José weet het niet meer. Toen ze nog op de intensive care werkte, bad ze stilletjes. Neen, het was eigenlijk niet bidden, maar gewoon weten dat de Geest om haar heen was en rondom de patiënt. En nu zij zelf, afgewerkt, in het verpleeghuis de dagen slijt, voelt ze geen verrukking, geen verdriet, geen aandacht, laat staan dat ze geraakt wordt door de mooie teksten die ze ooit in haar dagboek schreef. Ook bij vieringen in de kapel voelt ze eenvoudig niets. Op de vraag: is er dan niets voor u, geen enkel houvast?, antwoord ze: "Jawel hoor. Zolang ik niet word opgeroepen, blijf ik maar gewoon doorgaan. Ik vertrouw maar door. Ik kijk naar de TV; vooral interviews vind ik interessant, "De Wandeling' en 'De Stoel'. Maar daarna.... het zegt me allemaal niets. God is stil aanwezig.
Vele medemensen ervaren in hun laatste levensfase leegte zonder gemis. Dankbaarheid zonder verrukking. Aandacht voor de eerste crocussen zonder verrassing. De sterrenhemel brengt een ogenblik tot stilte die niet verdiept. De gevoelens kunnen niet meer benoemd worden. Het lijkt of alles vervlakt. Een gelaten tevredenheid, rustig doorleven, zolang het kan. Het vertrouwen wordt op de proef gesteld en toch weten zijn vanbinnen dat ze op de ware levensweg zijn. De Aanwezige openbaart zich in de donkere mist.
|