Inhoud blog
  • San Miguelito en San Carlos
  • Cano Negro en de grens over!
  • Puerto JimĂ©nez en Monteverde
  • Cahuita en San Vito
  • En nu op weg!
    Zoeken in blog

    An en Jos gaan terug.
    Verslag van onze reis door Costa Rica en Nicaragua
    16-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.San Miguelito en San Carlos


    Ondanks de zeer oude bus bereiken we toch vrij comfortabel onze volgende bestemming : San Miguelito.


    Het is een zeer klein dorpje (de naam betekent 'Sint-Michelleke'), gelegen aan een lange steiger waar de boten uit San Carlos aankomen. Maar.... omdat de waterstand van het meer gedaald is geraken de boten niet meer tot hier. In één klap zijn alle toeristen verdwenen en is er geen toeristische activiteit meer in het dorp. Ondertussen is het waterniveau terug gestegen, maar de overheid heeft de veerdienst niet meer in ere hersteld.


    We schrijven ons in in een prachtig hotel. Het is volledig opgetrokken uit tropische houtsoorten en gebouwd rond een binnenplaats waar een grote boom voor schaduw zorgt. Elke kamer is voorzien van een ruim balkon met mooie handgemaakte houten schommelstoelen. Prijs voor een kamer: € 7.2! Van de twintig kamers zijn er echter maar twee bezet (die van ons inbegrepen). Dat heeft als voordeel dat we kunnen kiezen en onze keuze valt natuurlijk op een kamer met uitzicht op het meer!


    Internet is hier in de huizen en hotels niet bekend, maar op het kerkplein is er gratis Wifi voor iedereen. Telkens als we onze post willen lezen wandelen we naar de kerk. Let op de symboliek: vroeger gingen we voor God, nu voor internet!


    De mensen zijn hier heel vriendelijk. Typisch: de vrouwen dragen hier over hun jurk korte schortjes die rijkelijk voorzien zijn van ruches en borduurwerk. We ontmoeten ook twee dames uit Borgerhout, waarvan een hier een huis bezit. Ze willen proberen hier iets te doen op het gebied van toerisme om werk te verschaffen aan de mensen van het dorp.


    Een van de dagen maken we een boottocht. We huren een plaatselijke visser in (gelukkig dat An Spaans kan!) en vertrekken. We varen een stuk het meer op en volgen dan allerlei zijriviertjes en zijrivieren van die zijrivieren. Het gebied trekt hier een beetje op Cano Negro, maar we zien naast veel vogels toch een luiaard, brulapen en slingerapen.

    Prachtige tocht, maar het laatste half uur begint het te stortregenen. Het is een open boot en het water stroomt letterlijk naar beneden, zodat de schipper met één hand moet sturen, terwijl hij met de andere hand de boot leeghoost. Tot overmaat van ramp begeeft de motor het op vijfhonderd meter van de pier. Telkens terug starten, twintig meter varen, hozen, starten, varen ... enfin, uiteindelijk bereiken we doornat de pier. Ondanks alles toch een gedenkwaardige tocht.


    's Avonds genieten we van de prachtige zonsondergang boven het meer en dan vlug naar bed, want morgen om vijf uur opstaan om de vroege bus naar San Carlos te halen.


    San Carlos is een typische grensstad: druk, veel mensen en een hub voor de boten die de Rio San Juan opvaren en voor de bussen die van hieruit naar overal in het land vertrekken.
    We gaan hier allebei naar de kapper (ik voor € 2.6, An voor € 1.8), eten een lekkere vissoep en genieten van de zonsondergang op een terrasje met een pintje van het plaatselijk bier.


    EN HIER EINDIGT ONZE REIS. OM FAMILIALE REDENEN ZIJN WE VERPLICHT OM VROEGER DAN VOORZIEN NAAR HUIS TERUG TE KEREN.


    De laatste foto's vind je hieronder en in ieder geval: tot lezens in de volgende blog, wij geven het reizen niet op!

    An en Jos





















    16-02-2018 om 02:36 geschreven door Jos


    >> Reageer (1)
    12-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cano Negro en de grens over!

    De reis naar Cano Negro verloopt voorspoedig: opstaan om kwart voor vijf, te voet naar het busstation (we hebben een hotel gekozen dicht bij het vertrekpunt van de bussen) en wachten. Om half zes vertrekken we naar Los Chiles.

    We hebben uitstekende plaatsen: nummers drie en vier, eerste zetels met een mooi uitzicht op de weg. Om half elf arriveren we in Los Chiles. Daar moeten we wachten tot twaalf uur, want dan vertrekt de bus naar Cano Negro.

    Om half twee komen we aan in het hotel dat we nog kennen van vorig jaar: Popon Joche. Het is er nog net hetzelfde: geriefelijke bungalows met een heerlijke douche, gelegen in een boomgaard aan de Rio Frío. Het enige verschil is dat de eigenaar van het hotel nu een restaurant aan het bijbouwen is op het aangrenzende stuk land. Gelukkig hebben we geen hinder van de werkzaamheden.


    We droppen onze bagage, nemen een uitgebreide douche en wandelen naar de aanlegplaats van de boten. Alles is hier nog net hetzelfde als vorig jaar. Aan de steiger ontmoeten we Christopher. Het is een blij weerzien. We hebben hem hier vorig jaar leren kennen: een tachtigjarige man uit Wales (niet uit Engeland!) die hier elk jaar twee maand doorbrengt met vogels kijken. Hij is dolgelukkig om ons weer te zien en heeft toevalig deze namiddag een boot gehuurd om de Rio Frío op te varen. We worden onmiddellijk uitgenodigd om mee te gaan.


    Cano Negro is een dorpje van niets. Een dorpsplein, een paar huizen errond, een aanlegsteiger voor de toeristen die de rivier op willen, een restaurantje en (een kwartier stappen verder) een supermarkt met een tweede restaurantje.
    De bevolking leeft voornameijk van veeteelt. Je komt hier nog regelmatig 'vaqueros' (cowboys) te paard tegen, compleet met lasso, op weg naar onduidelijke bestemmingen. Wat dit moment van het jaar speciaal maakt: rond Pasen is hier een grote fiesta, een parade waar alle cowboys en ruiters in hun beste kleren en op hun mooiste paarden aan deelnemen. We zien dan ook regelmatig een vaquero met zijn paard sierpassen oefenen: de 'dancing horses'. Mooi en heel speciaal.


    Om vogels te kijken valt het een beetje tegen: het water staat veel te hoog voor deze tijd van het jaar. Alle weiden en moerassen staan een halve meter onder water, zodat er op de plaatsen waar we vorig jaar honderden waadvogels zagen, nu weinig of niets te zien is.

    Dat belet ons niet om toch nog een boot te huren om de rivier op te gaan. Ditmaal naar Cano Blanco. Het is een feeëriek gebied, met nauwe, overschaduwde kanaaltjes, waar we door de bomen heen de koeien tot aan hun buik in het water zien staan. Dit is het rijk van de kaaimannen. We zien er verschillende, die allemaal vriendelijk naar ons lachen! Ook de oogst aan vogelwaarnemingen valt niet tegen: veel minder (in aantal) dan vorig jaar, maar heel goede foto's en een paar nieuwe exemplaren die we nooit eerder zagen.


    Hier maken we ook kennis met Renato en Tatiana. Hij is afkomstig van het midden van Costa Rica en heeft ecotoerisme gestudeerd, zij is een biologe uit Bolivië. Ze proberen hier een zaak op te starten om ecologisch en verantwoord toerisme te promoten en in te richten.
    Zij vertellen ons dat er al een paar dagen een jaguar gezien is in de omgeving van het dorp. Renato heeft een gipsafdruk gemaakt van de voetsporen van het beest en het ziet er een redelijk groot exemplaar uit. An en ik gaan dus elke avond als het donker is wandelen, in de hoop de jaguar tegen te komen. Spijtig, we hebben hem (of haar) niet gevonden, maar hebben wel een redelijke foto van de zwart-witte uil kunnen maken.


    Zoals aan alle plezierige dingen komt ook hier (veel te vlug) een eind aan. We trekken verder naar Nicaragua, een voor ons onbekend land, maar we nemen ons voor om als het even mogelijk is op het einde van onze reis hier nog een paar dagen terug te komen.
    De tocht naar Nicaragua hebben we gepland in twee stappen: eerst naar Los Chiles, daar uitzoeken op welke manieren je de grens over kan, en dan naar San Carlos, het eerste stadje in Nicaragua.


    Naar oude gewoonte staan we vroeg op om de bus van half zes te halen. Wachten .... geen bus. Na een uur besluiten we richting dorp te wandelen. Mocht er toch een bus komen, moet ze dezelfde weg volgen en kunnen wij ze tegenhouden.
    In het dorp krijgen we te horen dat er vandaag (verkiezingdag) maar één bus rijdt naar Los Chiles. Over wanneer die bus dan juist gaat komen, verschillen de meningen nogal (twaalf uur, één uur, half twee ...) maar er komt er zeker één.


    We maken van de nood een deugd en nemen een uitgebreid ontbijt (rijst met zwarte bonen, eieren, kaas, salcichon (heel lekker soort cervelaatworst) en gebakken bananen). Christopher komt voorbij en is heel verrast dat we nog niet weg zijn. We blijven zitten praten tot plots om twee uur de bus opdaagt.


    Vlug instappen en naar Los Chiles. Daar schrijven we ons in in hotel Jaribu, een etablissement dat duidelijk over zijn hoogtepunt heen is maar vrij goede kamers heeft: groot en ruim, eigen halletje en zitruimte, keuken met koelkast, microgolfoven en een goede douche.


    Nu uitzoeken hoe we de grens over geraken. In de 'Lonely planet' staat dat de beste en mooiste manier per boot is. Je moet je dan eerst bij emigratie laten uitschrijven, dan een ticket voor de boot kopen en wegvaren. Halverwege de rivier moet je dan stoppen aan de Nicaraguaanse grens, waar je na douane en politie gepasseerd te zijn een visum kan krijgen (kopen) voor Nicaraggua.
    We wandelen dus naar de boten, praten met een paar mensen die allemaal verschillende meningen hebben over het oversteken van de grens tot we uiteindelijk een man ontmoeten die ons weet te vertellen dat boot naar Nicaragua sinds vorig jaar is afgeschaft.


    Dan optie twee: met de bus.
    De volgende dag staan we (voor ons doen) laat op, wandelen naar het busstation en nemen de bus van acht uur naar de grens. Op tien minuten zijn we er. Eerst moet je een 'uitreistax' betalen en dan wordt je uitgeschreven. Pech: de computer is kapot. Na twee uur wachten komt er iemand op het idee om het dan maar zonder computer te doen. Van dan af loopt alles vlot: betalen, uitschrijven en te voet de grens over. Honderd meter wandelen door niemandsland en dan de omgekeerde bewerking: papieren laten zien (inenting tegen gele koorts - hebben we gelukkig!), fotootje laten nemen, ondervraging (wat kom je doen, wat ga je allemaal bezoeken, heb je al een hotel gereserveerd ...), betalen en dan krijg je een visum dat je het recht geeft om negentig dagen in Nicaragua te verblijven.
    Het laatste stukje te voet en dan de grens over. Daar staat een minibusje te wachten dat ons op een kwartiertje naar San Carlos brengt, de eerste stad voorbij de grens.


    Eerste indrukken van Nicaragua: veel armer dan Costa Rica. De bussen lijken wel vijftig jaar oud, de huisjes zijn armelijk, met aangestampte aarden vloeren, alles is veel slordiger en minder hygiënisch dan waar wij vandaan komen. Het pluspunt is dat de prijzen in verhouding zijn. Eerste schatting: alles kost hier een derde minder dan in Costa Rica.


    In San Carlos blijven we twee nachten, genoeg om het stadje te verkennen, over de malecon ('den dijk') te flaneren en het plaatselijk bier te ontdekken. Hier vieren we een voorlopige versie van An's verjaardag en informeren we hoe we naar onze vogende bestemming geraken.


    En dan is het zover: te voet naar het busstation, wachten (reizen is .... veel wachten) en dan de 'direct bus' naar San Miguelito.


    Foto's zie hieronder.
    Vogelfoto' zie: http://observado.org/user//photos/50424


    Groetjes van An en Jos





































    12-02-2018 om 17:24 geschreven door Jos


    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!