Duitsland heeft maandag 3,29 miljard euro opgehaald bij een plaatsing van staatspapier met looptijd van zes maand. Volgens de Bundesbank bereikte de rente daarbij met -0,0344 procent een nieuw laagterecord.

En ook Parijs volgt die trend bij plaatsingen van kortlopend papier die 6 miljard euro opbracht. Nooit eerder kon Frankrijk geld ophalen met een negatieve rentevoet.

De negatieve rentevoet illustreert de aantrekkingskracht van Duits en Frans staatspapier in financieel onzekere tijden. Een negatieve rente geeft immers aan dat beleggers bereid zijn te betalen om hun geld te beleggen in een 'veilige haven'. Wie in dit papier belegt, gaat er immers van uit dat hij zijn geld zeker terug zal zien.

"Sommige investeerders denken dat indien de eurozone ineenstort, ze op deze manier beschermd zijn door een sterke munt, namelijk de Duitse mark", licht hoofdeconoom Etienne de Callataÿ van Bank Degroof het nieuwe laagterecord voor het Duitse waardepapier toe.

"Het is een soort verzekeringspremie", klinkt het. "Investeerders hebben geen vertrouwen meer in de banken en richten zich op de landen die ze veilig achten."

Ook Denemarken en Nederland zijn lid van het kleine clubje Europese landen die van een negatieve rentevoet geniet. En voor Zwitserse obligaties waren beleggers dit jaar ook al bereid om te betalen voor hun belegging.

In Duitsland dateert het vorige record op de obligatie over zes maand van 11 juni, toen de Bundesbank gelijkaardige obligaties op de markt bracht aan -0,007 procent.

De Franse schatkist haalde maandag 3,917 miljard euro op met rentevoet -0,005 procent voor papier met een looptijd van drie maanden. Obligaties met einddatum op 27 december dit jaar brachten 1,993 miljard euro op, aan een rentevoet van -0,006 procent.