Begin jaren zestig besloten twee broers uit Muswell Hill (Noord-Londen), Ray en Dave Davies, een professionele band te beginnen. Eind jaren vijftig hadden de broers in de pub The Clissold Arms hun debuut gemaakt als duo. Terwijl oudere broer Ray vervolgens de kunstacademie bezocht probeerde Dave met buurtgenoot en vriend Pete Quaife een band op te richten. De naam van de groep wisselde voortdurend en was vaak afhankelijk van diegene die een optreden wist te regelen. Af en toe werden ze door Ray bijgestaan op de piano. Nadat in de zomer van 1963 Ray definitief toetrad tot de band en drummer Mick Avory werd aangenomen noemde de band zich The Ravens, wat in het voorjaar van 1964 op advies van manager Larry Page veranderde in The Kinks. Volgens Ray was de naam afgeleid van een uitspraak van Page nadat hij Ray op een dag in een eigenaardige kledingcombinatie in de studio zag binnenlopen: You look like a Kink!
Al gauw boekten ze succes met liedjes als You Really Got Me en All Day And All Of The Night. The Kinks scoorden veel hits in Nederland en België, waaronder Tired Of Waiting, Set Me Free, Till The End Of The Day, Dedicated Follower Of Fashion, Dandy, Dead End Street, Waterloo Sunset, Autumn Almanac, Wonder Boy en Days. Hun grootste succes hadden zij echter in de zomer van 1966 met Sunny Afternoon.
Na afloop van hun tournee door de VS in de zomer van 1965 werd hen door de Amerikaanse regering vanwege unprofessional behaviour voor een periode van vier jaar verboden weer naar de VS te komen. Dit zorgde ervoor dat The Kinks werden uitgesloten van de grootste markt voor muziek ter wereld op een moment dat in de VS de zogenaamde Britse invasie op zijn hoogtepunt was. Ook kwamen The Kinks enigszins buiten het hele hippiegebeuren van de late jaren '60 te staan.
Ray Davies, de bandleider en liedjesschrijver, ging vanaf 1966 steeds meer nostalgische en introspectieve nummers schrijven. Muzikaal werden de liedjes van The Kinks steeds minder bepaald door ruige R&B-invloeden en meer door typisch Britse muziektradities als musichall en Engelse volksmuziek. Deze verandering van oriëntatie betekende geenszins dat de kwaliteit van de muziek van The Kinks erop achteruitging. In de periode 1966-1971 maakten ze volgens velen zelfs hun beste werk. The Kinks was een van de eerste bands die een zogenaamd conceptalbum maakten, te weten The Village Green Preservation Society uit 1968.
In 1970 hadden de Kinks een grote wereldhit met Lola. In 1972 scoorden ze opnieuw met het nummer Supersonic Rocketship, maar het superieure Celluloid Heroes ging roemloos ten onder. Veel diskjockeys vonden de lengte van het nummer bezwaarlijk, een vreemd argument als je bedenkt dat het nummer qua lengte niet veel verschilt van Hey Jude van The Beatles of Like A Rolling Stone van Bob Dylan. De meeste albums van The Kinks tot 1975 waren conceptalbums en rockopera's. Daarna gingen ze zich opnieuw meer op hardrock richten. Precies 10 jaren na het laatste singlesucces met Supersonic Rocket Ship scoorde de groep in de Verenigde Staten een top 10-hit met het nummer Come Dancing. Hierna volgden ook het Verenigd Koninkrijk en Europa. Het singlesucces werd niet op deze schaal gecontinueerd, al had de groep met de opvolgende single Don't Forget To Dance in 1983 een top 10-hit in Oostenrijk. Beide voornoemde singles kwamen van het album State Of Confusion. Dit album was tevens een afsluiting van een zeer succesvolle periode die begon in 1977 met de release van het Sleepwalker-album. Toen in 1984 het album Word Of Mouth uitkwam was de relatie tussen de broers Ray en Dave zo slecht dat Dave weigerde te touren. Hierdoor stagneerde de opgaande succesvolle lijn die de groep had gekend vanaf 1977. Ondanks alles bleven ze tot in de jaren '90 goede albums maken, maar het niveau van de jaren '60 en vroege jaren '70 zouden ze niet meer halen.
Momenteel treedt Ray Davies solo nog steeds op en hij geeft regelmatig soloconcerten.
Alison Moyet werd geboren in Billericay en groeide op in Basildon. Op haar zestiende ging ze van school. Na een tijdje in een winkel gewerkt te hebben begon ze een opleiding tot pianostemmer, waar ze echter na twee jaar mee ophield, omdat ze toen met de band Yazoo, waar ze samen met Vince Clarke in zat, een hit had met het liedje "Only You".
Moyet maakte met Yazoo twee albums, en de band kreeg een Brit Award voor Beste Nieuwe Band, voordat ze de band verliet om solo te gaan. Haar solodebuut noemde ze Alf, naar de bijnaam die ze van Vince Clarke gekregen had. Ze maakte verschillende cd's, won nog drie Brit Awards en verschillende andere prijzen, en tourde over de hele wereld. Ze staat in de top 5 van best verkopende Britse zangeressen ooit.
In 2001 speelde Moyet Matron Mama Morton in de musical Chicago, en kreeg goede kritieken.
Intussen brengt Moyet nog steeds goed verkopende albums uit.
Alison Moyet is getrouwd met David en heeft drie kinderen.
Johan Verminnen (Wemmel, 22 mei1951) is een Vlaamse liedjesschrijver en zanger. Hij werd vooral bekend dankzij nummers als "Laat me nu toch niet alleen", "Rue des Bouchers", "'k Voel Me Goed" en "Mooie Dagen". Verminnen werd geboren als jongste in een gezin van vijf kinderen en groeide op in Wemmel, net ten noorden van Brussel. In 2004 schreef hij een boek over zijn moeder: Prinses van het Pajottenland, in 2006 verscheen van zijn hand het boek De laatste boot, en in 2007Van Brussel naar de Wereld (in het kader van zijn nieuwe theatertournee). Deze drie boeken werden vergezeld van een speciaal opgenomen CD. Al van jongs af aan wou Verminnen zanger worden. Eerste ruimere bekendheid verwierf hij dankzij een televisie-optreden in het programma "Ontdek de Ster" in 1969, en zijn eerste plaat verscheen in 1971. In zijn beginjaren werkte hij nauw samen met Will Tura en Raymond Van het Groenewoud.
Vaak is Brussel het thema of de inspiratiebron van Verminnen's chansons, een stad waar hij zich nauw mee verbonden voelt. Een van zijn bekendste liedjes en tegelijk een klassieker op feest- en dansgelegenheden, is Rue des Bouchers uit 1979 (in het Nederlands Beenhouwersstraat, de bekendste horecastraat in het centrum van Brussel). Nochtans is dit nummer minder representatief voor Verminnens werk (het is in het Brussels dialect gezongen en heeft een volks, feestelijk ritme). Andere bekende liedjes van hem zijn Laat me nu toch niet alleen (1974), 'k Voel me goed (1981), Mooie dagen (1989). Het is in Vlaanderen minder bekend dat Verminnen ook heel wat Franstalige liederen opnam en daardoor ook in de Franstalige wereld enige bekendheid geniet.
Verminnen heeft zich ingespannen voor een aangepast economisch en juridisch statuut voor kunstenaars en richtte in 1992 mee de belangenvereniging Zamu voor zangers en muzikanten op. Sinds 2007 is Verminnen gedelegeerd bestuurder van de auteursrechtenvereniging Sabam.
Verminnen trouwde in 1986 met fotomodel Catherine Mattelaer, en een jaar later werd hun dochter Pauline geboren, waaraan hij een gelijknamig lied wijdde (1987). Tegenwoordig woont Verminnen in Hansbeke, een deelgemeente van Nevele.
Ze startte haar zangcarrière met het orkest The Adams waarvan de drummer, Marc Hoyois, later haar man zou worden. Haar eerste plaatje, Kussen onder regenbogen (een vertaling van "Küsse untern Regenbogen" van Manuela), werd geen succes. Dat kwam er pas met haar manager Robert Bylois. Ze zong Franstalige liedjes en ging op tournee door België en Frankrijk met Adamo.
In 1968 won ze de zangwedstrijd Knokke Cup samen met Jacques Raymond, Lily Castel, Nicole Josy en Hugo Dellas o.l.v. Anton Peters. Niet enkel haar stem, maar ook de kleding was opvallend: ze liet zich altijd kleden door de hippieontwerpster An Salens.
In 1970 en 1971 (met 'Dag vreemde man) deed ze vergeefs mee aan de preselecties van het Eurovisiesongfestival. Pas in 1975 mocht ze deelnemen aan het festival, dat gehouden werd in het Zweedse Stockholm. Ze zong het liedje Gelukkig zijn voor de helft in het Nederlands en voor het helft in het Engels. Maar haar duizend dromen omtrent een internationale carrière werden niet waar. Ze eindigde als 15e uit 19 deelnemers. Ann ging ontgoocheld terug naar huis.
In 1978 zong ze twee nummers van Bob Dylan: If I don't be there by morning en Walk out in the rain. Deze worden onterecht als "geschreven voor Ann Christy" bestempeld; Dylan had ze eerst al opgenomen.
In 1980 had ze een hit met het liedje De Roos, een cover van The Rose van Bette Midler, vertaald door Johan Verminnen.
In 1982 ging ze op tournee door Vlaanderen met Erik Van Neygen maar toen werd ze ernstig ziek.
In november2005 kwam onder impuls van Edwin Ysebaert een nieuw album uit met de titel 'Ik Deed Alsof Het Mij Niet Raakte'. Het bevat acht nooit eerder uitgegeven liedjes en drie liveversies van klassiekers als Dag Vreemde Man, Lisa is Lisa en Zal Ik Je Ooit Nog Zien. Zes van de acht nieuwe nummers komen uit de musical Midzomernachtsdroom en werden gecomponeerd en van tekst voorzien door Pieter Verlinden en Rita Van Dievel, de ouders van de bekende VRT-journalistPeter Verlinden.
In 2006 kwam een nieuw album uit met onuitgeven liedjes onder de titel HET BESTE. Opnieuw gebeurde dit onder de projectleiding van Edwin Ysebaert.
In 2005 was zij ook één van de kansmakers op de titel De Grootste Belg, maar haalde de uiteindelijke nominatielijst niet en strandde op nr. 102 van diegenen die net buiten de nominatielijst vielen.
Mary Isabel Catherine Bernadette O'Brien (Hampstead (Londen), 16 april1939 Henley-on-Thames (Oxfordshire), 2 maart1999) was een Britsepopzangeres. In 1964 werd ze als Dusty Springfield bekend. Zij was een van de meest populaire Britse zangeressen uit de jaren zestig. Met You don't have to say you love me bereikte zij in 1966 de eerste plaats in de Engelse hitparade. Haar album 'Dusty in Memphis' wordt, vooral door haar fraaie door de soul beïnvloede stem, beschouwd als een popklassieker. Na 1970 was het gedaan met haar populariteit. In 1974 werd het nummer 'Summer is over' uit 1964 alsnog een klein hitje omdat Radio Veronica dat gebruikte bij de acties voor het behoud van deze zeezender. In 1987 maakte zij onder de hoede van de Pet Shop Boys een kortstondige come-back, die enkele jaren duurde. Dusty Springfield overleed op 59-jarige leeftijd aan de gevolgen van borstkanker. Desondanks is haar invloed nog steeds erg groot op de huidige Britse blue-eyed soulzangeressen, zoals Amy Winehouse.
Madonna zit nooit om een stunt verlegen, en dat was tijdens haar concert in Parijs niet anders. 'Madge' sleurde een vrouwelijke fan het podium op en gaf haar 'a French kiss' om u tegen te zeggen. Het moet niet altijd Britney Spears zijn die de honneurs mag waarnemen.
Madonna is momenteel op wereldtournee om haar nieuwe album 'Hard Candy' voor te stellen.
'Superbad' krijgt karrenvracht nominaties MTV Awards
'Superbad' krijgt karrenvracht nominaties MTV Awards
De komedie 'Superbad' maakt met vijf nominaties de meeste kansen op een
MTV Movie Award. De film is onder meer genomineerd voor beste film.
Verder maakt Jonah Hill kans op de prijs voor beste komische acteur.
Het prijzengala vindt op 1 juni plaats in het Gibson Amphitheatre in
het Californische Universal City.
Enkele
andere films die meer nominaties in de wacht hebben gesleept zijn de
Disneyfilm 'Enchanted', 'Juno', 'Knocked up', 'Transformers' en
'Pirates of the Caribbean 3'.
Beste acteur Will
Smith ('I am legend'), Denzel Washington ('American gangster'), Michael
Cera ('Juno'), Matt Damon ('The Bourne Ultimatum') en Shia LaBeouf
('Transformers') maken kans op de gouden popcornbeker voor beste
acteur.
Beste actrice In de categorie voor
beste actrice zijn Amy Adams ('Enchanted'), Jessica Biel ('I now
pronounce you Chuck and Larry'), Ellen Page ('Juno'), Keira Knightley
('Pirates of the Caribbean 3') en Katherine Heigl ('Knocked up')
genomineerd.
Bad guy Ook de beste
filmslechterik krijgt een prijs. Dit jaar zijn onder anderen
Oscarwinnaar Javier Bardem, voor zijn ijzige rol in 'No country for old
men', en Johnny Depp als slachtende kapper in de musical 'Sweeney Todd'
genomineerd.
Zomerfilms Ook de zomerfilms
van dit jaar, waarvan er enkele nog niet eens zijn verschenen, worden
niet over het hoofd gezien. In de categorie beste zomerfilm tot nu toe
doen de blockbusters 'Iron man', 'Indiana Jones and the kingdom of the
crystal skull', 'Sex and the city: the movie', 'Chronicles of Narnia:
Prince Caspian' en 'Speed racer' een gooi naar de overwinning.
MTV-kijkers kunnen tot 23 mei op de Amerikaanse website
van de muziekzender stemmen op hun favorieten. De uitreiking van de
publiekprijzen wordt live uitgezonden en dit jaar gepresenteerd door
'Austin Powers'-acteur Mike Myers
Mariah Carey is dolgelukkig na haar huwelijk met Nick Cannon. "Ik heb
contact met haar gehad en ze is helemaal in de wolken", vertelt
Vogue-redacteur Andre Leon Talley.
"Echt verliefd" Vorige
week stapten de tortelduifjes, die elkaar nog maar kort kennen, in het
huwelijksbootje. Maar Talley weet nu al dat het een goede beslissing
was. In een e-mail die hij van de zangeres ontving, schreef ze namelijk
als "een vrouw die echt verliefd is".
"Perfect voor Mariah" De
redacteur is in zijn nopjes met de keuze van zijn goede vriendin. "Nick
Cannon is perfect voor Mariah", vindt hij. Vanavond treedt mevrouw
Cannon voor het eerst in het openbaar op sinds ze op de Bahama's
trouwde met de 27-jarige rapper en komiek. Ze zingt dan tijdens een
feestje van het Amerikaanse tijdschrift Time in New York.
Robinson heeft, zowel solo als lid van The Miracles, zeventig Amerikaanse Top 40 hits gehad tussen 1959 en 1990. Met The Miracles, waar hij van 1955 tot 1972 deel van uitmaakte, heeft Robinson twee Amerikaanse nummer één hits gescoord: The Tears of a Clown en Love Machine, Part 1. In 1975 haalde zijn solohit Baby That's Backatcha de eerste plek in de Amerikaanse lijst.
Een van zijn meer gedenkwaardige optredens is in Sesamstraat, waar hij tijdens het uitvoeren van zijn hit You really got a hold on me bijna wordt gewurgd door de letter U.
de jaren tooiden je met een mantel van genezen pijn, mistige wijsheid in je blik, je had me lief en ik... dacht dat je er steeds zou zijn. aloude geheimen verhaalde je onbewogen mond. je spraakgebrek kon rijmen, een plagerig mepje op m'n kont, je had me lief en ik... ik voel nog steeds je tik branden op m'n billen. weet je wat ik zou willen? uithuilen in je zilveren haar, uithuilen in een snik...
De set van de film 'Wit Licht', waarin Marco Borsato de hoofdrol speelt, is recent overvallen. Dat vertelde producent Chris Brouwer in het Nederlandse radioprogramma 'Met Het Oog Op Morgen'. Overvallers hadden het gemunt op een huis in Zuid-Afrika waar crewleden van de productie sliepen.
Extra bewaking Sinds de overval, die aan het begin van de draaiperiode plaatsvond, lopen op de set doorlopend extra bewakers rond. Verder wilde de producent weinig kwijt over het voorval. De opnames van de film, die plaatsvinden in Zuid-Afrika en Oeganda, duren tot eind juni.
Acteerdebuut Zanger Marco Borsato maakt in 'Wit Licht' zijn acteerdebuut. De regie is in handen van Jean van de Velde, die eerder onder meer 'Lek' en 'All Stars' maakte. De film verhaalt over vader Eduard (Borsato) die in een Afrikaans land op zoek gaat het vriendje van zijn zoon, dat door rebellen is meegevoerd.
Andere grote rollen Andere grote rollen in de productie zijn weggelegd voor de Nederlandse actrices Thekla Reuten en Ricky Koole. Reuten speelt een vrouw die Eduard helpt bij zijn zoektocht, Koole speelt de echtgenote van het hoofdpersonage. Ook spelen Abby Mukiibi Nkaaga en Sam Okelo mee, twee beroemde Oegandese acteurs die eerder te zien waren in Oscarwinnaar 'Last King of Scotland'.
Franco hield Cliff Richard van winst op Eurovisiesongfestival
Franco hield Cliff Richard van winst op Eurovisiesongfestival
Om Summer Holiday te bekijken druk op de foto.
. CLIFF Richard had met 'Congratulations' het Eurovisiesongfestival van
1968 moeten winnen, maar volgens een recente Spaanse documentaire heeft
de toenmalige Spaanse dictator Franco daar een stokje voor gestoken.
Richard
was de favoriet bij de bookmakers. Toch won de Spaanse kandidaat
Massiel met amper een puntje verschil met het nummer 'La La La'. Het
was de eerste overwinning van Spanje op het Eurovisiesongfestival. "De
uitslag stond van tevoren al vast", zegt Montse Fernandez Vila,
producer van de documentaire. "Franco had de overwinning 'gekocht'."
Spaanse
tv-bonzen reisden Europa door met de belofte minderwaardige
tv-programma's te kopen en minderwaardige acts in concertzalen op te
voeren in ruil voor stemmen. "Een overwinning moest het imago van
Franco's fascistische regime in het buitenland verbeteren."
Sedert ettelijke jaren heeft Eurovisie stemmen via nationale jury's afgeschaft, net om zulke fraude tegen te gaan.
Scarlett Johansson en haar vriend Ryan Reynolds zijn verloofd. De
23-jarige actrice en de 31-jarige acteur hebben wel nog geen datum
vastgepind, laat Johanssons manager weten.
Johanssons meest
recente films zijn onder andere 'The Other Boleyn Girl' en 'The Nanny
Diaries'. Ze maakte vooral naam met haar rollen in 'Lost in
translation' en 'Match point'.
De tortelduifjes zijn ongeveer
een jaar samen nu. Reynolds, onlangs te zien in 'Definitely, Maybe',
was eerder al verloofd met zangeres Alanis Morissette, met wie hij
begin vorig jaar brak.
Nadat de Beatles in 1970 uit elkaar waren gegaan, had Paul McCartney twee solo albums gemaakt: McCartney I en Ram. Reeds bij de opnamen van Ram had Denny Seiwell de drums gespeeld. Voor zijn derde album werd Denny Laine (ex-Moody Blues)
er bij gevraagd en Wings was ontstaan. Volgens Paul McCartney viel de
naam van de groep hem in tijdens de moeilijke geboorte van zijn dochter
Stella in 1971.
Het debuutalbum van Wings, Wild Life, werd uitgebracht in december 1971 maar werd slecht ontvangen. Met de toevoeging van gitarist Henry McCullough, ging de band op "verrassingstournee": de groep ging scholen en universiteiten langs en speelde daar onaangekondigd.
Vervolgens bracht Wings in 1972 een aantal singles uit. De eerste single "Give Ireland Back To The Irish" werd geboycot door de BBC,
maar haalde toch een 16e plaats in de top-40. Als reactie daarop werd
een kinderliedje uitgebracht "Mary Had a Little Lamb". De volgende
single "Hi-Hi-Hi" werd opnieuw geboycot BBC,
nu voor de vermeende seksuele lading en de verwijzing naar drugs. De
B-kant "C Moon" werd in plaats daarvan wel gedraaid. In oktober 1972
werd het nummer "Live And Let Die" opgenomen als soundtrack van de gelijknamige James Bond-film.
In 1973 kwam de eerste nummer-1-hit met "My Love". Dit nummer kwam van het album Red Rose Speedway.
Na een succesvolle tour door Groot-Brittannië, verlieten Henry
McCullough en daarna ook Denny Seiwell de groep. Wings reisde daarom
als trio af naar Lagos waar de opnamen plaatsvonden van het volgende album Band on the Run.
Dit album kreeg goede kritieken en werd het meest succesvolle album van
de band. Zowel het titelnummer als "Jet" werden grote internationale
hits. Het album zette Wings als groep op de kaart. Wings werd
vervolgens aangevuld door Jimmy McCulloch op gitaar en Geoff Britton op drums (die later weer werd vervangen door Joe English).
In die bezetting toog de groep in januari van 1975 naar New Orleans om het album Venus and Mars
op te nemen. Van dit album wordt het nummer "Listen to what the man
said" een hit. In het najaar van 1975 ging Wings op een wereldtournee:
Wings over the World. Deze tour startte in het najaar van 1975 in Bristol,
trok daarna naar Australië, Europa, Amerika en eindigde terug naar
Europa in september van 1976. Het Amerikaanse deel van de tour werd
vastgelegd op het 3 dubbel live album Wings over America. Eén van de shows in Seattle voor 60.000 mensen werd op video vastgelegd met de naam "Rockshow".
Het album Wings At The Speed Of Sound werd opgenomen in
januari 1976. Na het Australische deel van de Wings over the World -
tour, nam Wings een korte pauze voor vakantie en in januari 1976 werd
tijd gereserveerd in de Abbey Road Studios in Londen om Wings at the Speed of Sound op te nemen. Het was de eerste keer dat Wings weer een album in Engeland opnam sinds Red Rose Speeway. Van dit album kwamen twee grote hits: Silly Love Songs em Let 'em in. Silly Love Songs was een reactie van Paul McCartney op criticasters dat zijn songs te oppervlakkig zouden zijn.
Vanaf februari 1977 werkte Wings aan het vervolg-album London Town,
maar de derde zwangerschap van Linda McCartney betekende dat er veel
meer tijd was voor de opnamen dan gepland. De opname sessies worden
daarom voortgezet op de boot "Fair Carol" in de Maagdeneilanden. Tijdens de opnamen verlaat Jimmy McCulloch Wings voor The Small Faces en Joe English gaat met heimwee terug naar Amerika. Tijdens de opname sessies, in september 1977, wordt ook het nummer "Mull of Kintyre" opgenomen als ode aan het gelijknamige schiereiland in Argyll, Schotland, waar Paul McCartney een huis heeft. De single Mull Of Kintyre
is een enorme hit, maar komt niet op het album. De single was de meest
verkochte single ooit tot deze in 1984 voorbij werd gestreefd door "Do
They Know It's Christmas" van Band Aid. Tot op de dag van vandaag blijft "Mull of Kintyre" één van de meest verkocht platen die niet voor liefdadigheid werd gemaakt. Uiteindelijk wordt het album London Town in maart 1978 uitgebracht. Het titelnummer en vooral "With A Little Luck" worden hits.
Later in 1978 komen Laurence Juber en Steve Holly bij de band. Beïnvloed door punk en new wave wordt het geluid van Wings ruiger, wat blijkt uit het album Back To The Egg
uit 1979. Dit album wordt goed ontvangen, maar verkoopt
verhoudingsgewijs matig. Op deze plaat staan twee nummers van het
speciaal opgerichte Rockestra met John Bonham en John Paul Jones van Led Zeppelin, Gary Brooker en Pete Townshend van The Who. In 1979 ligt Wings verder grotendeels stil en Paul McCartney werkt aan zijn derde soloplaat McCartney II.
Dit album bevat vooral experimentele muziek die sterk leunt op
synthesizers. In november en december van 1979 treedt Wings voor het
laatst op in Groot-Brittannië. Tijdens een show in Glasgow wordt een live-versie van het nummer "Coming Up" afkomstig van het album McCartney II opgenomen. Dit nummer wordt in 1980 een grote hit, maar het zou tevens de laatste single van Wings worden.
Plannen voor een nieuwe wereldtournee in 1980 worden afgelast in januari 1980 wanneer Paul McCartney op het vliegveld van Tokio
wordt gearresteerd voor het bezit van drugs. Hij wordt na 10 dagen vrij
gelaten, maar de tournee wordt toch afgezegd. In 1980 werkt Wings door
aan nieuwe nummers, maar die worden niet uitgebracht. Laurence Juber en Steve Holly verlaten daarom Wings. Uiteindelijk wordt op 27 April 1981 bekend gemaakt dat ook Denny Laine Wings zal verlaten en dat daarmee Wings ophoudt te bestaan.
In de beginjaren werd Wings vaak beschouwd als een soort begeleidingsband voor Paul McCartney. Na het succes van Band on the Run
wordt Wings echter steeds meer beschouwd als een echte band. Zo
schreven zowel Denny Laine als Jimmy McCulloch enkele songs voor Wings.
Daarnaast verzorgden Denny Laine, Jimmy McCulloch, Joe English en Linda
McCartney enkele malen de 'lead vocal'. Het was echter duidelijk dat
Paul McCartney de leider en de ster van Wings was. Gedurende de 10 jaar
dat Wings bestond, waren er nogal wat personele wisselingen, waarbij
Wings tweemaal werd gereduceerd tot een trio.
Faith No More (soms afgekort tot FNM) is een rockgroep uit San Francisco, Californië. Ze werd in 1982 opgericht, en bestond tot 1998. Faith No More is bij het grote publiek waarschijnlijk het bekendst door de hits "Epic" en "Easy", een cover van de Commodores.
De muziek van Faith No More laat zich omschrijven als een kruising tussen metal, hiphop, funk, popmuziek en progressive rock, en zelfs soul-, jazz- en country-invloeden zijn te horen in enkele songs. Hun stijl wordt soms ook wel alternative metal genoemd. De band wordt beschouwd als een van de belangrijkste voorlopers van het nu-metalgenre.
Faith No More was in die tijd vooral berucht om de gevechten die binnen de band plaatsvonden. In 1988 werd om die reden Mosley uit de band gezet en vervangen door Mike Patton.
Mike Patton is een sterke zanger, die zonder problemen kan overschakelen van rappen
in zingen en eenvoudig verscheidene zangstijlen en -genres weet te
beheersen. Mede dankzij zijn vocalen werd de single "Epic" een grote
hit; de bijbehorende videoclip was regelmatig op MTV te zien. Het derde album The Real Thing werd mede dankzij deze hit een groot succes en de doorbraak was een feit.
In 1992 kwam het vierde album uit, Angel Dust.
Ook dit album was een succes. Na de tournee voor dit album verliet Jim
Martin, de gitarist, de band. Hij werd voor de opnamen van het vijfde
album (King for a Day, Fool for a Lifetime uit 1994) vervangen door Trey Spruance, de gitarist van Mike Pattons voormalige band Mr. Bungle. Spruance werd tijdens de tournee vervangen door Dean Menta, die weer tijdens de opname van het zesde album Album of the Year uit 1997 werd vervangen door John Hudson.
Op 20 april1998 werd de band ontbonden, waarna alle leden hun eigen weg gingen. Zo richtte Mike Patton Fantômas op. Eind 1998 verscheen het verzamelalbum Who Cares A Lot?, als een terugblik op de carrière. Drummer Mike Bordin sloot zich, kort na het opheffen van Faith No More, aan bij Ozzy Osbournes band.
Zijn eerste succesvolle album You don't mess around with Jim maakte hij in 1972. Van dat album is vooral Operator bekend geworden. In 1973 brak hij echt door met de single Bad, bad Leroy Brown. Dit liedje is later succesvol gecoverd door Frank Sinatra.
Vanwege zijn toenemende succes begon Croce in 1973 aan een volgende
tournee. Na een optreden in Natchitoches is hij omgekomen bij een
vliegtuigongeluk.
Jim Croce is vooral bekend geworden met melodieuze, gevoelige liedjes zoals I got a name en Time in a bottle. Dit laatste nummer en ook andere van zijn songs zijn in Nederland vertaald en bewerkt door Cornelis Vreeswijk.
Meer dan vijftig kostuums die zijn gedragen door The Supremes worden
deze maand tentoongesteld in een Londens museum. Voormalige Supreme
Mary Wilson noemt de tentoonstelling "een droom die uitkomt".
"Ik
bewaar deze outfits al langer dan dertig jaar", zegt de nu 64-jarige
Wilson. "Ik ben dolblij dat ze worden tentoongesteld." Na de
tentoonstelling in het Victoria and Albert Museum in Londen gaat de
show op tournee naar musea in Blackpool, Birmingham en Bristol.
The
Supremes begonnen in 1959 als een dameskwartet onder de naam The
Primettes. De groep bestond na enkele wisselingen uit Diana Ross, Mary
Wilson en Florence Ballard, die hits scoorden als 'Baby love' en 'Stop!
In the name of love'.