De roep van de nachtvogel
galmt over de open plek
de geheimen van het stille bos
de duistere diepten van het ven
*
Wonderlijk is de maan
Zij strooit zilverglans
over het bruine nevelwater
tussen lis en bevend riet
*
De dageraad verjaagt het grauw
Bloemen ontvouwen zich
Intens is hun zomers palet
Vergankelijk hun schoonheid
*
Een woudreus reikend naar de hemel
Majestueus is zijn aanschijn
Hij droomt slechts van groeien
Hij denkt slechts aan ruisen...
|