Annie had er al lang over zitten piekeren: "Hoe moet dat nu met Oud en Nieuw? Vroeger baden we met het hele gezin een Weesgegroet en mijn man wou er ook nog een Onze Vader aan toevoegen. De kinderen baden mee, mompelend en ongeduldig, maar ze deden het toch maar. En dit jaar ?? Ik zou het werkelijk niet weten. Ik wil niet te vroom lijken. Ik weet zeker dat de kinderen en mijn zeven kleinkinderen die nu met mij gezellig Oudjaar vieren, zeker niet samen gaan zingen en bidden, om twaalf uur. Ze zouden de slappe lach krijgen. De spanning loopt op; ik wil toch wat doen. En plotseling, op slag van twaalf uur roep ik uit: "Allemaal samen: dank je wel!"Een héél ontroerend moment; iedereen dankt iedereen en de dank golft naar het stille midden. God wordt niet genoemd, is enkel stil aanwezig.
Voor vele oude mensen wordt het verleden een dierbare - pijnlijke herinnering. VOORBIJ. Het dorp met de zustersschool en het beeld met de wijdopen armen: "Komt allen tot Mij". VOORBIJ. Toch blijft ook een zeurende onzekerheid, vooral een zorg over de kinderen: "Ze doen er niks meer aan, maar toch zijn het goede mensen.Ik bid elke dag voor hen". Sterke betrouwbare gelovigen die in stilte God steeds meer ruimte geven. Vriendelijk-stug doorgaan. Zonder houvast aan het verleden. Zonder schuldgevoelens. Gewoon vertrouwen. En geleidelijk aan mogen ze ervaren dat de Aanwezige echt aanwezig is in het samenzijn van mensen van goede wil. Soms verrassend.