Huizen hebben voor fiscus al 30 jaar zelfde waarde
De kadastrale inkomens van huizen en appartementen zijn al in 30 jaar niet meer herzien. Ook al staat er sinds 1975 in de wet dat er om de tien jaar een herwaardering moet gebeuren. Maar daar heeft zich sinds 1979 geen enkele minister meer aan gewaagd.
Wat je jaarlijks betaalt aan onroerende voorheffing (grondbelasting) wordt berekend op basis van je kadastraal inkomen. Alleen zijn die kadastrale inkomens vaak niet meer realistisch.
Alles hangt af van wat dat pand in 1975 waard was aan huur voor een heel jaar. Toen is ook rekening gehouden met de ligging. Maar als dat vroeger een topligging was en nu een achterstandsbuurt, heb je dus pech.
Ook het bouwjaar, de aanwezigheid van centrale verwarming of een badkamer, deed bij de schatting van 1975 het bedrag oplopen. Of die huizen intussen voorzien zijn van verwarming en badkamer, weten ze bij het kadaster alleen als de eigenaars dit laten weten. Of als de eigenaars een stedenbouwkundige vergunning hebben aangevraagd.
Indexering
Sinds 1991 int Vlaanderen de onroerende voorheffing. Vanaf dan is de grondbelasting ook geïndexeerd. Die indexering staat trouwens op de belastingbrief. Voor elke 100 euro die je in 1991 betaalde, dok je dit jaar 163 euro af.
Vlaanderen heft 2,5 procent van je geïndexeerd kadastraal inkomen, de provincie Limburg vraagt daarnaast zelfs vier keer wat je aan Vlaanderen betaalt (400 opcentiemen) en is daarmee de duurste provincie in Vlaanderen. Antwerpenaren betalen bijvoorbeeld maar 2,9 keer de Vlaamse belasting.
Een herziening op Vlaams niveau zou ook kunnen, want Vlaanderen heft de belasting.
|
