In een grondig gedocumenteerd
boek van zeldzame politieke incorrectheid heeft de Antwerpse auteur Wim van
Rooy enkele jaren geleden scherp uitgehaald naar de onoprechtheid van de
predikanten van het multiculturalisme. Van Rooy begint met een ferme uithaal
naar ons academische milieu, dat hij zonder dat zo te zeggen van komedie
beschuldigt.
Dat is verre van onterecht.
Verontwaardiging, die zo kenmerkend is voor het volk, mondt volgens de
geleerde dames en heren veel te makkelijk uit in wat ze meesmuilend populisme
noemen. Het volk eist immers maatregelen. Het is niet gediend van eindeloze
palavers over het geslacht van de engelen. Geconfronteerd met de concrete
gevolgen van een falend en hopeloos versleten beleid, wensen de mensen de
problemen opgelost te zien. Men leze er de opvattingen van Stephan Rummens en co
maar op na. Een gelijkaardige houding neemt Jan Blommaert aan, toevallig ook
iemand uit de extreemlinkse hoek.
Die heeft het niet begrepen op de
maatregel van het Antwerpse gemeentebestuur om immigranten te laten meebetalen
voor de kosten die ze veroorzaken. Erger nog vindt Blommaert dat sommige
illegalen gratis medicijnen tegen aids worden geweigerd. Oh, inbreuk op het
diep-menselijke recht op geneeskundige bijstand! En ja hoor, meteen wordt hij
bijgesprongen door een andere rode broeder: de onvermijdelijke Jozef de
Witte.
Meneer Blommaert weet natuurlijk
wel beter.
Ten eerste gaat het om slechts
enkele gevallen.
Ten tweede waren er in die enkele
gevallen wel degelijk verontschuldigingen in hoofde van het
stadsbestuur.
Niks daarvan, vindt Blommaert:
voor geneeskundige verzorging bestaan er geen uitzonderingen. Geen enkele. Punt,
uit. Ziedaar Blommaerts radicalisme. Men zou er haast voor in bewondering
neerknielen.
Maar één ogenblik, vriend
Blommaert! Als het waar is dat het recht op geneeskundige verzorging aan elk
ander recht vooraf gaat, waarom voer je dan geen actie om de overheden van het
oorsprongland te dwingen dit recht na te leven? Want als mensen de andere kant
van de planeet moeten opzoeken om geneeskundige verzorging te krijgen, is het
dan niet omdat de regering van hun eigen land in de fout is gegaan? Waarom die
sukkelaars zover weg van huis laten gaan of is het bedoeld? en ze nog op
extra-kosten laten jagen omdat hun eigen regering tekortschiet? Waarom moet een
reserve-overheid, de Antwerpse in dit geval, telkens weer opdraaien voor het
falen van de overheid die het éérst had moeten optreden?
Je kunt daarover een hele boom
opzetten. Geen Blommaertiaans woord daarover, natuurlijk.
En dan was het deze week alweer
prijs. Ene Jef Verschueren, die ons in zijn onbegrensde taalkundige wijsheid
hebben die taalkundigen (Blommaert noemt zich ook taalkundige) echt niets beters
te doen? - weet te vertellen dat elk nationalisme de neiging heeft naar
autoritarisme te verglijden, ook als het in den beginnen braaf is zoals dat
van De Wever. Want dat nationalisme is niets anders dan een omfloerst
identiteitsdiscours. Alles wat die identiteit kan bedreigen wordt gezien als een
aanval op voor de integriteit van het volk. Dat hoeft niet te leiden tot
uitsluiting van wie anders is. En dan komt het: Dat was de theorie toen. In
de praktijk zien we andere dingen, zowel toen als nu.
Het zou ons te ver leiden om de
kromrederingen van iemand die zich nochtans voorstelt als taalkundige even bloot
te leggen. Bijvoorbeeld: waar haalt Verschueren de suggestie vandaan dat de
praktijk ook nu andere dingen laat zien? Welke dan wel? Of zoiets als historisch
pars pro toto? Of waar haalt hij vandaan dat de theorie toen hij bedoelt
natuurlijk de tijd van de nazis (ook) anders was dan de toenmalige praktijk?
Ze was verdorie helemààl niet anders! Men kwam open en bloot uit voor
rasverbetering en tégen rasvermenging. Zelfs aan de Katholieke Universiteit van
Leuven waren er hoogleraren die openlijk antisemietische opvattingen koesterden.
Hoge nazis waren bij de Engelse landadel veelal graag geziene gasten. En Hitler
heeft over zijn ware bedoelingen ooit enige twijfel laten bestaan. Theorie en
vreselijke praktijk vielen in die jaren wél samen en komen, omgekeerd, van geen
kanten overeen met het nationalistische discours van vandaag.
Meer zelfs.
Hannah Arendt, de joodse filosofe
van het totalitarisme heeft in haar Origins of Totalitarism, in haar hoofdstuk
The Decline of the Nation-state, een scherp onderscheid gemaakt tussen
nationalisme en totalitarisme. Ze komt ronduit op voor een duidelijke,
betekenisvolle nationale staat, waar de burger zich in kan thuis voelen. Ze
sluit zich aan bij Edmund Burke - jaja: de favoriet van Dewever! -, die
verklaarde dat het veel wijzer is te spreken over De Rechten van de Engelsman
dan over de abstracte Rechten van de Mens. In Burkes visie valt namelijk het
recht op het bezit van een concrete nationale identiteit mee in de korf van
rechten. De vluchtelinge Arendt wist héél goed waarover ze
sprak.
Wat bezielt figuren als
Blommaert, Verschueren en Rummens e.a. toch, als ze zowat alles ondernemen om de
culturele rechten van minderheidsgroepen te promoten door het afbreken of
minimaliseren van het recht op nationale identiteit van ontvangende volkeren?
Waarom moet de ene identiteit ten allen prijze gepromoot worden en de bestaande,
nationale identiteit zoveel mogelijk verzwakt? Wat nog erger is: David Miller
wijst erop dat een samenleving niet kan bestaan zonder een gezonde dosis
onderling vertrouwen onder de burgers. Hoe groter de verschillen tussen die
burgers, hoe moeizamer dat vertrouwen tot stand komt. Neem nu dat dit benodigde
vertrouwen onder de drempel valt. Dan laat de toekomst zich zo voorspellen: er
ontstaat een strijd tussen de groepen om de macht. De zwaksten vaak de
immigranten dus zullen het onderspit delven. Wiens rechten worden hier
eigenlijk beschermd? Even herinneren aan Ruanda?
Omgekeerd is het bij herhaling
bewezen dat geïntegreerde immigranten vaak beter overtuigde nationale burgers
zijn dan de autochtonen, al was het maar omdat ze het verschil kennen. Maar
daartoe is dan nu net het bestaan van een sterke nationale identiteit
noodzakelijk.
Deze gedachten liggen zo voor de
hand, dat het bijzonder lastig wordt om te geloven in de afwezigheid van
kwaadaardige bedoelingen bij de schrijvers die ik hier op de korrel
neem.
Het idee dat oprijst is dat de
heren helemaal niet echt geïnteresseerd zijn in de rechten van wie anders is,
vermits het anderszijn in onze Vlaamse samenleving nu al ten overvloede
gepraktiseerd wordt: holebi, blank en zwart, religies, beroepsgroepen,
maatschappelijke klassen, verschillende politieke partijen, bloembollenkwekers
en wijnboeren enzovoorts. De ware bedoeling van de bedoelde multiculturalisten
is het afbreken van elke relevante en dus verplichtende nationale identiteit met
het oog op een algehele massificatie het plan van het totalitarisme, léés
Arendt heren!-, wat nodig is om hun utopische communistische heilstaat te
vestigen.
Zolang de eerlijke
multiculturalisten niet openlijk spreken, staan ze mee onder deze
verdenking.
Jaak Peeters
Februari 2013
|