te smeren. Daar gaan we dan voor onze 2° dag. We krijgen het gezelschap van de waakhond tot aan de grote baan. Nu naar Salin-de-Giraud, dat aan de andere oever van de Rhône ligt . Bij de overzet van Bac de Bacarin is het heel rustig. Samen met enkele auto’s zijn we na enkele minuten aan de overkant.
We rijden voorbij Salin-de-Giraud het zout dorp, bekend voor zijn sel de Camargue. De kostbare “fleur de sel” wordt door fijnproevers als het beste zout ter wereld beschouwd. Langs een rustig groen baantje is het zalig om af en toe in de schaduw te keuvelend en toch goed te vorderen. Bij Mas de Saint Betrand houden we na 15km onze eerste stop. We willen een korte aperitiefpauze houden, maar het wordt een teleurstelling. Alhoewel er overal stoelen en tafels klaar staan, is er geen mens te bespeuren… we kunnen zelfs binnen rondneuzen. Gelukkig hebben we onszelf van genoeg water voorzien. Dan maar op deze wijze genieten van een schaduwterras. Bij de wegwijzer richting “La digue-à-la-mer” houden we een stop….Wat een panorama. Overal waar je kijkt zie je étangs en zoutmeertjes met traag stromende beekjes in het witte zand.
De auto’s kunnen niet meer verder, maar wij moeten erdoor ook al lijkt het wel moeilijk te worden met het losse stuifzand. We vorderen heel traag soms slechts aan wandelsnelheid maar wat we zien maakt alles goed. Duizenden roze flamingo’s, hier en daar stieren en soms zelfs witte paarden. Na een poosje moeten we onze fietsen regelmatig door de duinen duwen. Het wordt een zweten onder een blakende zon en onze watervoorraad is bijna op.
We zijn 25km ver wanneer we over enkele kleine bruggetjes en sluisjes op de smalle “La digue-à-la-mer” de eerste moutainebikers tegenkomen.
Deze uiterst smalle dijk werd aangelegd om de Camargue te beschermen tegen de verwoestende invloed van de zee bij stormweer. Hij is ongeveer 20km lang en eindigt in Saintes-Maries-de-la-Mer. Bij “Phare de la Gacholle” zowat halverwege, hopen we hier aan frisse drank te geraken want onze restjes zijn lauw. Maar meer dan enkele instructieborden en een weids uitzicht is er niet.
We lezen dat: Het vlakke land, ingesloten tussen de zee, de Grand-Rhône en Petit-Rhône, grotendeels in zout, warm en ondiep water ligt. De moerassen en lagunes lokken talloze vogelsoorten aan. Vooral trekvogels komen hier massaal overwinteren. De opvallendste zijn de roze flamingo's, zeker 10.000 tot 13.000 paren. De Camargue is overigens de enige plaats in Europa waar de flamingo broedt. Het pad is eindelijk veel breder en beter, we komen stilaan terug in de bewoonde wereld. Enkele kilometer vóór het dorp staan er dicht op elkaar gedrukt twee rijen mobilhomes op het strand. Wat een afschuwelijk zichtbederf! Hoe kan zoiets toch? Toch wringen we ons tussen de motorhomes en gaan kort pootje baden om wat af te koelen en ons zweet af te spoelen….
Als we Saintes-Maries-de-la-Mer binnenrijden is het zeker 35°C. Er is veel meer volk dan dat we gedacht hadden. We moeten met de fiets aan de hand door de drukke straatjes. Het dorp heeft een mythische aantrekkingskracht, als enig centrum in dit wel uitgestrekt en feitelijk onbewoonbaar gebied. Ook de naam is mysterieus en zou zijn oorsprong hebben bij het begin van het christendom.
Volgens de legende zouden enkele Bijbelse figuren als Maria Magdalena, zuster van Lazarus en Maria Salomé moeder van Johannes en Jacobus, samen met Sara hier verzeild geraakt zijn. De zwarte Sara wordt door de zigeuners aanbeden. Zij komen naar hier uit geheel Europa op bedevaart. Dan worden hun kinderen gedoopt en is er een processie waarbij het Sarabeeld met veel muziek en sier naar de zee wordt gebracht.
Grote dorst doet ons toch snel op een terras in de schaduw belanden. Onze aperitief is, het zou een schande zijn moesten we iets anders durven bestellen……een Ricard. Maar dan wel flink aangelengd met ijswater! We geraken in gesprek met een Vlaams gezelschap dat naast ons zit te eten. Ze komen hier al een aantal jaren hun vakantie doorbrengen. Het zijn echte natuur fanaten en vertellen met veel enthousiasme wat ze hier allemaal al hebben gezien en meegemaakt. Na al dat gebabbel krijgen we honger, een sandwich met Provençaalse groenten smaakt altijd…..Wanneer zullen we hier weg geraken ?
Om 14h00 springen we eindelijk op de fietsen en vertrekken met wat tegenzin. We volgen een tijdje Route de Cacharel richting Arles. Na een 5km slaan we schuin rechts af op een landweg en rijden op een smalle landengte tussen Etang de Malagroy en Etang de Consécanière.
We hadden helemaal niet gedacht dat deze landweg in zo’n slechte staat zou zijn, toch dokkeren we koppig verder. We worden voor onze fietsinspanning beloond met onvergetelijke vergezichten. Het wordt zweten en regelmatig stoppen om te drinken, ons zweet af te vegen en een foto te nemen.
Iets voorbij Mas D’Agon zien we plots een gebouw met terras. We stoppen onmiddellijk, maar het wordt een teleurstelling het café-restaurant is gesloten. Toch maken we gebruik van stoelen en tafels en nemen een rustpauze . We doen ons tegoed aan fruit en ons eigen lauw water, terwijl we een troep roze flamingo’s bewonderen.
In Gimeaux verlaten we de Camarguevlakte en komen aan de Rhône en genieten we eindelijk van een echt terras onder de platanen.
We moeten door enkele smalle rommelige straatjes en staan rond 17h onverwachts aan ons overnachtingenadres. Grote verwondering wanneer we door madame Poulin binnengelaten worden. Wat een imposante oude statige woning! We kunnen onze fietsen in de grote koele inkomhall stallen en moeten in de tuin een verfrissing nemen, dat doet deugd! We krijgen drie in elkaar lopende kamers met elk een dubbel bed en een grote sanitaire kamer ter beschikking.
Nadat we ons verfrist hebben willen we de stad bezoeken. Arles is bij ons bekend voor zijn Romeinse periode en voor het korte verblijf van Vincent Van Gogh. We wandelen naar het Amfitheater, de arena en de thermen. Al vlug voelen we de vermoeidheid en belanden op een terrasje in de schaduw. We genieten van enkele koele wijntjes en zijn ondertussen toeschouwers van een filmopname in de kleine hellende straatjes. Een filmploeg is opnamen aan het maken waarbij zware motoren voortduren rondjes moeten maken….wat een spektakel!
Rond 20h hebben we met Marie-Annick, onze B&B madame, afgesproken om bij haar te souperen. We genieten van de zuiderse gerechten en de sfeer in de binnentuin. Terwijl we nog wat keuvelen met een rosé wijntje, komt de heer des huize thuis. Hij is arts en komt juist terug van zijn avondronde. Ik doe alles met de motorfiets, anders is het onmogelijk voor mij in deze oude stad op de adressen te geraken…..beweert hij. We moeten het beamen na onze wandeling van daarstraks. Na nog een lange praatavond met ons gastgezin kruipen we voldaan in onze bedjes….Wat een zalige dag zeg!
Dag 1 Brugge / Marseille – Port Saint-Louis du Rhône 10-06-2014
2014
Marseille - Brugge Fietstocht
Van de Middellandse naar de Noordzee
Met “De Bende van Bob”
Dagboek van een fietstocht van 10/06 tot 26/06/2014
Het idee voor deze fietstocht, komt op het einde van 2013 uit de lucht vallen. Hugo kan geen tochten met bergritten meer aan. Al jaren spreekt hij van een cruise naar de middernachtzon. Hij zal dit NU in 2014 doen. Na overleg met de overige bendeleden, beslissen Antoine, Pol en Bob om een tocht van de Middellandse zee naar de Noordzee te maken. Het wordt een fietstocht die zal starten aan het vliegveld van Marseille, om te eindigen in België. De route kennen we gedeeltelijk. We zullen een stuk van de “Groene Wegen naar de Middellandse zee “ volgen, van Avignon tot Arc-et-Senans. In tegenstelling met 2007 rijden we nu wel van zuid naar noord. Zoals bij onze vorige tochten, willen we er een genietersvakantie van maken. We blijven ook veel aandacht hebben voor de natuur en het culinaire.
De data zijn, zoals steeds, het grootste struikelblok. Alles moet op elkaar worden afgesteld: de vliegreis en de verblijven met passende fietsafstanden….Niet simpel, maar het komt voor elkaar. We zullen starten op dinsdag 10 juni en hopen terug thuis te zijn op 26 juni.
Dag 1 Brugge / Marseille - Port Saint-Louis du Rhône
10-06-2014
Zoals steeds kan ik in de korte nacht vóór ons vertrek helemaal niet slapen. Steeds weer spookt het in mijn hoofd, zal alles goed verlopen, heb ik alles wel mee ??? Het regent pijpenstelen wanneer ik de garage uitrij en Male verlaat met de VW Golf. Een kwartier later ben ik bij Pol. Na het stapelen van de twee fietsdozen rijden we samen naar Knokke. Op een bepaald moment zien we niet meer waar we rijden, het water stroomt met bakken uit de hemel en het is pikkedonker. Onze fietsvriend Hugo zal ons naar Charleroi brengen. Antoine is ook al aanwezig. Het wordt haastig laden van de drie fietsdozen op de aanhangwagen. We moeten, om de kartonnendozen te beschermen tegen het regenwater, een zeil overspannen. Het wordt helemaal hectisch wanneer Pol zijn portefeuille niet meer vindt. Gelukkig zien we de portefeuille enkele minuten later op de grond liggen naast de remorque, in de stralenbundel van de autokoplampen.
Onmiddellijke vertrekken is nu wel het beste. Gelukkig hebben we wat reservetijd voorzien. Het wordt onmogelijk om in dit hondenweer aan een normale snelheid te rijden, zelfs niet op de snelweg. Grote drukte wanneer we op de parking van de vlieghaven van Charleroi toekomen. We zijn wat te vroeg, zo denken we. Maar ojee, bij het afladen blijkt de fietsdoos van Antoine doorweekt, nat en gescheurd. Het wordt onmogelijk om deze zo vervoerd te krijgen. We nemen met veel dank afscheid van Hugo en Liliane en wensen hen een prachtige cruise naar de middernachtzon. We dragen onze grote dozen gezamenlijk, zoals echte verhuizers binnen. In de vlieghavenhall kunnen we Antoine zijn fietsdoos laten versterken met plastiekfolie….Maar dat vraagt veel tijd! Nu inchecken….Je weet nooit hoe er gereageerd wordt bij Ryanair wanneer je de fietsen aanbied! We moeten onze uitzonderlijke bagage laten wegen. De dozen mogen slechts 30kg wegen, wat voor fietsen met bagage maar juist gepast is. Nu naar de scanner en daar gaan onze fietsen op de transportband, op hoop van zegen. Het is in Charleroi niet zo druk als in Zaventem, alles verloopt veel gemoedelijker. Het vliegtuig staat trouwens vlak bij de vertrekhal.
Stipt om 7h00 stijgen we op en om 8h45 landen we onder een stralende zon op Marseille Provence Airport. De bagageafhandeling verloopt vliegensvlug. Onder grote belangstelling sleutelen we onze fietsen weer in elkaar, het is precies een fietsatelier. Antoine constateert dat de spanring om zijn zadel op hoogte te stellen, afgebroken is. Na wat sleutelen, krijgen we het toch voor elkaar om het min of meer te herstellen.
Wanneer we de aankomsthal verlaten, is het wat zoeken om als fietser veilig weg te geraken. Op dit vliegveld is het ook weer hetzelfde, wegwijzers om op de snelweg te komen staan er genoeg, maar aanwijzingen voor fietsers daar hebben ze nog nooit van gehoord! Het wordt onvermijdelijk… fietsen op gps.
Na wat kronkels en enkele gevaarlijke rondepunten geraken we langs een drukke weg in Marignane. We volgen een baantje tot aan de landengte bij Etang de Vaïné. Wanneer we aan het water komen moeten we ons dringend insmeren, de brandende zon doet ons na 5km al halt houden. Het verschil met enkele uren geleden kan niet groter zijn. Het is zeker meer dan 25°C. Op een stukgereden betonweg dokkeren we op de smalle landengte die slechts 100m breed is. Na enkele slordige campingplaatsen wordt de betonweg een duinpad. Toch wagen we het erop om door te rijden, ook al moeten we enkele keren door opgewaaid duinzand stappen. Bij km 14 komen we plots terug in de bewoonde wereld, grote dorst doet ons halt houden bij het eerste grootwarenhuis dat we tegenkomen, om water te kopen.…..In La Mède volgen we de weg langs Etang de Berre tot Martigues.
Het is middag wanneer we Martigues binnenrijden over een van de kanalen naar het centraal gelegen klein eiland. Het stadje wordt, met al die kanaaltjes, soms het Provençaalse Venetië genoemd. Na wat rondtoeren in het rustige centrum vinden we op Cours du 4 septembre, een overdekt eetterras “San Giov”. We bestellen onmiddellijk, zoals onze maat Hugo het graag zou hebben, een Ricard als aperitief.
Santé Hugo, we zijn pas weg en we missen je al! Een joviale waardin komt ons in onvervalst Provençaals haar menu presenteren……We begrijpen er niets van. Trois formules express, stelt ze voor. We happen toe, het wordt een smakelijk diner met veel groenten en vis met enkele pichets rosé. Honger zullen we de eerste uren zeker niet hebben maar dorst dat zal iets anders worden, vrezen we!
Na een ijsje en een koffie, wil ik wel weten van de bazin wat 4 september te beteken heeft. Ze weet het ook niet, maar enkele ogenblikken later komt er iemand uitleggen dat dit de datum is waarop Frankrijk van een Keizerrijk veranderde in een Republiek in 1870. Het is 14h00 eer we loom het verrassend mooie Martigues verlaten langs het kanaal naar Port de Bouc. We moeten door de grootste petroleumhaven van Frankrijk. Gelukkig kunnen we het drukke havenverkeer vermijden en blijven we zoveel mogelijk langs het water. Maar in Fos-sur-Mer moeten we tussen de stinkende raffinaderijen en de dokken naar Etang du Landre. Bij La Fosette verlaten we de ongezonde industriezone waar we het laatste uur doorgereden zijn.
Gedaan met rookpluimen en geel-zwarte wolken van de erg vervuilende industriële activiteit rond de Golfe-de-Fos.Het is een echte verademing om nu op een splinternieuw baanvak met een prachtig fietspad de haven achter ons te laten. We vorderen aan grote snelheid, tot er plots iets onwaarschijnlijk gebeurd. In het fietspad is een dwarssleuf van 30cm breed en wel 15cm diep uitgeslepen. Ik kan er gedeeltelijk over springen, maar voor Pol die vlak na mij rijdt wordt het een drama.
Met een zware plof komt hij met zijn achterwiel op de scherpe boord terecht. Waardoor zijn wiel een deuk krijgt. We staan er wat beduusd bij. Na wat sleutelwerk en het leggen van een nieuwe binnenband, kunnen we toch verder. Pol rijdt echter op een ietsjes eivormig achterwiel. Hij geraakt niet meer vooruit zoals het hoort.
Er komt nog meer ellende, we moeten om het drukke verkeer te mijden langs het kanaal richting Port St-Louis. De trekweg is bij het plaatsen van de windmolens stuk gereden. De rupsen van de montagekranen hebben het weggetje in een waar crossparcours herschapen. We verbijten de ellende en na 65km zwoegen en zweten zijn we op Mas du Grand Peloux.
Een groene, bloemen oase aan de Rhône. Monsieur Guitard presenteert ons onmiddellijk een fris wijntje in een koele gelagzaal. We krijgen een prachtige kamer op de verdieping en mogen gebruik maken van het woongedeelte aan de achterzijde van het gebouw. De patron is bereid om straks met mij tot Port St-Louis te rijden waar ik inkopen wil doen om te souperen deze avond.
Wanneer ik met onze B&B baas in Port Saint-Louis du Rhône toekom, vinden we alles in een plaatselijke zelfbedieningswinkel. Ik moet mij wel aanpassen aan de Zuid-Franse mentaliteit……Monsieur Guitard is door iedereen gekend, het wordt elke keer een lange tetterpartij met heel wat schoudergeklop. Ik versta maar heel weinig van hun Camargue-gebrabbel, toch krijg ik van iedereen een joviale handdruk…..Hier wordt je onmiddellijk als vriend gebombardeerd. Ik koop fruit, tomaten, alle soorten plaatselijke slappe kazen, yoghurt, enkele flessen rosé en rode wijn, water en jaja 6 Duvels. Maar oh ramp er is geen brood meer…….Geen probleem, zegt mijn nieuwe vriend, ik vind wel brood voor jou!
Na de vierde bakkerij hebben we prijs. We kunnen nog juist, voor madam gaat sluiten, een drietal stokbroden bemachtigen……de laatste lacht ze! Opnieuw zijn we 15 minuten kwijt, wat een gebabbel…..iedereen heeft hier tijd zat. ’t Is hier zoals ze bij ons zeggen letterlijk leven als god in Frankrijk! Terwijl we terugrijden, zwijgt mijn chauffeur geen seconde, zo kom ik heel wat teweet over Port Saint-Louis en zijn B&B activiteit. Het stadje was eerder een plaatselijke vissershaven nu is het echter een favoriete bestemming voor vele pleziervaarders. De jachthaven kan meer dan 2000 boten herbergen en is ideaal gelegen aan de Middellandse zee halverwege tussen Italië en Spanje. Van langsom meer zijn er gespecialiseerde nautische bedrijven met droogdokken en bootreparatie. Maar toch zijn de meeste plaatselijke mensen werkzaam in de raffinaderijen en zware industrie van de Golfe-du-Fos.
De meeste van zijn Chambre d’hôtes bezoekers zijn wandelaars. Hij gidst hen in de Camargue en is gespecialiseerd in het zoeken naar zeldzame bloemen en planten. Hij krijgt blijkbaar heel veel Engelsen en Duitsers op bezoek, echte natuurfreaks zijn in de meerderheid. Fietsers zijn een grote uitzondering, lacht hij, één of tweemaal per maand krijg ik trekkers zoals jullie. Wanneer we terug op de B&B toekomen is het hoog tijd om te souperen. Pol en Antoine hebben ondertussen de fietsen gerepareerd. Op terras avondmalen, zal niet lukken menen ze, je wordt aangevallen door zwermen agressieve muggen……Gelukkig hebben we een afzonderlijke living met keuken ter beschikking. We laten het ons smaken, drinken nog een paar Duvels en kruipen doodmoe vroeg in bed. Met drie op één kamer, ik vrees voor een snurkconcert. Dan maar voor aller zekerheid de oordopjes gebruiken zeker! Slaapwel.
2021 Verslag Westhoek & Frans Vlaanderen Fietstocht
2021
Verslag Westhoek & Frans Vlaanderen Fietstocht
30-08 à 3-09-2021
met Bende van Bob
Met z’n vieren staan we voor het standbeeld van Jan Breydel en Pieter Deconinck op de markt van Brugge. ’t Is maandag 30 augustus, 2021. Wij zijn voor een aantal Japanse toeristen een curiosum: vier gehelmde senioren met vol gepakte trekkersfietsen klaar voor een tocht in de Westhoek. Het verste punt voor de tocht van het najaar is Saint-Omer in Frankrijk. Pieter Deconinck is destijds meermalen afgereisd naar deze stad, want als wever had hij er financiële belangen in de bloeiende lakenindustrie. Onze startplaats kon dus tellen als symboliek voor Vlaams voelende Vlamingen. Ooit was Saint-Omer eentalig Vlaams en kreeg als benaming Sint-Omaars. Onderweg ontdekten wij dat in Frans - Vlaanderen veel Vlaamse dorpsnamen verfranst worden uitgesproken maar niettemin overal wappert de Vlaamse leeuw aan alle gemeentehuizen.
De eerste dag zouden we niet verder rijden dan Ieper. Ichtegem, gekend voor zijn flandriens, was onze eerste halte. Het café “De Hert” met zijn wielerpluralia was gesloten en we trokken dus maar naar het café “’t Verschil” op de markt waar we tikten op het plaatselijk wielerverleden, de kasseileggers en de seizoenarbeiders van vroeger. Richting Ieper voelden we de hoogtelijnen en herdachten hier en daar W.O.I zoals aan het gedenkteken van Stephen Hanshaw in Langemark en langs het Ieperleekanaal aan de Essex Farm Cemetry waar John Mac zijn Flanders Field schreef.
Voor ’s avonds hadden we om 18u een afspraak met VOF-gastvrouw Jacqueline, gewezen directiesecretaresse bij Milcobel, de grootste ijsfabriek van de Benelux. De ontvangst was er zeer hartelijk en we konden ons neervlijen in een schitterend huis om er te overnachten en te ontbijten.
Bob had voor dinsdag een rit Ieper - Popering op zijn planning staan. Beide steden liggen amper 10 km uit elkaar en in de volksmond dragen ze elkaar niet diep in het hart. Toch stonden er ’s avonds 60 km op onze teller. We reden via de Kemmeberg, de Rode Berg, de Zwarte Berg, de Kats (Mont des Cats) naar Poperinge. Het werd een test voor onze gewrichten verouderd tijdens de coronamaanden maar het werd vooral een dag met vele levensverhalen. ’s Morgens tijdens het ontbijt bij Jacqueline; tijdens de aperitief juist over de schreve met een allerbeste Picon bereid door de Vlaamssprekende madam snor.
In de namiddag in café “De Helleketel”, het oudste café aan de helling van het Helleketelbos, ’s avonds in Sint-Jan-ter-Biezen nabij de Sint-Janskerk aan het oorlogskerkhof met zerken opgebouwd als ijzertorens. Terwijl de zon schittert en de gure oostenwind ons vooruit blaast, genoten we van het West-Vlaamse heuvelland. Op de Kats met een Mont des Cats Trappist in de hand hadden we wat gedoe met het covidcertificaat. Voortaan zouden we het in La Flandre nodig hebben voor spijs en drank.
Op woensdag reden we in Frankrijk zonder knooppunten maar op de gps van Bob. Toen we Saint-Omer naderden werden we door Antoine geënthousiasmeerd om met een boot te gaan varen op Reserve naturelle du Romelaere in Clairmarais (Klaarmares). Een groot deel van de gemeente ligt in de bossen en Bob kon het niet laten om ons er doorheen te jagen over hobbelige, onverharde paden.
La Reserve naturelle is ontstaan door vervening, wegbaggeren van turf. Met Pol als stuurman en Bob als kapitein voeren we doorheen 108 ha veenplassengebied, een wereld van fauna en flora, vennen, vijvers, drassige weiden en een lappendeken van groentetuintjes. Voldaan eindigde onze dag in Saint-Omer, een aantal kilometers verder. Tijdens de avondwandeling keken we vol bewondering naar de immense kathedraal, een restant van een rijk Vlaams verleden.
Onze trip op donderdag was enig Vlaams. In Bergues (Sint-Winoksbergen) genoten we op een zonnig terras van het Belfort en beseften dat we dat erfgoed zijn verloren tijdens de veldslag aan de Pene. De droom van de Verenigde Nederlanden werd toen stuk geslagen. Al fietsend naar Hondschoote blies de wind met meerdere beauforten in ons nadeel. Met een zucht kwamen we aan in de luwte van het stadhuis, opgetrokken in Vlaamse renaissancestijl. Weeral een stuk erfgoed dat in Franse handen is gevallen. Het zal ons steeds blijven verbazen het hoogtepunt dat we zouden beleven onder de molen in Hondschoote bij Maurice Wylleman. Bij hem was er de zoeten inval en alhoewel iedereen Frans sprak, klopte er bij iedereen een Vlaams hart. Zij prikkelden ons om Vlaamse liederen te zingen en ze vertelden over het rijke verleden van de streek. Hondschoote was een centrum van wol-en vlasverwerking en een epicentrum van volksopstanden. De rebel Zanekin nam het op voor de kleine boeren en het Calvinisme trok de kaart van de geuzen die opkwamen voor hun rechten in een textielindustrie die geen huisnijverheid meer was al daar ter plaatse. ’s Avonds kregen Antoine en Robrecht de opdracht om de tafel te dekken, terwijl Bob en Pol kaas en wijn gingen kopen. Immers Hondschoote met zijn 4000 zielen had alleen maar een frietkot.
Op vrijdag namen we de laatste traditionele foto vooraleer we vertrokken naar Brugge. We keken nog voor een laatste keer over de Moeren en fietsten de Schreve over richting Diksmuide. Een aantal anekdoten werden nog onverwacht ons deel. In Eggewaartskapelle bij Veurne wipten we binnen en kregen een rondleiding door de kunstenaar zelf, Luc Ledene beeldhouwer en sculptor. In Ichtegem deed Antoine een poëtische uitspraak op een caféterras: “Dank u Madam” --- “Pardon ’t is meneer” zei de madam. Antoine had ook nog een brood nodig voor de volgende dag en Bob heeft hem naar de beste bakker van Brugge geloodst. Hier eindigt onze 5 daagse najaarstocht.
14 Dag 14 Hellevoetsluis - Middelburg zondag 11-07-2021
Dag 14 Hellevoetsluis - Middelburg
zondag 11-07-2021
Vandaag wordt het onze Zeeuwse eilandendag. Maar eerst nog genieten van het ontbijt bij onze optimistische gastvrouw Ria. We zouden hier nog uren kunnen keuvelen….. Toch moeten we opkrassen. Het verloopt wat trager dan normaal. ’t Is druilerig en we weten niet goed, moeten we wel of niet onze regenkledij aantrekken? Om 9h30 nemen we afscheid van Ria en hopen dat het gedruppel snel stopt.
We volgen het “Kanaal door Voorne” tot aan het Haringvliet, een afgesloten zeearm. Er is een dam van +/- 4,5km aangelegd bij de Deltawerken. We volgen de LF1 over de Haringsvlietdam naar het eiland Goeree-Overflakkee. Bij Stellendam rijden we langs de Noordzee tot Havenhoofd. Dit is een liefelijk minidorpje aan het afgedamde kanaal van Goedereede naar het Haringvliet. We stoppen bij het beeld van “De Visserman” een symbool van hoe vroeger de vis hier aan wal werd gebracht in manden.
We blijven het duinpad volgen door “de Kwade Hoek” een prachtig en goed bewaard natuurgebied. Het is een duingebied met doornstruiken afgewisseld met waterplassen en bosjes. Ondertussen is de zon tevoorschijn gekomen, we zien een blauwe hemel. Na een uitkijktoren, komen we voorbij de uitgestrekte zilveren stranden, ze liggen achter de smalle duinendijk. Af en toe zien en horen we de ruisende zee. Eenmaal voorbij de statige vuurtoren, weten we dat we moeten afbuigen naar de Brouwersdam. Nog een van die Deltawerkdammen. In mijn herinneringen, zie ik nog steeds de lange kabelbaan met de caissons eraan, die zware betonstukken werden in zee gestort en tot zinken gebracht, om zo de dijk te bouwen. Waar is de tijd dat ik op studiereis, met onze Bouwkundeklas, al die grote kunstwerken bezocht heb.
We geraken over deze 6km lange dam op het volgende eiland Schouwen-Duiveland met links het Grevelingenmeer en rechts de Noordzee. We dwarsen het eiland op zijn kortste kant, van Scharendijke tot Serooskerke, aan de Oosterschelde. We krijgen stillaan dorst en zien net bij het water een terras, er heerst een gezellige drukte. Niet twijfelen, we vleien ons neer, op een vrij zonnig plaatsje van restaurant De Schelphoek. N’n frisse Omer en een Zeeuwse vissoep, met erna een ijsje, is het genieten van een lange rustpauze.
Enkele kilometers verder rijden we op een smalle dijk en zien rechts van ons een restant van een toren. We lezen dat de Plompetoren 23m hoog is, het enige restant van Koudekerke. Een van de vele verdwenen dorpen van Schouwen eind 15° eeuw. De toren heeft daarna dienstgedaan als baken voor de scheepvaart.
We hebben 50km op onze teller staan wanneer we aan de “Stormvloedkering” zijn en het grootste en bekendste kunstwerk van de Deltawerken overrijden. We hebben geluk, er is in tegenstelling met de vorige keren bijna geen wind. Rustig keuvelend zijn we zonder dat we het goed beseffen in Noord-Beveland. Net vóór de Veersedam wordt het plots erg druk, van overal komen trosjes fietsers op ons af.
Na een sanitaire stop, is onze vriend Antoine tussen de zondagse menigte verdwenen. We zullen hem wel inhalen, zo denken we. Maar enkele kilometer verder bij de Lekkerbek aan Vrouwenpolder, is onze vriend, nergens te vinden. Een telefonische oproep is, zo weten we, hopeloos. We besluiten tot Veere te rijden, op hoop van zegen, dat Antoine daar op het, ons gekende terras aan de jachthaven Veere zal wachten. Na een poos, plots toch een telefoonseintje…..Antoine is rechtstreeks naar Middelburg gereden. Hij lest zijn dorst op het terras van café Bommel. We zijn uitgenodigd!!!
We laten onze vriend een uurtje vrijspel. Toch zijn we blij, als hij ons met zijn gekend enthousiasme toeroept….Jaja hij mist ons, we krijgen onmiddellijk een dorstlessende La Trappe met een portie bitterballen. Een oma met haar pas afgestudeerde kleindochters, geniet duidelijk mee van Antoine zijn uitbundigheid.
Om 18h melden we ons bij de Familie Blauw, het is een blij weerzien na 2 jaar zijn we terug, op het ons bekende Vrienden op de Fietsverblijf. Als we een uurtje later de stad in wandelen is het opvallend stil en leeg. We hebben ons niet gerealiseerd dat de Europese voetbalkampioenschappen finale deze avond betwist wordt. In restaurant “De Vriendschap”, waar je anders zeker moet reserveren, is er plaats in overvloed. We worden echt in de watte gelegd en genieten van een laatste overvloedig avondmaal….
Plots realiseren we ons dat : het alweer voorbij is, onze 14 daagse tocht door het altijd verrassend mooie en erg leerrijk Nederland.
Morgen nog een korte rit naar Brugge en dan is het hopen op een gunstige periode op het eind van de zomer om, de Westhoek en Frans-Vlaanderen aan te doen.
Bedankt Antoine en Pol voor jullie gezelschap.
Robrecht, vriend we hebben je gemist!
Bij leven en welzijn volgen in de winterperiode de PowerPoints.
13 Dag 13 Noordwijk - Hellevoetsluis zaterdag 10-07-2021
Dag 13 Noordwijk - Hellevoetsluis
zaterdag 10-07-2021
We hebben heerlijk geslapen met z’n drieën op één kamer. Benieuwd naar de weersomstandigheden? Verwondering…de zon piept door de gordijnen en dit niettegenstaande de wat dreigende berichten op de weer-app.
Jannie verwent ons met een lekker ontbijt, we zijn tevreden over ons verblijf .
Na de uitleg hoe we terug op de LF1 geraken, nemen we afscheid van onze moedige gastvrouw….Bedankt Jannie doe zo verder en tot ziens.
We moeten omhoog naar de Dijk-boulevard, daarna duiken we heel vlug de groene duingordel binnen, richting Katwijk. In dit erg gereformeerde dorp, vertrekt de fameuze “Limes Route”. Deze route loopt langs de Rijn en de Donau naar de Zwarte zee. We hebben goede herinneringen aan enkele stukken, welke wij op deze langeafstand route deden. Zo fietsten we in 2013, er een deel van op onze Donau-Fietstocht. En in 2019 nog eens een groot stuk op onze Rijn en Bodenzeetocht. Zie de verslagen op de linkerzijde van mijn blog.
Na de kruising met het Katwijkkanaal, komen we bij een van de oudste vuurtorens van de Noordzeekust, de “Vuurbaak van Katwijk”. Vanaf hier richting Den Haag, we fietsen door een 10km lang duinengebied, voorbij Wassenaar. Het zijn hoge duinen met hier en daar bos en veel waterplassen. Het is een belangrijk waterwinningsgebied. Heerlijk om zo rustig verder te peddelen. Na Meijendel, zien we de watertoren van het pompstation Scheveningen opdoemen. Het is, een ons bekend baken, we weten dat we straks door de Scheveningbosjes naar Den Haag moeten.
Het lukt ons wonderwel om zonder moeilijkheden voorbij de talrijke ambassades, dwars door Den Haag te fietsen. De track op de fietsgps heeft ons ongelofelijk geholpen. Na de Jachthaven, komen we aan Duindorp en Duinzicht, we zijn blij om na een lange periode terug de Noordzee te zien. Hier is het duinengebied plots veel smaller. We volgen het Peter Pauluspad zo’n 10km golvend voorbij Kijkduin naar Ter Heijde.
Stillaan krijgen we honger en dorst, we besluiten om af te buigen naar het ons totaal onbekend dorp Monster.….Zou hier iets open zijn, in deze post-coronatijd? Het blijkt echter niet zo simpel, na wat rond kronkelen en na enkele keren vragen, verwijst men ons naar broodjeszaak “ Hop” ergens bij een kerkplein. Antoine heeft natuurlijk de kerk al eerder opgemerkt en vliegt er op af! Er staan tafeltjes en stoeltjes, onmiddellijk heeft hij een plaatsje bemachtigd. In een zijstraat moeten we de bestelling doen en enkele minuten later worden we bediend. We blijven lang genieten van de zon en nemen nog een dessertje als toetje.
We laten de gps een afkorting berekenen richting het veerpont Maassluis - Rozenburg. Toch willen we absoluut eens Maassluis bezoeken, we hebben vroeger deze gemeente altijd links laten liggen. Via Naaldwijk en Maasdijk rijden we na 12km de stad binnen. Het wordt een absolute verrassing, wat een prachtige oude historische maritieme kern. Maassluis is wel heel authentiek gebleven, we kruisen bruggetjes en sluizen en volgen kanaaltjes, of zijn het “Vlieten” tot in de kern. We belanden op een soort eilandje aan de Grote Kerk.
Even een fietsbrugje over en we zijn op de markt aan het “Grand Café de Waker”. Op het overvolle terras heerst een aanstekelijke ambiance…We krijgen er… dorst van!
Net wanneer er een frisse La Trappe geserveerd wordt, breekt de hel los. Een hevig onweer met regen en donder, doet iedereen onder de grote parasols dicht tegen elkaar kruipen…. Gelukkig duurt het niet lang, maar de feestvreugde is gebroken. Na een poosje wordt het stil en zijn de luidruchtige terrasgangers verdwenen. We maken nog een tochtje rond en over de sluizen en verlaten de binnenstad richting het veer.
We haasten ons en kunnen met wat geluk, mee met het pont, over de Nieuwewaterweg tot Rozenburg. We wisten niet dat er vooraf een ticket aan een automaat moest genomen worden….De schipper heeft gelukkig wat geduld, we zijn nog net mee. Rozenburg ligt op een eiland, we moeten nog over drie bruggen. Bij de 1° brug over het Calandkanaal, is het wel een halfuur wachten eer er een groot vrachtschip voorbij is. Nadien rijden we over het Hertelkanaal en een arm van het Briels Meer.
Om 18h hebben we afgesproken bij ons overnachtingsadres in Hellevoetsluis. Ai… we zullen telaat zijn. Na 10km bellen we aan bij Ria, het wordt een hartelijke ontvangst met veel gepraat en een drankje. We krijgen de bovenverdieping met 2 kamers en een badkamer ter beschikking.
Grote honger en veel dorst, doen ons na een vlugge was- en plasbeurt terug op de fiets springen. Ria raadt ons aan om naar de Kerkstraat te fietsen, daar zijn genoeg eetgelegenheden….Na een drietal kilometer stallen we de fietsen en wandelen naar Bistro “In de file”. Spijtig we hebben niet gereserveerd en men laat ons niet binnen! Het is echter te fris om op een terras te souperen.
In eetgelegenheid “Stars”, een zaak zonder ziel , bemachtigen we een plaatsje, het is echter niet van harte. Nadat we dorst en hoger gestild hebben, fietsen we terug en zitten vlug onder de dekens.
’t Begint al wanneer we aan de overvolle ontbijttafel van Elly plaatsnemen. Terwijl we ons tegoed doen, blijft onze gastvrouw maar vertellen, zonder een adempauze. Elly is schrijfster, kunstminnares en zelfs mecenas. Een vrouw met een bijzonder boeiend en gevarieerd leven. Met veel enthousiasme vertelt ze ons haar levensloop. Na een tijdje worden we ondergedompeld in een spiritueel leven. Ze is opgetogen over haar verre reizen waarbij ze zich als pelgrim voelt, op zoek naar oplossingen voor haar levensdromen…
Ze is enthousiast, wanneer we haar vragen de kunstwerken in haar tuin en tentoonstellingsruimten te mogen bewonderen. Een uur lang blijven we met verwondering, rondneuzen in haar beeldentuin. Er zijn veel verschillende disciplines, soms in staal, steen maar ook in kunststof en koper.
Toch blijven de vogelsculpturen in staal onze meeste bewondering genieten.
Ook in haar verschillende binnenplaatsen zijn we nog niet uitgekeken. Hier zijn de technische koperminiaturen buitengewoon prachtig. We bevinden ons precies in de wereld van Jules Verne, met stoommachines en luchtballonnen.
Elly is terecht fier op haar kunstverzameling en vertelt ons nog over de viool- zang- en pianoconcerten in haar salons. “Gekroond in Blauw” is haar laatst uitgegeven boek. Het is een autobiografisch werk, over haar eigen leven, geeft ze ons toe. 10h met spijt moeten we afscheid nemen van onze gastvrouw Elly.
We krijgen nog wat goede raad, een wegaanwijzing en dan gaan we dwars door de Bergense villabuurten in de groene duinen. Na Bergen-Binnen komen we in Bergen-aan-zee, met hoge ruige duinen? Daarna rijden we door het Woud tot Egmond aan zee. Opnieuw stellen we vast dat, ook na de zoveelste maal LF1, de Noordzeeroute ons nog steeds erg blijft boeien. We vinden het de allermooiste “Langeafstand Route”: zoveel afwisseling, goede fietspaden, ver van het drukke autoverkeer, de prima bewegwijzeringsborden en vergezichten met zee, duinen en groen, wat wil je meer? Na een duinenreservaat zijn we in Castricum. Hier komen we in een tuinbouwgebied. Nog iets verder begint er industrie, het zijn de Hoogovens IJmuiden bij Wijk aan zee.
Na Beverwijk en Velsen moeten we met een veer over het Noordzeekanaal. In Velsen-Zuid hebben we 35km, honger en dorst doen ons een zonnig terrasje opzoeken. We vliegen IJmuiden-Centrum binnen, na wat rondvragen komen we bij restaurant “Staal” in de Lange Nieuwtraat. Een Tripel Karmeliet doet deugd, we maken er een lange eet-rustpauze van met een heerlijke carpaccio.
Bij Duinlust zitten we onmiddellijk terug op onze route. We rijden door het Kennemerduinenpark, het Fazantenbos en langs een slingerend fietspad naar Bloemendaal-aan-zee. Bij de grote waterpartijen moeten we halt houden voor wegversperrende Schotse Hooglanders. Op een bord lezen we dat er ook reeën, damherten, vossen en konijnen leven. We bereiken de kustboulevard en volgen die tot Zandvoort langs de parelwitte stranden . Op het einde van de duinen kunnen we niet naast het racecircuit kijken. Wat zal dat worden begin september, wanneer hier een Formule 1 wedstrijd zal gereden worden….
We zijn opgelucht wanneer we goed en wel het drukke centrum van Zandvoort kunnen wisselen voor een rustig pad door de duinen richting Noordwijk.
Van ver zien we, de ons bekende vuurtoren…Bij onze Ronde van Nederland 2015 moesten we op deze locatie een foto maken. Al die verplichte fotomomenten, waren nodig om een oorkonde te verkrijgen….We zijn dan ook opgenomen in de “Eregalerij Nederland Fietsland 2015”. We laten ons opnieuw fotograferen op dezelfde plaats…
Na de Noordwijk boulevard rijden we naar Noordwijk-Binnen. We dalen wel +/-20m en moeten vanaf de dijk tot bij ons gastadres geen trap geven. We zijn duidelijk beneden de zeespiegel beland. Het is wat zoeken, de gps wordt overstelpt met fietsweggetjes, toch staan we plots op het goede adres bij Jannie, onze Vrienden op de Fiets gastvrouw voor deze avond. We krijgen een ruime slaapkamer ter beschikking, er is gelukkig plaats voor drie. Jannie is een hartstochtelijke fietsster en doet vele kilometers op één dag, meestal zonder planningen. Soms heeft ze waanzinnig lange afstanden gereden en wordt het zwoegen om thuis te geraken, het zijn bijna onwaarschijnlijke verhalen. Na onze was-en plasbeurt laat onze moedige gastvrouw, ons aanschuiven voor het avondmaal. Jannie heeft haar best gedaan en serveert ons een typisch Bourgondisch gerecht.
Het is nog vroeg en we willen het dorp bezoeken, ver geraken we niet. Op het terras van “Het Hof van Holland” bevalt het ons niet en we zoeken een aangenamere plaats. ’t Is helemaal geen wonder, Antoine vindt een bruin café achter de kerk, “Thomas Proeflokaal” het is er erg druk. Samen met bouwvakkers, die hun verlof starten, moeten we meevieren, maar wij drinken Duvel in plaats van Heinekens. De patroon heeft het opgemerkt en komt ons gezelschap houden. Het wordt een aangename boel, maar de plicht roept, morgen moeten we onze kilometers doen. Terug naar ons verblijf en niet snurken aub!
11 Dag 11 Den Burg Texel - Bergen donderdag 8-07-2021
Dag 11 Den Burg Texel - Bergen
donderdag 8-07-2021
We zijn wat vroeger op vandaag. Het wordt de start, van de terugweg Zuidwaarts. Groot is onze verwondering, op mijn smartphone staat een bericht van Pol, met de melding: “deze avond zal ik op het VOF- adres in Bergen zijn en de rest van de tocht meefietsen”. Wat een verrassend bericht! Gelukkig kent onze vriend het programma en onze overnachtingplaatsen.
Maar nu willen we eerst nog genieten van het ontbijt. ’t Is hier de zoete inval vandaag. Samen met Ria, haar hulpje, haar dochter en een gaste.. Onze gastvrouw geniet duidelijk van al die drukte en vindt het spijtig wanneer we moeten vertrekken. Wij willen het Texel-Veer om 10h halen! De compagnie blijft ons maar voortdurend aan de praat houden! Na het beladen van fietsen en afscheid nemen, moeten we onze kranige gastvrouw beloven terug te keren
met onze bende van Bob maar dan met vier, lacht ze.
Met spijt starten we richting Texel-Veer. Met de strakke tegenwind, zullen we geluk moeten hebben, om de boot nog te halen. Fel bezweet en al wat afgemat kunnen we nog juist als laatsten mee….Oef het is ons gelukt. Best dat we geen ticket moeten nemen, voor de terugtocht is dat niet nodig. Na een 1/2h zijn we in Den Helder. Vanaf hier willen we de LF1 (de Noordzeeroute) volgen.
Gelukkig kunnen we, met een wat afgezwakte halvewind, flink vorderen. We rijden dicht bij het water, op een hellende zeedijk, voorbij de vuurtoren naar Duinoord. Plots moeten we door een lager gelegen gebied met grote waterpartijen, het zijn duinmeren vol watervogels.
Iets verder houden we aperitieftime, we komen uit de duinen en rijden naar beneden. In Julianadorp vinden we een pas geopend restaurant. De patroon heeft nood aan een babbelstonde en is heel blij met ons bezoek.
In Callantsoog, we hebben dan al 35km op ons tellertje, willen we middagmalen. Het is erg druk op het dorpsplein met overvolle zonneterrassen. We vleien ons neer tussen kwetterende toeristen en bestellen eindelijk “Kibbeling” . ’t Zou zonde zijn om dit op de Noordzeeroute niet te doen.
Terwijl we genieten, krijgen we ook nog een hilarisch spektakel. Een groep meeuwen trippelen rond op de dakboorden, ze zitten op de uitkijk. Plots komen ze in groep naar beneden en vallen etende vakantiegangers aan. We zien zelfs mensen wegvluchten van hun tafel en hun eten aan de krijsende vogels achterlaten.
Na Sint-Maartenszee rijden we door de duinen van Petten voorbij de villa waar we in 2015 op onze “Ronde van Nederland” overnacht hebben. Toen waren enorme werken bezig. Nu zijn deze opspuiting- en zeeweringswerken beëindigd. De hoge duinen hebben aangeplante grasbegroeiing. Er zijn wandel- en fietspaden aangelegd. Na 7km flink doorfietsen op de kaarsrechte duinweg, willen we onze dorst lessen. We bemachtigen een plekje op het terras van het strandpaviljoen in Camperduin. Lekker in de zon is het genieten van een ijscoupe en een trappist. We moeten nog een 12-tal kilometer verder, maar een stel nieuwsgierige fietsers, blijft ons maar aan de praat houden….
Na een deugddoende rit door de Schoorlse duinen, het breedste en hoogste duinengebied van Nederland, komen we in een heide- en later in een bosgebied, het Groot Ganzenveld. Langs golvende fietspaden komen we in Bergen. We staan plots, zonder dat we het verwacht hadden aan de ingangspoort van een grote villa, ons overnachtingsadres voor vandaag. Elly, onze gastvrouw, komt ons met veel enthousiasme tegemoet en is verwonderd dat we slechts met twee zijn. Maar ’t duurt niet lang enkele seconden later meldt Pol zich.
Voilà we zijn op één na compleet….Robrecht blijft het afwezige vierde bendelid. Wanneer we onze fietsen gestald hebben, nodigt Elly ons uit op haar ruime tuinterras voor een drankje. We staan in bewondering voor al die kunst, welke we hier te zien krijgen. Onze gastvrouw is blij met de belangstelling en blijft maar vertellen over haar leven als schrijfster en kunst- en muziekmecenas.
We krijgen twee ruime kamers met badkamer op de 1°verdieping. Na onze was-en plasbeurt is het etenstijd. We wandelen naar het centrum van Bergen. Ondertussen vertelt Pol zijn dagervaring, van zijn treinrit Vlissingen - Alkmaar. Niet zo simpel om met de Nederlandse spoorwegen in Corona-tijd te reizen. Nu moet je, voor een treinrit met fiets, vooraf een afspraak maken…..Gelukkig hebben ze voor een buitenlander, door de vingers gezien en kwam er hulp van een spoormedewerkster. Toch heeft het Pol een complete dag gekost om hier te geraken, met zelfs enkele onvoorziene overstappen. Onvoorstelbaar in deze moderne tijd, zeker in een fietsland als Nederland!
Na 2km zijn we in het meer dan drukke centrum….we bemachtigen een tafel in een restaurant en doen ons tegoed aan al het goede wat ze ons hier bieden. We verwonderen ons over het levendige centrum met een overvloed aan eetgelegenheden, toch een heel eind van de kuststrook!
Bij het terugwandelen worden we dicht bij ons slaapadres, plots door een groep fietsers op een terras uitgenodigd. En ja waarom niet we kunnen best nog een slaapmutsje verdragen. We stappen “Duinvermaak” binnen en nemen plaats op het terras.
Het wordt een aangenaam gesprek tussen Noord-Hollanders en Vlamingen. Soms lijkt het moeilijk om elkaar goed te begrijpen, maar met wat inspanningen lukt het. We ondervinden meer en meer dat onze Noorderburen andere betekenissen geven aan bepaalde woorden en uitdrukkingen. Onze nieuwe vrienden drinken Heinekens….wij natuurlijk Trappist. Heel vlug komt het woord “Lekker” ter sprake. Wij vinden dat de Nederlanders dit woord te pas en ten onpas, lukraak gebruiken. Wij als Vlamingen vinden iets lekker als het over goed smaken gaat…..zoals Trappist. De Hollanders vinden zelf
“Tegen wind fietsen” lekker. Waar halen ze het vandaan ??? Uiteindelijk krijgen wij van onze nieuwe vrienden gelijk….Ze bestellen, na veel aandringen, eindelijk een Trappist!…Laat ons maar gaan slapen, iedereen heeft het nodig! Slaapwel en tot ziens vrienden.
We voelen ons meer dan thuis bij Ria. Ze is een echte “mama”, een plezierige madam. Samen met haar gasten ontbijten, vind ze echt nodig. We kunnen blijven eten en babbelen, ze is niet te stuiten. Onze fietskledij ligt mooi gewassen en geplooid klaar. Ik doe dat meestal zegt ze, mijn logeerders vinden het altijd fijn. Ook wij bedanken haar…In de vakantiemaanden is er hier nooit een plaatsje vrij, mijn agenda staat propvol. Gelukkig hebben jullie vroeg gereserveerd, lacht ze.
We maken haar duidelijk dat we vandaag het eiland willen rondfietsen. Nu krijgen we een aantal bezoek opdrachten….Oei, zal dat allemaal wel lukken??? Het is voor mij, van 2007 geleden dat ik hier nog was. Toen samen met Hugo, Jacques en Pol. Benieuwd, wat nog te herkennen valt na 14 jaar. Wat hebben we geluk, er is zon, wel een stevige wind van zo’n 4 à 5BF, maar ’t blijft droog, hebben ze beloofd. Zalig zonder de fietstassen zo’n 12kg minder, ‘t geeft ons een prettig gevoel.
We vertrekken op de fiets- knooppunten westwaarts, richting Ecomare. Hier worden jonge en zieke zeehonden opgevangen, die het op eigen kracht niet zouden redden. We komen heel dicht bij de Noordzee en rijden voorbij “Bos en Duinen” aan het Kogerstrand. Tussen de vele campings, ligt een fietssnelweg, waar we tussen een massa fietsers moeilijk op dreef geraken. Vele e-bikers zijn de duinhellingen niet gewoon en vergeten, zoals meestal bij die e-bikers, hun versnellingen te gebruiken, wat een gevaarlijke toestand!
Na 15km komen we bij het Nationaal park “De Slufter” Het is een gebied welke in open verbinding staat met de Noordzee. Het gebied bestaat uit een groep kreken, die soms, na een storm, onder water staan. Er komen veel zoutplanten en bloemen voor. Het is ook een vogelbroed- en rustgebied. We stallen onze fietsen en maken een flinke wandeling in het park.
Nadien gaat het verder, op een uitzonderlijk mooi nieuw fietspad. We vermoeden dat het pas in de vorige winter aangelegd is. Bij “de Robbejager” zijn we op het uiterste punt van het eiland. We fietsen steil omhoog tot bij de vuurtoren. Deze “Eierland vuurtoren” staat op het Noordelijkste puntje van Texel. De vuurtoren is gebouwd ter bescherming van het Eierlandse Gat, voor de kust van Texel, vroeger zijn hier veel schepen vergaan.
We buigen af langs de Waddenzeekust tot voorbij de aanlegsteiger van het Veer naar Vlieland. Heel snel zijn we in De Cocksdorp, ik ken het dorp want in 2007 kwamen we hier enkele keren souperen in “De Rog”. Het eetcafé bestaat nog, maar de patroon heeft nog geen zin om te openen! Kom deze avond na 18h, roept hij ons toe, nu kan het niet! We zoeken een ander terrasje en moeten niet ver lopen om onze honger en dorst te kunnen stillen. In het “Grand Café” zijn we meer dan welkom, een “Texel Skuumkoppe” en een vissoepje smaken in het zonnetje.
Vanaf het dorp rijden we richting de Waddenzee. Eenmaal aan de dijk blaast, de bijna stormwind, recht op onze neus. De eerste 12km elk om beurt koptrekken tot Dijkmanshuizen en dan is het op halvewind langs kerkwegelpaadjes naar Den Burg. Fel bezweet komen we terug op ons slaapadres. Een lange douchepartij komt best van pas….
Terwijl Antoine souvenirs aankoopjes doet, neem ik rust en kijk op TV naar de Tour de France. Wat een triestige commentaar op de Nederlandse sportzender, een negatieve en onbekwame wielersportjournalist zonder enige animo. Ik kan het niet meer aanhoren, alles is fout en zelfs zijn Nederlands is erbarmelijk en bijna onverstaanbaar. Via Wifi kan ik gelukkig luisteren naar de VRT met Wuyts en De Cauwer. En wat meer is, Wout Van Aert wint die dubbele Mont Ventoux-rit op fenomenale wijze….Proficiat Wout, ik heb er meer dan van genoten, wat een coureur! Ik heb het mij niet beklaagd dat ik ben blijven kijken….
Nu Antoine de weg kent in het stadje, gaan we op wandel. Den Burg is de hoofdstad van Texel en er heerst een aangename drukte in de winkelstraten.
Antoine heeft in de namiddag de kerktoren beklommen, nog steeds is hij vol enthousiasme over het uitzicht op het eiland. Zoals steeds wilde hij echter kaarsjes laten branden….maar in een protestantse kerk lukt dat niet, weet hij te vertellen. Op een plein staan een 5-tal bepakte fietsers. Het zijn jongelingen uit het Antwerpse. Ze zijn op zoek naar een overnachtingsplaats. Ze zijn van plan alle Waddeneilanden af te fietsen. Ik raad hen aan om inlichtingen te vragen bij het VVV. Ik veronderstel dat de overtocht naar Vlieland vanuit De Cocksdorp enkel op afspraak kan……Ze weten dat het een avontuurlijke onderneming wordt .
Na een zonneterrasje wordt het etenstijd en wandelen we naar ons afgesproken adres “ De 12 Balcken”. We krijgen een mooi plaatsje in het overdekte terras. Met veel zwier presenteert de patroon ons de bier- en menukaart. Een groep enthousiastelingen die de start van hun vakantieweken willen vieren maken het heel bont, de patroon moet hen bedaren.
Met enkele La Trappe-trappisten genieten we van een smakelijke Zeebaarsfilet en een overvloed aan verse groenten. Ondertussen is Antoine de beste vriend van de baas en wordt het moeilijk om hier weg te geraken…Maar de plicht roept, uiteindelijk geraken we op een deftig uur in ons bed. Ik vermoed dat oordopjes nodig zullen zijn!
Op vraag van ons gastgezin, nemen we iets vroeger dan gewoonlijk ons ontbijt. Rein is juist vertrokken en Els houdt ons, aan de rijkgevulde ontbijttafel, gezelschap. Zoals beloofd zijn we om 9h00 klaar om te vertrekken. Nog vlug een foto, bedankt familie van Kampen, we waren graag in Hoorn. We rijden door het stille centrum en moeten wat zoeken naar onze uitgestippelde weg.
Het is vandaag een beetje een overgangsdag op weg naar Texel, waar we zo vlug mogelijk willen zijn. We hebben gekozen om via de fietsknooppunten in een bijna rechte lijn tot in Den Helder te geraken, via Wognum, Wadway en Spanbroek, dwars door een landbouwgebied. We vorderen goed er is bijna geen verkeer, enkel nu en dan een, volgens onze mening veel te snel rijdend landbouwvoertuig….We moeten soms in de graskant duiken!
Wanneer we de Westfrieschevaart kruisen, hebben we al 32km saaie weg op ons tellertje staan. De kleine dorpjes, met enkele huizen, lijken verlaten. Doorstoempen tot we plots de omgeving herkennen. Een eindje voorbij Wieringenwaard richting Anna Paulowna, zien we de Windmolen “Leonide”, ooit een houtzagerij. Hier waren we al eens, op onze Ronde van Nederlandtocht 2015. Toen reden we van Petten naar Harlingen op de LF10.
We moeten over rivier “de Hoge Oude Veer” we hebben 42km. Zonder enige afspraak, draaien af op de parking van eetcafé “de Ben”. Grote dorst doet ons onmiddellijk een “Texels Skuumkoppe” bestellen. Blijkbaar verwachten ze dat helemaal niet van fietsers, de meesten drinken hier koffie, thee of karnemelk. We vrezen dat er op onze weg niet zoveel meer zal komen en blijven ook lunchen…..een boerenomelet is meer dan welkom. De patroon legt ons uit dat het dorp, Anna Paulowna, genoemd is naar een Hollandse koningin. Deze Russische prinses uit St-Petersburg werd echtgenote van Koning Willem II begin 19° eeuw.
Bij de Kooy, fietsen we voorbij een grote Marine basis met helikopters die aan het oefenen zijn. We rijden op de Westoever naar de Binnenhaven van Den Helder. Het is wat kronkelen en eventjes zoeken om bij het Veergebouw “Teso” te komen. Deze veerdienst is eigendom van de Texel-eilandbewoners. Om 15h nemen we het veer. De overtocht duurt 20 minuten en kost 5€ incluis de fiets.
Volle zon en forse wind , ja we voelen duidelijk dat we op een eiland zijn. We volgen de Waddenzeedijk, met de bijna stormwind in de rug, kunnen we ons zonder trappen laten meedrijven tot Oudeschild….Vanaf hier is het opboksen tegen de harde halve wind, richting Den Burg. Net voor het binnendraaien van het stadje, ben ik alleen. Waar is Antoine gebleven? Na enkele seconden komt hij uit een graskant gekropen, een plotse rukwind heeft hem van het pad afgeblazen, gelukkig zonder erg! Nu eerst naar ons overnachtingsadres. Ai het is nog wat tevroeg, onze gastvrouw is er nog niet, dan maar eerst een terrasje meepikken. Een buurvrouw meent dat ze elk ogenblik kan thuiskomen en stelt voor, om onze bepakte fietsen bij haar te stallen.
We doen het niet en beklagen het ons na 5 minuten. Het is toeristisch druk in de smalle straatjes, fietsen mag niet en de fietsenstallingen staan overvol. Toch vinden we een schaduw terras onder de bomen waar een La Trappe, meer dan welkom is. Als we, iets later, bij Ria aanbellen is ze opgetogen dat we er zijn. We moeten achterom met de fietsen en deze stallen in een heel ruime garage. We krijgen onmiddellijk een grote kamer op de verdieping. Onze kranige gastvrouw is fier op haar gastenverblijf, met alles erop en eraan, zelfs TV, Wifi en koffiezet…..Straks zal ik jullie bezwete fietskledij wassen, gebied ze. Op de 2° kamer is er een jonge strandstapper, die ons ook komt verwelkomen. Ria excuseert zich, we krijgen de sleutels en uitleg waar we kunnen souperen, ze moet naar een familiefeestje….Wij krijgen haar huis voor de rest van de dag, lacht ze!
We willen ons verfrissen en wat uitrusten, na wat zoekwerk krijgen we de TV aan de praat, maar de Wifi-code is niet leesbaar of compleet verkeerd. Ook onze jeugdige buurman krijgt het niet voor elkaar. Toch heb ik bij het binnenkomen, een tellerkast opgemerkt, waar de modem mogelijks in staat….en jaja hierop vind ik de juiste Wifi-code, na enkele seconden is alles in orde. Ik zal de code, maar dan mooi uitgeschreven, in haar gastenboek zetten….de volgende gasten zullen blij zijn.
Op aanraden van onze gastvrouw willen we gaan eten in de “12 Balcken” een uiterst gezellig eetcafé, volgens haar. En inderdaad het zit propvol, zodat we moeten aandringen bij de patroon om een plaatsje te bemachtigen. We voelen ons onmiddellijk thuis, er heerst een uitbundige ambiance en de bier- en menukaart doet ons likkebaarden. We bestellen een Lamsstoofpotje en enkele Zundert trappisten. Het is meer dan genieten. Morgen komen we terug, beloven we de patroon. Slaapwel!
Heerlijk, een ontbijt en een babbel met de gastvrouw. Alles is aanwezig en we slurpen samen nog een extra koffie. Maar de plicht roept, 9H30 fietsen beladen en onze 2°week door Nederland kan starten. Corine geeft ons nog enkele aanwijzingen, hoe we op onze route geraken. Daar gaan we, bedankt Corine we hebben genoten van je gastvrijheid.
Na onze babbel onthouden we dat de stad genoemd is naar de geestelijke vader van de Zuiderzeewerken Cornelis Lely. De eerste bewoners kwamen hier omstreeks 1967, maar rond 1980 kwam er een leegloop, dit ten koste van Almere een Flevopolderstad dichter bij Amsterdam. Toch is Lelystad de hoofdstad van de nieuwe provincie gebleven. Er werd ingegrepen met afbraak en herstructureringen van nieuwe wijken. De uitbereiding naar de kuststrook heeft veel goed gemaakt, met de Bataviahaven en een snelle verbinding naar de Randstad.
Na 10km komen we bij het Bataviapretpark aan het Markermeer. Het is een educatief park waar historisch, het leven aan boord van reuze zeilboten op weg naar de koloniën, wordt weergegeven. Enkele kilometers verder komen we aan het begin van de dijk, dwars door het IJsselmeer en het Markermeer.
Na de Houtribbesluis zijn we op weg voor 26km door het water. In 2015 op onze “Ronde van Nederland” fietstocht moesten we ook door het water fietsten. Toen 32km van Den Oever naar Friesland. Net als toen hebben we geluk met het weer, geen stralende zon maar het blijft droog en de wind speelt wat in ons voordeel. Halverwege houden we een stop op een parking is een afspanning waar er een gezellige drukte heerst.
Voor we in Enkhuizen toekomen, dwarsen we nog sluizen. De “Krabbersgatsluis” voor beroepsvaart. Maar er is ook een nivaduct voor pleziervaart en rivierschepen. Het is een aquaduct in kombinatie met een sluis. Het verkeer gaat dus onder de nivaduct-sluis door, zo is er geen oponthoud. We staan in bewondering voor dit Nederlands ingenieus kunstwerk. Om 13h stipt, nemen we plaats op het terras van ’t Ankertje, recht tegenover een dubbelbrugje en de “Dromedarispoort”. Om de paar minuten varen er jachten voorbij en het is telkens een spektakel, omhoog, omlaag en terug omhoog.
Het café is ook een brouwerij, we willen eens proeven…..De Biermeester komt met veel blabla, bier schenken en het restgist presenteren. We moeten vaststellen dat onze favoriete zuidelijke zware bieren ons meer bekoren… We willen ook iets eten en jaja de vissoep is wel heerlijk.
We rijden naar het centrum van Enkhuizen. De stad is bekend als de Haringstad, dit vanwege zijn verleden voor de haringvisserij. We bewonderen, de goed bewaarde historische, met grachten doorsneden binnenstad. Alles ligt binnen de vestingwallen. Deze dateren uit de 17e eeuw en zijn nog in prima staat. Met wat spijt verlaten we de stad, we moeten terug naar het meer.
We hadden het moeten weten, vanaf hier is het 15km opboksen tegen een strakke wind. Elk om beurt op kop, met links van ons het Markermeer en rechts een diepliggende vlakte. Af en toe enkele huizen en molens, maar we willen zo vlug mogelijk in Hoorn geraken.
Fel bezweet, rijden we recht naar het centrum van Hoorn en ploffen ons neer op een zonnig terras. Het is echt van de grote dorst, in een teug is onze Grimberge leeg. Grote verwondering bij de mede terraszitters, wanneer we een 2° maal bier bestellen…..We stellen hen gerust, we zijn ter bestemming voor vandaag. De stad Hoorn is bekend als oude handelsstad. In de 17° eeuw was het een van de belangrijkste centra voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Veel van de monumentale panden en standbeelden, in de binnenstad, herinneren aan deze historische periode. Uiteindelijk zoeken we ons overnachtingsadres “Achter op ’t Zand”. Onze gastheer Rein is blij ons te kunnen ontvangen, hij had ons opgemerkt toen we naar de stad fietsten, hij was zeker dat wij zijn gasten, voor deze avond waren. We stappen vol bewondering het historisch pand binnen. Rein legt ons uit dat het huis uit twee woningen bestaat. De huizen lopen nu in elkaar en zijn één groot geheel. Het zijn vroegere cipierswoningen, ze vormen een beschermd stadsgezicht aan de haven waar scheepsballastzand lag. Vandaar wordt het nog steeds “Achter op ‘t Zand” genoemd. We betrekken een zeer ruime voorkamer met twee eenpersoonsbedden, een zitruimte en aansluitende een bad- en sanitaire ruimte. Nadat we opgefrist zijn, kunnen we ook met Els kennis maken, samen houden we een koffiepauze. Waar we kunnen souperen, zal wel een probleem vormen, meent ons gastenpaar…het is maandag en heel wat goede adresjes zijn gesloten.
Els vertelt ons ook nog enkele hilarische belevenissen als “Vrienden op de Fiets” gastgezin. Zo hadden ze ooit vier fietsende dames, die voor de deur stonden en met totale overtuiging, beweerden afgesproken te hebben voor overnachting en avondeten, alhoewel, hier slechts twee mensen zonder avondmaal kunnen overnachten. De vier dames wilden van geen wijken weten en eisten fors en wat arrogant, slaping en een souper…..Ons gedienstig gastgezin heeft ze dan maar een souper klaargemaakt en slaping bezorgd. Later is Els te weet gekomen dat de dames echt fout waren. Ze maakten per vergissing een telefonische afspraak, met een boven Els en Rein staand adres in het boekje van de vereniging. Het vermeende gastgezin, heeft een gehele avond gewacht en stonden met een avondmaal klaar………Sindsdien neemt Els, enkel met email, bevestigde afspraken aan. Het lijkt soms wel wat verwarrend aangegeven in het “Vrienden op de fiets” adressenboekje. En….waarom staat het email adres niet in het boekje en wel op de site ???
Na wat rondzoeken, naar eetgelegenheid, belanden we bij een Italiaans restaurant “La Sfida”. Het is er druk, we proberen de verrassingsmenu met alles erop en eraan.
Chef Anglani brengt ons van alles, we moeten maar blijven proeven. Het wordt een onvergetelijke smulavond. Ze blijven ons maar verschillende gerechtjes brengen. Zolang je niet vraagt om te stoppen, zal het blijven duren, lacht de dienster…..en als je niet alles opeet moet je bijbetalen. Zoiets maak je maar éénmaal mee! Wat moe, sluipen we naar ons gastadres en liggen heel vlug in de bedjes. Slaapwel!
Wat een luxe hebben we hier in Vollenhove. De rust en een machtig zicht, op de prachtig onderhouden tuin van de familie den Bakker, ‘t is heerlijk. Wanneer we beneden komen, worden we door Feikje verrast met een uitgebreid ontbijt. Vooraleer we het historisch pand verlaten, houden we nog een gezellige babbel met de gastheer. We komen heel wat te weet over Vollenhove en de streek er rond. Het dorp lag eeuwenlang aan de Zuiderzee. Er staan hier zelfs enkele oude monumenten van in de Franse revolutietijd.
Straks moeten we over het Vollenhovemeer en komen in Flevoland. De provincie Flevoland, waar wij door moeten, is het grootste inpolderings project ooit. Het droogleggen van de Zuiderzee duurde in totaal 75 jaar. Eerst een dijk naar Wieringen, daarna de afsluitdijk tussen de Noordzee en de Zuiderzee, zo ontstond het IJsselmeer. Het Wieringermeer werd drooggelegd en er werd een dijk gebouwd naar het eiland Urk. Door het aanleggen van dijken konden ze steeds meer droogleggen en inpolderen. Tot het huidige Flevoland een echt vasteland is en de 12° provincie van Nederland.
Na de bocht rond de haven, rijden we voorbij de palingrokerij “Konter”, over het hefbruggetje voorbij de Sint-Nikolaaskerk en over het Vollenhovekanaal. Op een kaarsrechte weg door landbouwgebied fietsen we naar Markenesse. Hier zijn we in de Noordoostpolder, waar we langs een van ver zichtbare watertoren, in Emmeloord toekomen. Nu moeten we naar Urk, het voormalig eiland met een fascinerende reputatie. ’t Is zondag en er staat ons iets te wachten! Uit een radio-interview met een Vlaamse journalist, herinner ik mij enkele uitspraken: “Op Urk, zou een van de meest gesloten en onbegrepen gemeenschappen leven, een minzaam en godvrezend volk. Toch blijkt het een schimmige en tragische wereld met baldadige jeugd, fraude en drugs.”
We hadden het moeten weten….de zondag is “De” rustdag voor de diep gelovige Urkers. En toeval of niet we zijn er precies wanneer ze de kerkdienst verlaten. Blijkbaar gaan de diepgelovigen, zelfs tweemaal naar de kerk, in dit absolute Biblebelt dorp. Mooi uitgedorst in zwarte klederdracht met hoeden, waar zelfs Maxima jaloers op zou zijn, komen ze midden op de straat in een brede rij, recht op ons af. Wij moeten noodgedwongen uitwijken en de graskant opzoeken. Ja wij hebben het begrepen, dit is hier “Hun” wereld en wij horen hier niet thuis. We rijden door de kleine straatjes, alles is potdicht en op de vele terrassen van cafés en eethuizen staan de tafels en stoelen op elkaar gestapeld. Op de dijk, zien we toch beweging, onmiddellijk bezetten we een toevallig leeg plekje onder een zonneparasol. De patroon van “De Kaap” beweert dat hij de enige is, die open doet op zondag. We bestellen een Duvel en een gerookt palingslaatje. Hebben we geluk ja! Na een 2° Duvel kunnen we er opnieuw tegenaan.
We kronkelen langs de jachthaven tot bij een scheepswerf voor vissersboten. Hier ontwaren we een nieuwe visserskotter met een Z op de boeg. Hij staat op het droogdok. Zouden ze hier een nieuwe Zeebrugse kotter aan het afbouwen zijn ??? We trachten op de dijk, bij de vuurtoren te geraken. We komen op een hoger gelegen plein met een muur er rond en een merkwaardig standbeeld. Het is het “Vissersmonument”. Op de muur zijn alle verongelukte vissers van het eiland Urk per jaartal vermeld, honderden in de loop der jaren. Het laat ons stil worden, wanneer we de ouderdom van sommigen lezen, velen waren nog kinderen.
Achter het vissersmonument, langs de dijk, die het IJsselmeer van de polders van Flevoland scheidt, staan rijen, met tientallen reusachtige windmolens. Ze domineren de horizon. We blijven die dijk volgen tot aan het Ketelmeer. Na de brug volgen we opnieuw de boorden van het IJsselmeer wel 12 km en tellen de kilometers af, aan de hand van de windmolens tot aan de Engie-centrale. Het lijkt eindeloos…..
Bij fietsknooppunt 95, begint er een andere ellende, het doorkruisen van Lelystad. Het lijkt wel een urbanistische miskleun….Fietspaden kruisen drukke wegen en lopen soms dood in bosjes. Ze stoppen plots of maken een U-bocht naar nergens, we geraken maar niet vooruit. Plots moeten we over bruggetjes door een kleine woonkern en daarna weer door een park met kronkelfietspaden, voetpaden en wegen alles door elkaar en kruisend. Wat is dat toch allemaal…..een zielloze bedoening. We sukkelen 10 km eer we toch plots ter bestemming zijn. Onze gastvrouw Corine ontvangt ons, vol enthousiasme in haar ruime zonnetuin, we moeten samen met haar een biertje snoepen.
Wanneer we haar onze tocht door de stad beschrijven, geeft ze ons volmondig gelijk. Ja zegt ze, ik was gemeenteraadslid en heb zelf gestreefd naar een betere circulatie en een efficiënter verkeersplan….maar ze luisteren helemaal niet naar de bewoners. Ze hoort dezelfde verkeersproblemen van al haar fietsgasten. We zijn er en dat is het voornaamste, laten we erop klinken…..en jaja Corine nipt gezellig, een wit wijntje mee.
We krijgen van onze gastvrouw de complete bovenverdieping ter beschikking. Toch maken we haar duidelijk dat één kamer en één badkamer voor ons volstaat. Terwijl we ons verfrissen en klaarmaken om te gaan eten is het plots hevig aan het regenen. We moeten echter gaan souperen, ongeveer 3km fietsen naar “Het hof van Lelystad”. Onze gastvrouw heeft daar voor ons gereserveerd. Regenpak aan en vertrekken maar…..Grote verwondering bij de ontvangst in het restaurant, doorweekte gasten dat zijn ze niet gewoon. Toch worden we hartelijk begroet en kunnen ons opfrissen in het sanitair. We laten het ons niet aan ons hart komen en vieren het einde van onze eerste fietsweek, met een uitgebreid maal met aperitief, voor- hoofdgerecht en dessert. Oei we verlaten als allerlaatste de zaak…
Gelukkig geraken we in droge omstandigheden, terug op ons slaapadres.
We zijn wat later opgestaan, onze Duitse vrienden hebben met ons afgesproken om als eersten de badkamer te gebruiken. Als we bij de ontbijttafel komen kunnen we nog juist vernemen dat zij tot Amsterdam moeten vandaag. Daar zullen ze terug naar huis sporen….Hennie heeft de ontbijttafel rijkelijk klaargezet met alles wat je maar kunt wensen, we laten het ons smaken. Bedankt familie Koetsier voor het aangenaam verblijf. Om 9h en met een “lekker” ( jaja we kennen al een beetje de plaatselijke taal) zonnetje worden we uitgewuifd.
Het zou zonde zijnom niet nog eens door Elburg te fietsen. Er is nog geen drukte en we kunnen alles rustig bewonderen. Na de Vischpoort en de haven komen we op de dijk van het Drontermeer. Dit is een Veluwerandmeer en lijkt wel ondiep, het meer is ontstaan door de inpoldering van Flevoland. We volgen de LF23 op de Zwartedijk.
In Kampen rijden we door een prachtig park naar de Broederspoort. Kampen is een Hanzestad. We komen bij een grote kerk, het is juist markt op de Botermarkt. Zoals steeds, een aantrekkingspool voor mijn vriend Antoine. We stallen onze fietsen en terwijl Antoine rondneust tussen de kraampjes zoek ik een gezellig terrasje.
Met oude deuntjes van een draaiorgel genieten we samen van een aperitiefje, het wordt gelukkig een La Trappe Quadruple. Nadien moeten we over de IJssel. De stad ligt op een soort eiland tussen het Ketelmeer de IJssel en het Vossemeer. Bij een merkwaardige brug is het opletten geblazen. Hoe druk kan het zijn, van alle kanten auto’s maar vooral fietsende jongeren die helemaal geen oog hebben voor rustige trekkers zoals wij. Even is het toch in bewondering staan voor de hefbrug met vier grote katrollen boven op de hoge pijlers.
Gelukkig wordt het iets verder bij IJsselmuiden veel kalmer, we rijden door een soort slaapstad met veel groen en afgelegen fietspaden tot Grafhorst aan het Ganzendiep. Wanneer we door Kamperzeedijk rijden, stoppen we gelijktijdig. Het ruime terras van eetcafé “De Pompe” komt net op tijd het is 12h30 en we hebben 32km. Wanneer de patron ons Vlaams hoort, presenteert hij onmiddellijk een Orval. Hij lijkt wel geobsedeerd door een promotiebezoek aan de brouwerij. Sedertdien ben ik grote pleitbezorger geworden van dit Trappistenbier, lacht hij. Wij happen toe en bestellen ook een uitsmijter. We blijken wel aangevers te zijn, na 10 minuten zit het terras propvol…..Toch zijn we de enige Orval drinkers, de meeste e-bikers drinken tot onze grote verwondering melk! Wat moeten ze van ons denken???
Na Genemuiden moeten we met de pont over het Zwarte Water naar Zwartsluis. Nu komen we in het Steenwijkerland de kop van Overijssel. Een waterrijk gebied waar we voortdurend tussen meren, plassen en vaarten blijven rijden. Zo komen we in Giethoorn, wat een toeristische drukte….na een poos beklagen wij het, dat we hier binnen gefietst zijn. Het is niet plezant, in de grachten geraken de bootjes niet vooruit!
Het is een geroep en gekrijs. Er wordt zelf heftig ruzie gemaakt op het water. Zou er een toeristische uitstap gepland zijn voor gesluierde medemensen misschien? Ook op de boorden van de grachten is het een chaos. Minder jonge e-bikers hebben schrik en stappen elke 10 meter van hun fiets en maken een praatje op het fietspad…..We maken ons vlug uit de voeten!
We plannen om tot Blokzijl te fietsen en verwachten daar meer rust…We rijden door het Nationaal park Weerribben - Wieden. Door moerassen, bossen en bloemrijke hooilanden, wat een verademing. Hier hebben we de paden bijna voor ons alleen. In Jonen moeten we met een mechanisch aangedreven voetveertje over de Walengracht.
Wanneer we Blokzijl binnenrijden herken ik onmiddellijk het Hotel-Restaurant “Kaatje bij de sluis” ook al is het 20 jaar geleden dat ik hier overnachte en gesoupeerd heb. Waar is de tijd naartoe ? Op de havenkade vinden we een zonnig plaatsje op het terras van “Grand Café” en genieten van een frisse Duvel…..echt zalig! We moeten ons inspannen om de laatste 8km aan te vatten. We volgen de boorden van het Vollenhovemeer tot aan de brug. Nu maken we een kronkel rond de plezierhaven en de kerk en staan verwonderd voor de deur van ons gastenverblijf.
We worden hartelijk ontvangen door Feikje en Roel. We moeten onmiddellijk onze fietsen stallen en met hen samen een biertje snoepen op hun tuinterras. Wat een tuin, wat een verblijf alles kraaknet en ruim. We krijgen de gehele bovenverdieping van de prachtig aangeklede villa ter onze beschikking. Een grote ruime kamer, een zitgedeelte en badkamer. Blijkbaar zijn het echtpaar uitbollende herenboeren van een reuzegroot landbouwbedrijf op Flevoland. Het bedrijf wordt nu door een zoon verdergezet met hun hulp. ’s Avonds gaan we uitgebreid souperen in het pittoreske dorpje. Het is genieten maar we voelen ons moe en zitten vroeg onder de lakens. Slaapwel!
We zien er echt naar uit, het is vandaag onze Veluwe-dag. Het is helemaal niet de eerste keer dat wij in dit natuurparadijs fietsen. In 2009 deden we onze voorjaarstocht met 6 man en beleefden toen één dag Kröller-Müller Museum. Ook in 2015 bij onze “Ronde van Nederland” fietstocht kwamen we op de Veluwe. Nu verheugen we ons erop, om het Westelijke gedeelte te doen. Op vraag van ons gastgezin ontbijten we iets vroeger. Nieke en Steven willen vandaag nog op vakantie vertrekken. Toch wil Nieke ons nog verwennen met een uitbundig ontbijt en een bijpraatmoment. Zo vertelt ons gastgezin dat het dorp behoort tot Barneveld met een zeer sterke Protestantse gemeenschap. Stroe zou een van de oudste nederzettingen van Nederland zijn, hier op de rand van de Veluwe. We zijn ook benieuwd naar de Bijbelbelt, een strenge protestantse gordelstrook. Komt deze strook ook tot hier??? Maar er volgt stilte en er komt geen antwoord…
Nadat de familie Top ons uitgewuifd heeft, moeten we door de Stroeseheide. Na Kootwijkerzand belanden we bij Radio Kootwijk. Een merkwaardig behouden voormalig radiogebouw van een zendpark, in een soort art-deco stijl. Na het opdoeken van de verbindingen met de Nederlandse koloniën is het een ruimte voor concerten en tentoonstellingen. Nabij het gebouw worden we uitgenodigd door enkele vrijwilligers van een zorggroep voor jong- en oudere dementie. We drinken er koffie en snoepen een wafel. Onze financiële steun wordt erg gewaardeerd.
Na de Turfberg komen we is Assel aan de spoorlijn, iets verder in Hoog-Soeren, een dorp midden in de bossen van Het Loo. Volgens aanduidingen zouden hier in de heidevelden, edelherten, wilde zwijnen, dassen en vossen zitten…..We hebben ze niet gezien! We zijn niet stil genoeg zeker !!! Hier zijn prachtige ruime fietspaden die alle glooiingen van de heuvels volgen…
We komen voorbij Paleis “Het Loo” maar we kunnen niet binnen, er zijn renovatiewerken bezig. Alles staat afgezet, we moeten zelfs aandachtig zijn voor het werfverkeer…..We maken ons vlug uit de voeten. Het is precies 13h en we hebben al 45km op onze teller wanneer we op het terras van een afspanning in Vierhouten kunnen middagmalen.
We hebben grote dorst na deze helse tocht en bestellen onmiddellijk enkele plaatselijke biertjes. “Zwaar - Leven” (erg toepasselijk menen we) en salade met geitenkaas…heerlijk! We hebben geluk, gedurende onze lunch krijgen we een harde regenvlaag te verwerken, maar we zitten veilig op het overdekt terras. In de tuin staat een merkwaardig houtsnijwerk….De uitvergrote kever in hout, doet ons denken aan onze fietsvriend Hugo. Dat zou onze Knokse fietsmaat ook wel kunnen maken!
Het voelt wat loom aan wanneer we vertrekken, gelukkig moeten we maar 25km meer. Plots zitten we opnieuw in de bossen met kathedraal hoge beukenbomen. Iets verder verandert het gebied in een glooiend heideveld met vennen, grafheuvels en zandverstuivingen. Het zonnetje geeft warmte en ’t gevoel is zalig. Na een kaarsrecht bospad komen we in Nunspeet. We moeten langs kronkelweggetjes richting Veluwemeer. Maar een wegwijzer met “ ijsboerderij” doet ons afwijken….richting het bedrijf “Lage Bijsel”. Een modern melkveebedrijf met grote stallingen en een carrousel-melker voor 44 dieren. Op het terras in het zonnetje, smullen we van een heerlijk vers gemaakt schepijsje. Nadien gaan we alles bekijken…
Na deze korte rustsnoeppauze, komen we aan het Veluwemeer. Een brede plas met enkele stranden op beide oevers. Heel vlug zijn we nu bij Elburg. We kunnen onze ogen niet geloven wanneer we door de poort het stadje binnen rijden. We lijken wel in de Middeleeuwen beland te zijn. Net zoals in Brugge is alles goed bewaard en mooi gerenoveerd zonder veel poespas. Het is druk in de rechte straatjes vol toeristenwinkeltjes en overvolle terrassen. Toch willen we eerst naar ons overnachtingsadres. We willen ons verfrissen en onze fietsen veilig stallen. We rijden aan de andere zijde het vestingstadje terug buiten en blijven ons verwonderen over de prachtig aangelegde parken rond de vestingmuren.
Enkele minuten later worden we hartelijk ontvangen door Hennie en Rein. We moeten, na het stallen van de fietsen, met hen lekker in het zonnetje in hun tuin een welkomstdrankje nippen. De familie Koetsier is een ervaren “Vrienden op de Fiets”-stel. Ze weten hoe ze hun gasten in de watten moeten leggen. Ze zijn fier op hun Elburg en vertellen met veel enthousiasme over het verleden van het vestingstadje.
Het eeuwenoude vissersstadje lag vroeger aan de Zuiderzee, nu aan het Veluwemeer. Rondom is er een verdedigingswal met vestingmuren welke uitzonderlijk goed bewaard zijn. Jammer slechts één poort werd behouden. Rein had ook iets te maken met scheepsbouw en in zijn berging zien we nog veel van zijn werktuigen. Na de lange praatstonde, waarbij ook wij over onze tocht en de volgende ritten moeten vertellen, kunnen we de kamer betrekken en ons verfrissen. Er is nog een tweede gastenkamer, er worden nog Duitse fietsers verwacht deze avond.
Grote honger drijft ons te voet naar het stadje. Bij de haven hadden we eerder een gezellig terras bij restaurant “De Herberg” aangestipt. We vleien ons neer tussen de talrijke gasten en genieten van een uitgebreid maal met gerookte paling en gebakken mossels overgoten met het nodige gerstenat natuurlijk. Met een dik en goedgevuld buikje strompelen we door de nu wel stillere straatjes tot bij Rein en Hennie. Ze zullen ons niet in slaap moeten wiegen. Oordopjes zijn absoluut nodig!
Slapen als een roos. Dat hebben we hier gedaan bij familie de Waard. Wanneer we naar buiten kijken zijn we beiden vol optimisme, we zien de zon.
Om 8h30 zitten we aan de overvloedige ontbijttafel van Els. Ze is niet te stillen en vertelt over haar goed gevuld leven vol opvoeding en kinderenopvang van geplaatste kinderen. Fier toont ze foto’s van het grote gezin met haar kinderen en kleinkinderen. We hebben moeite om haar duidelijk te maken dat we ook vandaag nog een +/-70km verder moeten. Onvergetelijk …hierover zullen we nog jaren napraten.
Met spijt verlaten we ons Soestse gastgezin richting Soestdijk.
We moeten door de Soester Duinen.
Een Nationaal Park op de Utrechtse Heuvelrug met zandverstuiving en prachtige bossen er omheen.
We rijden langs het gekende “Paleis Soestdijk” de vroegere verblijfplaats van de Nederlandse prinses Juliana en prins Bernard. Bij Baarn maken we een grote bocht en kruisen de drukke A1 autostrade.
Na de jachthaven van Eembrugge volgen we de Eem tot aan het Eemmeer. In Spakenburg moeten we onvermijdelijk rond de haven met prachtige oude platbodems. Het lijkt wel een museum van oude scheepsbouw. Spakenburg lag vroeger aan de Zuiderzee en was een vissersdorp, toch zien we hier nog visverwerkende bedrijven. We blijven het Eemmeer volgen en komen op een smaller gedeelte van het meer, het Nijkerkernauw. Na de kruising met de Ankervaart blijven we op de boorden van het meer, de Zuiderzeeroute volgen tot Horst. In Horst-Zuid buigen we af richting Ermelo.
We hebben al 42km op ons tellertje wanneer we aan het biercafé “Burg” stoppen om te eten. Antoine wilde absoluut naar dit beroemd adres. Hij hoorde veel lof, vanwege zijn oud-collega’s na bezoek met een toerbusreis.
Grote dorst doet ons onmiddellijk plaatsnemen op het ruime terras. We bestellen elk een Paix-Dieu. Eigenaar Jan van Wildenburg komt ons in hoogst eigen persoon begroeten.
Ons Vlaams taaltje maakt hem nieuwgierig. “Goed gekozen” wijst hij naar ons biertje. We zijn benieuwd naar zijn brouwerij en de beroemde “Biertunnel”. Tot onze grote verwondering neemt hij ons mee naar de kelder. We krijgen een mini-rondleiding met de nodige toelichting. Jan heeft samen met enkele vrienden dit unieke transport uitgedacht en ook samen met hen gerealiseerd. Wanneer er een bier uitgekozen is in ’t café, wordt het bier uit de winkel in een mandje op de transportband gezet en gaat via een tunnel naar de koelmachine. Na 3 à 5 minuten komt het bier naar boven in het café, om op de juiste temperatuur geserveerd te worden.
Alles is te volgen via een scherm. De meest geserveerde bieren zijn uiteraard afkomstig uit Belgische Trappisten brouwerijen zoals Westvleteren, Westmalle en Chimay. Ondertussen is onze maaltijd klaar en wordt het tijd voor een 2° biertje. We zouden hier nog uren kunnen blijven en rondneuzen in de bierwinkel. Er zijn wel meer dan 3000 soorten bier te koop….ongelofelijk!
Na Ermelo komen we in het Speulderbosch en op de Ermelose heide met de Postweg. Wat een zaligheid, wij zij helemaal alleen op het prachtig fietspad. Het loopt over de glooiende duinen door het bos en over de nog niet bloeiende heide. Enkel schapen versperren af en toe het fietspad. We vorderen goed en zijn blij dat we eindelijk op de Veluwe beland zijn.
Langs de Harderwijkerkarweg een kaarsrechte weg door het Hunnenbos komen we in Stroe. Op de gps is het geen probleem om ons overnachtingsadres te vinden. Steven en Nieke horen ons en we kunnen onze fietsen onmiddellijk in de ruime garage bergen. Na een lang ontvanggesprek, met een lekkere koffie, wordt het tijd om onze slaapplaats te betrekken. Na onze was- en plaspauze is het tijd om onze dorst te lessen. We wandelen tot bij Café- restaurant “de Rotterdammer”. Na enkele glaasjes krijgen we honger ’t is niet veel zaaks maar na een toetje en een slaapmutsje worden we moe en kruipen we wat vroeger dan normaal onder de lakens….
Ai ai ai…. de regen klettert op de velux-koepel boven onze slaapkamer. ’t Belooft niet veel soeps voor vandaag. Mijn vriend Antoine weet nog niet dat het dag is en blijft maar doorslapen. Allé we gaan ons nog eens draaien….We houden het extra lang vol maar om 8h vind ik het toch tijd, weer of geen weer we moeten verder. Koffie maken een eitje bakken en genieten van ons ontbijt aan het venster. Regelmatig zien weg regenschermen voorbijkomen. Net wanneer we onze fietsen aan het beladen zijn, is er een droge periode.
Plots komt onze gastheer binnen, hij dacht dat wij al vertrokken waren. Wij maken hem met een kwinkslag duidelijk, dat wij gehoopt hadden dat zijn vrouw Anne, ons zou uitwuiven… Maar zegt hij lachend, ik ben “Anne”. Wij kunnen het moeilijk geloven, bij ons in Vlaanderen is “Anne” absoluut een meisjesnaam. Nu krijgen we te horen dat Anne een veel voorkomende Friese voornaam is. Hij is hier in Gorinchem als jongeling, met zijn varende ouders uit Friesland beland en is blijven hangen door een slepende ziekte. Wij aanhoren zijn levensloop en wensen hem veel sterkte.
We verlaten de stad via het Paardenwater en moeten door een afsluitbare vestingwal. Richting Arkel komen we op de Lingedijk voorbij de Koepelkerk. Een merkwaardig gebouw met een kerkhof errond. Iets verder moeten we ons noodgedwongen wapenen tegen de hevige regen. We volgen het Merwedekanaal met de regen recht in ons gezicht, wat een weertje….In Meerkerk dwarsen we het kanaal bij de Bonkmolen. We rijden door een gebied met veel fruitbomen, is dit de Betuwe ??? Bij Vianen moeten we over de Lek. Vianen is een Middeleeuws stadje met poorten en wallen. Met het veer over de rivier komen we in Nieuwegein. We moeten een eindje door industrie, niet plezant met al die regen. We zoeken een rustiger weg langs de Kromme IJssel, we hebben 30km op de teller en willen absoluut een pauze nemen. Langs het Amsterdam-Rijnkanaal draaien we een dorpje in en vinden een broodjeszaak met zitmogelijkheden. Gelukkig kijken ze ons niet buiten. De toog-dames hebben blijkbaar compassie met ons, we mogen plaatsnemen. Ze maken soep en een lekker broodje klaar. We blijven wat langer dan normaal met de hoop dat het straks niet meer zal regenen.
Na 1h1/2 en met een goedgevuld buikje kunnen we niet anders dan onze regenkledij aantrekken en vertrekken richting Utrecht. Door deze stad rijden is voor ons een absolute ramp met dit rotweer. Het drukke fietsverkeer en de agressieve automobilisten hebben geen oog voor zoekende trekkers en enkele keren hebben we echt ons leven geriskeerd.
Gelukkig zijn we elkaar niet uit het oog verloren, maar aangenaam is iets anders. We zijn blij wanneer we na het kruisen van de A27 in het groen belanden. Ook al reden we langs de grachten, toch hebben we bijna niets van de stad Utrecht gezien met dit rotweer. We zullen echt blij zijn wanneer we bij ons gastgezin in Soest zullen arriveren….
We kunnen het niet beter treffen vandaag, wat een ontvangst door Els en Klaas. Onze gastvrouw wil onmiddellijk onze kletsnatte kledij wassen en drogen, we krijgen warme koffie met een gebakje. Hebben we geluk ja! Nadat we een beetje op onze positieve zijn gekomen bij die rotdag, krijgen we een prachtkamer met een eigen badkamer ter beschikking. Els had ons graag een souper aangeboden maar is er helemaal niet op gesteld.We stellen haar gerust en zullen in Soest wel iets vinden, er is een Chinees niet zo heel ver legt ze ons uit…..Vol goede moed gaan we op stap, maar het is echt onze dag niet, na wat rondzwerven door enkele verloren straten vinden we de Chinees. Maar er is enkel takeaway mogelijkheid….Weer een domper en het is ondertussen bijna 20h. We vliegen het naastgelegen grootwarenhuis binnen en kunnen nog juist 2 klaargemaakte schotels en een fles wijn bemachtigen vooraleer ze sluiten. Onze gastvrouw zal ze wel opwarmen menen we.
Wanneer we na een 1/2h stappen opnieuw bij Els toekomen is ze echt verwonderd dat we haar telefonisch niet verwittigd hebben over ons avontuur. Onmiddellijk dekt ze de eettafel en warmt onze schotels op en nadien maakt ze een ijstoetje. Samen met ons gastgezin, Klaas en Els houden we nog een lange praatavond. Hierbij komen we te weet dat zij een te verhuren huis “les Roches” bezitten in de Drôme-Provençale bij het pittoresk dorp La Motte Chalançon. Wij kennen ook de streek en herinneren onze Provence-fietstocht van 2018. We kunnen blijven vertellen maar morgen moeten we verder. Slaapwel.
’tIs altijd plezant om samen met de gastvrouw te ontbijten. Miek heeft het aangenaam gemaakt, er kan niets meer bij op de ontbijttafel. Onze gastvrouw geniet van ons gezelschap en is een spraakwaterval. Ze heeft last van haar rug en wacht op beterschap om opnieuw de wijde wereld in te trekken. Ze is een ervaren stapster en heeft blijkbaar voorkeur voor het hoge Noorden, maar ook voor Zuid-Amerika. Wanneer we haar duidelijk maken dat we haar smaakvol ingericht appartement, met waardevolle designmeubelen moeten bewonderen, is ze nog enthousiaster. Mijn man was architect, zegt ze, maar de aankleding van ons appartement is mijn verdienste. Dank Miek en spoedig herstel.
We kunnen Breda niet verlaten zonder door de binnenstad te rijden. Erg ver is het niet en Antoine wil absoluut bij het VVV gegevens bekomen over de Mark-fietsroute. Bij Dorst moeten we het bos binnen. Het is de Baronie van Breda, met grote plassen, vermoedelijk zijn het steenbakkerij kleiputten. Bij Laareind verlaten we het bos en komen via Dongen in ’s Gravenmoer.
Na Waspik zijn we bij Raamdonksveer, het is bijna middag en we hebben 35km op onze teller. Langs een kaarsrechte weg tussen de fruithaarden komen we aan een kersenboerderij met tuinterras. We draaien gelijk af, de zon is er en het is zoeken naar een vrij plekje. We proeven van de lekkere verse kersen en nemen onze lunch, een soepje met een boerentosti en nadien een kersenwafel met ijs. Wanneer we ons buikje gevuld hebben wandelen we nog wat rond en bezoeken de boerderijwinkel. Blijkbaar is boer Hubert ook imker. Dat trekt natuurlijk de volle aandacht van onze honing-man Antoine. Hebben we weer geluk gehad??? Op de rest van onze rit vinden we geen enkel terras meer open.
We verlaten het Kersenhof en stuiven door naar Raamdonksveer waar we over de Bergse Maas moeten. Een gegraven gekanaliseerd oude arm van de Maas. Na Dussen komen we in een open landbouwgebied met enkele rustige dorpjes zoals Korn, Almkerk en Uitwijk. Bij Rijswijk moeten opnieuw over het water, de Afgedamde Maas met eerst een sluis en dan een dameiland tussen Maas en Waal. We willen tot bij het kasteel Loevestein geraken, om zo het veer naarFort Vuren te nemen. Een plaatselijke fietser maakt ons duidelijk dat deze veer nog niet vaart en wij best met hem meefietsen tot Woudrichem. We volgen de man en komen door de Gevangenpoort en een waterkeringsmuur tot aan het veer. Druk druk druk…. blijkbaar hebben alle minderjonge Hollanders hun e-bikes getest vandaag. We zijn de enigsten met een fiets zonder ondersteuning. We worden met belangstelling aangesproken en kunnen onze plannen met enkele wachtenden delen…..Ze kunnen bijna niet geloven wat wij de volgende 2 weken nog zullen affietsen. We krijgen van hen ook wat uitleg over het rivierenland we weten nu dat Gorinchem op de strategische plaats ligt waar
Waal, Afgedamde Maas en Merwede samenkomen.
Na 15 minuten zijn we in Gorinchem, we herkennen de aankomstplaats. In 2015 op onze Ronde van Nederland Fietstocht moesten we hier toen we te laat waren het taxiveer nemen naar Sleeuwijk. Vandaag zijn we veel te vroeg we rijden naar de binnenstad en zoeken een terrasje….en drinken een deugddoende tripel.
Iets na 17h bellen we aan op ons gastenadres, een typisch Hollands stadshuisje. We krijgen de gehele gelijkvloerse verdieping ter onze beschikking. Living, keuken, badkamer en slaapkamer, wat moet je nog meer hebben??? Onze gastheer kan morgenvroeg niet aanwezig zijn, maar alles is aanwezig voor het ontbijt, de ijskast zit proppens vol, we mogen alles zelf klaarmaken. En….er is om onze dorst te lessen, een Texelbiertje als ontvangst.
Geen probleem we trekken ons plan.
Na onze was- en plaspauze rusten we even uit om daarna vol enthousiasme het stadje te bezoeken. Het is niet zo druk als gisteren in Breda, maar dicht bij de kerk op de markt stappen we binnen bij Kees. We mogen zeker niet klagen van ons uitgebreid avondmaal. En ja ook hier kennen ze onze Belgische bieren. Gelukkig moeten we niet ver, na enkele minuten zijn we op ons slaapaddres. Antoine legt zich neer en slaapt, ikzelf kan maar na uren de slaap vinden, ondertussen is het via de smathphone oortjes en Wifi muziek beluisteren. Slaapwel…
01 Verslag dag 1 Berchem - Breda Holland Fietstocht 2021
2021
Holland Fietstocht
Met Antoine en Bob, later Pol
Dagboek van een fietstocht van 28-06 tot 12-07-2021
Dag 1 Berchem - Breda maandag 28-06-2021
Het is precies 11h wanneer ik Antoine opmerk in de aankomsthall van het station Berchem. Met zijn gekend enthousiasme, stormt hij naar buiten. Hij heeft er al 20km opzitten, een ritje van Beveren door Antwerpen naar Berchem. Na 1h15 sporen vanuit Brugge, ben ik heel blij mijn maatje te zien.
Na deze vervelende corona periode zijn we, uitzonderlijk slechts met twee. Onze fietsvrienden Pol en Robrecht, zijn met hun familie op uitgestelde vakantie. Bij “Vrienden op de Fiets” waar wij onze overnachtingen gepland hebben, wordt er geadviseerd om slechts 2 personen tegelijk te ontvangen… Nu we met 2 zijn, blijkt dit plots een meevaller. Iedereen wil ons overnachting toestaan, we zijn tenslotte al enkele weken dubbel gevaccineerd!
Daar gaan we dan, vol goede moed, onder een grijze hemel met 20°C. Langs de Antwerpse ring zijn we vlug in het Provinciaal domein het Rivierenhof. Het grootste park van Antwerpen met een kasteel en enkele vijvers aan de rivier Grote Schijn. Na de onvermijdelijke autodrukte bij Schoten belanden we langs het kanaal “Dessel-Turnhout-Schoten”.
Het is zalig fietsen langs het kanaal. Bij de brug van Sint-Job in ’t Goor is het prijs. We kunnen het drukke terras van brasserie De Kolonie niet voorbij. Onze allereerste stop vieren we met een zalige “Paix-Dieu trippel”, gelukkig kunnen we hier ook een middagmaal nuttigen. Nadien beseffen we dat we geluk hadden om daar onze middagstop te houden. ‘t Is maandag een sluitingsdag voor de meeste eet- en drinkgelegenheden.
Bij Brecht verlaten we het kanaal richting Sint-Lenaarts en Minderhout. Na het dorp Meer, komen we aan de Mark, een rivier die ontspringt bij Merksplas. Het is zalig op de oevers van deze groene meanderende rivier.
In Meersel stuiven we zonder dat we het beseffen Nederland binnen. We vorderen goed op de fietsknooppunten tot het plots veel drukker wordt. We zijn in Breda, op gps is het opletten in de meest Bourgondische stad van Nederland
Bij een brug over de Boven Mark moeten we rechtsaf tot we plots midden tussen hoge woontorens, aan ons eindpunt zijn. Het is wat zoeken, we hadden helemaal niet kunnen vermoeden in zo’n sjieke buurt, (jaja we moeten het een beetje op zijn Hollands uitspreken toch) te kunnen overnachten.
We zijn wat vroeger dan afgesproken, toch wagen we het erop om aan te bellen. Een vriendelijke vrouwenstem gebiedt ons eventjes te wachten, “Ik kom jullie ophalen”. En daar is Miek, onze gastdame. We moeten onze fietsen via de lift in haar kelderberging plaatsen. Maar haar berging lijkt meer een eetwaren- en wijnmagazijn….dat belooft meent Antoine!
Onze verwondering is nog groter wanneer we het reuzegroot appartement betreden. We komen midden in een dames bridgemiddag en moeten met een fris glas wijn, onze plannen voor de komende 2 weken uitvoerig uitleggen. Miek heeft er duidelijk plezier in om haar drie vriendinnen te laten kennismaken met haar Vrienden-op-de-Fiets ervaring.
Na een uurtje uitleg en vele verwonderingen beeindigen de dames hun kaartspel. Wij kunnen ons verfrissen en opmaken om de stad in te trekken. We wandelen naar het stadcentrum. Het is ondertussen zonnig en warmer geworden. Op de grote markt tussen een uitbundige massa genieten we van ons eerste uitgebreid avondmaal. Na enkele Belgische slaapmutsjes keren we terug naar onze overnachtingsplaats.
Vrienden, Hugo en Antoine bedankt, jullie zijn fantastische fietsmaten.
Pol we hebben je ongelofelijk gemist maat! Elke dag dachten we, wat zou onze Pol genieten van deze rit en van de zwansmomenten…..
Het is alweer voorbij! Het was een hele ervaring om door deze totaal onbekende landen en streken te trekken. De vele jaarlijkse fietstochten en de vriendschap zijn voor ons allen een zegen. Ik ben blij met de waardering voor het voorbereidend werk, dat ik met plezier doe!
Onze 9° grote tocht was een mengeling van natuur en cultuur langs de machtige Donau. We kwamen in vier verschillende landen. Met start in de hoofdstad van Hongarije, langs Slowakije, Oostenrijk tot Regensburg in Duitsland. De temperatuur en het weer waren gematigd met toch regelmatig zon. Enkel de drie laatste Duitsland dagen vielen tegen, ze waren regenachtig grijs en koud. De fietswegen waren iets minder in Hongarije maar in de drie andere landen uitstekend. Toch spant Oostenrijk de kroon met zijn vele wegwijzertjes en panelen.
De tocht was niet uitsluitend fietsen, er was heel wat te zien en te beleven. De steden Boedapest en Wenen deden ons genieten van hun rijk historisch verleden. Maar we waren ook vol bewondering voor het waterbouwkundig vernuft en de talrijke constructies met energiestuwen, sluizen en bruggen op de Donau.
We kregen waarschuwingen over de grote fietsdrukte en het gevaarlijke tegenliggend fietsverkeer. Gelukkig is ons dit bespaard gebleven, hoofdzakelijk door de datakeuze buiten de traditionele schoolvakanties.
We bewaren de beste herinneringen aan:
De stad Budapest, voor ons de meest verrassende en mooiste stad op onze tocht.
Veel dank zijn we verschuldigd aan ons gastgezin Elvira en Jozsef Haas. Zij hebben ons, met hun aanstekelijke en vurig betoog, van hun stad doen genieten.
De DOM van Esztergom met zijn pompeuze bouwstijl, hoog boven de Donau op een steile rots in een rivierbocht.
Het verrassend prachtige Györ, de stad heeft een meer dan aantrekkelijk barokke centrum. Het zoeken naar de B&B en de hulp van de gastvrouw Jónis.
De drielanden rit van Györ naar Hainburg met de machtige Gabcikovo-dam en waterkrachtcentralestuw. De sleutel perikelen in hotel “Goldener Krone”.
De natuurrit op de Marchfelddamm door het nationaal park “Donau-Auen”. De intrede over de Reichsbrücke en de vrij liggende fietspaden van Wenen.
Wenen de onvergetelijke “Vienna City Tour” per bus, waarbij we de absolute praal en pracht van de muzikale en fietsvriendelijke stad konden bewonderen.
De rit van Wenen naar Traismauer met in Tülln de beeldengroepen, de afbeelding van het heldenepos van Kriemhilde en Etzel. Het mooiste hotel op onze tocht in Traismauer, “Gasthof zum Schwan” met de vriendelijke gastfamilie Schmidt.
Het enorme barokke en wereldberoemd Benedictijnerklooster van Melk. De waanzinnige, overdadige pracht en praal. De vrolijke gastvrouw Regina van Gasthof “Goldener Stern”.
De rustige rit en het overzetveer naar Grein, de zeer goede B&B bij “Gästehaus Marianne Lumesberger”. Het beste souper van de tocht in Hotel Goldenes Kreuz”.
Het bij ons spijtig genoeg minder bekende uitroeiing Nazikamp van Mauthausen.
Het triestige gevoel bij het denken aan al die vermoorden en iedereen die ook maar de oorlogsgruwel heeft meegemaakt.
Het ontbijt en de gevaarlijke hinderende trams in Linz.
De plotse temperatuurdaling en hevige regen op de grens Oostenrijk-Duitsland. Het gemis aan een deftig bezoek aan de stad Passau.
De rit door de overstromingsgebieden rond Straubing. Het zicht op het Walhalla. Ons eindpunt na +/- 900km in Regensburg met het fijne middagmaal bij de jonge Italiaan.
Onze uiterst vervelende en te lang durende treinreis van Regensburg naar Brugge.
Het was een enige wondermooie culturele natuurtocht met culinaire verrassingen.
Ze kunnen het ons niet meer afnemen.
Vrienden Antoine Pol & Robrecht bij leven en welzijn hopen we in september 2020 onze 14 daagse tocht “Texel en terug” te kunnen doen.
Weinig geslapen, de zware hoest en het vele niezen en snotteren heeft mij wakker gehouden. Koorts is duidelijk te voelen. Wat een geluk dat mijn vrienden in een andere kamer slapen. Onze ontbijt afspraak hebben we om 8h00 gepland. Veel krijg ik niet binnen, voor mij heel abnormaal vinden mijn maatjes. Toch doe ik mijn best, hopelijk wordt alles beter wanneer ik op de fiets zit!
Het is 9h00, onze gps begeleidt ons door de stad Straubing tot aan de Radweg op de linker oever. Enkele fietswegwijzers doen ons twijfelen, er zijn namelijk drie verschillende mogelijkheden om in Regensburg te geraken. Ik beslis om de eerder uitgestippelde route op gps te volgen.
Ook al geven de aanduidingen op de plaatjes meer kilometers….we zien wel, groot kan het verschil niet zijn. We volgen het jaagpad vlak naast de Donau. We zijn met een fris waterzonnetje vertrokken. Na een poos begint het dreigend donkergrijs te worden….We hebben onze capes boven in de fietstassen geborgen….kunnen we ze nog een tijdje laten zitten??? De stroom maakt kort na elkaar bochten en kronkels. Na een 10-tal kilometer moeten we op een onverharde dijk met twee fietssporen. Een landbouwgebied rechts van ons ligt veel lager dan de Donau menen we. We zien enkele kleine dorpjes, Oberzeitldorn, Pondorf en Niederachdorf.
We worden de dijk afgestuurd en moeten op een boerenwegel naar Stadldorf, weg van de stroom. We rijden door een opening in een betonnen omheiningsmuur. Nadat we een grote boerderij met woningen voorbij zijn, zien we opnieuw deze betonnenmuur. Bij de opening waardoor we nu rijden liggen een stapel schotbalken en stellingsbuizen. We kunnen zelfs aanduidingen van hoogwaterstanden aflezen. De hoogste stand was 2002……Hopelijk is de muur hoog genoeg om de nakende vloed tegen te houden binnen enkele dagen. Na Leithen rijden we een 2-tal kilometer op een ventweg naast de A3 snelweg tot Tiefenthal. Recht voor ons zien we op heuvelruggen de Beierse wouden. Nog verder kunnen we het slot Thurn ontwaren in de stad Wörth.
Wanneer we in Kiefenholz terug aan de Donau komen moeten we op een betonweg naast een hoge dijk verder tot Frenghofen. We snijden een aantal Donaumeanders af en arriveren in Demling. Vanaf hier zien we op een hoogte het fameuze Walhalla opduiken.
Hoe dichter we komen hoe meer we het tempelachtig gebouw kunnen waarnemen.
Het lijkt wel een pompeuze copy van een Griekse tempel. In de zaal staan er een groot aantal bustes van Germaanse grootheden en staatslieden. We kunnen er niet voorbij zonder foto’s te nemen. Het Walhalla staat op de 100m hoge Bräuberg. Wanneer we dichter komen zien we een steile trappenpartij. Men moet boven een machtig zicht hebben over de Donaubocht van Donaustauf.
De Donau is opnieuw veel breder geworden. We rijden voorbij Tegernheim en Schwabelweis. Plots staan we bij de plaat Regensburg. We beseffen nu pas dat onze fietstocht bijna ten einde is na +/- 900km.
Het is 12h30, honger en dorst doet ons een eethuis zoeken vóór we de stad binnenfietsen. Op de kaaien dichtbij het Schiffahrtsmuseum vinden we een klein typisch Italiaans restaurant. Het is er niet druk. We worden door de vriendelijke Italiaan met open armen ontvangen. Als we hem duidelijk maken dat we onze fietstocht van Budapest tot Regensburg hier beeindigen, zijn we zijn beste vriend….
Hij zal voor een prijsje, een kleine maaltijd met lekkere wijn en een ijsdessert klaarmaken. Wanneer we een grote Weizenbier als cadeau krijgen, zijn we onmiddellijk akkoord. We moeten eerlijk toegeven we worden uitzonderlijk verwend door de jongeman. Nadien blijven we met hem nog een grappa snoepen vóór we de historische stad binnenfietsen.
Regensburg ziet er een goed bewaarde middeleeuwse stad uit. We rijden over pleinen met gerestaureerde historische gebouwen, de moeite waard om af en toe halt te houden. Monumentenzorg heeft hier goed werk verricht menen we. We rijden voorbij de Dom St-Peter en een reeks musea door kleine straatjes. We volgen de gps naar het station. Vóór we ons verblijf opzoeken willen we weten hoe we per spoor thuis geraken morgen. Het is druk in het Bahnhof. We worden aan de inlichtingsbalie vriendelijk ontvangen. Enkele minuten later krijgen we alle gegevens en onze treinbiljetten.
Het is om 7h19 vertrekken en om 22h00 in Brugge toekomen. Van Regensburg, moeten we overstappen in Nürnberg, Würzburg, Frankfurt, Koblenz, Köln, Aachen en Liège. Op papier hebben we netjes alle gegevens met vertrek, aankomst en zelfs de perronnummers. Voor 38€ per persoon fietsen inbegrepen zullen we 15 uren onderweg zijn. We zien er tegenop, maar we hebben geen andere keus. Van het station moeten we op aanwijzen van onze gps opnieuw door het stadscentrum over de alom bekende “Steinerne Brücke” naar de samenvloeing van de rivier Regen met de Donau. We zijn verwonderd, hoe hebben ze de historische stadskern zo ongeschonden kunnen bewaren tijdens de 2° Wereldoorlog?
Ons verblijf voor deze avond ligt langs de Regen. Het is 17h00 wanneer we toekomen. Onze gastheer is ontgoocheld wanneer ik hem duidelijk wil maken dat wij slechts één nacht blijven. We krijgen de 1° verdieping van de woning ter beschikking. We moeten nu afrekenen, ons gastgezin zal het gehele weekend afwezig zijn…..
Toch kunnen we nog enkele adresjes en een plannetje van nabij gelegen restaurants en een plannetje krijgen van de haastige man. Het is een zeer ruim appartement met 3 slaapkamers een ruime living een keuken en badkamer.
Om 19h00 slenteren we op een wandelweg langs de “Regen” richting Regensburg. Het is te voet ruim 3km eer we aan het opgegeven restaurant toekomen. Auerbräu net over de brug, is een typisch Beiers café-restaurant met een inkompoort een gezellige open haard en donkerbruine lambrisering en uitterst zware lange tafels. Iedereen zit gezellig bij en naast elkaar.
Er heerst een aangename drukte met veel jongeren. We willen onze gezamelijke laaste avond op onze Donautocht feestelijk afsluiten. Spijtig dat we onze vriend Pol moeten missen…..We weten dat hij steeds enorm kan genieten van zo’n souper. We starten met enkele Weizenbieren een uitgebreid voorgerecht met vis en asperges en een te zware hoofdschotel met vlees en groenten, alles ruim overgoten met aangepaste wijn. We krijgen zelfs geen dessert meer binnen. Loom en met een zware maag wandelen we terug naar ons verblijf….het lijkt verder dan daarstraks, alhoewel! Slaapwel vrienden, ’t zal morgen vroeg dag zijn!
Afstand: 60km
Grijs Fris en dreigend met enkele regendruppels +/- 12°C
Na enkele nies- en hoestbuien, heb ik mijn vrienden wakker gemaakt. Het is 7h00 en Hugo vindt het tijd om op te staan. Elk om beurt maken we gebruik van de badkamer en tegen 8h00 is alles ingepakt en kunnen we gaan ontbijten. De eetzaal zit behoorlijk vol. We zijn verwonderd…..er moet hier heel wat volk logeren!
We genieten van het ontbijtbuffet met alles erop en eraan. We zullen de eerste uren geen hoger hebben. Madame Heidi slaat een praatje bij iedere tafel. Wanneer wij aan de beurt zijn, vragen we naar de weersvooruitzichten. Deze zijn weinig hoopvol. Er wordt zeer veel regen voorspeld vanaf zaterdag.
Men vreest zelfs voor zeer hoge waterstanden in de Donauvallei…..
Voor vandaag en morgen geven ze grijs weer met mogelijk enkele buien. We zitten er wat beteuterd bij! Er zit niets anders op dan met veel moed te vertrekken.
Na het afrekenen en afscheid nemen is het fietsen beladen en vertrekken. We willen absoluut nog eens door de oude stad rijden. We vinden dat we te weinig tijd gehad hebben en fietsen door de smalle hellende straatjes. Door een gesteund steegje belanden aan het Rathaus en bij het restaurant, waar we gisterenavond soupeerden.
We zien op de gevel aanduidingen van de hoogste waterstanden. Er moet hier al eeuwenlang hoogwaterstand met af en toe watersnood geweest zijn in ’t verleden. (wat we toen nog niet wisten is dat ze hier 10 dagen later de hoogste stand in eeuwen te verwerken zouden krijgen en meters onderwater staan).
Vanaf de aanlegsteigers op de oever volgen we de aanduidingen om op de Radweg te komen. Het is wat kronkelen tussen geparkeerde autobussen en auto’s. Eenmaal onder de Schanzbrücke door, weten we dat we op de juiste weg zijn. We moeten enkele keren een grote baan kruisen en na wat bochten komen we aan “Kachlet-Werk”.
We moeten naar de andere oever over deze watercentrale. We kunnen op de aanduidingen lezen dat het de oudste waterenergie centrale van Europa is. Vanaf hier hebben we nog een laatste zicht op de stad Passau. We hebben spijt dat we van deze historische stad, met dit druilerig weer, niet meer hebben kunnen genieten. Het is fris en grijs, we zullen er wat meer vaart in houden. Na enkele kilometers voel ik dat ik vandaag betere benen heb dan gisteren. Toch moet ik bijna elke kilometer van mijn zakdoek gebruik maken. In sneltempo fietsen we voorbij Irring, Gaishofen en Besensandbach. In Windorf moeten we een bocht maken. We houden een korte pauze terwijl we onze drank aankopen.
Na het vliegveldje van Vilshofen komen we in Hilgartsberg en kunnen niet meer op de oever van de Donau blijven. We worden omhoog het dorp Hofkirchen in gestuurd. Verder richting Satting en Gries. In de landbouwdorpjes is er niets te beleven en we zijn blij wanneer we in Loh en Ottach opnieuw op de dijk komen. We blijven op, maar ook soms naast de dijk door een laag gelegen overstromingsgebied tot Niederalteich.
Tot onze grote verwondering hebben we nog geen enkele fietser gezien vandaag. Gelukkig is er wat variatie op de Radweg, met af en toe een dorpje en een mini overzetveer. Bij de kerk van Seebach hebben we reeds 55km op ons tellertje staan en het is nog maar 12h30. Er is een koffiehuis en we willen toch een kleinigheid eten. Een warme koffie met een belegd broodje doet wonderen.
We zijn nog slechts 8km verwijderd van onze voorziene overnachtingsplaats in Deggendorf en alles loopt uitstekend. We zijn nog niet moe en het weer blijft droog. Ik stel voor, gezien mijn toestand, verder door te rijden en ons verblijf met één dag te verkorten. Mijn maatjes zijn direct akkoord om in plaats van zondag, zaterdag naar huis te sporen en geen vrije dag in Regensburg te nemen.
We vragen de patroon waar we tussen Deggendorf en Regensburg zouden kunnen overnachten. Nadat hij zijn IPod geraadpleegd heeft, stelt hij voor een hotelletje in Straubing te reserveren voor ons. We zijn ook akkoord met de prijs. Toch wil ik mijn afspraak in Deggendorf annuleren, wat mij zonder probleem lukt. We trakteren de patroon en onszelf op een gebak met koffie. Goed opgewarmd vertrekken we met goede moed voor nog een 40-tal kilometers.
Na Deggenau zijn we vlug in Deggendorf. Het is er het veel drukker dan dat we gedacht hadden. We vermijden het centrum en blijven zo dicht mogelijk bij de stroom. We volgen de gps en na een paar kronkels komen we onder de autostrade aan een camping. We moeten door deze camping en een tunneltje en zijn terug op het jaagpad.
Onze Radweg is nu niet meer geasfalteerd, toch blijft het een uitstekend lopend schelpenpad. Het is een groene bosrijke laagvlakte met hier en daar waterplassen met veel watervogels. We zien rechts van ons in Metten een fameuze kerk. We houden een korte stop. Het is een Benedictijnenabdij met een uiterst verzorgde tuin er rond.
Na Zeiltdorf rijden we door een groene landbouwomgeving met af en toe grote boerderijen. De woonkernen zijn uiterst klein en dicht tegen de Donaudijk gelegen. Toch zijn ze allemaal voorzien van een kleine kerk of zijn het kapelletjes? Wanneer we door een toeristisch stadje vliegen voorbij een bedevaartkerkje hebben we 90km op onze teller. Raar maar waar de zon komt er door, maar het blijft fris zo’n 12 à 13°C denken we.
De Donau is hier veel smaller en maakt veel korte bochten. Na de dorpen Reibersdorf en Thurnhof zien we in Hornstorf een fietswegwijzertje naar Straubing. We moeten linksaf over een Donaubrug en komen op een eiland met onmiddellijk nog een brug. We krijgen steeds meer tegenliggende fietsers, het zijn jongeren op weg naar huis vermoeden we.
Het is opletten geblazen. Ze hebben veel plaats nodig en gebruiken de volledige fietspadbreedte. De gps begeleidt ons dwars door de stad , soms moeten we zelfs wandelend door de autoloze winkelstraten. We moeten naar de andere kant van de stad om aan het hotel te komen. Het is 16h30 wanneer we aan het Gasthof “Zur Sonne” arriveren. We rijden langs achter de parking op. De deur staat open, maar we vinden niemand. Na een poosje komt de patroon ons verwelkomen. We krijgen twee afzonderlijke kamers. Ik ben blij, zo zal ik mijn maatjes met mijn gehoest en gesnotter zo niet storen. Voor we een was- en plasbeurt nemen willen we, want we hebben reuze dorst, iets fris drinken. De patroon serveert ons Weizenbieren in de eetzaal. Gelukkig kunnen we hier straks ook souperen. We nemen alle drie een rustpauze. Na een lekker Bayerisch avondmaal, goed overgoten van zowel witte als rode wijn, zitten we vroeger dan normaal onder de dekens. Slaapwel maatjes!
Zo vroeg wakker, dat is mij op deze tocht nog niet voorgevallen……Zijn het de trams, die juist voor ons verblijfsadres een halte hebben? Of ligt het aan mezelf? Ik voel me wat koortsig en moet veel snotteren en hoesten…..Het zal wel beteren als ik aan het fietsen ben, hoop ik! Gelukkig liggen mijn maatjes in een andere kamer…..Ik hoop dat ik ze niet gestoord heb. Iets vóór 7h maak ik als eerste gebruik van de badkamer. Hugo en Antoine volgen vlug. Het is nog geen 8h wanneer we onze sleutel in het aangewezen kastje gooien en vertrekken.
Ontbijten willen we, in een bakkerij enkele straten verder …..’t Wordt een teleurstelling, de zaal zit overladen vol. Iets verder is het opnieuw hetzelfde…. We zullen Linz moeten verlaten zonder ontbijt vrezen we. Toch probeer ik nog eens in een kleine bakkerswinkel zonder ontbijtzaal. Er staan wel enkele tafeltjes. Na wat aandringen kan ik de bakkersvrouw toch overhalen, om voor ons koffie met verse boterkoeken te serveren……We zijn blij dat we in de warmte en met wat geluk kunnen genieten van enkele lekkere kopjes koffie, voor we onze rit starten.
We moeten door een winkelstraat naar de Hauptmarkt, gemakkelijk wordt het niet! We worden een tweetal keren door de ongeduldige trams de straat afgeblazen. Het is haastig op het voetpad springen…..Ze zijn in Linz fietsonvriendelijk, ’t verschil met Wenen kan niet groter zijn.
Uiteindelijk zijn we blij wanneer we over de Donaubrug op de linkeroever het oeverpad vinden. We fietsen voorbij het slot Linz richting Puchenau. Linz heeft ons als verblijfstad, niet kunnen bekoren….
Het is fris en grijs, we vrezen voor regen vandaag. Na 12km komen we door het schilderachtig dorp Ottensheim. Iets verder maken we een bocht om over de energiecentrale en stuw van Ottensheim-Wilhering op de andere oever te geraken. Door een bosrijkgebied en over een breed geasfalteerd fietspad vorderen we heel vlug. Het zicht op de andere oever laat ons enkele mooie kerkjes zien.
In Aschah an der Donau moeten we kronkelend door het dorp. Het is 11h00 en aperitieftime! Een terras op een oevercamping is de oplossing. Druk is het niet, we zijn de enige klanten.
Na dit dorp maakt de stroom enkele ferme bochten tussen de toch iets hogere bergen. We rijden door het Sauwald voorbij de dorpen Sommerberg, Paching en Hainbach tot Inzel. Tussen Inzel en Schlögen maakt de Donau een bocht van 180° we keren precies terug….het dal is zeer smal.
Wanneer we door een camping moeten rijden komen we aan het Hotel-Restaurant “Donauschlinge”, het is ondertussen 12h30. We hebben al 60km op ons tellertje staan. We vinden dat we best hier ons middagmaal nemen. Het is te fris en te grijs om van het terras met uitzicht op een van de mooiste plekken aan de Donau plaats te nemen. Dan maar binnen en aan het venster. Grote dorst, we bestellen voor elk een Weizenbier en als middagmaal een forel met een witte wijn. Net op tijd, want enkele minuten later komt er een bus met leeftijdsgenoten ook middagmalen.
Wanneer we opnieuw vertrekken, zien we recht voor ons donkere wolken opdoemen. De zon is verdwenen, het is 5à 6°C en frisser geworden. Er steekt een koele wind op. Hoe lang houden we het nog droog? In Kager steken we de brug over en fietsen flink door op de linkeroever. Het wordt steeds dreigender, af en toe voelen we zelfs enkele druppels.
We hebben niet veel oog meer voor de omgeving en drijven de snelheid op, hopelijk bereiken we Passau zonder regen. Na Kramesau komen we juist vóór Jochenstein aan de grens Oostenrijk-Duitsland. Laat het nu daar plots hevig regenen! We vliegen in volle vaart tot aan het dorp en hopen daar een schuilplaats te vinden….We hebben echt verkeerd gegokt, doornat stoppen we bij een herberg en hopen hier te kunnen schuilen, alles is echter potdicht. Ik sta te trillen op mijn benen en voel plots hevige koorts opsteken, wat een ellende. We zoeken een droog plaatsje, maar meer dan een potte bakkerswinkeltje is er niet.. Gelukkig kunnen we daar in de tuin onder een afdak een pauze nemen. Toch stap ik ten einde raad het pottebakkersatelier binnen en we geraken aan warme koffie, een zaligheid!
We zoeken onze capes en wanneer het iets minder regent, starten we opnieuw. Ik voel mijn krachten wegvloeien en geraak bijna niet meer vooruit…..Mijn maatjes moeten me aanmoedigen, wat een toestand.
Passau lijkt maar niet dichter te komen. Tussen veel verkeersdrukte fietsen we eindelijk over de Donaubrug de stad binnen. Langs het historisch centrum bereiken we, na juist geteld 100km ons verblijf. Het pension met de weinig toepasselijke naam: “Zur Goldenen Sonne”. We krijgen onmiddellijk een triple kamer van frau Heidi. Enkele minuten later sta ik bibberend onder een deugddoende hete douche! Terwijl mijn maatjes een was- en plaspauze nemen kruip ik een uurtje, na het nemen van mijn laatste twee sedergines onder de dekens…..
Nadat de koorts wat geminderd is, besluiten we Passau te bezoeken. We moeten ons deftig inpakken, af en toe is er toch nog regen en het is slechts 10°C. Het zou zonde zijn die stad niet even te bezoeken. Passau is gebouwd op een landtong en bijna compleet omringd door water. De rivieren Inn en Ilz monden hier in de Donau.
We wandelen door de oude stad met smalle hellende straatjes naar de alom bekende Gotisch, alhoewel wij vinden het eerder een Barokke kathedraal St-Stephen. We moeten absoluut naar binnen om het grootste pijporgel ter wereld te bekijken. Wanneer we buitenkomen begint het opnieuw te regenen.
We dalen af naar de Donau waar zich het prachtige Rathaus bevindt. We laten ons niet nat regenen en stappen een café binnen. Het is een wat Italiaans aandoend café-restaurant en we blijven hier, nadat we enkele wijntjes genipt hebben, ook eten. Het is bijna donker wanneer we bij ons pension aankomen. Vlug zitten we onder de dekens. Hopelijk maak ik mijn maatjes niet teveel wakker met mijn niezen en hoesten. Slaapwel maatjes.
Afstand: 100km
Grijs Fris en in namiddag veel regen & wind +/- 14°C
Zalig zo’n rustige nacht. Ik moet mij reppen want de slaapmaatjes Hugo en Antoine zijn erg vroege vogels. Ik hoor ze reeds hun fietstassen naar beneden brengen. Nochtans hebben we slechts om 8h30 afgesproken met de gastvrouw om te ontbijten. Wanneer we de eetplaats op het gelijkvloers binnenstappen, zijn er een viertal tafels gedekt. We zoeken het tafeltje voor drie. Marianne komt ons onmiddellijk koffie brengen. We kunnen genieten van een uiterst gevarieerd ontbijtbuffet. Na enkele minuten zijn alle andere gasten er ook. Tot onze grote verwondering is er geen onderling contact tussen de gasten. We zijn anders gewoon, maar deze keer lukt het helemaal niet….Iedereen heeft slechts aandacht voor zijn eigen tafelgenoten!
We moeten bergaf tot aan de Donau om op de Radweg te geraken. We vertrekken met zicht op het machtige Schloss Greinburg” en blijven op de linkeroever.
Het is veel frisser deze morgen. We vermoeden 14°C. We vorderen goed, ’t is bijna windstil….. We fietsen tussen links de Donau en rechts een drukke baan richting Dornach. We kunnen het niet laten om achter ons te kijken en nog een laatste foto te maken van het schilderachtige Grein.
Bij Hochholz moeten we een eindje weg van de Donau om over een brug van een zijrivier te geraken. Bij de stuwsluis van Mitterkirchen-Wallsee, komen we opnieuw aan de oever van de stroom. Zoals aan elke stuw is ook deze een elektriciteitscentrale. We vorderen aan meer dan 22km/h op het prachtige brede dijkfietspad.
Het is 11h00 wanneer we in Au an der Donau ons neerploffen bij de jachthaven. Ondertussen is de zon verschenen. Antoine laat ons genieten van enkele frisse witte wijntjes. Het is abnormaal rustig. We hebben het echt getroffen met ons tijdsschema. Vermoedelijk is het hier in volle zomer niet te doen van de massa fietstoeristen. Iedereen zal op dit plaatsje wel een rust- en drankpauze nemen.
Vanaf Au rijden we door een vlakte met laag gelegen Donauarmen. Vermoedelijk overstromingsbuffers bij hoogwaterstand. Het is een natuurgebied met wandelpaden. Hier zouden ooievaars moeten wonen, maar we zien slechts enkele vervallen nesten.
8km verder komen we in Mauthausen en beslissen om ons middagmaal te nemen. Op de schilderachtige marktplaats zijn we niet de enigen die gebruik maken van het enige terras. Het zijn wel allemaal automobilisten en of campertoeristen.
Terwijl we een broodje verorberen, bewonderen we de fraaie gevels van de vele patriciërswoningen. Met de zon recht in ons gezicht voelen we ons verbranden en moeten in de schaduw kruipen. Hier is de Donau heel breed. Er is de samenvloeiing van de Donau en de bijrivier Enns. Terwijl we nog een biertje snoepen legt er juist voor onze neus een passagiersboot aan. Het wordt plots heel druk. Met veel bekijks trekken we verder.
We willen absoluut het Naziconcentratiekamp uit de 2°wereldoorlog bezoeken. We moeten nog 4km verder en zeker +/- 2km klimmen met op het einde een deel van om en bij de 14%. Zuchtend, puffend en fel bezweet komen we samen boven…..Ai, dit zijn we niet meer gewoon na al die vlakke kilometers langs de Donau.
Het kamp van Mauthausen is bij ons minder bekend dan al de andere Nazikampen. We zijn zelfs verwonderd dat er nergens wegwijzers staan naar dit kamp. De Oostenrijkers zijn nog steeds beschaamd over de gruweldaden die hier zijn gebeurd. Gelukkig hebben ze toch beslist om het kamp als gedenkplaats en hopelijk als bekentenis te bewaren. Het kamp was vroeger een steengroeve en werd in 1938 in dienst genomen kort na de inlijving van Oostenrijk. Er zijn ongeveer 200.000 gevangenen uit alle Europese landen door de SS vermoord. Meestal stierven ze aan uitputting door het zware werk in de granietgroeve “Wiener Graben”. Maar er zijn er ook doodgeschoten, opgehangen en in de gaskamers van dit uitroeiingskamp gestorven. Het merendeel van de gevangenen waren Polen, Russen en Hongaren maar er waren ook Duitsers, Oostenrijkers, Fransen, Italianen, Joegoslaven en Spanjaarden. Na de oorlog, is de lang gezochte Oostenrijkse oorlogsmisdadiger Albert Heim, die hier medische experimenten uitvoerde op de gevangenen, in 1982 in Canada gevonden door de nazi-jagers.
We wandelen ingetogen vanaf het museumgebouw naar de hoofdingang. Je kan nog heel goed, bij de barakken de appelplaats zien. We voelen ons triestig en gedenken alle overledenen en iedereen die ook maar de oorlogsgruwel heeft meegemaakt. Elk land heeft zijn monument. We slenteren voorbij een welke onze aandacht trekt. Bij het Italiaans monument liggen heel veel verse bloemen en kransen. We worden nieuwsgierig, een direct antwoord vinden we niet, toch zien we vele malen dezelfde achternamen vermeld. We vermoeden dat het familieleden en of mensen van het zelfde dorp zijn welke onlangs een gezamenlijke herdenking kregen. We worden er heel stil van….
Als ik dit zie, denk ik aan mijn vader zaliger, ook hij is jarenlang gedeporteerd geweest naar een van de Duitse industriesteden. Ik huiver er nog altijd van. Nooit meer oorlog, wordt dit ooit realiteit? We achten ons heel gelukkig, wij drie hebben het nooit moeten meemaken…………
Het is 15h wanneer we terugkeren naar onze Radweg. De afdaling met grote bochten brengt ons voorbij de dorpen Langenstein en Güsen. We hebben 50km op ons tellertje wanneer we terug bij de Donau komen aan het Kraftwerk Abwinden . In de verte zien we de contouren van de stad Linz. Toch moeten we nog een grote bocht maken eer we aan de brug komen om de stad binnen te rijden. We hebben een prachtig zicht wanneer we op de Nibelungenbrücke halt houden. Er liggen een 8 tal grote passagiersboten aangemeerd. Wat een drukte moet dat geven in de zomermaanden! Tussen twee grote gebouwen door komen we op de Hauptmarkt, wat een drukte, dit zijn we niet meer gewoon. We moeten enkele keren opzij springen voor de trams die om de minuut voorbij razen.
Linz is de hoofdstad van Ober-Österreich en de 2°grootste stad van Oostenrijk. Er is veel industrie, gezien de gunstig ligging en de binnenhaven waar de Traun in de Donau vloeit. De Hauptmarkt is omringd door een gesloten rij monumentale goed bewaarde gebouwen en het Rathaus. Midden op het plein staat een grote zuil, deze Drievuldigheidzuil is opgericht als dank omdat de stad gespaard bleef van oorlog, pest en brand.
We volgen de gps op weg naar ons verblijf . We moeten te voet door een uiterst drukke winkelstraat. We wandelen enkele prachtige kerken voorbij, maar moeten meer aandacht schenken aan het drukke tramverkeer.
Om 17h00 vinden we ons verblijfsadres voor vandaag. Van de conciërge krijgen we onmiddellijk de sleutel en het nummer van het appartement. We moeten voor de rest ons plan trekken, een beetje vriendelijkheid zou wel meer gepast zijn, menen we. Het is een moeilijke trap om met onze fietstassen boven te geraken. Anderzijds moeten we toegeven het is een prachtig ruim appartement met twee kamers een zitplaats met keuken en een heel ruime badkamer, voor de prijs van 90€, midden in een grootstad. We kunnen boffen. Onze was- en plasbeurt verloopt traag, we voelen ons wat vermoeid, mijn vrienden Antoine en Hugo willen zelfs een dutje doen.
Rond 19h00 stappen we de stad in. Na een deugddoend terrasje op de Hauptmarkt beslissen we te avondmalen. We vinden op de hoek van het plein een Chinees waar we à volonté met zelfbediening ons buikje dik eten. Dat was genieten! Het wordt stilaan donker, na nog enkele biertjes dicht bij ons verblijf is het bedtijd.
Afstand: 67km
Prachtig fietsweer Zonnig en rustig weinig wind 20°C
De maatjes Hugo en Antoine heb ik niet gehoord, mijn oordopjes hebben goed gewerkt. Nadat we de kader van de norse Kaiser Franz Joseph opnieuw op zijn plaats hebben gehangen is het ontbijttijd. Er heerst vrolijkheid in de eetzaal. De dartele Regina doet ons onmiddellijk plaats nemen. We kunnen genieten van een uitgebreid ontbijtbuffet. ’t Gebeurt niet dikwijls dat er zo vroeg zoveel optimisme troef is. Onze gastvrouw zorgt dat de hotelgasten met plezier hun dag starten……
De hoteluitbaters en enkele gasten wuiven ons uit. We weten gelukkig langs waar we Melk moeten verlaten om de rioleringswerken te vermijden. We moeten over een zijrivier, langs een grote parking om bij de Donau te geraken. We worden aangemoedigd door een groep wandelende leeftijdsgenoten die juist ontscheept zijn. De grote plezierboot ligt aan de stijger” Melk Hafen” waar we bij de Radweg komen.
Na de kronkel bij Kraftwerk Melk Welterbesteig is het zalig fietsen tussen het overvloedige oevergroen. We vorderen goed, ’t is boffen met het lenteweertje. Zon, bijna geen wind een echt fietsweertje. We vorderen prima en genieten van de schilderachtige uitzichten op de andere oever.
Na Pochlarn, komen we in Krummnusbaum en zien op de andere oever het dorp Marbach. Op de achtergrond hoog op een bergrug ligt het bedevaartsoord en basiliek “Maria Taferl”. Het is een pelgrimsoord te zijn, toch is het ons niet bekend. Na het drukke veer van Krummnusburg rijden we noodgedwongen weg van de Donau. Langs een spoorweg komen we in Wallenbach.
We moeten door Diedersdorf en Sausenstein om een enorme bocht te maken en na Sarling in Ybbs te arriveren. Ybbs is een historisch stadje waar een rivier in de Donau vloeit. Het zal wel een belangrijk handelscentrum aan de Donau geweest zijn. We blijven tussen de stroom en de oude stadsmuren rijden, hier en daar staan hoogwaterstanden genoteerd. Iets verder rijden we voorbij de stuwsluizen van Persenbeug met er juist naast een machtig kasteel.
Tussen Donaudorf en Willersbach rijden we door oevercampings. Stilaan is er meer tegenliggend fietsverkeer. Toch heeft het ons al erg verwonderd dat wij niet meer fietsers gezien hebben. Het is nochtans Pinkstermaandag….zou dit hier een vrije dag zijn ??? Bij een van de campingterrassen houden we aperitiefpauze.
We besluiten nog iets verder te rijden eer we middagpauze houden. Toch voelen we ons wat loom en in Freyenstein, we hebben dan al 40km op ons tellertje, stoppen we bij “Gasthof Ziseritsch” om te lunchen. Het is genieten in de zon op een groot terras van enkele Weizen bieren en een koude schotel. Ook hier vinden we het abnormaal kalm.
Zalig op die Radweg vlak tegen de waterkant. We zien op de andere oever St- Nikola en Struden. Na Hossgang komen we aan de overzet naar Grein. Het is rijtje schuiven het klein bootje maakt en grote omweg om uiteindelijk in het dorp aan te meren.
Ondertussen kunnen we het “Schloss Greinburg” bewonderen. Wanneer we aankomen is er eindelijk wat ambiance op de oever. Er is een concert door de dorpsfanfare. Grote belangstelling op alle terrassen. Het is nog maar 15h30, te vroeg om onze overnachtingsplaats op te zoeken. We besluiten het eerste het beste terrasje uit te testen en ons zweet te laten opdrogen.
Toch steekt het hoempapa muziek vlug tegen en volgen we onze gps tot bij ons Gästehaus voor vandaag. Het is ietsjes zoeken en klimmen om terplaatse te geraken.
Marianne Lumesberger, onze gastvrouw voor vandaag, ontvangt ons met veel enthousiasme. We kunnen onze fietsen in de garage stallen, en krijgen onmiddellijk twee zeer ruime kamers met een living en zitkamer op de 1° verdieping ter beschikking. Luxe is troef.
We nemen onze tijd om een wasje te doen en op het terras een drankje te nemen. Toch willen we al spoedig een bezoekje brengen aan het stadje. We wandelen bergaf naar het centrum. Een hele verassing, de stadskern is goed bewaard gebleven. Rond het sierlijke stadsplein staan er voorname patriciërswoningen.
Het is aangenaam wandelen met op de achtergrond aangepaste fanfaremuziek. Uiteindelijk krijgen we honger en dorst. We zijn van plan er eens goed van te genieten. Hotel Goldenes Kreuz” bied een asperges souper aan. Voor zoiets zijn we altijd te vinden. Inderdaad het is prima met voorgerecht, hoofdgerecht en dit alles overgoten met een heerlijk wijntje…..
We blijven nog wat, na het dessert met koffie, van de ambiance genieten. Het is donker wanneer we het prachtige hotel-restaurant verlaten. Op de Donauoever drinken we nog een slaapmutsje en slenteren naar ons verblijf.
Gelukkig slaap ik in de afzonderlijke kamer……Best! Oordopjes zullen voor mij niet nodig zijn!
Afstand: 54km
Prachtig fietsweer Zonnig en rustig weinig wind 21°C
Verblijf: “Gästehaus Marianne Lumesberger” Groissgraben 13 Grein
Iets later dan normaal komen we in actie. Het is abnormaal, wat blijven mijn maatjes lang stil. Zou ons zwaar tafelen van gisterenavond hen parten spelen? Ik gebruik deze morgen als eerste de badkamer….Toch zijn we iets na 8h00 in de eetzaal. Er heerst een aangename drukte. Enkele families met kinderen bezetten een deel van de zaal. Ze gaan stappen, is duidelijk te zien aan hun uitrustingen. We blijven iets langer genieten van het uitgebreid ontbijtbuffet. We boffen met onze hotelkeuze, je wordt hier heel goed verzorgd door een attente hoteliersfamilie.
Om 9h00 staan we klaar om te vertrekken, afrekenen, een foto en daar gaan we dan. We moeten door de stadspoort langs het riviertje de Traisen naar de jachthaven en komen zo aan de Donau op de vertrouwde Radweg.
We blijven op de rechteroever richting Kerms. Op de andere oever zien we “Kraftwerk Theiss” een grote elektriciteitscentrale op stookolie en aardgas. Deze grondstoffen worden aangevoerd via de Donau. Na Hollenburg en Brunnkirchen komen we in Kerms Sud. Kerms an der Donau ligt op de andere oever.
We blijven flink doorfietsen op het uitstekend oeverfietspad tot we plots 1,5 km langs een beek landinwaarts gedreven worden.
Op bet brugje net voor we terugkeren naar de Donau, zien we in de verte het “Göttweig stift” een machtig Benedictijnenklooster op een heuvel. We twijfelen om er naartoe te fietsen, de afstand schatten we op ongeveer 3km met een flinke klim. Na een korte twijfelpauze doen we het niet en keren op de andere oever van de beek terug naar de Donau.
Het is zalig fietsweer zonnig bijna geen wind en +/-22°C. De groene oevers zijn een zaligheid. Ter hoogte van Dürnstein in Rossatzbach houden we een fotopauze. Wat een zicht hebben we hier op de andere oever….onvergetelijk. Het opvallend baroktorentje is alom bekend en wordt vermoedelijk duizenden keren gefotografeerd. Je ziet het op bijna elke gids verschijnen. Onze vriend Hugo mag en kan als fotograaf niet achterblijven toch!
Na Rührdorf en Sankt Lorenz belanden we aan het veer van Spitz. Wat een drukte, iedereen wil precies naar de andere oever. Wij hebben dorst en honger het is 12h30 hoog tijd om een eet- drank- en rustpauze te nemen. Het duurt even, maar de mensen zijn heel gedisciplineerd bij het in- en ontschepen.
Recht tegenover het veer is er een pizzeria met een druk bezet terras. We bemachtigen een plaatsje met uitzicht op de stroom. We genieten in ’t zonnetje van de gezellige drukte bij het veer. Maar….. nog meer van enkele Weizen bieren en een veel te grote pizza.
Nu blijven we op de linkeroever en moeten door enkele gehuchten tussen prachtige gebouwen. Iets verder komen we voorbij een ruïne “Burg Hinterhaus” gelegen op een rotswand. We slenteren verder tussen wijnvelden. Zouden ze hier Rieslingdruivensoort aangeplant hebben? Na de dorpjes Schwallenbach, Willendorf en Aggbach moeten we, om in Melk te geraken, de Donau over, na Schallemmerdorf. Het was zalig fietsen, ook als is het zondag, we komen slechts af en toe fietsers tegen….We zijn heel verwonderd en hadden het veel erger en drukker verwacht vandaag.
Wanneer we de stad naderen kunnen we er niet naast kijken. Het enorme barokke en wereldberoemd bouwwerk het klooster van Melk zien we opdoemen tussen de bomen hoog boven ons. Het Benedictijnerklooster zullen we straks bezoeken, maar eerst willen we naar ons hotel. We hebben dorst en willen ons verfrissen. Ons hotel ligt aan de voet van de rots waar het klooster op staat.
We moeten te voet naar boven, eerst over een stelling. Ze zijn enorme rioleringswerken aan het uitvoeren. Niet zo simpel met zwaar beladen en brede fietszakken. Het lukt ons en om 15h30 staan we bij “Gasthof Goldener Stern”.
Het terras zit afgeladen vol met een groep plezier makende gasten in lederhosen en typische klederdracht. De hoteluitbaters hebben het zo druk. Ze doen ons ook plaatsnemen op ’t terras en brengen ons, zonder dat we het ook maar bestellen, elk een halve liter bier. “Jullie hebben heel zeker grote dorst” lacht de vrolijke Regina ons toe…..Allé ’t zal wel zoiets geweest zijn maar dan in haar Duits taaltje!
Iets later neemt de drukte op het terras af. We worden door Frau Regina naar onze kamer begeleid. Een prachtige antiek aandoende kamer met een hemelbed en een afzonderlijk bed. We worden echter beloerd door een nors kijkende, zwaar besnorde “Kaizer Franz Jozef”. We vinden het een afschuwelijke afbeelding…..en draaien de verschrikkelijk lelijke kader om.
Na onze verfrissingsbeurt haasten we ons om op stap te gaan. We moeten heel wat trappen op om bij het wereldberoemde klooster te geraken. We staan perplex, het is werkelijk het mooiste barokgebouw dat we ooit gezien hebben. Wat een pracht, wat een praal. Echt waanzinnig en overdadig….en dit voor kloosterlingen. Wanneer we de kloosterkerk binnenstappen staan we in bewondering voor het indrukwekkend hoogaltaar en de enorme koepel.
Was het Benedictus die een van de regels of gelofte van armoede liet toepassen ??? Amaai…. hier zijn ze er duidelijk in geslaagd dit te negeren…..Ach waar zijn de religieuzen dat niet vergeten? We wandelen naar de bibliotheek met duizenden waardevolle boeken. We geraken er niet binnen, het is sluitingstijd. Er is een fraaie tuin waar we na dit lange bezoek moeten bekomen van al die praal en pracht, we worden er duizelig van.
Na onze rustpauze, op religieuze bodem, keren we terug naar de realiteit en wandelen door de straatjes met souvenirwinkels. Er is geen gebrek aan terrasjes en daar kunnen we toch niet voorbij. Het centrum van Melk is niet zo groot en wat het nog kleiner maakt zijn de wegenis- en rioleringswerken. We zijn vlug rond.
Wanneer we terugkeren naar ons hotel wordt het tijd voor ons souper. Het is frisser geworden, we moeten in het eetsalon plaats nemen. De eetzaal lijkt wel een bruine café met overdreven zware donkerbruine balken en muur lambrisering. Alles zowel tafels als stoelen zijn loodzwaar en het voelt aan zoals in een eeuwenoude herberg. De dartele gastvrouw komt ons enkele menu’s voorstellen…..we begrijpen er niets van.
Uiteindelijk maken we haar duidelijk dat wij de plaatselijke specialiteiten willen proeven. Ze heeft er plezier in en zal voor het nodige zorgen. En we moeten toegeven we hebben niet lang moeten wachten. Goed voorzien van eten en drinken besluiten we na een zoet dessertje en enkele witte wijntjes onze bedjes op te zoeken.
Met drie op één kamer……ai, ai dat zal oordopjes worden!
Slaapwel maatjes.
Afstand: 60km
Prachtig fietsweer Zonnig en rustig weinig wind 22°C
Na twee nachten op de zelfde plaats, is het wat rommelig in ons appartement. Dat geeft ons elke keer extra zoekwerk. De fietstassen moeten deftig gevuld worden. Antoine heeft de taak nog eens overal controle te houden, hebben we niets laten liggen? De bende is blij dat we vandaag opnieuw kunnen fietsen. Eén dagje stadsmens spelen, is voor ons meer dan genoeg. Het is 8h00 wanneer we onze sleutel van het verblijf in het kluisje gooien. Ontbijten doen we, net als gisteren, op dezelfde plaats. We zullen eens vanalles proeven. Toch zijn er zaken welke we niet lusten en moeten laten liggen. Een typisch Noord-Afrikaans ontbijt, neen dat is niets voor ons. Maar honger zullen we de eerste uren zeker niet hebben.
Zoals in alle steden is het hier ook druk en zijn er files. We hebben er, als niet gemotoriseerden gelukkig, geen last van. Er is wel heel wat meer fietsverkeer dan eergisteren, maar het lukt ons wonderwel om zonder enige moeite Wenen uit te geraken. Wat een luxe die vrij liggende fietspaden en oversteekplaatsen. We herkennen vele gebouwen en parken waar we gisteren voorbij gekomen zijn op de Ringstrasse. Bij de “Uniqa Tower” rijden we over het Donaukanaal. Na de grote rotonde aan de Praterstern komen we aan de Reichsbrücke. We blijven op het eiland “Donauinsel” om de Radweg te volgen.
Het is warmer en zonniger, dit hadden we niet gedacht bij onze start. We zijn heel blij dat we kunnen fietsen en voelen ons vrij en verlost van de stad. Hugo en Antoine willen zich er lichter op zetten. We zijn pas vertrokken en hebben al behoefte aan een drankpauze. Onze bidons zijn goed gevuld, het beloofd een dorstige dag te worden…..of is het nadorst van gisterenavond misschien?
In Langerdorf rijden we op de Radweg van de linkeroever…….Zalig in het zonnetje richting Korneuburg. Er is een veer, waar we even halt houden en de schaarse passagiers van een voorbijvarende plezierboot begroeten! Het is bijna windstil en op die prachtige fietspaden vorderen we erg snel. We worden niet gehinderd, niettegenstaande het toch weekend is. Af en toe een ploegje wielertoeristen maar ze zijn heel gedisciplineerd.
Aan kilometer 30 rijden we over Kraftwerk Greifenstein naar Altenberg en volgen nu de radweg op de rechteroever. Dit machtige kunstwerk is niet alleen een stuwsluis maar tevens een elektriciteitscentrale. Mijn maatjes willen verder…..ik ben nog altijd, als bouwkundige, gefascineerd door zo’n machtige bouwprojecten. ’t Zal wel nooit meer veranderen zeker….aard van ’t beestje.
Na het jachthaventje van Andrä Wörden, Muckendorf en Langenlebarn komen we in Tulln an der Donau.
We zijn al 46km ver en ’t is bijna middag. Hoog tijd voor onze aperitief. ’t Worden een paar Weizen bieren om onze grote dorst te lessen. We hebben een mooi plaatsje op een terras met zicht op de Donau. We beslissen om hier ook maar te middagmalen.
Tulln was al gekend in de oudheid. Er is bij de Donauoever een Romeinse vesting overgebleven. Het zou het oudste bouwwerk van Oostenrijk zijn. We kunnen niets anders dan dit maar te geloven.
Een tafereel met beeldengroepen en een fontein moet het verlovingsfeest afbeelden van Kriemhilde en Etzel. Een heldenepos uit de 13° eeuw. Ons onbekend! In de middeleeuwen was Tulln een wetenschappelijk centrum, later verschoof dit naar Wenen.
Voor we wegrijden doen we nog een rondje in het stadje. We kunnen volgens de aanwijzingen niet langs de Donau blijven. Een waterloop doet ons dieper het land inwaarts rijden. We komen opnieuw bij Langenschönbichl aan de Donau. In Zwentendorf rijden we tussen een ontworpen kerncentrale en de stroom. Maar deze centrale is nooit in bedrijf gesteld na protesten. Het is nu een museum. Iets verder is er wel een conventionele centrale.
Opnieuw moeten we een bocht maken bij de Traisenmonding. Dit riviertje komt in de Donau juist voor het Kraftwerk Altenwörth. Een machtige stuwsluis met elektriciteitscentrale. Dit kunstwerk zien we beter wanneer we opnieuw boven op de dijk komen.
Het tellertje wijst 75km net wanneer we een plaatje opmerken die ons doet afbuigen naar Traismauer. Dicht bij de kleine jachthaven is er een uitnodigend terras, waar we niet voorbij kunnen. Grote dorst doet ons afstappen ’t mag wel bij zo’n prachtig fietsweer. We hadden meer drukte verwacht op het terras.
We bestellen Edelweiss bier en laten ons zweet wat opdrogen. Volgens onze planning is het nog 3km en we zijn ter bestemming voor vandaag.
Om 16h00 rijden we door een poort en zijn we bij het “Gasthof zum Schwan” in Traismauer. Wanneer we binnenstappen, valt het ons onmiddellijk op, hier heerst een traditie van gastvrijheid. Het hotel heeft een charmante rijkelijke indruk.
We kunnen onze fietsen in een ruime fietsenberging stallen. Het is overduidelijk dat fietstoerisme hier geen geheimen kent. De patroon begeleidt ons naar een suitekamer aan de achterzijde van het heel ruime gebouw. Grote chick vinden we, zoiets hebben we op onze Donautocht nog niet gehad. De kamersuite bestaat uit twee ruime kamers een zitplaats en een grote badkamer.
Na onze was-en plasbeurt willen we van een wijntje genieten in de tuin. Raar maar waar het valt ons op hoe wij als eenvoudige trekkers, ons aanpassen aan de omstandigheden. De patroon komt ons wijn serveren op het tuinterras, het lijkt wel de hemel op aarde! Wat een luxe! Ach, ja we zijn een week onderweg en we mogen ons wel eens laten gaan niet?
We willen het stadje of is het een dorp inwandelen. Volgens de hoteluitbater is er niet veel speciaals te zien. Toch vertel hij ons dat Traisen een wijngebied is, gelegen op licht glooiende hellingen…..Er zou zelfs een fietsroute doorlopen. We menen dat we genoeg gefietst hebben en willen wandelen. Ver geraken we niet, een terras op het dorpsplein trekt ons aan. We kunnen er niet aan weerstaan en genieten in het zonnetje van een fris wit streekwijntje.
Wanneer we een beetje loom terug wandelen naar het gasthof en denken daar te kunnen eten, worden we teleurgesteld. Frau Gerda maakt ons duidelijk dat het personeel een vrij weekend neemt. Ze verwijst ons door naar een collega hotelier-restauranthouder. We moeten door een historische poort en een straat verder vinden we “Nibelungenhof”. Er is al heel wat ambiance op het buitenterras in de tuin.
We krijgen een tafeltje en genieten van een prachtig gevarieerd souper, rijkelijk vergezeld van plaatselijke wijn. Het is laat en donker wanneer we in onze kamers geraken….Oei, dat zal morgen pijn doen!
Op onze vele tochten nemen we slechts af en toe een vrije dag. En….Wenen die stad verdient zelfs veel meer dan één bezoekdag. Neen, we houden het bij één dag, we zijn geen musea bollebozen, fietsen en genieten is onze hoofdleuze! Wanneer we zo’n prachtige stad bezoeken willen we zoveel als mogelijk de bekendste zaken zien en of meemaken. Benieuwd, zal Wenen ons evenveel kunnen bekoren als Budapest?
Genoeg gedroomd, Hugo is al klaar en Antoine is badkamergebruiker wanneer ik plots besef dat het mijn beurt is. Het is 8h00 wanneer we ons appartement verlaten om te ontbijten. Gisteren hebben we dicht bij het metrostation Stadthalle Burggasse een ontbijtcafé opgemerkt, 6,50€ per ontbijtbuffet à volonté. We stappen er binnen en onmiddellijk valt het ons op, we zijn in een soort Noord-Afrikaans eethuis beland.
We moeten tussen de ons onbekende gerechten zoeken naar iets wat met onze gewoonten overeenkomt. Het lukt, we zullen de eerste uren zeker geen honger hebben, na wat we allemaal proefden. We blijven nog een tijdje overleggen wat we vandaag willen doen. Ons besluit staat vlug vast, eerst willen we een bustour maken en daarna een flinke wandeling. Allé we zien wel, we zullen ons niet vervelen toch!
We nemen bij de metro een 24h kaartje à 7€ pp. Het is een plezier om met de metro naar het stadscentrum te sporen. De metro is heel luxueus en de station zijn net en hebben een mooie architectuur. In West Bannhof moeten we van lijn U6 overstappen op U3, enkele minuten later stappen we uit aan de Stefhansplatz.
We wandelen naar de Dom er is al heel wat volk en we worden regelmatig tegengehouden door mensen in Operakostuum.
Ze prijzen ons hun muzikale optredens aan voor deze avond. De Stephansdom is een gotisch gebouw met heel wat kunstschatten, jammer, ze zijn echter enkel te zien tijdens georganiseerde rondleidingen. De toren is wel 130m hoog. De dom is in 1945 door de SS compleet verwoest en heropgebouwd in 1952.
Aan de zijkant van de kathedraal staan er heel wat twee-paardenkoetsen, ze heten “fiakers”. De meeste koetsiers zijn stijlvol gekleed. Een ritje met deze koetsen moet wel een hele ervaring zijn….Toch verkiezen we de “Vienna City Tour” per bus.
We wandelen naar de “Staatsoper” en nemen een dagkaart. Hiermee kunnen we drie ritten doen en hebben tijd om op en af te stappen waar we het wensen.
We starten met de rode, of kleinste tour. Van de Staatsopera rijden we naar de Heldenplatz. Deze plaats wordt begrensd door een triomfpoort die de slag om Leipzig herdenkt, de slag waarbij de Pruisen, Russen en Oostenrijkers Napoleon versloegen. Daarna rijden we naar het Burgtheater, waar alle belangrijke Europese theaterverenigingen optreden. Ertegenover zien we het fameuze Rathaus.
Het monumentale gebouw is de zetel van de Weense stadsraad. Met de 100m hoge toren is het precies een kerkgebouw met klokkentoren. Naast en achter het gebouw is er een park met heel wat standbeelden. We blijven op de Ringstrasse tot bij de Universiteit, Schwedenplatz naar de Stephansdom en door het straatje van het Ankeruhr rond het stadspark terug naar de Staatsoper.
Net wanneer we afstappen kunnen we de gele bus nemen naar het “Schloss Schönbrunn” . Dit prachtige zomerpaleis van de keizerlijke familie ligt zo’n 5 à 6km buiten van het centrum. Amaai, wat hebben die Habsburgse monarchen hier neergepoot zeg! Na de heerschappij van de Habsburgers in 1918, is het paleis staatseigendom geworden.
Het uitgestrekte park achter het paleis was ooit een jachtterrein. We zien bloemenperken met fonteinen. De Neptunusfontein is de meest bekende. Er is ook een zuilengang boven op de heuveltop. Verder zien we een machtige stalen serre met exotische planten, het Palmenhaus.
Wanneer we van hier vertrekken is het opnieuw ruim 6km rijden naar het “Heeresgeschichtliches Museum” . Dit is het militair museum met de geschiedenis van het Oostenrijkse leger. Een gebouw dat er eerder uitziet als een fort.
Het is gebouwd midden 19°eeuw onder het bewind van de roemrijke keizer Frans Jozef. Het museum bezit belangrijke getuigenissen en oorlogstuigen tot en met de 2° wereldoorlog. Zoals Oostenrijkse, Russische, Duitse en Franse tanks.
Iets verder ligt het prachtige paleizen complex “Schloss Belvedere”. Het zijn twee machtige tegenover elkaar staande paleizen in een ongelofelijk groot park. De bouwstijl doet wat Frans aan, het is ook gebouwd door de prins van Savoye. Het was ook de residentie van Franz Ferdinand tot deze vermoord werd, wat zogezegd de aanleiding zou geweest zijn tot het uitbreken van de 1° wereldoorlog. De paleizentuin bevat heel wat waardevolle kunstwerken, versierde fonteinen, cascades en standbeelden.
Na deze lange rit belanden we opnieuw aan de Staatsopera. We zijn het bus- zitten wat beu en hebben honger maar vooral dorst gekregen. Ver moeten we niet lopen in Wenen zijn eet- en drankgelegenheden genoeg…..Bij een Italiaans restaurant stappen we binnen bestellen elk een verschillende pizza en koele witte wijn. De joviale patroon komt een praatje slaan bij elke tafel. De pizza’s waren uitstekend en we eindigen met een ijsje.
We slenteren door de steeds drukker wordende winkelstraten naar de opstapplaats voor onze laatste Vienna City tour. De blauwe- of Donauline is niet zo druk als de twee vorigen. We vertrekken op de Ringstrasse voorbij het Stadtpark en volgen het Donaukanaal met een stop bij het ”Kunst Haus Wien”. Dit kleurrijk sociaal appartementencomplex wordt ook “Hundertwasserhaus” genoemd. De ontwerper, was een op en top kunstenaar-architect, zoals een architect echt moet zijn toch!
Het gebouw is echt controversieel en zal met zijn kleuren en vormen wel heel wat tegenstanders gehad hebben. Het ziet er architectuur uit welke doet denken aan de natuur. Het vele groen, planten en klimoppen met afwisseling van rondingen zal wel veel kijklustigen aantrekken.
We rijden verder en komen aan het “Prater” een jaarrond kermis in een groot park. Het ligt tussen de Donau en het Donaukanaal. Algemeen gekend door het “Riezenrad”. Dit reuzenrad was decor in de film “The third man” van Orson Welles. Het pretpark heeft nog veel meer attracties zoals draaimolens, schietkramen en een circus. Maar er is ook een “Grüner Prater” een natuurpark met bos en vijvers waar men in kan wandelen en fietsen er is zelfs een miniatuur spoorweg en een voetbalstadion.
De bus zet zijn weg verder langs de Donau, we rijden over de stroom naar “Uno City” . Het is het Internationaal Centrum van de Verenigde Naties met congreszalen. ‘t Is een verzameling van moderne toren- gebouwen met veel glaspartijen waar een 5000 personen werkzaam zijn. We kruisen opnieuw de Donau en rijden over de Reichsbrücke de stad binnen. We zijn het alle drie eens. Het was een leerrijke onderneming met aangename Nederlandstalige uitleg. We zijn uitermate tevreden over deze bustochten.
Hoog tijd voor een drankpauze, op een van de vele terrassen drinken we enkele Edelweiss bieren. We willen nog een wandeling maken. Het “Stadtpark” lijkt met dit weer, het meest aangewezen. Heel wat bezoekers denken er ook zo over, het is een hele populaire openbare wandelplaats met standbeelden en fonteinen. Er is zelfs een smal riviertje met bruggetjes naar enkele paviljoentjes. Er is ook een nogal groot gebouw op de rand van het park, het “Kursalon” dat een concertzaal is
Er staan heel veel standbeelden van beroemdheden.
We blijven even staan en maken enkele foto’s bij de meest bekende componist “Johann Strauss”. Er zijn ook nog beelden en borstbeelden van Mozart, Schubert en Brückner en de laatste operettekoning Robert Stolz.
Met de metro rijden we naar het “Parlement” een gebouw dat onze aandacht getrokken heeft op de busrit deze voormiddag. We zijn er voorbijgereden en hebben het maar half gezien, menen we. Het is een monumentaal klassiek bouwwerk, het ziet er echter wat Grieks uit. Hier is in 1918 de Oostenrijkse republiek uitgeroepen. Toch zijn er nog sculpturen van de fameuze keizer Frans Jozef.
Er zijn denken we, meer dan 100 beelden en beeldengroepen het houd niet op.
Na een deugddoende wandeling doen we nog enkele ritten met de metro. We stappen in en uit in verschillende stations, opvallend toch hoe gedisciplineerd iedereen zich hier gedraagt. De stations hebben wel niet de praal en pracht van de Weense gebouwen maar net en functioneel zijn ze wel. Zonder enig probleem arriveren we, het is dan al 19h00 op ons verblijf.
Na een was en plasbeurt slenteren we met ietsjes pijnlijke voeten naar een restaurant bij de Stadthalle. Het is er gezellig en iedereen is blijgezind. We dragen de bazin op, ons een echt Weens avondmaal te serveren. En wat denk je wel, we genieten van heel lekkere wijn met…hoe kan het ook anders, “Wienerschnitzel”. Als toetje brengt ze ons nog zoete patisserie. Toch moeten we, om deze nacht zeker geen dorst te leiden, alles nog doorspoelen met een grote Weizen bier. Neen ze geloven ons niet als we voor we vertrekken vertellen dat we morgen moeten fietsen!
Rustiger kan het niet zijn in een hotel, menen we! We zijn de enigen, in dit toch wel grote erg verouderd hotel. Hoe lang houdt de uitbater dit nog vol? Wanneer we in het café-restaurant binnenstappen, staat de patroon achter de toog….Heel fris ziet hij er echt niet uit! De poetsvrouw heeft ons opgemerkt en brengt een thermos koffie en enkele broodjes met wat confituur.
Ze begrijpt noch Duits, noch Engels wanneer we haar meer koffie en vers brood vragen….De uitbater komt met het gevraagde en maakt duidelijk dat zijn Slowaakse is. We hebben gegeten en dat is ook alles! Afrekenen en de biezen nemen, meer zit er hier niet in. We moeten ons financieel bevoorraden en drank anschaffen. Op het in de volle zon badend kerkplein vinden we alles…..
Wanneer we onder de bogen van de spoorweg viaduct door, op het fietspad komen moeten we onze jassen uitspelen. Wat een zicht op de blauwe Donau zeg!
We fietsen richting brug Bad Deutsch Altenburg. Over de lange brug zijn we in Stopfenreuth op de andere oever. Hier begint het Nationaalpark Donau-Auen. We komen op een brugje waar we in vele talen over de geschiedenis van dit park kunnen lezen. Er staan ook enkele foto’s bij, die onze aandacht opeisen. We zien er vooral foto’s met dreigende en bewapende soldaten. Zo lezen we dat er hier in 1984 een protestopstand was van de plaatselijke bevolking met steun van de milieuverenigingen.
Men wilde in dit enorme gebied, wat trouwens al op vele plaatsen bezig was, een elektriciteitscentrale bouwen. Het waardevol Donaugebied zou worden vernietigd. Alle laagliggende winterbeddingen en vrij stromende bochten en meanders met ooi en bebossing zouden worden afgesloten en voor goed verloren zijn.
Er kwam, juist voor men, met de bouw van de centrale ging starten een forse maar niet gewelddadig protestopstand. De milieuverenigingen bezetten de bossen.
Het leger en de politie hebben een einde gesteld aan de bezetting. Toch heeft de politiek een wachtpauze ingelast en een nieuw onderzoek laten uitvoeren. Uiteindelijk werd in 1989 definitief afgezien van de bouw van de centrale. Nadien is het gebied als Nationaal Park door de Oostenrijk regering erkend.
We rijden onder een stralende zon op de Marchfelddamm door een ongelofelijk prachtig landschap, de afwisseling van waterpoelen met bos is een onvergetelijke belevenis. We houden vele kijkpauzes en bewonderen alle soorten watervogels, bomen en planten ja zelfs orchideeën.
Bij Orth houden we, bij een van de zeldzame gebouwtjes op de dijk, een drankpauze. Gelukkig hebben we onze drinkbussen goed gevuld deze morgen.
In de verte zien we een fietser naderen.
Het is een pezige Nederlander, zo denken we. En inderdaad zo is het! Hij heeft nood aan een babbelmoment. Hij is al weken geleden vertrokken uit Holland en is op weg naar de Zwarte zee, hij volgt hoofdzakelijk de rivieren. Wanneer hij daar zal toekomen interesseert hem helemaal niet. Wat die man allemaal meesleurt op zijn fiets zeg! We schatten zo’n 25kg …..hoe krijgt hij het voor elkaar!
Bij Schonau vinden we naast de dijk een terras, gelukkig, eindelijk kunnen we een aperitiefpauze houden op een deftig uur. We blijven niet te lang treuzelen. We zijn ondertussen al 30km ver en het is nog maar 11h30, we willen vroeg in Wien toekomen. Bij het Donau Oderkanaal is het even door een industriezone met olieopslag fietsen. Gelukkig komen we een eindje verder weer op een groene dijk.
Vóór we over de Steinspornbrücke naar het Donaueiland fietsen komen we een restaurant tegen met een terras. Zonder veel nadenken stoppen we en willen iets kleins en kort eten. Het is prachtig op het grote terras in het zonnetje, met zicht op de Donau. Hier is er snelle bediening zowel drank als eten komen vlug en er is bijna geen tijdverlies, toch heeft het bier ons meer gesmaakt dan het gerecht met noedels.
We rijden heuvelend op het Donaueiland, nu eens op de hoge dijk iets verder beneden tegen de oever. Een prachtig stuk groen voor wandelaars, fietsers en ja het is even schrikken ook voor naturisten.
Hier en daar zijn er goed bevolkte naaktweiden. We moeten zelfs enkele keren een naakt wandelende medemens ontwijken op het nochtans brede fietspad. We blijven op het Donauinsel en zien in de verte de Reichsbrücke waar we over moeten om Wenen binnen te rijden. Het is kronkelen om op het fietspad van de machtige brug te geraken. We rijden precies op een balkon hangend aan de brug.
We volgen de gps rechtdoor de stad binnen op afzonderlijke fietsstroken. Voorbij het Bahnhof-Wien-Nord. Daarna over het Donaukanal voorbij het Stadtpark op de Burgring. Het fietspad loopt tussen een dubbele bomenrij, hier hebben we geen hinder van het andere verkeer. Wat een luxe zeg, dat is tenminste een fietsstad.
Zelfs bij oversteekplaatsen krijgen we voorrang! Laat het stadsbestuur van Brugge hier maar eens een voorbeeld aan nemen. We zijn er wild enthousiast van aan ’t worden. We vinden Wenen een echte voorbeeldstad, voor veilig fietsverkeer!
We fietsen tussen gebouwen met naam en faam, rijkdom, pracht en praal is er genoeg. Wat een grandeur zowel links als rechts zijn het allemaal musea. We verlaten de ring en zijn enkele minuten later aan ons verblijfsadres.
We moeten enkele instructies volgen die mij per mail toegestuurd zijn om aan de sleutel van het appartement te geraken. Na wat zoekwerk lukt het ons en kunnen we het ruime appartement betrekken. Het is een duplex appartement met beneden een zit- en eetplaats met keuken en badkamer. Boven zijn er twee ruime slaapkamers.
Wat een luxe….de eigenaars zullen we niet zien, we moeten het overeengekomen bedrag in een kluis achterlaten.
We zijn nog nooit zo vlug klaar geweest, mijn maatjes staan te popelen om Wenen te bezoeken……Het wordt een verkenningsronde. De appartementsbaas heeft enkele nuttige tips doorgespeeld. We stappen naar de Burggasse Stadthalle, daar is een metrostation. We wandelen door winkelstraten en over een drukke viervakbaan met zeer veel tramverkeer.
Na een terrasbezoek in een park, krijgen we honger. We wandelen terug richting centrum, de vermoeidheid slaat toe. We belanden in een volkscafé-restaurant. Het wordt een gezellige eet en drinkavond. We moeten heel dikwijls ons pover Duits boven halen. Gelukkig heb ik mijn fiets gps meegenomen na een 1/2 uurtje stappen belanden we in ons appartement.
We nemen ons voor morgen vroeg op te staan en er een toeristische dag in Wenen van te maken. We zijn alle drie doodmoe van onze wandelpartij en vallen onmiddellijk in slaap. Bijkomende geluiden heb ik niet gehoord….moe zijn zeker!
06 Verslag dag 5 Donau fietstocht van 2013 Gyor - Hainburg
06 Dag 5 Győr – Hainburg 15-05-2013
Grote verwondering, mijn maatjes zijn zo stil, zouden ze nog slapen misschien?
Net wanneer ik wil opstaan, sluipt Hugo voorbij mijn bed naar de badkamer.
Na enkele minuten is het mijn beurt, Antoine, anders ook wel een vroege vogel, ligt nog in dromenland. ’t Zal vandaag wat langzamer verlopen vermoed ik. Inderdaad wanneer we in de eetzaal komen, is onze gastvrouw enkele tafeltjes aan het afruimen, we zijn de laatsten. Ze wijst ons waar we moeten plaats nemen…..We kijken op de tuin, die uitgeeft op de spoorweg waar we gisteren ons eindpunt bereikt hadden. Het is een ontbijtbuffet. We laten het ons smaken.
Gastvrouw Jónis wil weten waar wij vandaag naartoe fietsen. Wanneer we uitleggen dat we naar Oostenrijk gaan, lijkt ze teleurgesteld. Na enige tijd komt ze met enkele folders van het Balatonmeer. Daar hebben we een buitenverblijf, zegt ze. Waarom fietsen jullie niet naar daar? Ze vindt het niet normaal…..iedereen rijdt gewoonlijk in de andere richting. We krijgen het moeilijk uitgelegd in het Engels. Gelukkig komt haar dochter alles vertalen en ze lijkt gerustgesteld.
Na het afrekenen, is het fietsen beladen en afscheid nemen. We willen absoluut nog eens door de stad rijden. We vinden dat we te weinig tijd gehad hebben en fietsen voorbij het prachtige neobarokke stadhuis. Door de wandelstraat belanden we op de grote Széchenyl marktplaats, waar we gisterenavond soupeerden. De enorme markt is omringd door een Benedictijnenklooster en enkele mooie musea. In ’t midden staat er een kolom met Mariabeeld.
Na onze drankbevoorrading moeten we de mooie stad Győr verlaten richting Medvedov. Langs een 2-vakbaan met aan beide kanten een fietspad, is het zalig rijden. Het is al warm maar grijs, we vinden het ideaal fietsweer. Na enkele kilometers beleven we opnieuw iets heel eigenaardigs. De fietspaden stoppen plots, we moeten op de autobaan verder. Tot onze grote verwondering staat er net zoals gisteren een plaat waarbij duidelijk gemaakt wordt dat fietsers niet toegelaten zijn. Toch blijven we doorrijden, ik zie geen andere uitweg. Na 10km komen we voorbij een verlaten grenspost, aan de Donau. Over de brug zijn we in Slovakije, nu kunnen we de trekweg op de Donauoever volgen.
Wat een natuur, wat een verademing, het is precies of we zijn alleen op de wereld.
We rijden richting Sap op de “Dunajska Cyklisticka”. Het fietspad is mooi breed en van prima kwaliteit. Het is bijna windstil en we kunnen met de stroom links van ons een flink tempo aanhouden. We moeten over de Gabcikovo-dam met sluizen naar de andere oever. Deze dam vormt samen met de Cunovo dam, 30 km verderop, een waterkrachtcentrale. Door deze twee dammen heeft de Donau soms een breedte van 4km gekregen, het is precies een groot meer. De sluizen overwinnen 20m hoogteverschil. Het complex vormde een politiek dispuut tussen toen nog Tsjecho-Slowakije en Hongarije en kreeg door de VN een oplossing.
Het is middag, we krijgen honger en dorst. Juist vóór het veer “Vojka-Kyselica” rijden we de dijk af. We stoppen bij het café “Csente Csarda”. Wat een geluk, madam doet open en we mogen lekker in ’t zonnetje op het terras plaats nemen.
Ons biertje komt onmiddellijk, maar wanneer we ook een vispannetje bestellen zullen we wat geduld moeten oefenen, laat de bazin ons in ’t Duits weten. Ik maak haar duidelijk dat wij geen Duitsers zijn maar wel Vlamingen uit België. Jawel! België is een probleem precies, ik houd het dan maar bij Brussel en dat kennen ze hier duidelijk wel! We zijn ook bij de Eurozone, zegt ze terzijde! We bestellen nog een biertje en wachten geduldig. We zijn ondertussen al 46km ver. Na een wat lange rust- en eetpauze is het omhoog, terug op de Donaudijk waar we tussen de wachtende auto’s voor het veer, onze weg op het mooie fietspad verder zetten.
Voorbij het veergebouw rijden we 10km op een smalle landengte. Rechts van ons is de Donau enorm breed, links de gewone breedte. Iets verder rijden we op een strook amper breed genoeg voor een 2-vakbaan. We komen aan de stuwsluis “Dunabiana” bij Cunovo. We lezen dat dit enorm waterbouwkundig werk gebouwd is om Bratislava te beschermen tegen overstromingen. De elektrische centrale wekt, samen met deze van Gabcikovo, 8% op van de gehele productie van Slowakije.
Na Cunovo, Rusovce en Javorske Rameno zien we Bratislava liggen. Het is een wat troosteloze aanblik, het is de Oost-Europese bouwstijl met hoge woonblokken en schouwen van raffinaderijen. We doen de moeite niet om de Donau over te steken en blijven lekker doorfietsen. Onder enkele bruggen door rijden we in een park met enkele aanlegsteigers voor plezierboten. Op de bankjes nemen we een korte rustpauze, voor enkele fotootjes.
Wanneer we opnieuw vertrekken zien we dat we al 80km op ons tellertje hebben.
We rijden voorbij een heel groot kasteel op de linker oever. Het staat op een heuvel met zicht op zowel Hongarije als op Oostenrijk. Het slot van Pressburg zoals het ook wordt genoemd heeft een erg strategische ligging, het is nu het Slovaaks Nationaal Museum.
We rijden onder een autostrade door en komen eindelijk in Oostenrijk, ons 3° land voor vandaag. Platen en panelen genoeg nu….We zullen het gemakkelijker krijgen met al die aanduidingen met “Donau Radweg”. Nog 10km en we moeten op onze bestemming voor vandaag toekomen.
De gps brengt ons om 17h precies bij het hotel “Goldenen Krone” in Hainburg.
We stappen binnen en oefenen wat geduld. Na 5 minuten komt er nog niemand! Wat is dat hier allemaal ??? Hugo blijft bij onze fietsen, terwijl Antoine en ikzelf op verkenning gaan. We kunnen het complete hotel rondstappen, langs de kamers en door het café-restaurant, maar er is niemand te bespeuren! Het hotel heeft de aanblik van vergane glorie van +/- 1950.
Zoiets hebben we, ook al hebben we al heel wat beleefd met overnachtingen, nog nooit meegemaakt. Het hotel is verlaten en voor ons alleen. Gelukkig heb ik het gsm nummer van de patroon in mijn reiswegboekje genoteerd. Helfried excuseert zich, hij zal rond 19h aanwezig zijn. De sleutel van onze kamer is bij de bloemen weggestopt. Mijn maatjes zoeken in alle bloempotten op de vensterbanken…..niets te vinden. Na een nieuw telefoontje krijg ik te horen dat er een glazen kom staat met gedroogde bloemen en rozen, daar moet de sleutel te vinden zijn…..
Algemene opluchting wanneer we de sleutel met het nummer van onze kamer hebben. We betrekken een suite met 2 afzonderlijke in elkaar lopende kamers en een gemeenschappelijke badkamer…..Ook hier doet het ons denken aan de vijftiger jaren van vorige eeuw!
Na onze was en plaspauze willen we op stap en het stadje bezoeken. We zijn nog steeds de enigen in het hotel. 100m verder vleien we ons op een terras bij de kerk. Hier krijgen we enkele eetadresjes en wandelen verder. Hainburg is een strategisch gelegen grensstad tussen de heuvels en wordt toegangspoort tot Wenen genoemd. Op onze wandeling komen we voorbij enorme vestingmuren en goed bewaarde stadspoorten.
Wanneer we bij het eerste restaurant komen, besluiten we hier te eten. Het is meer een volkscafé dan een eethuis. Het deert ons niet. We worden met veel sympathie onmiddellijk getrakteerd op een Jägermeister. We bestellen het dagmenu en drinken ondertussen enkele biertjes. De tooghangers trachten onze nationaliteit te raden. Iedereen is er zeker van dat we Nederlanders zijn. Ze excuseren zich en we krijgen elk een miniflesje Jägermeister cadeau. Na het wat vettige souper slenteren we via de Donauoever naar ons verblijf. De patroon staat ons op te wachten. Nadat we onze fietsen in een achtergelegen zaal geborgen hebben, drinken we samen met hem nog een biertje. Moe en loom kruipen we onder de dekens. Slaapwel maatjes, wat een dagje.
Oei, mijn maatjes zijn al op ? Ik hoor Hugo en Antoine voorbij mijn kamer op de terrastrap naar beneden gaan…..En toch is het nog maar 7h15, ik zal die vroege vogels maar volgen, opstaan en in sneltempo maken dat ik klaar ben om te ontbijten. Wanneer we het eetzaaltje op het gelijkvloers binnenkomen staat de tafel met het ontbijtbuffet al klaar. Gabriëlla komt zelfs al met de koffie.
Ze wil weten waar de dag ons deze avond brengt. Het wordt een wat moeilijke conservatie met van beide kanten gebrekkig Engels. Toch komen we te weet dat Gabriëlla haar man olympisch kampioen roeien is. Het lukt ons niet meer details te krijgen. Afrekenen, een fotootje en weg zijn wij!
We moeten langs de Szent-Anna kerk om tot bij de Donaubrug te geraken. De stroom vormt de grens tussen Hongarije en Slowakije . Het is precies 9h00 wanneer we op Slovaaks grondgebied komen. Van Esztergom moeten we over de boogbrug naar Sturovo, een dorp met verzorgde huizen en een goed lopende weg. Het is licht bewolkt en zo’n 20°C, ideaal fietsweer.
We moeten op enige afstand van de Donau, voor het eerst wat harder duwen. Een zwak hellende kaarsrechte weg brengt ons tot bij een grote fabriek. Volgens de gps moeten we vóór het fabriek linksaf om op de Donauoever het fietspad te kunnen volgen. We zoeken tussen omheiningen, hekkens en via een parking, hoe we er kunnen komen…..
Makkelijk is het niet, volgens ons is de fietsweg stuk gereden, er is een motorcross parcours van gemaakt.
Toch blijven we op de omwoelde zandwegel. Soms rijden we, soms gaan we te voet, ’t lijkt wel een wildernis. We blijven op de Donautrekweg, door een bijna ongerept natuurgebied met veel groen en struiken rijden, We moeten aandachtig blijven want het fietspad wisselt soms af en wordt een boerenwegel met gras en diepe groeven. Gelukkig is alles droog, we vorderen goed.
Af en toe moeten we op de evenwijdige weg door bijna verlaten dorpen. Er zijn zelfs wijnvelden en fruitbomengaarden maar hoofdzakelijk landbouw. In Zitava beslissen we de goedlopende weg te blijven volgen in plaats van het dicht tegen de Donau gelegen maar moeilijker te berijden pad. Er is bijna geen autoverkeer en we kunnen ons tempo opdrijven tot 25km/h.
Vanaf Iza is er opnieuw een mooier fietspad op de Donauoever en we volgen die tot Komarnó. We komen in de stad, het is middag en we hebben tot nu toe nog geen enkele mogelijkheid, om een aperitief te nemen, tegengekomen. Hier zullen we wel iets vinden. We rijden naar het centrum en komen op de Europa Udvar.
Een bijzonder architecturaal centrum met verschillende bouwvormen.
Je ziet duidelijk architectuur uit veel verschillende Euro-landen….Spijtig genoeg vinden we geen enkel terras of eetgelegenheid. Na wat rondtoeren zien we iets verder dicht bij de oprit naar de Donaubrug een drankgelegenheid met enkele terrastafeltjes.
Twee minuten later hebben we een fris biertje met een belegd broodje. De rustpauze doet deugd. We hebben tot onze grote verwondering al 55km op het tellertje. Het lentezonnetje is zalig.
Maar de plicht roept. We moeten nog minstens 45km verder….Het is met lome benen opnieuw vertrekken…Komarnó is Slovaaks en Komárom Hongaars. De stad is in twee gedeeld door de Donau. Met de grens op een Donaueiland tussen twee bruggen. De verlaten grenspost is er nog steeds. Toch is de bevolking aan beide kanten hoofdzakelijk Hongaars. De splitsing moet iets opgelegd zijn. De grenspost is overbodig nu beide landen bij de EU zijn en het Schengenverdrag van toepassing is, denken we. Wanneer we over de 2° brug zijn moeten we rechts naar beneden langs een industrieweg met kranen en losplaatsen. We blijven ongeveer 2km tussen de spoorweg en de Donau rijden. Tot we een reusachtig Fort zien opdoemen. “Monostori Komáron”. We vergelijken het met het Fort “Vuren” bij Gorinchem aan de Waal in Holland. Zie verslag van de Veluwefietstocht 2009: http://blog.seniorennet.be/veluwefietstocht2009/
We moeten afbuigen, weg van de stroom om rond de site te rijden. We volgen een goed lopende asfaltweg met wat rijkelijker aandoende woningen. Er is heel weinig storend verkeer en we vorderen prima. Wat een lekker weertje hebben we getroffen zeg! De Donau ligt rechts van ons maar is onzichtbaar, we rijden door een naaldbos met hier en daar een grote villa, ’t zouden wel buitenverblijven kunnen zijn menen we. Plots eindigt de weg en toch geeft de gps aan dat we rechtdoor moeten. Moeten we het zandwegeltje tussen de bomen volgen misschien ? We doen het op aanwijzen van de gps…. Het losse duinachtig zand doet ons iets verder afstappen. Het fietspad is duidelijk stuk gemaakt door zandwinningen en de putten worden met afval gevuld. Wanneer we na 1km van veel gesakker, meer stappend dan rijdend op een erg slecht stuk asfaltweg komen moeten we ons zweet drogen en een drankpauze houden. Wat is dat hier allemaal jongens! Het is onbegrijpelijk en toch zijn we volgens onze kaart en de gps juist. We rijden verder tot we enkele boerderijen voorbij komen….de velden er rond zijn geheel verwaarloosd en vol hoog onkruid.
Na 2 km gesukkel op een aartsslechte weg komen we op een T-kruispunt, de gps doet ons rechts de tweevakbaan oprijden. Het is nu op een rijtje, af en toe worden we aan grote snelheid voorbij gereden…..Wat zien we enkele kilometers verder, een verkeersplaat waar fietsen, tractoren en boerenwagens verboden zijn. Toch hebben we al enkele van deze voertuigen tegengekomen. Hugo is er niet gerust in, ik moet hem overtuigen dat er geen alternatief is om op onze bestemming te geraken. Ik zet mij op kop en zonder veel na te denken stormen we aan wel 26km/h verder mooi rechts van de weg.
In Gönyu, we zijn dan al 83km ver is er plots een fietspad zowel rechts als links van de weg…..Nu begrijpen we er echt niets meer van! We hebben er grote dorst van gekregen en stoppen bij het eerste terras van Panzió Anker, we hebben een frisse Edelweiss verdient vinden we! We blijven de grote weg met het mooie fietspad volgen. Vanaf het volgende dorp Györzenti krijgen we meer industrie en wordt het heel druk. We naderen duidelijk een grote stad met enorm veel industrie. Györ is een van de oudste steden van Hongarije en is een heel belangrijk handelsknooppunt. We laten ons leiden door de gps en komen zonder problemen in het centrum. Wanneer de gps onze bestemming aanwijst, zijn we helemaal niet bij Buda Panzió, maar bij een spoorweg die de stad doorkruist.
Geen nood we gaan eerst iets drinken, daar zullen ze ons wel de B&B kunnen aanwijzen, hopen we. Raar maar waar, de waard moet er enkele van zijn gasten bijhalen om ons te helpen. Na wat discutie doen ze ons terug rijden, we moeten over een drukke ringweg en daar zou Buda Utca moeten zijn….Tot onze verwondering vinden we inderdaad Buda Ut maar geen B&B. We rijden opnieuw naar het centrum en na wel 4 à 5 maal vragen worden we steeds naar dezelfde straat verwezen… Wanneer we voor de 2° maal bij Buda Ut staan wordt het ons duidelijk er is weldegelijk een verschil tussen Ut en Utca en er bestaan in Györ dus twee straten met naam Buda!
Teneinde raad rijden we naar de Touristische dienst. Daar telefoneer ik naar ons verblijf, en vraag onze gastvrouw ons daar te komen ophalen. Een ¼ uur later ontmoeten we Madame Jónis en volgen haar auto….Tot onze ontsteltenis moeten we over een spoorwegbrug en staan tegenover de plaats waar onze gps onze bestemming aanwees. Maar wel aan de andere kant van de spoorweg! Wat hebben we tijd verspild zeg…..Moeder en dochter Jónis maken ons duidelijk dat er meerdere gasten dezelfde problemen hadden…..We kunnen onze fietsen in een ondergrondse garage stallen en onmiddellijk de suite betrekken. Het is een soort appartement met twee in elkaar lopende kamers met een salon. Heel mooi en zeer ruim, wat een luxe.
Het is 20h00 en 22°C wanneer we de stad binnenwandelen. Wat een drukte in de winkelstraat. Net zoals we in Spanje meemaakten is de hoofdstraat ook hier een flaneerdomein voor vele families met kinderen. De stad heeft een meer dan aantrekkelijk centrum. Het barokke, duidelijk gerenoveerd centrum geniet onze waardering. We vinden het best aantrekkelijk en het bezoeken waard.
We krijgen honger, gelukkig is er geen gebrek aan eetgelegenheden. Op de reusachtige markt vleien we ons neer op een uiterst druk terras. We laten ons verwennen in Restaurant Palffy en bestellen een typisch Hongaarse menu met aangepaste wijnen. Wat we allemaal binnen gespeeld hebben weten we niet meer, een zaak is wel duidelijk de wijnen zijn zwaar en verraderlijk. Na een ijsje als toetje, slenteren we naar ons verblijf. Het is 23h00 eer we in ons bed geraken na een erg bewogen dag met veel kilometers. Slaap wel en stil wezen a.u.b.!
We zijn iets tevroeg voor het ontbijt. Elvira is de tafel nog aan het dekken. Wij gaan dan maar eerst onze fietsen beladen. We moeten samen met Joszef door de grote tuin naar een achteraan gelegen bergplaats. Het is veel koeler dan de vorige dagen…..Onze gastheer verzekert ons dat het binnen enkele uren opnieuw zonnig en aangenaam zal zijn. Het wordt opnieuw een overvloedig ontbijt met alles erop en eraan. We worden ongelofelijk verwend. Elvira is blij dat wij het gisteren zo goed hebben gesteld. Samen met Joszef overlopen we onze reisweg voor vandaag. Hij raadt ons aan even het “Aquincum”, een blootgelegde Romeinse nederzetting, waar wij op enkele kilometers na voorbijkomen, te bezoeken. We beloven hem het te doen.
We blijven na het ontbijt nog wat praten. Ik waag het om de opstand van 1956 aan te kaarten…..Er valt een algemene stilte bij het gastgezin….Tot Joszef ons duidelijk maakt dat er hierover zeer weinig wordt gesproken. Toch krijgen we te horen dat hij, niettegenstaande hij nog zeer klein was, zich herinnert dat er Sovjetsoldaten met mitraillette in zijn ouderlijk huis binnendrongen.
Hij wordt wat emotioneel als hij vertelt dat de kogels boven zijn hoofd suisden, terwijl hij onder tafel zat. De projectielen doorboorden de kasten en de kleerkasten. Ik weet nog goed, gaat hij verder, dat al de klederen en mantels van zijn moeder kogelgaten hadden, ze was er doodongelukkig door.
Elvira is uitzonderlijk stil, zij was nog veel te klein en haar ouders hebben zich altijd onthouden om erover te spreken.
Het is duidelijk een zwarte bladzijde voor de Hongaren waar ze liever niet aan worden herinnerd.
Na de lange ontbijtbabbel, waar zowel het gastgezin als wij enorm van genoten hebben, wordt het hoog tijd om afscheid te nemen. We danken Elvira en Joszef en vertrekken voor onze eerste fietsdag door Hongarije.
Wat een geluk dat we de fietsgps kunnen gebruiken, zonder probleem komen we rond de stad en bereiken we de Donau. We kunnen, als fietsers, op het voetpad van een spoorwegbrug op de rechter oever geraken. Aan kilometer acht zijn we bij het Aquincum. Het is gelegen aan een drukke autosnelweg waar de verkeerswisselaar, om Budapest binnen te rijden, start. Er is zelfs een soort viaduct gebouwd boven de blootgelegde oude stad. Het voorbijrazend verkeer is heel vervelend en storend…..We zijn duidelijk tevroeg voor een bezoek alles is nog gesloten. We wandelen voorbij en bemerken een vorm van een amfitheater en beschadigde poort ruïnes. De opgravingen moeten erg geleden hebben onder de aanleg van de autosnelweg.
We maken rechtsomkeer en fietsen terug naar de Donau om onze uitgestippelde route te volgen. We moeten over een Donau-arm waar we definitief de Hongaarse hoofdstad achter ons laten. We krijgen de eerste kilometers een lekker lopend geasfalteerd fietspad tot Szentendre. Op de oever zijn er enkele vervallen aandoende koffiehuizen met slordige speeltuinen.
Bij Sovény moeten we de overzet veerboot nemen. We worden door de bemanning geweigerd, ze willen geen Euro’s aanvaarden en we hebben niet genoeg Forint ’s meer bij ons. We vervolgen dan onze weg maar langs de Donauoever. Iets verder verandert ons pad eerst in een soort schelpenpad , later in een zandweggetje maar na enkele kilometers is het tussen bomen en struiken precies een cyclocrossparcours. Enkele keren is het te voet en door resten van waterplassen crossen. Gelukkig komen we verderop terug op een boerenwegel en kunnen we toch opnieuw gemakkelijker fietsen. Alhoewel…..plots Antoine heeft een lekke achterband. De band herstellen kan niet, we moeten een nieuwe steken…..Mijn maatjes worden er zenuwachtig van, gelukkig kan ik hen verzekeren dat we na enkele kilometers in Viségrad zullen zijn. En wat een geluk de gps brengt ons op een asfaltbaan bij Kisoroszi . Nu zijn we vlug in Viségrad.
Het is middag wanneer we aan de paleispoort van Viségrad halt houden. We zijn erg verwonderd, er staan al 48km op ons tellertje. Deze herstelde poort over de weg maakt deel uit van een verdedigingsmuur die klimt vanaf de weg steil omhoog tot aan een ruïneburcht.
Een kilometer verder komen we aan een veer, er is een café-restaurant, grote dorst doet ons binnenstappen…..Na een paar Weizen biertjes van het merk Edelweiss, willen we geen risico lopen en blijven middagmalen. Alles verloopt hier wat traag, toch genieten we van een goulyassoep met daarna een koude groentebord met gemalen vlees.
We zullen dit tempo moeten gewoon worden. We hebben tijd zat laat ons maar genieten van een lange middag rustpauze! Bij het afrekenen, is het wat moeilijk. Men aanvaardt geen euro’s, dit in tegenstelling met Budapest waar we daarmee helemaal geen moeite hadden. Gelukkig kan ik met mijn “Mastercard” betalen.
Toch willen we het risico niet meer lopen, de retaurantbaas wijst ons een bank aan waar we ons kunnen voorzien van Hongaarse Forinten.
We nemen de pont niet naar de ander oever van de Donau zoals voorzien. We blijven de goedlopende asfaltbaan volgen. Er is niet veel verkeer en we vorderen goed. In Pilismarot, we zijn dan al 66km ver verlaten we de grotere baan en vervolgen onze route door een bosrijkgebied op de Donauoever.
Het pad is zeer goed berijdbaar en 10km verder zien we plots een reusachtig gebouw opdoemen. Het is de DOM van Esztergom met een eigenaardige bouwstijl. Het bouwwerk staat hoog boven de Donau op een steile rots in een rivierbocht. Hoe dichter we komen hoe groter en machtiger de kerk blijkt, het is de grootste van Hongarije…De koepel is wel 100m hoog en er zijn machtige zuilen te zien. We moeten dit straks toch eens van nabij bekijken, nemen we ons voor. Toch willen we eerst ons gereserveerd verblijf opzoeken.
We moeten nog een eindje de stroom volgen en bij een Donauarm linksaf de stad binnen rijden…..Op gps vinden we met gemak ons verblijf voor deze avond. Dicht bij de Sint-Anna kerk staan we plots voor Panzió Szent Anna. We worden in het Engels ontvangen door Miss Gabriëlla. Onze fietsen kunnen we onder een balkon, in de groene binnentuin stallen. We krijgen onmiddellijk 2 ruime verzorgde kamers op 1° verdieping, uitziend op de binnentuin. Gabriëlla is heel attent en brengt ons een fles frisse witte wijn. Het is zalig genieten op het grote terras.
Na onze gebruikelijke was en plasbeurt, staan we te popelen om de stad te verkennen. We gaan met de fiets, we weten dat het minstens 4km is. Gabriëlla geeft ons enkele adressen van restaurants dicht bij de DOM. We laten het door haar noteren, je kan helemaal niets begrijpen van het Hongaars….
Bij het eerste adres hebben we geen geluk, vandaag is het restaurant gesloten. Tot onze grote verwondering worden wij plots in ’t Vlaams aangesproken, een jongeling die ook kwam eten heeft ons taaltje gehoord. Hij is hier tijdelijk werkzaam voor een bedrijf uit Lokeren. Zijn vrienden wijzen ons het 2° restaurant aan, we moeten iets terug naar beneden aan de voet van de rots waar de Dom op staat.
We krijgen een zalig plaatsje op het terras in de avondzon. Na enkele Weizen biertjes, genieten we van een Cordon bleu met lekkere wijn en een ijsdessert. Bij het afrekenen zijn we heel verwonderd, het is hier stukken goedkoper dan in Budapest. Voor het donker wordt, fietsen we naar boven en bezoeken de reusachtige kathedraal. Wat eenmastodont. We rijden er rond, zo laat is alles al dicht. Vanaf het plateau hebben we een prachtig panoramisch zicht op de Donaubocht met in de verte twee bruggen naar Slowakije. Wat we niet wisten is dat Esztergom de vroegere hoofdstad van Hongarije was. Het wordt hier veel vroeger donker dan bij ons. We vliegen de berg af tot aan de Donau en volgen deze tot buiten het centrum. Aan de Szent-Anna kerk vlak bij ons verblijf vinden we nog en volkscafé open. Grote verwondering wanneer we binnenstappen en ons aan een van de schaarse tafeltjes zetten. De tooghangers, hangen werkelijk uit gewoonte aan de toog, roken is hier duidelijk niet verboden. We moeten gebarentaal gebruiken en zelf het bier, dat we willen drinken aanwijzen. Veel keuze is er niet maar we kunnen onze dorst lessen….
Wanneer de waardin één na één haar klanten ziet vertrekken, gaan we ook maar.
Ze is blijkbaar opgelucht. De deur wordt na ons op slot gedraaid.
Ook in het Panzió is het doodstil, er zit niets anders op dan onder de dekens te kruipen….. Bij mijn maatjes is het stil…..zal het zo blijven! Laat ons hopen aub.
Ik heb de kamer voor mij alleen zonder onze vriend Pol. Ik overloop onze reisweg voor morgen en val gemakkelijk in slaap.
’s morgens kil en grijs na de middag zonnig en 21°C