Vele maanden later, na de eerste hondensoep bij de paters is er nog een vervolg gekomen.
We woonden toen in Gummi een stad ongeveer 250 kilometer ten zuiden van Seoul.
We hadden er al vlug kennis gemaakt met Herbert, een Duitse pater benedictijn.
Hij woonde in een klein huisje, dicht bij de kerk, en hij was een echte missionaris in hart en nieren maar ook een levensgenieter, later nog wel wat meer hierover.
Om in zijn levensbehoeften te voorzien had hij een klein fabriekje waar cementen snelbouwblokken werden gemaakt. Doch deze job liet hij over aan een oude Koreaanse man.
Ondanks wij daar maar een goed half jaar gewoond hebben wij daar echt dolle avonturen meegemaakt.
Onder andere, het hondensoupeetje nummer twee.
Hetzelfde scenario als vorige keer, maar nu had de oude man het restaurant gereserveerd. We waren met een twintigtal personen en het restaurant was voor alle andere bezoekers gesloten. Herbert en de oude man waren er natuurlijk bij.
Bij de gasten was er één Duits koppel die dachten dat de uitnodiging een grap was; hond eten, grapje zeker ! Toen alles bleek echt waar te zijn, zijn ze verontwaardigd terug naar huis gekeerd en hebben er hun poedeltje nog eens extra vertroeteld.
Dit maal mochten zelfs de vrouwen meekomen, het restaurant was toch gesloten voor de Koreanen. Maar zij kregen toch geen hondensoep, voor hen was er geit klaargemaakt. Vrouwen mogen echt geen hond eten volgens de Koreaanse traditie. Hond is voor mannen!!!
Weer hetzelfde; 'delicieus' is anders, maar we hadden het toch weer eens meegemaakt.
De vrouwen waren gelukkiger, zij vonden de geit best lekker.
Misschien zit het dus toch tussen de oren, Herbert en de Koreaan hebben van de soep genoten.
Met de nodige kaoling, een sterke witte alcohol, ging de hondensoep er wel in.
Op een zeker ogenblik komt de serveerster, of was het de eigenares, het restaurant binnen met een klein schoteltje met daarop een langwerpig stukje vlees, een beetje worstvormig.
Zij vroeg wie de eregast was !
Ogenblikkelijk ging er een alarmlampje knipperen, die Koreanen eten dan ook alles! Alarm !
Na een korte beraadslaging hebben we de oude Koreaan tot eregast gepromoveerd, wat zeker geen slechte keuze was; hij was de oudste en hij had toch het feestje geregeld.
Hij kreeg dus het speciale lekkere hapje. Ik zie nog altijd duidelijk voor mijn ogen hoe hij het brokje smakelijk zat af te knagen, want er zat een beentje in. Was het dan toch niet wat we dachten dat het was ?
Toch, het was de penis van de hond maar er was een beentje ingestopt om het stukje recht te houden. Grote hilariteit bij de vrouwen die nu eindelijk, naar eigen zeggen, begrepen hoe alles in mekaar zat.
Ik heb het beentje later meegenomen naar België en daar door een slager laten controleren.
Hij wist het niet onmiddellijk maar dacht dat het om het scheenbeen van een geit ging, waarschijnlijk juist dus.
Ik heb dit penisbeen nog lang gehad maar ben het nu kwijt.
Dit was het laatste hondeneten verhaal. 't Zal verder over andere beesten gaan.
Hondenliefhebbers raad ik aan om niet verder te lezen. Het gaat hier over keukenverhalen, zie je ? Het gaat niet over hot-dogs !
In Korea wordt hond gegeten en hond wordt er aanzien als een speciaal gerecht dat nodig is bij gebrek aan krachten, vooral mannen hebben hier nogal eens last van blijkt, volgens de Koreanen toch.
Er zijn trouwens veel landen waar hond op het menu komt.
De Koreaanse gezondheids hondensoep, want dat is een beetje de vertaling van het woord poo shin tang wordt verkocht in speciale restaurants, die er hun enige specialiteit van maken.
Wij werkten nu al drie jaar in Korea en wij wilden ook wel eens een hondensoepje proeven. Het kan toch niet om ergens zo lang te wonen en nooit geproefd te hebben van een authentieke lokale specialiteit. Maar... in die speciale restaurants zouden we als buitenlander nooit binnen mogen. Vreemdelingen worden daar geweerd als de pest en met alle mogelijke argumenten vriendelijk aan de deur gezet.
Daarbij, onze taalkennis was absoluut onvoldoende om de restauranthouders te overtuigen van onze onschuldige bedoelingen.
Dus wij moesten een gids hebben die verstaanbaar Koreaans kon spreken en die de zaak kon regelen voor ons. Geen enkel probleem, we kenden reeds lang twee Belgische missionarissen, paters Salesianen. Eén daarvan, Luc was het meest geschikt, hij kwam veel op straat en kende Seoul, de hoofdstad van Korea zoals zijn binnenzak en hij sprak vloeiend Koreaans.
Dus wij hebben hem gevraagd om ergens in zo een restaurant een tafel te reserveren voor een achttal bleekneuzen en hijzelf natuurlijk ook.
Het lukte; volgende woensdag zou het hondenfeestje doorgaan!
Enkele dagen voordien nog even naar Luc gebeld om te vragen dat alles in orde zou komen ?
Ja, ja , maar ik heb tegen onze zusters, dat zijn de nonnekens die voor hem en zijn confrators kookten, gezegd dat ik woensdag niet zal komen eten omdat wij dan poo shin tang gaan eten in de stad. De nonnen hebben voorgesteld om zelf hondensoep te maken, want zeggen ze, die westerlingen die zullen dat toch niet lusten en 't kost zo veel geld en hun vrouwen mogen niet mee in 't restaurant en nog een hoop redenen om ervoor te zorgen dat zij die de soep zouden mogen maken. (Misschien in de hoop om zelf de resten te mogen opeten ?)
Akkoord; dus hondensoep bij de paters en bij de nonnen! Maar onze vrouwen hadden reeds lang andere regelingen getroffen en zij zouden ergens, pateekes of zo wat gaan eten, gezellig kletsen onder vrouwen.
De nonnekens wisten niet dat de vrouwen niet zouden meekomen en hadden voor hen frieten voorzien, ingeval ze de hond ( waarschijnlijk) niet zouden lusten of wilden eten.
De hondensoep zelf was niet denderend; het probleem schijnt tussen de oren te zitten, maar we hebben er ons dapper doorheen gezwoegd. Hond met frieten en een pint bier . Luc heeft ook nog de pot mayonaise op tafel gezet. Kan het nog Belgischer ?
Deze Luc is Luc Van Looy, nu bisschop van Gent ! Rechts op de foto.
De linkse, goed vermomd ben ik ! Dan ook maar erbij vermelden dat die zwarte in het midden Marc Cuvelier is, afkomstig van Gullegem.
Op dit eigenste ogenblik dat ik met twee vingertjes dit
stukje zit te tikken op het toetsenbord van de PC was de RMS Titanic aan het
zinken, nu exact honderd jaar geleden...
De Titanic, het megalomaan project van de Britse White Star
Line, het schip dat niet kon vergaan...!
Vroeger vertelde meester Sander in de klas, het vierde
leerjaar, heroïsche verhalen over het zinken van de Titanic. Vooral over het
heldhaftig gedrag van het orkest is mij tot hiertoe levendig bijgebleven. Ik
zie ze daar nog altijd in mijn kinderlijke verbeelding staan, met hun gedrieën,
een accordeonist, een gitarist en een drummer, tot aan hun knieën in het water
en zij speelden onafgebroken vrolijke deuntjes om de angstige passagiers vrolijk te stemmen... Toen
het water tot aan hun kin steeg speelden zij uiteindelijk, Nearer My God To Thee... Nader
mijn God tot U...
Daarna zongen wij ook deze mooie hymne, diep ontroerd, om
onze solidariteit met het orkest te betonen... en dan was het speeltijd...
Het schip beschikte over verschillende eetzalen. In de zaal voor
de eerste klasse passagiers kon ookà la carte gegeten worden, met alle nodige
luxe van dien.
Er was een aparte zaal voor de tweede klas passagiers en een
eenvoudige eetzaal voor de derde klas reizigers. Alle info is zo te vinden bij Wikipedia.
In de vroege ochtend van 15 april, zonk de Titanic. 1581 Slachtoffers
werden genoteerd zowel bij de passagiers als bij de bemanning.
De lunchkaart van die dag werd per toeval gered door de vrouw van een Amerikaan, Washington Dodge, die de ramp overleefde en deze kaart werd onlangs geveild voor 91.000 euro... 122.000 dollar. Op de avond van 14 april 1912 genoten nog een aantal eerste
klas passagiers op de Titanic van een privé feest in het à la carte
restaurant.
Dit was hun menu :
Titanic's First Class Dinner Menu
As served on the Titanic April 14th, 1912
First Course ~ Hors d'Oeuvre
Canapes a l'Amiral
Oysters a la Russe
Second Course ~ Soups
Consomme Olga
Cream of Barley Soup
Third Course ~ Fish
Poached Salmon With Mousseline Sauce
Eighth Course ~ Salad
Asparagus Salad with Champagne Saffron Vinaigrette
Ninth Course ~ Cold Dish
Pate de Foie Gras
Tenth Course ~ Sweets
Waldorf Pudding
Peaches in Chartreuse Jelly
Chocolate Painted Eclairs with French Vanilla Cream
Eleventh Course ~ Dessert
Assorted Fresh Fruits and Cheeses
After Dinner
Coffee, Cigars, Port
Dit lijkt op her eerste zicht een zeer overvloedig en
overdadig menu maar dit was in het begin van de twintigste eeuw heel gewoon.
Een volledig menu bestond toen uit zeventien gangen. Hier zijn het er maar
elf, dus nog vrij sober.
Dikwijls worden twee gerechten genoemd tijdens een gang...
Daarvan kon je kiezen, het moest niet allemaal gegeten worden.
-Er waren twee hors doeuvres, een canapé Amiral,
een ovale toast gesmeerd met garnalenboter en rondom belegd met garnalenstaartjes.
In het midden van de toast kwamen eitjes van langoest. De andere keuze waren
oesters op zijn Russisch. Een onduidelijk recept maar waarschijnlijk oesters belegd
met een schepje kaviaar.
-Twee soepen, een consommé en een gebonden soep.
De consommé Olga heeft als garnituur een julienne van prei, knolselder,
wortelen en een soort komkommer. Een Russische komkommer die agourci genoemd
wordt.De andere soep is een eenvoudige
roomsoep die gebonden werd met gerstemeel, iets dat wij nu niet meer kennen,
maar in de oude keuken vrij veel gebruikt werd als bindmiddel voor soepen.
-Dan kwam er een gepocheerde zalm met
mousselinesaus. Dit klinkt zeker niet vreemd!
-Dan zijn we reeds aan de vierde gang. De filet
mignon Lili is een klein stukje gebakken rundfilet, belegd met een
artisjokbodem waarin een sneetje foie gras. Een schijfje truffel en truffelsaus
als begeleiding. Het vlees zelf werd gedresseerd op een crouton van pommes
Anna... een soort aardappelkoekje. De Chicken Lyonnaiseis een beetje onduidelijk maar Lyonnaise
duidt steeds op het gebruik van uien. Hierbij kwam dan een gevulde courgette.
-Dan was er lamsbout met muntsaus, een typisch
Engels gerecht of gebraden eend bestreken met een lak met calvados. Als
begeleiding was er appelmoes. Een tweede
keuze was gebraden ribstuk forestière. Met paddenstoelen en spekjes. Als
algemene begeleiding, chateau-aardappelen,
erwtjes met munt en worteltjes in roomsaus.
-Dan kwam er een punch Romaine...Een sorbetachtige schuimige drank, een
tussendoortje om de eerste maaltijd af te sluiten en dienende als aperitief om de
tweede te beginnen. Dit was vroeger een zeer ingeburgerde gewoonte.
-Daarna werd er als braadvlees, geroosterde duif
met waterkerssalade opgediend.
-Dan asperges met champagne en
saffraanvinaigrette.
-Nu komen de nagerechten; een Waldorf pudding
waarvan ik de samenstelling niet ken. Naar het schijnt een eigen recept van de
White Star Line. Perziken in gelei met Chartreuselikeur. En eclairs, je weet
wel langwerpige soezen, afgewerkt met chocolade en Franse vanilleroom.
Pasteibakkersroom zeggen we nu.
-Tenslotte verse vruchten en kaas. In welke
volgorde is niet vermeld want daarover werd er toen nogal wat gediscuteerd...
-Uiteindelijk was er dan nog port, sigaren en
koffie...
Of de passagiers ooit aan de sigaren en de port geraakt zijn
wordt ook niet vermeld...
Voor de jeugdige lezertjes: de ondergang van de Titanic is
geen hersenspinsel van James Cameron,
om aan Leonardo DiCaprio en KateWinslet een mooie rol aan te bieden maar was de harde realiteit...
Categorie:Reisverhalen Tags:Titanic, laatste menu, de gerechten
01-04-2012
Een notoire vreetpartij
.
In een oud Franstalig boekje, Histoire de la cuisine, heb ik een interessante tekst gevonden die het
verhaal vertelt over een fameuze weddenschap.
Het oude boekje zelf werd heruitgegeven in 1967 en de tekst
werd geschreven door Alexandre Dumas. Die van de drie musketiers, ja, ja... Wanneer
Dumas de tekst juist geschreven heeft is niet terug te vinden maar het moet ongeveer
rond 1830 geweest zijn.
Het waar gebeurde verhaal gaat over een weddenschap. Iemand
beweert dat hij een menu van 500 franc alleen kan verorberen. Het gaat hier wel
over oude Franse francs van uit die tijd..
Na wat zoekwerk heb ik gevonden dat een bediende toen
ongeveer 166 franc per maand verdiende. Dus een menu waarvoor drie maanden moet
gewerkt worden door een gewone bediende, zou door één persoon in één keer
opgegeten worden...
Peter Goossens, Noma
en konsoorten kunnen hier nog iets van leren...!
Le vicomte de
Vieil-Castel was de uitdager. (Een
vicomte is een burggraaf!)
Ik zal het verhaal niet letterlijk vertalen want de verhalen
uit de 19e eeuw zijn meestal oersaai...
Dus de burggraaf gaat een weddenschap aan met zes van zijn
vrienden dat hij een menu van 500 francs in één keer tijdens het diner kan opeten.
Het restaurant waar dit zal gebeuren is het Café de Paris
... te Parijs...
De burggraaf gaat afspreken met de maître dhôtel van het
restaurant om het menu te reserveren. Het is tijdens de wintermaanden en de
jacht is reeds gesloten.
Mijnheer de
Veil-Castel wil toch allerlei zomervruchten en groenteprimeurs, en hij wil
ook wild op het menu.
Het etentje wordt daarom voor een week uitgesteld.
Naast de uitdager zouden twee juryleden, zittend aan
tafeltjes links en rechts van hem controleren of ook alles opgegeten zal worden
en of er niet vals gespeeld kan worden.
Wat er op het menu stond was door niemand geweten, alleen de
maître dhôtel en de burggraaf wisten het.
De week nadien was het de avond van het diner.
Als eerste gerecht kwamen er twaalf dozijn (144) Oostendse
oesters op tafel en een half flesje Johannisberg(D) op tafel. De vicomte had er blijkbaar zin
in en bestelde nogmaals twaalf dozijn oesters en nog een half flesje van
dezelfde wijn.
Toen kwam er kom zwaluwnestjessoep op tafel die door de
vicomte in een grote teug uitgedronken werd.
Tegen de juryleden zegde hij toen; ik voel mij echt en forme
vandaag en ik heb wel zin in een extra hapje. Ik zou me wel een fantasietje
willen veroorloven. Ik hou zoveel van biefstuk met aardappelen... (Waarschijnlijk gebakken of gebraden
aardappelen)
Garçon : un bifteck aux pommes... !
Toen de garçon verwonderd opkeek repliceerde monsieur le
vicomte: wel hoor je niet goed misschien?
De juryleden merkten hierbij op dat het menu toch al
vastgelegd was. Ja, voegde de vicomte er aan toe,maar ik zal dit fantasietje wel uit mijn
eigen zak betalen...
De biefstuk werd tot de laatste draad opgegeten.
Breng nu de vis commandeerde de vicomte!
Heren van de jury verklaarde de burggraaf, dit is een féra, een vis die alleen in het meer
van Genéve gevangen kan worden. Gisteren gevangen en in water van het meer naar
Parijs getransporteerd. Vanmorgen heb ik de vis nog levend gezien... (de féra is een houting...)
Vijf minuten later waren er op het bord alleen nog de graten
terug te vinden.
Breng de fazant naar binnen..!
De fazant met truffels werd nu gebracht... en breng mij de
tweede fles bordeaux.
Maar de ortolanen werden nog niet opgediend mijnheer... moet
u die niet meer vroeg de ober?
Dat was een vergissing, eerst moesten de ortolanen nog
komen, maar de fazant was reeds van tafel verdwenen, alleen de beentjes bleven
er nog.
Tien ortolanen (kleine
vogeltjes) in saus werden binnengebracht... met een fles bordeauxwijn.
In tien happen werden de vogeltjes verorberd... ook een
tweede fles rode bordeaux ging er aan.
Mijne heren sprak de vicomte toen, breng nu de entremets;
de asperges, de erwtjes, een ananas en de aardbeien.
Als wijn een halve fles Constance. (Een Zuid-Afrikaanse wijn, toen zeer gegeerd)
Breng ook nog een halve fles Xéres retour de
lInde...
Alles werd netjes opgegeten en opgedronken tot de laatste
druppel...
Mijne heren, de vicomte stelde de vraag, is alles verlopen
zoals het hoorde?
De jury kon alleen maar beamen dat er geen onregelmatigheden
gebeurd waren.
De maaltijd had een uur en veertien minuten geduurd!
Garçon, de rekening!
De garçon bracht de rekening en die werd ervaren als correct
opgesteld.
Vieil-Castel incasseerde zes biljetten van duizend franc, de
som waarvoor hij de weddenschap afgesloten had.
Zesduizend francs, een som waarvoor hij anders vier jaar zou
moeten werken.
Niet slecht verdiend, en dat op een nog niet eens
onaangename manier.
Xéres retour de
lInde...
Xéres is het Franse woord voor de Spaanse wijn die wij hier
op zijn Engels sherry noemen.
Een alcoholrijke wijn afkomstig van het plaatsje Jerez de
la Frontera helemaal in het zuiden van Spanje, dicht tegen de Portugese grens
aan.
Een retour de lInde is een sherry (of madera) die per
zeilboot mee naar Indië genomen was en nadien weer terug kwam naar Spanje. Door
de permanente verwarming van de wijn en het schudden van het zeilschip
verbeterde de kwaliteit van de sherry en werd naargelang ook duurder..
Féra
De féra
is een vis die nu niet meer bestaat. Het is een soort houting, en wie weet
wat dat is?
De vis bestaat niet meer omdat hij toentertijd eigenlijk een
foutieve benaming gekregen had...
Naar het schijnt was het wel een zeer smakelijke
zoetwatervis, die nu als houting nog steeds gevangen wordt.
Categorie:Reisverhalen Tags:Maaltijd van 500 franc, weddenschap, vreetpartij met jury
04-09-2011
Tabouleh
Omdat het vandaag mooi weer was dacht ik zo, laat ons eens
een typisch gerecht maken dat geschikt is bij een zonnige, lekkere zomerse dag...
zoals vandaag.
Maar...
Nu op dit ogenblik dat ik dit schrijf is het weeral aan het
regenen dat het giet en de bliksems priemen langs alle kanten uit de lucht!
Volgende week zal het er niet veel op verbeteren vertelde Frankske de Boze daarstraks
nog!
Maar ik zal volharden in de boosheid, en doorgaan, regen of
geen regen!
Tabouleh is echt een gerecht voor een zonnige dag. De
oorsprong ligt in het Nabije-Oosten. Libanon wordt meestal als land van
herkomst genoemd maar ook Armenië en Cyprus maken aanspraak op de oorsprong van
dit gerecht. Tabouleh maakt deel uit van de typische mezze zoals die in de
kleine oosterse restaurants en eethuisjes gegeten worden als eerste gerecht, of
als hapjes bij het aperitief... iets wat zij volgens de leer van Allah niet
mogen drinken.
Raki of ouzo mag wel gedronken worden, want als je daar
water bij doet kleurt het drankje wit. Als Allah dan toevallig vanuit de hemel
naar beneden kijkt denkt hij dat de overtreder melk drinkt... ! Dit heb ik niet
zelf uitgevonden, een Turk heeft het mij geleerd... na het vijfde glaasje raki..!
Voor tabouleh bestaan er ook weer zoveel recepten als er
koks zijn. Maar het komt er op neer dat geweekte bulgur of bij gebrek hieraan grove
couscous gemengd wordt met veel gehakte peterselie en munt. Daarbij gaan
stukjes tomaat en komkommer. Dit alles wordt afgewerkt met citroensap en
olijfolie.
Diverse andere toevoegingen zijn mogelijk, zowel kruiden als
groenten. Ieder heeft daar zowat zijn eigen idee over.
Eerst en vooral hebben we bulgur, ook geschreven als
bulghour, nodig.
Bulgur is tarwe die eerst geweekt werd, daarna gebroken en
dan weer gedroogd. Bulgur bestaat in twee, zelfs drie versies. Grof, fijn en
ook als bruine bulgur of witte bulgur. Voor dat laatste is het buitenste vlies van
de tarwe verwijderd.
De betere supermarkt of reformwinkel zal het wel verkopen,
anders te rade gaan bij de Turkse supermarkt waar het product ook veel
goedkoper zal zijn. Grove bulgur wordt in de Turkse keuken dikwijls gebruikt op
dezelfde manier als rijst.
Bij gebrek aan bulgur kan ook grove couscous gebruikt
worden.
Verder is er veel peterselie nodig, hoeveel, daar heeft ook
ieder zijn eigen idee over. Volgens de klassieke norm zeer veel, zelfs zoveel
dat de tabouleh er groen door kleurt.
Ook munt is een onmisbaar kruid in tabouleh.
Als je ooit een potje munt koopt in de supermarkt en je plant
dit nadien in de tuin, krijg je die nooit meer weg, tenzij met dynamiet... en
dan nog. Hier bij mij thuis groeit de munt in een grote bloempot, al meer dan
10 jaar denk ik... en ik heb er nog nooit een poot naar uitgestoken, wel veel
van geplukt. Deze zomer heb ik geen water moeten geven aan de plant maar munt
houdt van water en zon en verdraagt verder ongeveer alles, zelfs uitdroging
gedurende vele weken.Als je munt wilt
voor de hele buurt, geef dan af en toe een beetje meststof bij... Heb je te veel munt, maak er dan muntthee
van... lees verder onderaan.
Tomaten en komkommer zijn ook en paar verplichte elementen.
De tomaat moet liefst gepeld zijn en de komkommer van de zaadjes ontdaan en in
kleine blokjes gesneden, geschild of niet, evenals de tomaat.
Hier een recept voor tabouleh met bulgur, maar het kan
evengoed met grove couscous. De couscous wordt dan overgoten met heet water tot
ie net onderstaat. Er zal niets weg te gieten zijn want couscous slorpt alle
water op, bulgur niet!
Tabouleh :
Benodigdheden:
150gram
burghul
½bosje gehakte
platte peterselie
2eetlepels
gehakte munt
5vleestomaten
geconcaseerd
1komkommer
zonder zaadjes.
2gehakte uien
( rode ui mischien?)
3groene
uitjes, fijn gesneden. Dit is facultatief.
Olijfolie naar smaak ongeveer 1 dl.
Citroensap naar smaak, ongeveer twee citroenen.
Peper en zout
Romeinse sla of mooie bladen van kropsla.
Bereiding:
Zet de burghul te week in evenveel volume heet water voor
minimum een half uur afhankelijk van de korreldikte. Giet het overtollige water
weg.
Hak de peterselie, munt en uien.
Meng alles, burghul, tomaten, peterselie, munt. Werk af met
olijfolie, citroensap, peper en zout. Eventueel de komkommer en de groene
lente-ui.
Laat enkele uren trekken in de koelkast, zelfs overnacht.
Serveer in bladeren Romeinse sla, als zomerse salade of bij
buffetten.
Dit opdienen van de tabouleh in slabladeren is typisch voor
Libanese keuken.
Nog een tweede
recept:
Benodigdheden :
300 g couscous, grove korrel
1 groot blik tomatensap
1 kleine komkommer
1 rode en/of groene paprika
Sap van 2 citroenen
Een bosje peterselie en munt
2 tomaten
1 dl olijfolie
peper en zout
Bereiding :
Meng de couscous met het tomatensap. Wacht tot het sap
opgeslorpt is en roer alles dooreen met een vork.
Snijd de al dan niet geschilde komkommer, ontdaan van
dezaden in fijne blokjes, evenals de
paprika en de tomaten.
Hak de peterselie en de munt.
Roer de groenten en de kruiden door de opgezwollen couscous,
voeg het citroensap, de olie, peper en zout toe en zet dit voor een uurtje of
zo koel weg.
Bemerk dat hier geen
nooit geen kookproces aan te pas komt !
In Frankrijk worden massas op voorhand klaargemaakte tabouleh
verkocht aan de dametjes die naar het bureau gaan en die zoals altijd op hun
lijn moeten letten.
Heb je al opgemerkt dat er niets, geen vlees, in gebruikt wordt...en zeer weinig vetstof.
Tabouleh is daarom het ideale gerecht dat de nodige
voedingsstoffen aanbrengt zonder de vele calorieën.
In België is dit gerecht niet zo heel populair.. misschien
is dat aan het weer te wijten?
Maar ook, je moet dit soort onbekende gerechten eens een
eerste keer maken en daarna je conclusies trekken. Te zuur, te zout, te pikant,
te veel, te weinig... beoordeel dat allemaal zelf en de volgende keer probeer
je het recept aan te passen tot het uiteindelijk naar je smaak is.
Enkele dagen terug heb ik hierover nog een mooi gezegde
gevonden:in de keuken, het gerechtshof en de muziek is er weinig om te wegen... een
nadenkertje... !
Toch is tabouleh een interessant gerecht, als zou het maar
zijn als vulling, als extraatje, bij een buffet of bij de barbecue... weinig
calorieën en goedkoop.
Inderdaad, ook in de lunchbox, desgewenst met een stukje
tonijn uit blik er bij of een stukje gebraden koude kip?
Heb je te veel munt in je tuin?
Maak eens muntthee. Hete muntthee is zeer dorstlessend.
Je hebt twee waterkokers nodig waarvan er een gebruikt wordt
als theeketel.
Begin met water aan de kook te brengen, liefst op een open
houtvuurtje.
Neen een oude aftandse gedeukte en zwartgeblakerde theeketel
of iets dat er moet voor doorgaan. Spoel de ketel met een scheut kokend heet
water. Vul de theeketel voor de helft met brokjes suiker van een suikerbrood. Vul
de ketel verder op met takken verse geurige munt. Schep hierop een paar lepels
zwarte Chinese thee, gunpowder is goed. Vul de ketel verder op met kokend water.
Laat een paar minuten trekken en giet de bekomen thee door
een zeefje in de andere ketel waarin het water gekookt werd.
Giet de thee van zeer hoog uit in kleine glaasjes zodat er
schuim op komt, loof Allah, en drink gloeiend heet.
Ik herinner mij nog dat destijds in Afghanistan de thee
apart, zonder de suiker verkocht werd. De suiker werd apart aangerekend... Een
hele pot thee voor 10 personen kostte toen evenveel als één cola!
Dat betekent dat ze heel zenuwachtig allerlei persoonlijke bezittingen, waarmee ik mij verder niets te bemoeien heb, op hoopjes bij mekaar aan het dragen is. Allerlei kledingstukken waarmee zij hier niet durft op de straat te komen worden weer eens uit de kast gehaald. Zo bijvoorbeeld een stapel veel te ruime slobberige T-shirts met rare mannekens of woestijnvosjes op en haar hoeden! Je gaat toch niet zonder hoed naar de woestijn ? Die hoopjes verdwijnen dan plotseling weer uit het beeld. Allerlei boodschappen moeten nog dringend gedaan worden, afspraken met vriendinnen kunnen plotseling niet meer doorgaan en andere koffiekletsen of etentjes moeten absoluut nog voor het uur H afgewerkt worden!
Aan de telefoon klinkt het van : ik zal wel terug bellen als ik weer thuis ben !
Sinds donderdag staat haar lichtblauwe reistas, 12 kilo zwaar of licht, in de gang klaar.
Mijn eega gaat de Egyptische woestijn weer eens stofzuigen . Voor de tiende keer reeds. Toen ik haar vroeg of ze nu gratis mee mag kreeg ik geen antwoord!
De reistas van slechts 12 kilo, dat is geen toeval Elke medereiziger moet wat toegelaten kilos in reserve houden om Belgisch bier, vooral Duvel, mee naar de Grote Zandzee te slepen.
En bier weegt zwaar, zelfs als het in blik verpakt is en de woestijn maakt dorstig heel dorstig.
Wist je trouwens dat de Egyptenaren de uitvinders van het bier zijn?
Een beetje schoolse theorie:
De Egyptenaren hadden reeds 4500 jaar voor onze jaartelling de kennis om bier te maken. Het zal wel niet hetzelfde bier geweest zijn als nu. Tijdens de middeleeuwen werd bier vooral gedronken omdat bier drinken veiliger was om te drinken dan het ongekookte en vervuilde water.
Bij de bierbereiding wordt vooral gerst gebruikt als basisgrondstof. Ook tarwe, rogge en maïs kunnen toegevoegd worden. Het water dat gebruikt wordt bij het brouwen speelt ook een grote rol. Zeer zuiver bronwater is het ideale water om bier te brouwen.
In het kort komt het hier op neer dat graan, vooral gerst, vochtig gemaakt wordt. Hierdoor kiemt de graankorrel en het zetmeel in de korrel zet zich om tot oplosbare suikers.
Deze suiker wordt in de brouwketel al kokend opgelost. Het dan bekomen product noemt men de wort. Daaraan wordt gist toegevoegd om de opgeloste suiker om te zetten tot alcohol en er wordt hop toegevoegd om een bittere aromatische smaak te bekomen. Tijdens de gisting ontstaat ook koolzuurgas dat later het schuim op het bier zal vormen.
Na de gisting wordt het bier een tijdlang bewaard in fusten of tanks om het meer smaak te doen krijgen.
Nadien wordt het op flessen of in vaten getrokken en naar de drankgelegenheden gebracht.
Men onderscheidt bier van lage gisting, zoals al de pilsbieren.
Bier van hoge gisting zoals bijna alle donkere bieren en ..
Bier met spontane gisting. Daar wordt geen gist aan toegevoegd maar de gisten aanwezig in de lucht zetten het bier aan het gisten. Geuze is zo een typisch voorbeeld.
Er bestaan honderden soorten bier in België. Elke brouwer heeft zijn eigen recept en creëert zo ook zijn eigen product. België is het land met waarschijnlijk de meeste biersoorten en allemaal van zeer hoge kwaliteit.
Bieren kunnen ook ingedeeld worden volgens hun kleur :
Witte bieren, bevatten dikwijls tarwe als grondstof. ( Hoegaerden)
Amberkleurige bieren, deze zijn amberkleurig, donkerder dan de pilsbieren. ( Palm)
Bruine bieren, deze zijn gekleurd omdat de mout, de gekiemde gebrande gerst, veel kleurstoffen heeft afgegeven aan het bier. ( Abdijbieren )
Trappistbieren zijn bieren die gemaakt worden in de kloosters van de paters Trappisten. Alle gelijkaardige bieren die niet bij de paters Trappisten gemaakt worden noemt men abdijbieren.
Trappistenbier of kortweg trappist is een bier dat door trappisten, monniken van de orde der cisterciënzers, wordt gebrouwen. Het is dus geen biersoort, zoals vaak wordt gedacht, maar een omschrijving van de herkomst ervan. De naam "trappist" is afgeleid van La Trappe, een Franse abdij waar in 1892 de orde der trappisten is gesticht.
Er bestaan maar zeven trappistbieren : Zes in België en één in Nederland.
"Achel" van de Achelse Kluis in Hamont-Achel
"Chimay" van de Abdij Notre-Dame de Scourmont in Chimay
"La Trappe" van de Abdij Koningshoeven in Berkel-Enschot ( Nederland )
"Orval" van de Abdij van Orval in Villers-devant-Orval
"Rochefort" van de Abdij Notre-Dame de Saint-Rémy in Rochefort
"Westmalle" van de Abdij van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart in Westmalle
"Westvleteren" van de Sint-Sixtusabdij in Westvleteren
Men probeert nu bier te promoten als drank bij de maaltijd. Bier werd sinds eeuwen gedronken aan tafel maar deze gewoonte werd onder invloed van de Franse keuken verdrongen en zo werd wijn drinken aan tafel de gangbare norm.
Bij rauwe schelpdieren past een wit bier. Bij vis in saus kan een blond bier gedronken worden.
Bij schaaldieren en wit vlees past een amberkleurig bier.
Bij chocoladedesserts, sterk smakende kazen en vlees dat langdurig gestoofd werd past een donker bier.
Bier is ideaal als aperitief, vooral een frisse pils is de ideale starter. Alle klassieke hapjes die normaal geserveerd worden passen ook bij bier. Vooral zoute versnaperingen zoals stukjes worst, gerookte hammen en dergelijke passen perfect bij een koel biertje.
Alleen zoete hapjes en pilsbier gaan niet goed samen.
Heb je al gehoord van de nieuwste horecatrend in Vlaanderen? De hoppas!?
Hoppas zijn de Vlaamse variant van de Spaanse tapas. Het zijn hapjes die geserveerd worden bij een streekbier. De woordverklaring is simpel: hop plus tapas worden hoppas. De hop komt van de speciaalbieren ; de tapa wordt gemaakt met producten en ingrediënten uit Vlaanderen.
Om af te ronden een echte hoppa van eigen bodem
Gebakken sprotjes met geuzesabayon
Benodigdheden :
·Ongeveer 6 gefileerde sprotjes per persoon
·een flesje geuze
·3 eierdooiers
·100 g boter
·peper
·citroensap
·gehakte peterselie
Bereiding :
·Bereid de saus door de eierdooiers op te kloppen met de peper en een halve deciliter bier. Een biersabayon, de rest van het flesje drink je maar op !
·Opwerken met geklaarde boter of met klontjes koude boter.
·Afwerken met citroensap, eventueel wat zout, maar denk er aan dat de sprotjes zeer zout kunnen zijn !
·Leg de sprotjes op een plaat en rooster ze zeer snel onder een zeer hete grill. Omdraaien en de andere zijde grillen of bak ze gewoon in een pan met amper vetstof.
·Maak een sausspiegel op een bordje, schik de gegrilde sprotjes er op en bestrooi met peterselie.
De sprotjes kunnen het beste voorbereid worden tot aan het stadium zoals te zien zijn op de derde foto op bovenstaande link. De graat blijft er dan wel in maar de sprotjes zullen niet tot moes vallen. Ook het vel is eetbaar maar een beetje zwaar verteerbaar, daarom moet er veel bier bij gedronken worden !
De Egyptereizigers hebben mij beloofd om een fotoreportage te maken over het bakken van brood op de meest primitieve wijze Op en houtvuurtje of zelfs gewoon in het zand
Dat wordt dan iets voor later, ten vroegste februari.
Het duurt nog lang, ik weet het, de Sint moet nog komen,maar in de keukenwereld moet je vooruitziend zijn.
Velen zitten nu al plannen uit te broeden, wat zullen we dit jaar weer eens klaarmaken?
De vrouw des huizes, of de man des huizes, want die bestaat nu ook, hebben dan meestal als bezwaar dat de chef van dienst nooit eens ongestoord mee aan tafel kan zitten omdat hij/zij in de keuken nodig is.
Daar bestaan drie gekende oplossingen voor :
Een grote kaasschotel.
Een fondue-avond
Een gourmetavond
De tegenkantingen:
Kaasschotel : is vreselijk oudbakken, toch maar vrij gewoontjes en achterhaald .
Na een fondue-avond stinkt gans je huis naar de frituur en alle gordijnen en overgordijnen kunnen naar de stomerij gebracht worden
Een gourmetavond. Mijn vrouw krijg je daar niet naar toe Haar argument: ik moet thuis nog niet eens koken, waarom zou ik het hier dan wel doen. salut ! En je kot stinkt de volgende dag ook naar de frituur
Eerlijkheidshalve moet ik toevoegen dat er ook een paar andere oplossingen bestaan, zoals een kaasfondue, raclette, een steengrilparty, een groot eenpansgerecht ( paella, couscous )
Gisteren kwam ik bladerend in een Chinees kookboek het woord Mongolian Hotpot tegen..!
Wel dat is een goede oplossing. Je bent er aan tafel enkele uren zoet mee, geen of weinig geurhinder, alles kan op voorhand klaar gezet worden en het is toch een beetje speciaal en feestelijk. Dit gerecht is veel minder bekend dan alle andere hierboven gesuggereerde oplossingen. De kok kan mee aan tafel zitten, geen probleem alhoewel, een goede kok is altijd alert. Ook als hij/zij aan tafel zit!
De Chinese fondue of Mongolian Hotpot ( niet te verwarren met een Mongoolse hete pot ) gelijkt inderdaad een beetje op de ons bekende vleesfondue maar er komt geen walmende olie aan te pas, maar kokende bouillon. Daarin worden allerlei lekkere hapjes even gekookt. De hoeveelheid calorieën die je binnenspeelt op zo een avond zullen ook heel wat minder zijn dan bij de klassieke gebakken vleesfondue begeleid door vette sausjes. .
Ongeveer met hetzelfde materieel (hardware) als voor een vleesfondue kan een hotpot of Chinese fondue gemaakt worden.
In het kort komt het hier op neer dat verscheidene dunne lapjes vlees, vis, schaaldieren, groenten en deegwaren even gekookt worden in bouillon die in een centrale pot op tafel staat. Het assortiment grondstoffen kan zo ruim gekozen worden als men zelf wil.
Nadat iedereen voldaan is wordt de bouillon waarin al dit voedsel gekookt werd als soep opgedronken.. om de gaatjes te vullen!
Wat heb je nodig aan potten, pannen en ander keukengerei?
Indien mogelijk een originele pan voor de Mongoolse hotpot. Die ziet er uit als een tulband bakvorm maar met een verhoogd middenstuk zodat die er uit ziet als een schouw. Daarom wordt de Chinese fondue soms ook steamboat genoemd. Bij gebrek hieraan kan ook een gewone kookpan gebruikt worden. Liefst een lage, brede pan en zonder steel anders gebeuren er ongelukken.
Verwarm de pot op een vuurtje met voldoende vermogen zodat de bouillon steeds aan de kook blijft. Een elektrisch kookplaatje met thermostaat is natuurlijk gemakkelijk daarvoor. Maar ook een regelbare gasbrander. Alcoholbrandertjes zijn doorgaans niet krachtig genoeg tenzij het voor een klein gezelschap is.
De originele Mongoolse pot blijft aan de kook door steeds maar nieuwe kooltjes door de schouw op het houtskoolvuurtje dat er onder brandt aan te wakkeren.
Eetstokjes en kleine draadschuimspaantjes zijn ook nodig. Klunzen die niet met eetstokjes overweg kunnen mogen een vork gebruiken. Een gewone lepel of een Chinese porseleinen lepel om later de soep uit te eten De ingewijden drinken de soep zo uit hun kom. De schuimspaantjes dienen om je persoonlijke uitverkoren hapjes in te leggen en die zo, zonder mogelijke diefstal door een tafelgenoot, gaar te maken
Grote borden heb je niet nodig, liever een kommetje per persoon, dat is voldoende! Om het tafelkleed te beschermen zet je dit kommetje toch maar beter op een groot bord.
De grondstoffen.
Als vlees is alles bruikbaar, rundvlees, kalf, varken, kip, kalkoen, lam, zelfs vlees van wild noem het maar. Best is ook om de malse stukken te gebruiken zoals de filets of de betere stukken van de rug. De slager zal wel raad geven. Het vlees moet in flinterdunne schijfjes gesneden worden, zoals voor een carpaccio, hoogstens een tweetal millimeter dikte. Dit lukt alleen maar als het vlees eerst half bevroren werd en daardoor ook stevig wordt. Dit kun je ongetwijfeld met de slager bespreken. Een goede slager kent dit gerecht en zal dan ook wel zorgen voor het snijwerk en alle andere voorbereidingen van het vlees.
Als het moet doe je het thuis zelf indien je een goede snijmachine hebt.
Leg de sneetjes vlees decoratief uitgespreid op schotels of laat dit reeds door de slager doen. Die kan het vlees dan koud bewaren in zijn grote koelkast !
Voor vis geldt hetzelfde. Dunne schijfjes van vis naar keuze, ook gepelde schaaldieren zoals gambas of scampi eventueel in de lengte in twee gesneden.
Als vis is zalm, tonijn, zeewolf, griet en staartvis goed geschikt. Deze vissen blijven redelijk vast Ook schelpdieren zoals grote uit de schelp gehaalde rauwe mosselen, kokkels, andere schelpdieren zoals oesters, tapijtschelpen( palourdes), clams.. Inktvisringen kunnen eveneens gebruikt worden.
Als groente neemt men zachte bladgroenten. Spinazie bijvoorbeeld maar ook paksoi, tegenwoordig in de betere supermarkten verkrijgbaar. Chinese kool, sojascheuten, lente-uitjes in stukken van vijf centimeter gesneden. Andere snel gaar wordende groenten zijn ook bruikbaar. Paddenstoelen onder andere. Grote witte of bruine champignons in schijfjes gesneden of oesterzwammen in reepjes gescheurd. Geweekte Chinese paddenstoelen of verse shiitake Als je ze vindt, de kleine witte enoki paddenstoel, die is zo decoratief op de schotels
Als er veel eters aan tafel zitten kan men de schalen zodanig opmaken dat er een assortiment van alles op ligt, vlees, vis en groente.
De bouillon waarin alles gekookt zal worden moet niet echt op voorhand klaar gemaakt worden. Water met een kleine dosis kippenbouillonblokjes is reeds genoeg om te starten.
Wil je toch zelf een bouillon maken gebruik dan restjes van kip om die te maken.
Aan het einde van de maaltijd zal de bouillon zeer sterk en geurig geworden zijn door alle vlees, groenten en vis die er door gegaan is.
Als de bouillon tijdens de maaltijd uitkookt, kan altijd water of wat overgehouden basisbouillon bijgevoegd worden.
Gewoonlijk wordt er ook nog een kom met glasnoedels klaar gezet om te mengen met de bouillon, die wordt dan soep Deze doorzichtige noedeltjes, ook draadvermicelli genoemd zijn nu ook vlot te koop in de meeste supermarkten. Ze moeten niet gekookt worden maar gedurende een tiental minuten geweekt worden in koud water. Ze nadien in kleinere stukken snijden.
Hierbij heb je geen sausjes nodig van Devos en Lemmens, het hoogtepunt van een geslaagde barbecue volgens de twee idioten die de ether teisteren met hun flauwe kul
Een Mongoolse hotpot vraagt om een Chinees smakend sausje dat je zelf maakt.
Volgens hetzelfde kookboek dat ik aan het lezen, nu ja bestuderen was, kan het als volgt:
2 eetlepels donkere sojasaus
1 eetlepel droge sherry. ( beter is shaoxingwijn, maar waar vindt je dat?)
1 eetlepel zwarte Chinese rijstazijn. Gewone azijn doet het ook wel.
1 lepeltje suiker
1 koffielepel van elk: gehakte gember, knoflook en lente-ui.
Enkele druppels tabasco of een scherpe chilisaus.
Bereid zo een aantal schaaltjes.
Veel eenvoudiger en zeer lekker is een mengsel van half sojasaus en half ordinaire azijn
Zet ook de potjes sambal en de flesjes sojasaus op tafel. Desgewenst ook peper en zout.
Om de fondue te eten is het scenario vrij eenvoudig.
Alle schotels met vlees, vis en groente worden op tafel gezet rond de pot met kokende bouillon.
Iedereen neemt een lapje vlees of dergelijke naar keuze en doopt het even in de kokende bouillon. Het vlees, enz wordt bijna onmiddellijk gaar. Desgewenst even in de dipsaus dopen en opsmikkelen Zo doorgaan tot alles op is
De schelpdieren, moeten voldoende gaar gekookt worden.
De bladgroenten worden ook zeer snel gaar. Indien gewenst kan men het kleine schuimspaantje, meer een netje, gebruiken om alles uit de pot te vissen.
Als dan alles opgegeten en iedereen voldaan is worden de glasnoedels bij de bouillon gevoegd en de soep die zo ontstaat, sluit de maaltijd af. Er mag ook een geklopt ei door de bouillon geroerd worden.
Grote eters kunnen ook nog hele eieren of kwarteleitjes aan de soep toevoegen en zo een gepocheerd ei maken.
Er is geen beperking aan de hoeveelheid en soort ingrediënten die gebruikt worden.
Wat drink je daar nu bij?
Wel er is niet veel keuze !Thee, zoals jasmijnthee dat zou kunnen de rijkswacht heeft dan weer het fluiten naar een stevige boete bij het naar huis rijden
Als goede Chinees kun je hier cognac bij drinken!
Of probeer eens Chinees bier het merk Tsingtao is na goed zoeken wel te vinden. (Sun-Wah of toko in NL)
Wel ben ik er zeker van dat een gewoon eenvoudig glaasje witte of lichte rode wijn, een frisse Stella of Jupiler ook goede alternatieven zijn
Zijn oven en het mooie bakkersvrouwtje, dat was vorige keer zo beloofd !
Dit om een laatste keer op Douchapt terug te komen
In Douchapt is er niets van handel. Geen slager, geen bakker, niets behalve één café, waar er ook wel wat te eten valt maar erg hoogstaand is dat niet.
Daarom moeten we voor onze gasten brood halen in het volgende dorp; Tocane-Saint-Apre. Een hele mondvol maar doorgaans wordt de naam afgekort tot Tocane Doet zelfs wat Italiaans aan. Een kort ritje van vier tot vijf kilometer, naargelang waar je moet zijn.
De bakkerij waar we vroeger brood haalden is in het verval geraakt de bakkersvrouw met de mooie naam Laetitia is weggelopen, familiale problemen hoogstwaarschijnlijk. Philippe moet bakken, verkopen en terwijl op een kind passen, heeft geen helpster meer enfin zijn zaak lijdt er erg onder
Sinds een drietal jaren is er een nieuwe bakkerij bijgekomen, annex Salon de thé!
Zij zijn zeer bescheiden begonnen en ze bakten eerst maar één soort brood; des boules.
Ronde broden zoals we ze hier lang geleden ook kenden.
De structuur van dit brood is wel helemaal anders. Een zeer hard gebakken donkerbruin brood met de typische kruimstructuur van een Franse baguette. Grote gaten er in en het kruim voelt wat rubberachtig aan.
Een brood met een natuurlijke gisting gestart met een levain een zuurdeeg of poolish zoals ze dit in Frankrijk noemen.
Het brood wordt per gewicht verkocht en vraag mij nu niet hoeveel zo een brood kost per kilo Nooit gevraagd en er nooit op gelet. Ergens is het wel geafficheerd. Een langwerpig brood van vijfhonderd gram kost 1,60 .
Vooral belangrijk is dat ze een broodsnijmachine hebben. Iets wat niet echt evident is in Franse bakkerijen. Dus de bollen kunnen gesneden worden want veel mensen hebben toch nog graag een gewoon plat boterhammetje zoals ze het thuis gewoon zijn. Ook gemakkelijk om er lunchpakketjes van te maken.
De naam van de bakkerij Chez Stephanie!
Du feu naît le pain Uit (door) het vuur wordt het brood geboren
Later zijn ze ook begonnen met croissants, petits pains au chocolat, baguettes, ficelles en gewone lange broden te maken.
Pain complet en pain aux céreales niet te vergeten. Maar mijn idee; het Franse bruine brood is niet veel waard.
Ik had er al eerder op gelet dat de oven in de verkoopszaal zelf stond.
Het is absoluut niet abnormaal in Frankrijk dat je als klant de bakker(s) en hun oven ziet werken en houtgestookte ovens worden nog zeer veel gebruikt.
Dit jaar viel het mij voor het eerst op dat de oven open en bloot in de winkel gebouwd is en dat het een nieuwe houtgestookte oven is. De bakker werkt in een open zaaltje achteraan maar komt de broden afbakken in de winkel.
Toen heb ik dringend een praatje moeten maken met de bakker toen hij eens vijf minuutjes tijd had.
De warmtebron is een houtvuur dat brandt onderaan de oven. De warmte wordt rond geleid via een buizenstelsel met stoom. Die stoom kan ook dienen om het brood eventueel een glanzende korst te geven.
Een thermostaat?
Geen thermostaat. De oven moet zodanig gebruikt worden dat de producten afgebakken worden als de oven de juiste temperatuur bereikt heeft. Bij het opwarmen kunnen dus de croissants en dergelijke gebakken worden. Later volgen de broden en als het vuur begint te doven kunnen de taarten er in, enzovoorts
Dergelijke ovens bestaan zelfs met een draaiende vloer waardoor een egaler baksel bekomen wordt.
Daarbij dacht ik aan die mensen die me de oren van mijn kop zeuren over de oventemperatuur: op hoeveel graden moet de oven staan en hoelang moet mijn kip of wat dan ook, braden?
Vroeger heb ik hier ooit een stukje geschreven over het zelf bakken van brood met een broodbakmachine. Ik schreef daar redelijk negatief over en kreeg daarvoor een golf van protesten bij de reacties maar ook veel goedkeuring. Lees hier.
Veel waardering kreeg ik er ook niet voor. 2/5 bij 112 stemmen! t Kon nog slechter!
Maar nog steeds ben ik niet van idee veranderd. Ik neem aan dat brood bakken in een gewone oven een aangenaam werkje is maar veel tijd vergt. In een broodbakmachine wordt het gewoon een dagelijkse routine waar voor mijn part niet veel lol meer aan te beleven valt, zoiets als aardappelen schillen.
Bij de reacties las ik dan ook dat men broodmixen gebruikt en men de broden nadien in de diepvries bewaart . Waar zijn we dan mee bezig?
Goed brood wordt alleen gemaakt door een bakker die zijn stiel kent!
Die het juiste materieel heeft zoals bijvoorbeeld een houtgestookte oven.
Die de juiste grondstoffen gebruikt en
Die weet hoe die moeten verwerkt worden.
s Morgens vroeg sta je dan op. De vogeltjes fluiten en je gaat naar de bakker. Ik neem de auto. Vijf kilometer te voet voor een paar broden lijkt me een ietsje te ver .
Je kiest: één grote boule, gesneden. Twee gewone broden, dat zijn de dikke baguettes, een tiental croissants en één pain au chocolat dat ik in de auto al stiekem opeet. Een probleem zijn wel die kruimels!
Je auto ruikt dan heerlijk naar vers brood bij de thuiskomst, de gasten staan te wachten. Dan het brood snijden, de croissants in de mandjes schikken en de dag kan verder niet meer stuk.
Van madame Stéphanie mocht ik een fotootje maken van hun oven. De oven was reeds gedoofd op dat ogenblik. Spijtig, maar daarom zijn er ook geen vlammen te zien.
In het onze Vader staat: Heer geef ons heden ons dagelijks brood.
We gaan dat veranderen, alles ontkerkelijkt nu toch: Stéphanie geef ons, ons dagelijks brood en dat je ventje het moge bakken!
Vorige vrijdagavond zijn we hier zonder moeilijkheden gearriveerd in t Frans hé
Zaterdag kwamen de gasten en pas dinsdag had ik even de tijd om te proberen op het internet te komen
Twee uurtjes ging alles vlot en woensdagmorgen bij een nieuwe poging was het afgelopen.
Pas deze (zaterdag)namiddag heb ik na lang gezoek ontdekt wat er fout liep Dit keer was het niet de provider Wanadoo/Orange maar hun materiaal dat in de prak gegaan was
Dus nu snel nog een berichtje intikken, volgende maandag of dinsdag heb ik wel tijd om wat bij te werken.
Aan iedereen die reacties naliet, bedankt, maar een antwoord kan ik zelfs nu nog niet geven omdat dit vanuit het buitenland nogal ingewikkeld is ! ( Een beetje toch )
Wat hebben we gedaan en geleerd deze week,
Mijn vriendin, Pascale was er nog. Slechts een keer heb ik haar gezien want de volgende maandag nam ze zelf verlof. Resultaat : zes kreeftjes kunnen kopen voor 55 euro vriendenprijsje.
Niet van die taaie plastieken Canadese kreeften maar echte Bretoense zwarte beesten.
Superkwaliteit.
Een beetje sla er bij en een potje handgemaakte mayonaise. Meer moet dat niet zijn.
Van België had ik op aanvraag twee zware stukken Duke of Berkshire varkensvlees bij. Van de poepe . Hespengebraad.
Daarvan een stuk aan de lokale slager gegeven, samen met een pakje filet d Anvers en evenveel gerookt paardenvlees. Zo komt er ook wat Belgische eetcultuur Frankrijk binnen.
Hij vond het allemaal om ter lekkerst en heeft nog niet eens de moeite gedaan om te verkondigen dat ze dat in la France evengoed kunnen!
Daarbij, bij het varkensvlees, niet de slager, hebben de gasten drie antieke groenten gegeten; een puree van tuinbonen, geglaceerde raapjes en pastinaak.
Varkenswangetjes had ik ook bij, eveneens op aanvraag, ook van die Berkshire varkens.
Langdurig gestoofd met als garnituur zilveruitjes, worteltjes en courgettestaafjes.
Natuurlijk stond er ook eend op het menu, één keer gewoon de eendenborst, de magret met een zoet sausje en perziken en voor de eerste keer in Douchapt denk ik: Vlaamse kroketten!
Het was ook maar voor een twaalftal personen en dan is dat best te doen.
Ook eendenbouten, zeer traag gegaard in de oven in hun eigen vet, dat was gisteren.
Daar waren dan aardappelen in schijfjes bij die gemengd waren met cépes, eekhoorntjesbroden en een Romeinse sla aangemaakt met notenolie. Echte notenolie gemaakt door Patrick van de notenoliemolen.
Een lokale specialiteit hier is de gevulde magret. Een eendenborst gevuld met foie gras, het geheel gepekeld en gedroogd.
In fijne schijfjes op een bord samen met gerookte eendenborst en een sneetje paté van foie gras en een stukje gebakken eendenlever is dat altijd een succesnummer.
Vissen komen hier ook dagelijks op het bord. Een vissoepje Een gebakken tongetje bouchotmosseltjes . Veel lekkerder dan die Hollandse taaie beesten Klein maar fijn!
Levende gambas kunnen kopen en er tartaar van gemaakt Supervers dus!
Ook goujonettes de sole gemaakt. Dat is misschien eens iets moois om een volgende keer uit te leggen. Prachtig bij het aperitief. Het zijn reepjes van vis, tong in dit geval, die rolrond gemaakt een gepaneerd worden en dan zeer krokant worden gefruit. Een sausje er bij om de staafjes in te dippen en weg zijn ze.
Dan heb ik nog een mooie bakkersoven ontdekt die brandt met hout en die nog werkt. De oven is zelfs zo goed als nieuw.
Toen moest ik onmiddellijk denken aan dat gezeur van de mensen over: hoe warm moet mijn oven zijn, hoeveel graden en hoe lang moet iets daar in staan???
Deze oven is te bezichtigen bij een lokale bakker. Er staat geen thermostaat op maar de bakker heeft wel een timer die aangeeft hoe lang zijn brood er al in zit
De klanten staan in rijen van drie aan te schuiven
Daar heb ik fotos van, ook van het mooie bakkersvrouwtje dat is voor volgende keer.
Morgenvroeg terug op weg naar den Belgique!
Eens kijken hoe het daar zit met Di Roupo en de chef van het frietkot
En de bisschoppen?
Hier horen we alleen maar over Sarkozy! En dat is ook maar ellende!
Kandahar is op dit ogenblik hot news. Onze Belgische jongens gaan naar daar om hun F16s te tonen en desnoods er bommen uit te laten vallen. Laat ons maar hopen dat dit allemaal goed afloopt want die Afghanen zijn niet te onderschatten.
Wat doet dit Kandahar nu in een blog over voeding, eten en aan verwanten, zitten jullie nu te denken...
Wel, in Kandahar heb ik de beste lambrochettes ooit, gegeten. t Is wel efkens geleden.
Tevens is het mogelijk dat alles lekkerder smaakt na een vermoeiende reis door de woestijn met als standaard menu, dadels, nog eens dadels, betterfood koeken met sardines uit blik, zure gegiste augurken en water als drank, als er al water was.
Ik zal beginnen bij het begin.
In 1974 en 75 denk ik, hebben wij zoals alle hippies toen deden, een paar reisjes gemaakt naar Nepal, 28.000 kilometer heen en terug, aller/retour! ( Ik ben niet de enige in onze familie die een beetje geschift is, mijn zuster is samen met haar echtgenoot te voet rond de wereld gewandeld.)
Wij vertrokken in Antwerpen in de schaduw van Lange Wapper op het Steenplein en arriveerden twee maanden later op de grote markt onder Brabos fontein.
Daar dan als eerste werk, een pak frieten gaan halen en schuimende Stellas drinken!
We deden de reis in een aftands Mercedes minibusje dat een maximum snelheid haalde van zestig kilometer per uur maar dat wel, zij het traag, over de hoogste bergen kon klimmen.
Heroïsche tijden waren dat !
We reden gemiddeld een vijfhonderd kilometer per dag, we sliepen buiten waar er ook maar plaats was en we aten in kleine lokale restaurantjes... Alle variaties van kebab, mutton curries, chapatie, linzen, brood en alles wat verder eetbaar was... Roomijs met hasjiesj, gezouten fruitsap en we dansten de samba in het toilet, of wat er moest voor doorgaan, als we weer eens zeer veel hete pepers in het eten gedaan waren. We leerden ook al snel dat als het voedsel nog een beetje bewoog op je bord, je het ook best kon laten liggen.
We hebben in het zand vastgezeten, op een gammel vlot over de Brahmaputra gevaren omdat de brug weg was en nadien in het slijk geploft. Versnellingbak hersteld en lekke radiator ter plekke gerepareerd met een droge vijg en een stuk touw en een maandverband kan perfect functioneren als dieselfilter...
We hebben een douanier de mouw uit zijn hemd gescheurd omdat hij ons niet door wou laten zonder steekpenningen te geven.
We hebben geleerd hoe je brood moet bakken in een kuil in de aarde, schapenyoghurt gegeten bij herders in Turkije en een bord met omelet over een Indische ober zijn hoofd gekieperd...
Tijdens de eerste trip heeft mijn vrouw geelzucht gekregen, we waren toen in Iran op de terugweg maar ze kon niet meer met bus mee. Ik had toen nog vijftig dollar en twintig Duitse mark op zak.... Toch zijn we thuis geraakt, met het vliegtuig....!
Heel wat anders hoor dan met Thomas Cook of Neckermann... dat was nog echt reizen!!!
Alle dagen beleefde je wat.
Afghanistan, we reden er telkens twee keer door. Onder andere door de beruchte woestijn van Baloechistan waar je de politie moest verwittigen om er door te mogen... en terug aanmelden aan het einde van de route. Een gebied dat nog steeds zeer gevaarlijk is. Baloechistan ligt grotendeels op Pakistaanse bodem maar grenzen zijn aldaar onbekend.
Drie steden deden we aan, westelijk was het Herat, in het oosten was het de hoofdstad, Kaboel en zuidelijk de boevenstad, Kandahar.
In Afghanistan reden we meestal s nachts omdat het overdag veel te heet was. Hoe warm het was dat weten we niet meer want de thermometer die tot vijftig graden ging is kapot gesprongen.
Water goten we in aardewerken kruiken die dan aan de bus gebonden werden, de kruiken werden nat aan de buitenkant door de poreuze wand en door de luchtstroming tijdens het rijden koelden ze het water zoals de beste koelkast... Maar in dergelijke landen drink je thee, bittere thee, met suiker.... geloof me vrij...
In Afghanistan betaalde je enkele centen voor de pot thee en nadien telde men hoeveel suiker je genomen had. De suiker was steeds duurder dan de thee.
Ik heb nog niets geschreven over de toiletten aldaar.... Niet te doen zeggen ze in Aantwaarpe... Het mooiste toilet, nu ja, was buiten, juist voor de ingang van een theehuis: een put in de grond en daarboven een plank. Ze wiebelde zo een beetje...
Maar nu over die lamsbrochettes in Kandahar.
In vele eethuisjes aldaar, restaurant is een beetje overdreven, werden die spiesjes verkocht. Ik heb ze nooit geteld maar ik denk dat je zo een twintigtal brochetjes kreeg per portie. De pennen waarop het vlees zat waren gemaakt van plaatijzer. Zeer lange gelijkzijdige driehoeken. De basis één centimeter breed en de hoogte of de lengte, twintig centimeter. Enige centimeter voor de punt was in het metaal een sierlijk krul gedraaid. Die moest beletten dat het vlees te hoog zou gaan zitten.
Op die punt staken een vijftal kleine stukjes lamsvlees en tussen elk stukje vlees zat een klein blokje vet. Vet van de staart van het vetstaartschaap...!
Het vetstaartschaap, misschien beter bekend onder de naam karakul of karakoelschaap. Het is van dit schaap dat vroeger, en nu nog, bontmantels gemaakt werden. Van de pasgeboren lammetjes. Het werden dan persianer of astrakan of breitschwanz mantels of jasjes...
De brochetjes werden buiten voor de ingang van het restaurant gegrild door de maître rôtisseur. De spiesjes lagen te roosteren op een soort smalle bloembak waarin gloeiende houtskool smeulde. Aan een razend tempo draaide de grillmaster de spiesjes om en om ... Het vet zorgde er voor dat het vlees supermals werd en ook een lekkere smaak kreeg. De brochettes werden op een stapel opgediend op een gedeukt geëmailleerd bord. Je kreeg er brood bij, sla, komkommer, yoghurt, rijst en gestoofde aubergines.
Een cola koste evenveel als de ganse maaltijd... Van een biertje mocht je alleen dromen.
Aan onze jongens; ik heb één probleem, ik zou verdorie niet meer weten hoe het restaurant heette of waar het zich juist bevond... Misschien is het reeds plat gebombardeerd...
Via een satellietfoto heeft men ontdekt dat er ergens in de
oostelijke woestijn een reusachtige krater zou zijn geslagen van ettelijke
kilometer doorsnee. Hoogstwaarschijnlijk door de inslag van een reuzenmeteoor. Voorheen had men wel een vermoeden dat die zou bestaan maar
nu gaan ze eens van dichtbij kijken hoe dat reuzengat er in het echt uit ziet.
Dus op expeditie onder leiding van Ayman, een ervaren
woestijnvos. Het clubje heet trouwens : The desertfoxes.
Het eerste avontuur heeft ze reeds achter de rug: haar
bagage is teruggekomen. Er hing een kaartje aan : Luxor. Daar hoorde Cairo op
te staan.
Computerfout, geven ze dan op als reden. Het reisbureau is
reeds lang omgedoopt tot Shit-air...
Twee kleine reistasjes, mooi gepakt, samen twaalf kilogram.
Een roze en een blauw...
Ik weet dat mijn warme sokken er in zitten. Voor s nachts.
t Wordt redelijk koud in de woestijn. Ook heeft ze mijn zakdoeken meegenomen,
om hete tranen te plengen, s nachts???
Van de koude voeten ???
De expeditie, kan niet wachten, die moet voortgaan en kan
niet eventjes twee dagen wachten op de verloren gelopen bagage van één
desertfoxje....
Ikzelf ben nog niet mee geweest maar t lijkt wel een goed
uitgerust gezelschap.
GPS, laptop met bladzijden vol coördinaten, kaarten,
satelliettelefoon en een jarenlange ervaring...
Vijf zware Toyotas, op de vier wielen aangedreven wagens.
Alle nodige brandstoffen, olie, water en victualiën zoals dat heet. Eten dus !
Bikke, bikke, bik, hap, hap, hap...!
Aardappelen, wortelen, tomaten , blikjes met sardientjes,
worstjes gemaakt van kippenvlees, enkele levende kippen en een geit en weg zijn
ze.
Voldoende voorraad voor twaalf dagen. Vorige keer hebben ze
niemand, maar dan ook geen levende ziel gezien. Twee Libische smokkelaars er
even buiten gelaten.
Hoe weet ik dit alles nu ?
t Is niet de eerste keer dat ze er tussenuit knijpt, elke
keer naar de woestijn.
Volgens insiders heeft ze daar een vriendje ....
Maar haar goede smaak (? ) kennende en de fotos die ik al gezien heb van
haar vriendjes, geloof ik er niet veel van.
Jamal,
Achmed, Jamilla, Mustafa, Ayman ...?
Maar men weet maar nooit...?
Maar als het over het eten gaat komt ze wel terug hoor!
Nu zij geen bagage meer heeft mag ze waarschijnlijk slapen
in de auto van Jamal...
Misschien heeft ze zelfs opzettelijk Luxor gezegd in plaats
van Cairo...?
Want in de auto , van Jamal, te slapen in plaats van buiten
in het zand van de woestijn schijnt toch nog een ietsje comfortabeler te zijn.
Maar eigenlijk wou ik wat schrijven over hetgeen zij daar eten
in de woestijn.
Geen driesterrenrestaurant maar iedereen is er unaniem over
akkoord; t eten is lekker. Gezonde kost. Vooreerst: drie liter water per dag drinken. Geen drie liter
water drinken resulteert steevast in ambras ! Ayman wijst dan elke
verantwoordelijkheid af voor (vermeende) ziektes of ongemakken.
s Morgens maken de chauffeurs, haar vriendjes dus, koffie
op een open vuurtje, gestookt met hout dat ze onderweg links en rechts bijeen gesprokkeld
hebben.
( Vroeger heb ik nooit begrepen wat sprokkelen betekent.
Hout sprokkelen ??? Hansje en Grietje deden dat maar wat is dat ???)
Op datzelfde houtvuurtje leggen ze een zware ijzeren plaat
waarop ze brood bakken, van die platte vlaaien, pizza, maar dan zonder beleg.
Confituur, honing, choco, wat wil je nog meer... hesp en
spek zijn er niet bij...
Dat mag niet van Allah!Filet d Anvers is er ook niet, alhoewel dat rundvlees is.
s Middags is er een heus buffet. Zoals in de Hilton. Maar
bij gebrek aan een mooie buffettafel gebruiken ze de motorkap van een Toyota...
Op de plek waar de motorkap het warmste is wordt de warme
hap gezet...
Als drank is er water!
Zij slepen derhalve al dat water mee in plastic
flessen....effe rekenen, dat moet dus ongeveer 600 liter water zijn
s Avonds zetten ze, de vriendjes dus, de autos samen in
een U-vorm. De binnenkant van de U wordt behangen met tapijten en daar is dan
hun paleis uit de sprookjes van duizend-en-een-nacht.
Nog een tapijt op de woestijnvloer en dan beginnen ze met
een aperitiefje. Gekocht in de taxfree-shop op de luchthaven.
Veel aperitief drinken wil zeggen: morgen is t gedaan. Dan
is het water!
Waterpijp lurken hoort daar ook bij. Zelfs de niet rokers
lurken allemaal pijp.
Ze hebben dat hier thuis ook eens gedaan.
En stinken dat, dat doet...
Eén auto staat buiten de kring. Dat is de keukenwagen. De
koks doen er dan enkele uren over vooraleer ze een mooie maaltijd op tafel kunnen
toveren. Op het bord tenminste want ze hebben geen tafels.
Naar het schijnt eten ze veel en lekkere groenten, een klein
stukjes vlees en een koek als dessert. Of fruit: sinaasappelen, dadels, vijgen,
enz... Dessert in the desert...
t Lijkt wel een pensionaat menu te zijn.
Toch zijn ze het er allemaal over eens: we eten
lekker...niks tekort, en gezond!
Misschien een beetje idioot om hierover te beginnen maar...
Deze namiddag een telefoontje gekregen van de buurvrouw uit
Los Angeles.
Nee, zij woont daar niet, ze woont naast mij maar nu is ze
op bezoek bij haar zoon, in Los Angeles.
De vrouw van haar zoontje, een echte Amerikaanse wou het
recept van Luikse wafels.
Of ik dat kende ?
En wat parelsuiker is ? Of dat ergens te koop is ? Natuurlijk, in de betere voedingswinkels. Zelfs in de
Colruyt, waarmee ik niet bedoel dat de Colruyt een slechte voedingswinkel zou
zijn. Alleen, als men het daar heeft, dan is het een niet al te zeldzaam
product! Toch in België niet. Enfin, Amerika, wafels bakken, daar heb ik ook nog wel
enkele herinneringen aan.
Mijn wafelijzer, Amerikaans van fabricaat, heeft- letterlijk - de toer van de wereld gedaan !
Destijds, weeral lang geleden natuurlijk, kwam mijn vrouw in
contact met een Amerikaanse dame, Lois, die in Korea werkte, en wij werkten
daar ook.
Die Amerikaanse madammen blijken een voorliefde te hebben
voor Belgian Waffles. Belgische wafels. Iets waar men zich hier nu rot moet naar
zoeken. Wij noemen dat Brusselse wafels. Nu bij ons alleen nog te verkrijgen
in duistere tea rooms, en ze zijn steevast van een onbestemde kwaliteit.
De Amerikanen eten dat als ontbijt, of als een vieruurtje...Met
slagroom en aardbeien of bosbessenof
maple syrup, alst maar zoet is ...
In de VS is het absoluut niet moeilijk om zich ergens een
wafelijzer aan te schaffen. Gewoon even naar de supermarkt lopen,zijn keuze maken en voila...begin er maar
aan.
Geen electro toestanden, gewoon wafelijzers om op een
gasvuur te gebruiken...desnoods op de kolenstoof of op een kampvuur! Twee vrouwen onder mekaar, jullie weten wel hoe dat gaat,
kwebbel, kwebbel, enz....
Zo een Amerikaanswafelijzer zag er wel een interessant toestel uit en vooral: ik had geen
wafelijzer. Toch niet in Korea en in België ook niet!
Dus de vriendin, Lois , zou bij haar volgende uitstap naar
Amerika een wafelijzer voor ons meebrengen uit de United States of America
....de you states nites..., volgens
Urbanus.
Uit Las Vegas om helemaal juist te zijn . Voila, hier start het verhaal. Het wafelijzer komt dus uit
Las Vegas naar Korea. Het ging zo wat langs de achterkant van de wereldbol een
beetje naar rechts, of is het nu links, maar het is toegekomen in Korea. Daar
is het ettelijke keren gebruikt geweest, onder andere tijdens een Vlaamse
kermis, maar aan mijn betrekking, wat een woord, in Korea kwam een einde en dus
is het wafelijzer van Korea naar België gegaan, gevlogen om juist te zijn! Via
Japan, over de Noordpool en Anchoragenaar Europa. Dus nu langs de voorkant van de aardbol naar het Westen
toe...
Daarna , dat staat hier ook wel ergens te lezen, vertrekken
we naar de ustates nites, United States of America en dat wafelijzer gaat weer
mee....Een beetje echte Belgische cultuur ginder gaan promoten, das
gemakkelijk meegenomen !
Grappig en merkwaardig was nog het feit dat het vliegtuig
waarmee we naar de USA zouden vliegen opgehouden geweest is door dat onnozel
wafelijzer.
Tijdens de bagagecontrole bleek dat er op de scanner iets
verdachts waar te nemen was.
Een handgranaat ?
Nee, mijn wafelijzer!
Ik heb het dan mogen gaan expliqueren wat er in die valies
zat...
Een wafelijzer, verdomme ... ! Verpakt in een vettige,
bruine, papieren zak.
We zijn met twintig minuten vertraging vertrokken en het
cabinepersoneel was toen boos op mij. Ik heb hun nog voorgesteld om een
wafeltje te bakken tijdens de vlucht maar die kunnen daar allemaal niet mee
lachen !
Van de VS is het dan terug gekeerd naar Europa. Met de boot.
In werkelijkheid heeft het wafelijzer zelfs meer dan de
omtrek van de aarde meegemaakt. (50.000 km in het totaal )
Nadien heb ik het nog enkele keren gebruikt, het heeft echt
wel zijn dienst bewezen...
Veel kinderkens in Lier en omstreken herinneren mijn wafels
nog !
Het wafelijzer ligt nu in de kelder te verroesten, op zijn
pensioen te wachten, zoals ik !
Het ding is gemaakt van aluminium, het verroest dus nog niet
al te gauw!
De foto bovenaan is er één die gemaakt is als het toestel
nog nieuw is, het mijne ziet er een ietsje meer belabberd uit... Wel is het de
foto van het echte wafelijzer maar dan in t nieuw.
Juffrouw Bertha was een krasse dame van zestig en zij reed in een Volkswagen, een aftandse kever. Haar autootje had reeds vierhonderdduizend kilometer op de teller staan. Nee, geen tikfout, 400.000 km….
Zij zou zelfs een nieuwe krijgen van de garage in ruil voor haar oude knar. Zij wou niet, ze hield aan haar wagentje. Nooit reed ze harder dan zestig per uur, misschien kon ie wel niet sneller? Als ze dan voorbijgestoken werd, en dat gebeurde dikwijls, sakkerde zij dat er toch zoveel zotten op de baan reden….
Juffrouw Bertha ronselde klanten voor haar kookdemonstraties die zij organiseerde. De “juffraauw “zoals zij genoemd werd woonde in Bassevelde. Zij tufte gans West en Oost Vlaanderen af op zoek naar geschikte lokalen om kooklessen te geven en vooral ging zij op zoek naar klanten daarvoor
Mevrouw van “den doktoor” en die van de notaris, de meid van de pastoor, dat waren haar doelwitten…Die kregen dan tien procent vermindering op het lesgeld als ze een vriendin konden meebrengen.
In de lokale parochiezaal of achterzaaltje van café “Bij Jef en Maria” werden de lessen dan gegeven.
Enkele schragen, twee aftandse gasvuren en wat klein materieel! Voldoende stoelen om de dames te laten zitten en het spektakel kon beginnen!
Zo een serie lessen, want het ging om verscheide, lessen bestond uit 9 gewone lessen en als laatste afscheidsles een groots koud buffet waar ook de respectievelijke partners konden mee naartoe komen, mits betaling uiteraard! Die konden dan ook eens komen kijken wat hun echtgenoten of echtgenotes, vrienden of vriendinnen bestonden toen nog niet…al die tijd op dinsdag of woensdagavond uitgespookt hadden.
Jullie voelen mij op kousenvoeten aankomen….Wie gaf die lessen ???
Juist !
Ttz. Ik was er bij, want juffrouw Bertha’s business draaide goed. Soms waren er zelfs twee series lessen per week en daarvoor was er bekwaam en veel volk nodig. Allemaal samen vormden wij dus het “kookdemonstratieteam”. Op een zeker moment waren we zelfs met tien personen.
De “grote chef”, kwestie keuken was een restaurateur, annex traiteur uit Knokke, den Toone! Hij zorgde voor alle keukenaangelegenheden. Dan waren er nog diegenen die het goed konden uitleggen en ook waren er nog de “verkopers”….
Ik was één van die “uitleggers”. Soms kookte ik ook wel eens.
Dus, de dames kwamen de zaal in, de meeste hadden dan reeds een paar aperitiefjes binnen. Kwestie van goed te beginnen. De juffrouw, haalde de centen op, wij hadden alles reeds klaargezet voor de kookdemonstratie en dan: “dames, soms ook heren”, vandaag maken wij dat en dat en dat klaar…!”
De demonstratie begon dan. De chef kookte en ik legde uit wat hij aan het doen was en waarom hij dat zo deed. Als er iemand dorst had werden op tijd en stond de nodige dranken rondgedeeld tegen redelijk vergoeding. De baas had ook een wijnhandeltje, begrijp je ?
Achteraan in de zaal stond de verkoper, die keukenmessen en klein keukenmateriaal en drank aan de man of vrouw bracht…
Als het eerste gerecht klaar was mocht er uiteraard geproefd worden, ieder had zijn bord en bestek van thuis meegebracht, kwestie van geen afwas te hebben en dan werd er gegeten, met het bord op de schoot of ergens aan een cafétafeltje.
In normale omstandigheden verliep alles vrij vlot maar de omstandigheden waren bijna nooit normaal.
Om te beginnen vertrokken wij steeds veel te laat vanuit Knokke . Onderweg moest dan nog snel één en ander gekocht worden omdat “den Toone” weer eens geen tijd gemaakt had om de hoogstnodige boodschappen te doen.
De kwaliteit van de grondstoffen waren ook niet altijd van eerste keuze…
Zo herinner ik mij nog levendig dat er telkenmale een kreeftenbisque gemaakt werd. Tijdens de demonstratie gebruikte “den Toone” dan één echte kreeft maakte daar een klein potje soep van en kieperde die dan bij een grote pot die reeds klaar stond onder te tafel. Die grote pot bisque had hij zogezegd reeds voordien klaargemaakt omdat het anders te lang zou duren tijdens de demonstratie. Een serieus argument. De ware reden was dat er in die grote ketel gewoon kreeftensoep uit blik, van Unox, zat…met dat beetje echte bisque daarbij proeft dat toch niemand niet was den Tony zijn argument…Soms legde hij het lege pantser van een kreeft, die hij in zijn restaurant de dag voordien verkocht had er in, om te tonen dat er veel kreeft gebruikt was…
Ooit moesten wij absoluut gehakte peterselie hebben…Er was er geen ! Ook niet bij de buren , ook niet in de tuin en alle winkels gesloten, geen dus !
Ik heb toen hoogst persoonlijk wat gras gehakt, wel zonder dat de klanten het gezien hebben.. Zoiets van : en..hier hebben we wat gehakt gra..eh..gehakte peterselie en dat wordt dan gemengd met…enz… Niemand heeft er geklaagd en niemand is er overleden en de week nadien waren ze er allemaal terug !
Met de room werd er steevast geknoeid. Men neme een lege roomfles, giete daarin gecondenseerde melk uit blik of fles en voila…room. Voor soepen en dergelijk gaat dit nog wel maar in sommige sausen moet de room ingekookt worden en met gecondenseerde melk lukt dat niet erg goed. Chef “Romain” heeft zo eens een pot met “room” gehad die aanbrandde. Hij wist gewoon niet dat er melk in die fles zat ipv room en , stinken dat dat doet jongens en meisjes…
Ik was daar gelukkig niet bij. ’t Schijnt wel dat “den Toone” het met chef Romain geen tweede keer meer uitgehaald heeft…!
Als ik uitleg gaf over een bereiding stond ik meestal met mijn rug naar de kok, ik moest de zaal in kijken naar de dames.
Den Toone was rijst aan het klaar maken; pilaffrijst.
Dus eerst wat gesnipperde uien aanstoven in olie of boter, dan één maat rijst er bij doen , roeren, en als de rijst mooi blinkt, er twee keer zoveel kippenfond of blanke fond er bij…
Op hevig vuur aan de kook brengen en eens de rijst kookt, deksel er op en op en zeer zacht vuurtje laten gaar worden; zeventien minuten….Klaar !
Ik kijk even om en wat zie ik : Toone is bezig om zo, uit de zak, rijst te gieten in een pot met kokend water, blijft er maar in roeren en legt er geen deksel op want dat is hij vergeten mee te brengen….
Erg geloofwaardig komt dat niet over...
Kennen jullie, vleesglace ? Nee waarschijnlijk! Dit is een product dat in de antieke klassieke keuken veel gebruikt werd maar dat nu bijna verdwenen is. De bouillonblokjes hebben de taak overgenomen. Het is een zeer sterk ingekookte bruine fond ( wat is dat ?) die daardoor geleiachtig wordt. Dus om dat te bereiden is er veel tijd nodig en wordt daarom nooit in huishoudelijke keukens gemaakt.
Nu, wij gebruikten dat wel! Opzettelijk. In een roomsausje, en er dan maar bij vertellend dat die vleesglace onmisbaar is om tot een echt goed resultaat te komen…
De dames....Maar die vleesglace, waar verkoopt men dat dan ???
Ja, nergens, je moet dat zelf maken, …maar….eh, die is hier te koop, achteraan in de zaal, in kleine potjes, dat blijft weken goed in de koelkast…Wij hebben dat voorzien.
Het product had zelfs een naam : Philton…
Van de Philip en den Tony…zij waren op het commerciële idee gekomen.
Dus Piet Huysentruyt heeft niets nieuws uitgevonden, we waren hem reeds lang voor…
Bruine fond, plus veel E150, bruine kleurstof er bij en wat vleesextract van Knorr en gelatine…dat was het.
Toch hebben we vele huisvrouwen er gelukkig mee gemaakt.
Ook koksmessen hadden we te koop, niet goedkoop maar van een zeer degelijke kwaliteit mevrouw…!
Er werd wijn verkocht bij de vleet en desnoods konden we zelfs witte en rode wijn samen tot rosé omtoveren.
Ergens in de keuken van een café, in het Waasland kookte ik zelf. Ik zou steaks flamberen met cognac. Het gasfornuis stond onder een venster en aan dat venster hingen mooie witte gordijntjes…
Van welke stof die gordijntjes gemaakt waren weet ik niet maar ze brandden ongelooflijk goed en snel…
Nog ergens, weer in de Wase polders, zijn we er uit gevlogen. De baas daar was een Nederlander en die had onze streken door ! Toeval ???
Het was de man die in mijn herinnering blijft hangen als degene die “een overheerlijk sausje gecreëerd had” en er een blik aardappeltjes daarbij had opengemaakt….
Zijn klant had lekker gesmuld !
Nou zeg … Er uit, stelletje gangsters, riep ie ons nog na !
Ik kan dit nu rustig vertellen, zowel Tony als juffrouw Bertha, ik heb nooit haar echte naam gekend, zijn reeds lang overleden.
Indien er dames zijn die ons ooit meegemaakt hebben, u mag mij een berichtje sturen…
Hopelijk hebben ze er geen trauma aan overgehouden !
Laatst deed iemand me er aan denken. Ze vroeg een recept - of een manier - om een gans varken aan het spit te braden. Zeer rap gevraagd, veel moeilijker gedaan...
Mocht het varken een lam zijn , dan wordt het een méchoui, in Noord-Afrika tenminste.
Zij die het kennen denken bij het woord méchoui onmiddellijk aan een heel lam of een schaap aan het spit, maar méchoui betekent eigenlijk gewoon, een gebraad of gebraden vlees.
Ik heb het één keer meegemaakt, destijds toen ik in Algerije werkte.
Er was hoog bezoek verwacht en het meest gastvrije gerecht dat men dan kan voorzetten is een méchoui.
Hiervoor wordt een heel lam of schaap, naargelang de hoeveelheid verwachte bezoekers, aan een primitief spit geregen en gebraden boven een houtskoolvuurtje.
Het lam wordt hiervoor speciaal voorbereid, de buik mag niet te ver opengesneden worden zodat er nadien nog verscheidene kruiden kunnen ingestopt worden zonder dat ze er uitvallen.
Aan de staart moet nog een pluimpje wol blijven en uiteraard moet de kop er aan blijven.
Dan wordt de buikholte gevuld met knoflookteentjes, zeezout, munt en diverse andere groene kruiden, wat er ook maar in de woestijn ter beschikking is. Met een paar grove steken word de buik daarna toegenaaid.
Nu wordt een lange, zelfs zeer lange, spitse paal door het schaap gedreven zodat aan weerskanten zeker één meter van de paal vrij is. Nu het schaap vastmaken met ijzerdraad, dat is de eenvoudigste methode maar niet zo simpel als het er uit ziet.
Ondertussen hebben enkele enthousiaste medewerkers een groot houtvuur gemaakt en daarnaast een greppel gespit van zo een dertig centimeter diep. Aan de beide uiteinden van de greppel wordt een driepoot gesjord (zoals bij de scouts) waarop het spit kan draaien.
Niet te vergeten; eerst de staart van het schaap te snijden...
Nu wordt er een klein beetje gloeiende houtskool in de greppel geschept en het schaap of lam erboven gehangen op de driepikkels. Om beurt gaan de medewerkers nu draaien met de paal zodat het beestje stilaan en regelmatig braadt. Het wordt een langdurige bewerking: 4 tot 5 uur is de normale tijd om een heel lam te braden tot het doorbakken is. Wij Europeanen zouden het sneller kunnen beëindigen omdat lamsvlees voor ons nog een beetje rosé mag zijn. Niet zo voor de Noord-Afrikanen.
Nu de staart nog. Wel die dient als borsteltje. Er zit nog een pluisje wol aan en dat pluisje wordt regelmatig in gesmolten boter met water en kruiden gedoopt en gebruikt als borsteltje om het lam tijdens het braden in te strijken.
De man die het vuur regelt heeft een zeer belangrijke functie, hij moet er voor zorgen dat de hitte niet te hevig wordt, anders zou het lammetje of schaapje verbranden... Regelmatig wordt er dan een beetje gloeiende kolen met een schoffel onder het schaap geschept.
Om beurten wordt er aan het spit gedraaid. Bij ons zou dat al snel gepaard gaan met het overvloedig nuttigen van bier of wijn, daar zou niemand bezwaar tegen hebben. ’t Is hier woestijngebied en dus is men dorstig. In Algerije geen sprake van!
Indien de tijd om het lam te braden dreigt te kort te zijn, dan voert men het lam naar de lokale bakker en wordt het daar nog een tijdje in de oven gezet.
Nu nog het opdienen.
Indien je ooit uitgenodigd wordt voor een Noord-Afrikaanse méchoui, let dan goed op dat men je niet aanduidt als eregast. De eer zal je dan te beurt vallen om het lekkerste stukje van het lam geoffreerd te krijgen... Nee, het zijn niet de testikels van het lam, maar het erestukje is het oog !
Het lam wordt op een grote koperen schaal gelegd en naar de plaats gebracht waar er zal gegeten worden.
Eerst en vooral, moet iedereen nog de handjes wassen!
Het oog wordt door de gastheer met de handen uit de kop gehaald en aan de eregast gegeven, als deze het dan goedkeurend knikkend opgegeten heeft valt iedereen aan...
Attaque ...!
De stukken vlees worden er met de handen afgerukt en staande opgegeten. Nadien zet men er zich wel bij om wat rustiger aan verder te eten en ook wat sla en warm brood te gebruiken.
Het feest stopt niet voordat er geen vezeltje vlees meer aan het karkas zit!
Deze middag aan tafel kwam het verhaal plotseling weer boven water omdat ik naast een bekend leraar wijnkennis zat. Hij begon over Château Petrus en ik dacht aan Château Mouton Rotschild !
Het verhaal mag nu wel verteld worden want de persoon waarover het hier gaat is ondertussen reeds lang overleden.
Vroeger hadden we een vriend , restauranthouder, annex wijnhandelaar. Hij had zeer goede relaties met zeer gekende wijnproducenten. Hijzelf was eveneens een zeer sympathieke jongen maar toch met zo een klein beetje wat gangstermanieren en foefelen was zijn specialiteit.
Als wijnhandelaar had hij onder andere connecties met de gebroeders Dourthe, in Haut-Médoc. Een gereputeerd wijnhuis dat nog steeds bestaat.
We hadden een afspraak bij Dourthe en één van de broers Dourthe had er voor gezorgd dat wij ook een bezoek zouden kunnen brengen aan Château Mouton Rotschild.
Voor wie niet weet wat Château Mouton Rotschild is; dit is het nec plus ultra, het neusje van de zalm in het Médocgebied, regio Bordeaux.
Later nog wel wat meer over het bezoek bij Dourthe.
Dan in de namiddag naar Mouton.
We werden daar ontvangen als prinsen en we krijgen een speciale rondleiding begeleid door de maitre de chais ( keldermeester), die op dat ogenblik een Belg was !!! Het gaat hier over begin de jaren zeventig.
Hij leidt ons overal rond , we mogen proeven van vanalles en nogwat, werkelijk grandioos!!!
Zelf de oenotheque, mochten we , samen met de maitre de chais bezoeken. Dit is een speciale kelder , vol spinnenwebben, waar alle wijnen uit de buurt en van hun zelf bewaard worden, gewoon als een bibliotheek maar dan met flessen wijn. Zeer indrukwekkend. Flessen van 1900 tot de laatste jaartallen liggen er gestockeerd. Het kapitaal dat daar vergaard ligt is gewoon niet te schatten !
Een fles Mouton Rotschild had toen een waarde van ongeveer 400 à 500 Franse frank. Dus nu zoiets als 60 tot 75 . Laatst zag ik nog op E-bay een verkoopprijs van één fles Mouton van 1972 voor 100 .
Maar we zijn even afgedwaald!
Bij het buitengaan begon de vriend wijnhandelaar zeer zenuwachtig te doen en draaide mij twee flessen wijn in mijn handen met de boodschap ; maak dat ge daar met buitenkomt !!!
Wat was er gebeurd ? Wel mijnheer de wijnmarchand had gewoon twee flesjes naar eigen keuze weg gepikt uit de oenotheque, voor eigen gebruik maar kon er niet met naar buiten want hij moest toch nog plechtig afscheid nemen, handjes schudden en dergelijke
Hij had de flessen onder zijn jas verstopt. Ik had ze nu in mijn handen
Ikzelf kon toch ook moeilijk zeggen, kijk eens hier mijnheer Rotschild uw invité heeft een paar flessen gepikt en ik geef ze terug. Hoe de flessen dan echt buiten geraakt zijn weet ik niet meer, ik was totaal van de kook
Tot slot , het was dus één fles per paar. Eén voor hem één voor ons. We zouden ze dan gezellig samen opdrinken.
Tijdens de wintermaanden hebben we ze dan opengemaakt. De mijne heeft me absoluut niet goed gesmaakt !
De christelijk regel dat gestolen goed niet gedijt, is nog steeds niet verouderd !