Een vrouw kwam langs mij in de bloedrode avondzon Slechts even zag ik haar Ze liep snel voorbij…
*
Ze neuriede een magisch lied een lied over eeuwige schoonheid over de betoverende zilverschijn aan het eind van haar dromen...
*
Nog lang voelde ik haar aura de pure vreugde die zij naliet En een teder verlangen bleef hangen zoet als de geur van een nachtbloem...
|