Via de B85 komen we na 22 km op onze volgende bestemming aan de Burgenstrasse, Kronach.
De stad ligt aan de voet van het Frankische Woud, waar de rivieren Haßlach, Kronach en Rodach samenvloeien. De vesting Rosenberg is één van de best bewaarde vestingwerken in Duitsland. Het stadsbeeld wordt gekenmerkt door de bijna volledig bewaard gebleven oude binnenstad met zandstenen en vakwerkhuizen, een volledig bewaard gebleven stadsmuur, poorten, torens en gewelfde kelders.
De motorhomeplaats "Hammermühle (Am Sand)" ligt in de nabijheid van supermarkt en grote ketens en op 1 km van het centrum. De heenweg over 2 kleine bruggentjes over de Rodach is niet breed maar de parking, met alle services, aan de linkerkant (staat aangegeven met bord) is een groot plein.
De „Kroniche Housnküh“ is de mascotte van de stad. De bijnaam van de Kronachers als "Kroniche Housnküh" (Kronachsche moerhaas) gaat terug tot de tijd van de belegeringen. Omdat de stad niet direct kon worden ingenomen, probeerden aanvallers de inwoners uit te hongeren door hen af te snijden van de voedsel- en watervoorziening van het omliggende platteland. Volgens de legende gebruikten de mensen van Kronach het laatste levende dier, een vrouwelijke haas en lieten deze vrij rond lopen op de stadsmuur als een list om een grote voorraad voedsel in de stad te simuleren waardoor de aanvallers het beleg als zinloos beschouwden en terug trokken.
Via de Bamberger Tor, de enige overgebleven stadspoort, komen we in de historische bovenstad op de Melchior-Otto-Platz. Gevestigd op een berguitloper en een stedenbouwkundig pareltje tussen het fort en de benedenstad.
De Rosenberg, die al van ver zichtbaar is en boven de stad uittorent,is een kasteel op het hoogste punt van de heuveltop, omgeven door een vesting, waarvan de oorsprong teruggaat tot de 13e eeuw en in de loop der eeuwen uitbreidden van een middeleeuws fort tot een renaissancekasteel en later tot een modern vestingcomplex. In de eerste helft van de 18e eeuw werd een groot deel afgebroken en herbouwd als de zogenaamde Nieuwe Kazerne in barokstijl. Tegenwoordig wordt het fort, dat nog steeds in het exclusieve bezit is van de stad, voornamelijk gebruikt voor toerisme.
Tijdens de 1ste W.O. diende de Rosenberg-vesting als officiersgevangenenkamp, waarin de Franse kapitein Charles de Gaulle in 1917 tijdelijk werd ondergebracht. Onder de 2de W.O. bleef de stad relatief ongeschonden. Tijdens de luchtaanvallen vond de bevolking onderdak in de talrijke keldergewelven die door vrijwel de hele berguitloper onder de oude stad lopen.
Kronach kan bogen op een aantal historische gebouwen. Onder de vesting 'Rosenberg', ligt de zogenaamde Bovenstad, de historische oude stad, met een ensemble van gebouwen zoals o.a. het historische stadhuis, gebouwd in 1583, de voormalige markthalen en de parochiekerk van Johannes de Doper. Aan het einde van de stadsmuur, bij het nieuwe stadhuis op de marktplaats, staat de Heksentoren. Het werd gebouwd in 1444 en was aanvankelijk de noordoostelijke hoeksteen van de stadsversterking. In de kelder bevindt zich een kerker die tot de 17e eeuw dienst deed als gevangenis.
Via de trappen aan de stadtgraben staan we terug in de Benedenstad. We maken nog een wandeling door de kleine fussgangangerzone en keren terug naar onze staanplaats.
Er is nog veel meer te zien in Kronach maar het is veel te warm. Moe van het klimmen en slenteren door de stad zoeken we op de parking een schaduwrijk plekje. Dit was een eerste bezoekje aan dit stadje maar staat op ons lijstje voor een volgende reis.
31-05-2023
Coburg
We bevinden ons nog steeds in Beieren. We volgen de B303, een 35 km en rijden de stad Coburg (verbroederd in 1972 met Oudenaarde) binnen.
Aan de rand van de grote parkeerplaats "Parkplatz Anger aan de Schützenstraße" is een apart gedeelte voor bussen en 8 campers. De plaats is vlakbij het centrum.
Coburg heeft een goed bewaard gebleven oude binnenstad, die wordt begrensd door nog bestaande delen van de stadsmuur en 3 stadpoorten. De stad is rijk aan interessante gebouwen, fonteinen, gedenktekens en historische ensembles.
De Veste Coburg steekt 170 meter boven de stad uit en is een van de grootste en best bewaard middeleeuws kasteelcomplex van Duitsland. Het werd voor het eerst genoemd in een document in 1225, uitgebreid tot een staatsfort in de 17e eeuw met een drievoudige ring van muren. Dit complex bevindt zich op een 1,5 km van het centrum. We zetten deze bezichtiging bij op ons lijstje voor een volgende keer. (Een 2de motorhomeparking bevindt zich in de buurt van de veste aan de Rosenauer Straße)
We starten onze bezichtiging aan de Ketschentor op 300 m van onze staanplaats en wandelen zo verder via de ‘Albert Platz’ naar het Marktplein met zijn statig stadhuis. In het midden staat het Prince Albert Monument, een geschenk van koningin Victoria aan de geboortestad van haar overleden man. Het tegenoverliggende herenhuis werd gebouwd in 1601. Het is een laatrenaissance gebouw met een rijk versierde gevel en polychrome muurschilderingen. De Hofapotheek, waar de „Hof-Likör“ volgens geheim recept gemaakt wordt, is een laatgotisch gebouw uit de 15e eeuw met op de hoek van de gevel een Madonna met Kind en een beeldhouwwerk van St. Christopher.
Tussen de Marktplatz en de voet van de vestingheuvel ligt de “Schlossplatz”, met een monument van hertog Ernst I. Het plein is ontworpen tussen 1830 en 1837.
Het wordt begrensd door : het voormalige woonpaleis “Ehrenburg” en later uitgebreid tot een renaissancekasteel. Daar tegenover staat het trotse “Edinburgh Palais”, voorheen bekend als het "Wangenheim Palace" en verscheidene keren verbouwd en het “Landestheater” met foyer, spiegelzaal, een auditorium met drie lagen en een toneelconstructie.
De “Arcades” (een terrassenbouw) vormen aan de oostkant de overgang naar de Hofgarten. Brede trappen met gietijzeren lantaarns leiden naar het dakterras en de binnentuin.
Om het geheel te kunnen aanschouwen klimmen we omhoog om het plein met zijn gebouwen van bovenaf te bekijken. Via het dakterras wandelen we verder tot aan de hoger gelegen katholieke parochiekerk van St. Augustin. Het is een neogotische kerk met een prinselijke crypte, die tussen 1855 en 1860 werd gebouwd.
Meerder kerken bevinden zich in het centrum : De Morizkirche, de oudste kerk in Coburg en de Salvatorkirche in de buurt van de Morizkirche.
Naast de Morizkirche ligt het Gymnasium, een renaissancegebouw uit 1605. Ook het arsenaal (wapenkamer) in de Herrngasse, tussen Schlossplatz en Marktplatz, dateert uit deze periode.
We eindigen onze stadstoer met de bekendste specialiteit uit Coburg de “Coburgse braadworst”, het 'Coburgse nationale gerecht'. Het bestaat uit varkensvlees en rundvlees en het speciaal kenmerk is het type grillen, waarvoor noch hout noch houtskool, maar goed gedroogde dennenappels worden gebruikt. Die mag vandaag zeker niet ontbreken.
We blijven nog even genieten op een terrasje, het is warm en de stadsparking is niet bedoeld om stoeltjes buiten te zetten.
In de vroege avond maken we nog een wandeling door de grote Rozentuin tegenover onze staanplaats.
01-06-2023
Weimar
We verlaten Beieren en rijden een 130 km noordwaarts doorheen Thuringen naar Weimar, een stad in het voormalige Oost-Duitsland, de vroegere DDR.
Wereldcultuur van klassiek tot Bauhaus, parken en tuinen, een woonstad gecombineerd met duitse en europese cultuurgeschiedenis en Goethe, Schiller, Bach en Liszt…
Even een probleem bij het oprijden van de staanplaats "Hermann-Brill-Platz/Stadion". Op het grote plein is het kermis. Het bord voor de parking “MH” is niet bedekt en we volgen de bewijzering. De staanplaats en service, achteraan, is volledig te bereiken. Op elke plaats ondervinden we dat het deze periode heel kalm is op gebied van rondreizende campers (uitgez. Bamberg)
Weimar ligt op een hoogte van ongeveer 200 meter in het midden van Thüringen. De Ilm loopt in een boog door de stad. Het noordelijke deel van de stad wordt ingenomen door de Ettersberg met op de top het concentratiekamp-monument “Buchenwald”.
De oudste nederzettingskern van Weimar is het gebied tussen Graben, Schillerstraße en Stadtschloss met herderplatz als centrum. In de 18e eeuw werden de stadsmuren afgebroken alleen de Kasseturm, die nu dienst doet als studentenclub en de zogenaamde Stadtturm, een stapeltoren van de hertogin Anna Amalia - Bibliotheek bleven overeind.
Tijdens het bewind van hertogin Anna Amalia, van de 18e en begin 19e eeuw, speelde de stad een belangrijke rol voor het Weimar classicisme, als gevolg van de aanwezigheid van Wieland, Goethe, Herder, Schiller en Falk, evenals andere belangrijke persoonlijkheden van het tijdperk. Tal van grote kunstenaars verbleven er ook tijdelijk : Bach, List, Schiller, Nietzsche. Johann Wolfgang von Goethe woonde er meer dan 50 jaar en drukte er op meerdere vlakken zijn stempel op.
Met dit alles opgezocht te hebben starten we onze ontdekking door het Weimarhallenpark en langsheen het Bauhaus-museum, met de Weimar-collecties van het Staats Bauhaus (een academie voor architectuur, design en toegepaste kunst van 1919 tot 1933). Heel wat Bauhaus-gebouwen in Weimar staan op de lijst van het UNESCO-Werelderfgoed. De bijzondere cultuur-historische betekenis over verschillende tijdperken is meerdere malen door Unesco erkend.
Weimar is een studentenstad en dat ondervinden we hier al snel in het drukke gedeelte van de stad. Via het stadsmuseum en de Kasseturm op de Goetheplatz komen we in de fussgangerzone die ons verder leidt naar het Theaterplatz met een groot standbeeld van de dichters “Goethe en Schiller” tegenover het Deutsches Nationaltheater. Aan de overkant bevindt zich het 'Huis van de Weimarrepubliek', met een permanente tentoonstelling over het vrouwenkiesrecht, de waarborging van grondrechten, de scheiding van kerk en staat, maar ook couppogingen, massale werkloosheid en moorden – de Weimarrepubliek markeerde een keerpunt in de Duitse geschiedenis. Op de hoek van het plein staat het “Wittumspaleis”, de stadswoning van hertogin Anna Amalia en heden een plek voor cultureel-literaire bijeenkomsten.
Nog meer drukte in de Schillerstrasse met een evenement voor kinderen, dus lopen we er doorheen en missen zo het woonhuis en het museum van Schiller. We volgen het bordje van het toeristenbureau en komen zo op de markt. Met een plannetje van de stad proberen we onze ontdekking gemakkelijker verder te zetten. Op het marktplein bevindt zich het stadhuis en de Neptunusfontein. Via de Grünermarkt kom je aan de “Bastille en het Stadtschloss” met het grote Ilmpark. De “Anna Amalia Bibliotheek” met een unieke boekencollectie, kunstverzameling en bijzondere architectuur bevindt zich in het ‘Grüne Schloss’.
Via onze plannetje zoeken we, het aan het Frauenplan gelegen “Woonhuis van Goethe” op en waar we in het gelijknamige museum een veelomvattende weergave krijgen van zijn laatste levensjaren.
Het belangrijkste kerkgebouw, de Stadskerk van St. Petrus en Paulus, ligt in de oude stad. In de volksmond genoemd de “Herderkirche”. Sinds 1998 staat deze tevens op de werelderfgoedlijst van Unesco als onderdeel van het ensemble “Klassiek Weimar”, een inzending van het Unesco-werelderfgoed, dat elf verschillende monumenten van de stad Weimar omvat. (het Belvedere Palace, een rijkelijk ontworpen plezier-paleiscomplex op een heuvel zo'n vier kilometer ten zuiden van het stadscentrum, behoort tevens tot het onderdeel Klassiek Weimar.)
Nog niet alles gezien te hebben keren we terug via het Weimarhallenpark naar onze staanplaats. Het is eigenlijk te warm en te druk om hier lang rond te slenteren. Bij het opmaken van dit reisverhaal beseffen we dat er nog veel meer te zien is in Weimar (en ook op de andere plaatsen). Dit resulteert in een betere voorbereiding voor een volgend bezoek. Dus Weimar, wij komen ooit eens terug.
02-06-2023
Gotha
Omdat we de drukte in grote steden willen ontwijken schrappen we Erfurt op ons lijstje en trekken we verder naar Gotha, met het van verre zichtbare kasteelcomplex Friedenstein op de Schlossberg.
In de stad zijn er 2 gratis parkings zonder voorzieningen voor motorhomes : Am Marstall op de Parkallee (3x) en een apart gedeelte (met aparte inrit) op de grote parking aan de "Brückenstrasse (x6)". De laatste verkiezen we omdat deze het dichtst bij het centrum is gelegen.
In het verleden was Gotha in rivaliteit met Weimar. Terwijl Weimar het artistieke centrum werd, werd Gotha zijn wetenschappelijke tegenhanger. Door de verschillende belangen van hertogen werd Gotha een stad van natuurwetenschappen en kunst. Vanwege deze reputatie kwamen bekende wetenschappers en kunstenaars naar het hof.
In 1640 ontstond, door de Ernestijnse erfenis, het hertogdom Saksen Gotha met Hertog Ernst I, bijgenaamd De Vrome, als staatshoofd. Hij maakte van Gotha een woonstad en vormde zo het uiterlijk en de geschiedenis van de stad. Hij wordt beschouwd als de "grootvader van Europa" omdat zijn nakomelingen in alle Europese koningshuizen te vinden zijn.
Tijdens de Dertigjarige Oorlog bouwde hij het grootste vroegbarokke paleiscomplex van Europa, onder de naam “Friedenstein”, op de plaats van het gesloopte soevereine kasteel Grimmenstein, met rondom machtige vestingwerken. Hij stierf in 1675 op 73-jarige leeftijd en werd bijgezet in de Margarethakerk in Gotha.
Vanaf de parking is de stad direct te voet bereikbaar. In de voormiddag maken we tijd om de benedenstad te ontdekken.
Via de fussgangerzone komen we op het grote plein, de Neumarkt met de “Margarethakerk”. De laat-barokke hallenkerk werd grotendeels verwoest tijdens de Tweede Wereldoorlog en vervolgens herbouwd in pure schoonheid. We wandelen verder door de Marktstrasse naar de Hauptmarkt met het opvallende rode stadhuis. Het werd gebouwd in 1567 als een enorm warenhuis met winkels op de begane grond en diende als tijdelijke woonplaats van Hertog Ernst de Vroom tijdens de bouw van het kasteel Friedenstein. Vandaag is het de zetel van burgemeester en de burgerlijke stand.
We stappen het toeristenbureau binnen voor een plannetje van de stad zodat we voorbereid onze ontdekking kunnen verder zetten.
En die gaat nu, na de middag, naar het enorme kasteelcomplex. Via trappen, langsheen fonteinen en watervalletjes komen we boven aan de ingang van het Schloss. Een enorm gebouw als je hier boven staat en een heel mooi aanzicht op de benedenstad. En natuurlijk met vooraan het standbeeld van Ernst de Vrome. In de westertoren van het slot bevindt zich het “Ekhof-theater”. Het is het oudste theater van Europa met haast volledig bewaard gebleven toneelinrichting. Via het binnenplein wandelen we langsheen de rozentuin naar het “Herzogliches Museum Gotha”, één van de grootste kunstmusea in Thüringen. Het kasteelpark is verdeeld in 3 verschillende tuinen : een Engelse tuin, een barokke tuin en een 19e-eeuwse tuin.
We stappen nog even verder tot aan de 2de camperplaats aan de Marstall. Deze voormalige stallen werden gebouwd in 1848. Inmiddels zijn er verschillende appartementen, kantoren en een galerie in het pand ondergebracht.
Via het bospad langsheen het paleispark wandelen we terug naar het centrum. We passeren een prachtig barok-ensemble : het terrein van de zomerresidentie van Hertog Friederich II (kleinzoon van Ernst I). Het naar hem genoemde “Paleis Friedrichsthal” uit 1708 herbergt vandaag de Rijkstechnische school voor bouwkunde, economie en verkeer. De vroegere vestingwerken rond het kasteel werden verbouwd voor de aanleg van een uitgebreide barokke tuin met standbeelden en fonteingrotten. In opdracht van Friedrich III, werd in 1747 tegenover het Schloss Friedrichsthal, de “Oranjerie” gebouwd.
Rond 1806 werden de vestingwerken rond de stad verwijderd en kwamen er lanen en straten in de plaats.
Kasteel Friedenstein biedt niet alleen plaats aan wereldberoemde kunst- en cultuurschatten. Rond het kasteel ligt één van de stevigste, barokke vestingwerken van Midden-Duitsland. Een rondgang door de kazematten strekt zich over 300 m. Een afspraak, voor de rondleiding van 1 uur, kan gemaakt worden in het toeristenbureau.
Als je Stambomen van de Europese aristocratie bestudeert zal je er vinden bij de Gotha’s voorouders, zoals ook het Belgische koningshuis. De 1ste koning van België (van 1831 tot 1865) Leopold I van Saksen-Coburg-Saalfeld, geboren in Coburg, was de broer van hertog Ernst I van Saksen-Coburg en Gotha.
03-06-2023
Eisenach
Behalve bossen en bergen vind je hier in Thüringen talrijke leuke plaatsen en bezienswaardigheden.
Zoals onze volgende stopplaats, Eisenach, bekend om het kasteel de “Wartburg” boven de stad, dat op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat en in de middeleeuwen de zetel was van de landgraven van Thüringen. De Wartburg werd in 1080 voor het eerst genoemd en zou volgens de sage in 1067 gebouwd zijn. Uit de nederzettingen bij de burcht, ontstond de stad Eisenach.
Oude sporen van nederzettingen dateren uit de prehistorie, maar de stad Eisenach werd voor het eerst genoemd in een document in 1150.
In de stad zijn 2 camperplaatsen. We rijden eerst de camperplaats op aan de Karl-Marx-Straße voor de nodige service en rijden daarna naar de grote camperplaats op de "Heinrich-Erhardt-Platz". Netto en Lidl in de nabije buurt.
De parking is gelegen naast het Automobilbaumuseum, een historische fabriekshal. Waar ooit de beroemde Wartburg van de lopende band rolde, presenteert een tentoonstelling de bewogen geschiedenis van de autobouw in Eisenach. In 1896 werd de “Fahrzeugfabrik-Eisenach” opgericht, die vanaf 1899 auto's produceerde onder de naam “Wartburg” en in 1928 door BMW werd overgenomen. In de DDR-tijd werden er opnieuw Wartburgs geproduceerd. Sinds 1989 zet Opel in een nieuwe fabriek de traditie voort, terwijl BMW elders in de stad onderdelen en dieselmotoren vervaardigt.
Na een bezoek aan de plaatselijke supermarkt trekken we de stad in. Vanop de parking ‘immer gerade aus’ komen we in het stadsgedeelte met de winkelstraten. Daar slenteren we eerst wat rond met een stop aan het Thüringse bratwurst kraampje. Via de Karlstrasse komen we op de Markt. Een bezoekje aan het toeristenbureau leert ons het volgende :
Eisenach is de geboorteplaats van de componist Johann Sebastian Bach (°1685). Hij werd gedoopt in de Georgenkirche. De kerk werd aan het einde van de 12e eeuw gesticht door Ludwig III. Muziek werd Johann met de papfles ingegeven en het was dan ook logisch dat hij vroeg viool begonte spelen en zijn stem liet horen in het jongenskoor. Hij verbleef er tot zijn tiende levensjaar. Het museum, het “Bachhaus”, iets buiten het centrum op het Frauenplan, staat volledig in het teken van deze beroemde inwoner. Het herbergt het grootste Bachmuseum ter wereld. Historische woonvertrekken uit de Bachtijd geven een inkijkje in het leven van de middenklas rond het jaar 1700. Het aangrenzende, nieuwe gebouw is gewijd aan Bachs muziek.
De kerkhervormer Maarten Luther,een persoon die bij ons misschien minder bekent is, ging in Eisenach op school en vertaalde later in de Wartburg de bijbel in de Duitse taal. Hij vond het belangrijk dat ook het gewone volk de Bijbel kon lezen. Het “Lutherhaus”, aan de Lutherplatz, waarschijnlijk het oudste vakwerkhuis van Thüringen, is nu een museum, ingericht over het leven van deze figuur.
In 1342 verwoestte een grote brand bijna alle gebouwen in de stad. Alsook het gemeentehuis op de markt met de gemeentelijke documenten. Enkele jaren later werd de stad getroffen door een eerste pestepidemie.
In de jaren 1550 werden talrijke prachtige bouwwerken in renaissancestijl gebouwd zoals o.a. de voormalige wijnkelder en het Lutherhuis alsook de Sint-Georgenfontein op de markt.
Het huidige stadhuis op de markt, in laatgotische stijl, gebouwd als wijnkelder, werd in 1596 gekozen als het nieuwe stadhuis. Na een grote brand werd het herbouwd en kreeg het later zijn karakteristieke traptoren.
Ook de Georgenkirche, op het marktplein werd tevens meerdere keren herbouwd, zodat het vandaag een gemengd beeld is van verschillende tijdperken. In 1902 werd de toren toegevoegd aan de kerk, die tot dan toe torenloos was geweest.
Aan de noordkant van het marktplein bevindt zich het statige Stadspaleis, de vroegere residentie van de hertogen. Tegenwoordig herbergt het de kantoren van het stadsbestuur, het stadsarchief en het Thüringer Museum.
De bouw van een stadsmuur begon al in de 12e eeuw. Aan het einde van de middeleeuwen verloren de stadsversterkingen hun strategisch belang. Tijdens de Dertigjarige Oorlog bood het de stad geen volledige bescherming meer. Toch waren de stadspoorten tot 1832 elke avond gesloten. Met het begin van de industrialisatie en de daaruit voortvloeiende uitbreiding van de stad werden in de loop van de negentiende eeuw grote delen van de stadsmuur gesloopt, evenals vier van de vijf stadspoorten.
Naast enkele bewaard gebleven delen van de muur en overblijfselen, herinnert de “Nikolaitor”, een van de oudste stadspoorten in Thüringen, ons aan deze vesting. Het werd gebouwd rond 1170 waardoor het de oudste stadspoort in Thüringen is. Om verkeersredenen moest ten noorden van de toren in 1888 een brede doorgang worden aangelegd, die werd ontworpen in de vorm van een gekanteelde boog.
Rond dezelfde tijd begon de bouw van de naburige “St. Nicolaaskerk”, die als parochiekerk en kloosterkerk voor de benedictijnse nonnen diende. Deze romaanse basiliek met drie beuken, verbonden met de Sint-Niklaaspoort en een monument van Luther, vormen een uniek ensemble op de “Karlsplatz”, het oudste marktplein van de stad.
Voor een bezoek aan de Wartburg hebben we de moed niet meer. Het steeds klimmen naar hoger gelegen delen en zeker in deze warmte begint zwaar te wegen. Bij onze staanplaats aangekomen plaatsen we ons buiten met een drankje en aanschouwen dan maar de “Wartburg”, in de verte.
04-06-2023
Bad Langensalza
We blijven in Thüringen, in de voormalige DDR en bevinden ons nu, 30 km verder, in Bad Langensalza, de stad met maar liefst 10 parken en tuinen. Je zou er ook heerlijk kunnen ontspannen in de Friederiken Therme maar die zijn nu voor enkele weken gesloten voor onderhoud. Sinds 1956 mag Langensalza het woord “Bad” voor de stadsnaam zetten. In 1811 werden zwavelbronnen ontdekt in de buurt van Bad Langensalza. Het jaar daarop opende het eerste zwavelbad. Zo begon in 1812 de ontwikkeling van het spa-systeem van de stad, dat nog steeds gebaseerd is op het gebruik van de lokale heilmiddelen, zwavel, zout en geneeskrachtig drinkwater.
We installeren ons op de motorhomeparking (met alle voorzieningen) in de nabijheid van de Thermen aan de "Böhmenstraße". Betalen doe je bij de Thermen maar omdat nu alleen het restaurant bepaalde uren open is en er niemand aanwezig is om te ontvangen mogen we gratis hier staan. Achter de hoek is een klein winkelcentra met een Edeka, Action,..
Eerst gaan we de stad verkennen. Bad Langensalza is één van de meest historische steden in Thüringen, zoals blijkt uit de rijke historische gebouwen. Het maakt deel uit van de Duitse Vakwerkroute. De oude stad is omgeven door de stadsmuur, die grotendeels bewaard is gebleven. Het werd gebouwd in 1365 na een stadsuitbreiding en omvatte oorspronkelijk 24 verdedigingstorens en zeven poorten. Hiervan zijn 16 wachttorens en één toegangspoort bewaard gebleven. Sommige wallen zijn omgebouwd tot promenades, parken en tuinen. Sinds 1990 is de oude stad grotendeels gerestaureerd. Oude molenbeken en nieuwe open waterkanalen lopen door de historische oude stad.
Onze route start aan het oudste bewaarde gebouw van de stad, het kasteel van “Dryburg”, gebouwd rond 1200 als stadskasteel van de Heren van Salza en kreeg nadien verschillende reconstructies. Alleen de westgevel heeft de eeuwen doorstaan en verrijst als een grijze stenen kolos tussen de smalle straatjes. Na uitgebreide renovatiewerken in de jaren 1990 dient het nu als woon- en bedrijfsgebouw.
Het is zondag en het zonnetje schijnt volop. De terrassen hebben wel hun klanten maar in de straten is het vrij rustig.
Het dominante gebouw in de oude stad is de Marktkirche van St. Bonifaci met een 73 meter hoge toren, een herkenningspunt dat al van ver te zien is en de belangrijkste protestantse kerk van de stad.
We wandelen verder over de Marktstrasse langsheen verschillende monumenten van vroegere persoonlijkheden. De historische postroute van Kassel naar Leipzig passeerden hier. De “Replica van de electorale Saksische kolom” in het voetgangersgebied herinnert daaraan. Een verwoestende brand in 1711 bracht delen van de oude stad tot puin. De herenhuizen die op hun plaats zijn gebouwd in barokke stijl kenmerken nog steeds het beeld van de stad vandaag.
Eén van de meest kenmerkende gebouwen op de Neumarkt is het “Stadhuis”met een beiaard van 32 klokken die dagelijks verschillende melodieën speelt en waarbij, in de driehoekige puntgevel, vijf figuren verschijnen op een cirkelvormig segment. Het werd in 1711 door een stadsbrand getroffen. Na een jaar werd de gotische toren hersteld en pas in 1742 werd de eerste steen gelegd voor het nieuwe stadhuis en sindsdien onveranderd is gebleven.
De kleurrijke zuil op de fontein, voor het stadhuis, draagt twee heraldische leeuwen, de ene met het wapen van het keurvorstendom Saksen, de andere met het wapen van de stad.
Via de Neumarkt komen we bij het stadsmuseum, gevestigd in het voormalige Augustijner kluizenaarsklooster. Van het oorspronkelijke gotische complex zijn de kerktoren, de laatgotische kapel en de kloostergang nog bewaard gebleven. Op het plein vooraan staat een ruitermonument ("naakte ruiter" genoemd) voor de soldaten van het Thüringer Regiment die in de Eerste Wereldoorlog op de Augustinerplatz zijn omgekomen.
Voor we onze tocht verder zetten even een rustpauze op een terrasje voor een koele drink (met de gekende Thuringse Worst).
Naast het klooster brengt een steile weg ons tot aan de Gottesackerkirche “St. Trinitatis” uit 1734, die nu als concertkerk wordt gebruikt. Daarachter bevindt zich het “Aboretum” (de bomentuin), één van de meest historische tuinen van de stad, met meer dan 130 soorten bomen, uitgestrekte velden en sculpturen van hout en schelpkalksteen van kustenaars uit vier landen.
Langsheen de stadsmuur komen we terug in Mühlhauserstrasse aan het “Cultuur- en Congrescentrum”, het voormalige “Schützenhaus”. In 1906 werd het, door brand, tot aan de grond verwoest en na de wederopbouw een jaar later, nam het stadsbestuur het gebouw over.
Langsheen de Bergstrasse en de Giessturm komen we aan de tweede grote parochiekerk, de laatgotische drie-beukige basiliek St. Stephani”, gebouwd op een heuvel.
Dit alles gezien te hebben keren we terug naar de parking. Onze magen beginnen te grommen, dus tijd voor het avondmaal.
Uitgerust en voldaan keren we terug de stad in. De Botanische tuin die we als eerste tegen komen is voor onbepaalde tijd gesloten. We wandelen verder naar het pad aan de Salza, de Grabenweg, op zoek naar enkele aangelegde tuinen en het kuurpark. Via de Rundturm en de Burgturm komen we aan de “Japanischer Garden”. Door het late uur zijn de parken nu wel gesloten maar we kunnen door de poort toch een glimp opvangen van het machtige aangelegde park van 7000 vierkante meter. Volgens de brochure kan men in het bijhorende theehuis een originele Japanse theeceremonie bijwonen.
Iets verder vinden we de “Rosengarten” maar die valt wat tegen omdat we geen rozen zien. We wandelen verder over de Kurpromenade tot aan het “Friederikenschlöss” met aansluitend een mooi terrasvormig park met oranjerie en het paviljoen met het zwavelhoudende water. Het kasteel werd in 1751 gebouwd voor de douairière hertogin Friederike van Saksen-Weißenfels. Na restauratie dient het nu als ontvangstruimte voor seminars en evenementen. In het voormalige koetshuis is een historische drukkerij gevestigd.
Tegenover het Schloss , langs de oostelijke stadsmuur, bevindt zich het kuurpark. Een kabbelende beekje is bedoeld om de loop van de voormalige gracht weer te geven. Langs het pad doorheen het “Kurpark” keren we terug langsheen de 35,40 meter hoge “Klagetor”, de enige nog bestaande toegangspoort en één van de weinige overgebleven stadspoorten in heel Thüringen. Het was een drukke en warme dag maar we hebben hier toch veel gezien.
05-06-2023
Mühlhausen
Twintig kilometer noordwaarts, via B247, komen we aan in Mühlhausen, de stad met de vele torens. Ooit waren hier 59 torens van kerken en stadsmuren. Nu zijn er nog 11 kerken bewaard gebleven en een stadsmuur met talrijke verdedigingstorens. Naast het grote aantal kerken zijn er vele gerenoveerde vakwerk- en herenhuizen te zien.
Het zoeken naar de parking "Engelsgarten" was eventjes moeilijk. Op de Kreuzgraben verwijst een bord naar een klein doodlopend straatje (Hauptmannstrasse) en dan onmiddellijk links, tussen 2 muren, is de oprit naar een apart gedeelte voor motorhomes (met service). Het ligt zeer centraal met zicht op de middeleeuwse stadsmuur op slechts 250 m van het voetgangersgebied en het historische centrum.
De huidige stad bestaat uit de oudere benedenstad rond "Divi-Blasiikirche” en de jongere bovenstad rond St. Marienkirche. Naast de oudste stedelijke kern rond de Untermarkt werd de nieuwe stad gebouwd rond de Obermarkt en de Mariakerk. Vanaf het begin van de 13e eeuw werden beide wijken omsloten door een stadsmuur van bijna 3 km lang, die vandaag de dag nog steeds grotendeels bewaard is gebleven.
Via het andere gedeelte van de parking komen we, aan het begin van de autovrije winkelstraat, de “Allerheiligenkirche” tegen. Deze kerk dankt zijn oorsprong aan de verwoesting van een keizerlijk kasteel in 1256. Als verzoening voor de kasteelkapel, die daarbij met de grond gelijk werd gemaakt, bouwde de gemeente deze parochiekerk, die nadien uitgebreid en voorzien werd van een hoge toren. In de loop van de tijd liet een afname van het aantal gelovigen veel gebedshuizen verweesd achter, daarom worden sommigen van hen voor andere doeleinden gebruikt. De Allerheiligenkirche en de grote Marienkirche, werden omgevormd tot museum. De Marienkirche, aan de Obermarkt, is een vijfbeukige, gotische hallenkerk en met een 86,7 meter hoge centrale toren heeft ze een aanzienlijke impact op de skyline van de stad.
Om een gedacht te hebben van alle torens hier in de stad zoeken we het toeristenbureau op voor een plannetje. Die vinden we in een steegje die ons leidt naar de oude benedenstad. Hier tegenover bevindt zich het historisch “Rathaus”. De oude delen van het gebouw werden door de eeuwen heen herhaaldelijk opnieuw ingericht.
We kunnen nu onze ontdekkingstocht verder zetten naar de volgende torens. We komen te weten dat de “St. Jakobikirche”, aan de Lentzeplatz, omgevormd is tot de nieuwe stadsbibliotheek en de voormalige kerk van “St. Kiliani”, aan de oostelijke rand van de oude stad, als theater werd ingericht. Een volgende (hoge) toren op onze weg is de “Kornmarktkirche”, een Franciscaanse kloosterkerk met kloostertuin en één van de belangrijkste bewaard gebleven bedelkerken in Duitsland. Heden een museum met een permanente tentoonstelling over de tijd van de Vroege Reformatie en de Boerenoorlog.
Op de Untermarkt bevindt zich de “Divi-Blasii Kirche”, de huidige parochiekerk van de oude binnenstad. Een hallenkerk, gebouwd op de plaats van een oudere voorganger tussen 1270 en 1300. De massieve westtorens zijn van de vroegere basiliek nog bewaard gebleven. Van juli 1707 tot juli 1708 was Johann Sebastian Bach op 23 jarige leeftijd hier organist.
Verder is er ook nog het “Kulturhistorische Museum” van 1868 op de Kristanplatz aan de Lindenbühl. Geïntegreerd in de bijna volledige bewaard gebleven stadsmuur, werd het oorspronkelijk gebouwd als gymnasium en sinds 1928 voornamelijk in gebruik als museum. Na een uitgebreide modernisering in 2013 werd het heropend als cultuurhistorisch museum.
Voor vandaag is het genoeg geweest. Morgen ontdekken we de rest.
In de voormiddag trekken we terug de stad in. In de Herrenstraße kijken figuren (poppen) uit de ramen van enkele huizen. Dit zijn de zogenaamde "Fensterguckers”", die gemaakt werden als onderdeel van een studentenproject. Het doel van het project was om het vroegere leven op straat weer te geven, toen er nog geen televisies was.
En de rest… is het bezoek aan de historische vestingwerken, de “Wehrgang”. Mühlhausen heeft een vrijwel volledig bewaard gebleven verdedigingssysteem. Tegelijkertijd is het ook een van de oudste niet-Romeinse stadsmuren in Duitsland. Van de vroegere vier stadspoorten is de “Frauentor” uit 1655 bewaard gebleven.
We beklimmen de stadsmuur langs de buitentrap aan de binnenste Frauentor. Hierboven heb je al een mooi zicht op de St. Petrikirche met een indrukwekkend gekleurd dak en op de buitenste slanke Frauentor van de oorspronkelijke buitenste stadsversterkingen. We wandelen verder tot de “Rabenturm”. Hier bevindt zich de kassa om bovenop de muur, over een afstand van 370 meter de vesting te verkennen. Een trap leidt ons naar het uitkijkplatform van de toren op een hoogte van 34,2 m en hebben hier een indrukwekkend panoramisch uitzicht over de stad met al zijn torens. Terug naar beneden kunnen we via een deurtje onze weg verder zetten bovenop de stadsmuur. Vanaf hier volgen een aantal verdedigingstorens, die gedeeltelijk omgebouwd zijn tot paviljoens met themakamers over het historische gebruik van de vesting, de militaire geschiedenis en de geschiedenis van de brandweer van Mühlhausen. Voor diegene die de klim niet willen wagen of de stadsmuur volledig willen verkennen is er langsheen de buitenkant een mooi aangelegd wandel- en fietspad.
Dus, nu zijn we klaar voor onze volgende bestemming.
06-06-2023
Wanfried
Voor een volgende bezoek stoppen we in de meest oostelijke stad van de deelstaat Hessen, Wanfried.
Een merkwaardig verhaal over Wanfried komt uit Cosima Wagners dagboek. Hieruit blijkt dat de naam van het nieuwe huis van de familie Wagner in Bayreuth, Haus Wahnfried, teruggaat naar het dorp Wanfried.
"... in Hessen was er een plaats Wahnfried, het had hem (haar man, Richard Wagner) zo mystiek geraakt, deze combinatie van de twee woorden, en zoals het gedicht van Goethe, dat alleen tot de wijzen wordt gesproken, zodat alleen de verstandige zou raden wat we ermee bedoelen."
We plaatsen ons op de camperplaats aan de “Eschwegerstrasse”. Volledig ingesloten tussen hagen en bomen heb je geen last van het verkeer langsheen de parking.
We maken een wandeling langsheen de Werra tot aan de oude haven.
In 1616 werd Wanfried vermeld als een belangrijk handelscentrum door de scheepvaart op de Werra waar allerlei soorten goederen werden verhandeld. Nadat de geloste goederen het douanekantoor "Auf der Schlagd" waren gepasseerd, werden ze naar de magazijnen van de stad verscheept en later over land vervoerd. In de tweede helft van de 19e eeuw nam het belang van de scheepvaart op de Werra steeds meer af, omdat het goederenvervoer verschoof naar het spoor. Wanfried werd in 1902 aangesloten op de Werratalbahn.
De historische Wanfrieder Schlagd is een monumentaal complex en bestaat uit de voormalige stapelplaats van de Wanfriedhaven met kademuur, ijzeren ringen voor het afmeren van de schepen, een bewaard gebleven restant van de stadsmuur en twee stapelhuizen. Het werd van oudsher gebruikt als aanlegsteiger en als overslag- en handelscentrum voor de Weser-Werra-scheepvaart. Het belang van de scheepvaart voor Wanfried zou tot in de 19e eeuw duren. Tegenwoordig is de Schlagd een restaurant en evenementenruimte voor concerten.
Het Rathaus en het naast gelegen vakwerkhuis ‘Gasthaus Zum Schwan’, in de Marktstrasse, werden in het midden van de 17e eeuw gebouwd en zijn beide een beschermd monument. Het huidige stadhuis staat op het keldergewelf van een eerder huis dat tijdens de Dertigjarige Oorlog door brand verwoest werd.
In de 19e eeuw verdorde de rijkdom van de handelsstad Wanfried. De wallen en torens werden gesloopt. Alleen de prachtige vakwerkhuizen in het centrum van de stad hebben de vroegere pracht van de stad overleefd.
Echt veel is er in het stadje niet te zien en we besluiten om hier niet te blijven en zetten onze tocht verder.
Witzenhausen
Door het al latere uur zoeken we een plekje in de buurt. Die keuze valt op het verder gelegen stadje Witzenhausen. Een plaats die we nu voor de 3de keer bezoeken.
Witzenhausen staat landelijk bekend als de kersenstad en is de kers stevig verankerd in het logo in Witzenhausen. De "kersenteelt" speelt een belangrijke rol in en rond Witzenhausen. De oorsprong voor de kersenteelt in de stad en omgeving gaat tot 450 jaar terug.
We plaatsen ons op aangelgde camperplaats "Hinter dem Deich" (Festplatz) met Te Gut, Lidl en Aldi in de buurt. (een 2de camperplaats is gelegen aan de Oberburgstrasse (Diepesturm)
Over de Werrabrücke, gebouwd in 1608 met zeven stenen bogen, in 1945 opgeblazen en in 1950 vervangen door een staalconstructie en langsheen de Brückenstrasse komen we Am Markt.
Het anders zo gezellige marktplein is heden omgebouwd tot een bouwwerf. Niet echt gezellig om er rond te wandelen. Om een beeld te geven van het gezellige marktplein is de foto hierboven van een vroegere reis.
Bij terugkeer wippen we nog even in de supermarkt voor het nodige proviand voor vandaag en de volgende dagen. Op gebied van het weer is het vandaag een mindere dag. Geen zon en wat wind, dus blijven we voor de rest van de avond gezellig binnen voor de TV, met een boek of kruiswoordraadsel. Keuze genoeg, vervelen doen we ons niet op vakantie.
07-06-2023
Hann. Münden
In het zuiden van de deelstaat Nedersaksen, ligt de vakwerk- en drierivierenstad “Hann. Münden”. De stad heette tot 31 december 1990 “Münden”, maar kreeg eeuwenlang het toevoegsel Hannoversch om het te onderscheiden van Minden/Westfalen (ook aan de Wezer). Sinds 1 januari 1991 heeft het de officiële naam “Hann. Münden” maar de inwoners blijven zich Mündener noemen. Gelegen in het Weserbergland, bijna volledig omringd door water, met vele vakwerkhuizen in de middeleeuwse oude binnenstad. De stad ‘waar Werra en Fulda elkaar kussen’ en samen uiteindelijk de Weser vormen. Het idee van de "Duitse vakwerkhuisroute" werd mede opgericht in Hann. Münden.
Een plaats die we al meer bezochten en die we nog steeds graag bezoeken. Eerst een plaatsje zoeken op de camperplaats aan de “Tanzwerder”, een schiereilandje tussen de Fulda en de Werra. Via de Löwenbrucke en de Tanzwerderstrasse komt men op de grote mixparking. Op het einde zijn er voorbehouden plaatsen voor motorhomes (met service). Het is er druk maar we vinden toch nog een plaatsje. De plaatsen zijn niet ingedeeld en zodoende is het een wirrewar van campers.
Op de top van de Tanzwerder, aan de samenvloeiing van de Werra en Fulda rivieren, is een grote steen bekend als de “Weserstein” en versierd met een gedicht : ‘Wo Werra sich und Fulda küssen. Sie ihre Namen büssen müssen, Und hier entsteht durch diesen Kuss Deutsch bis zum Meer der Weser Fluss‘.(vertaling : Waar Werra en Fulda elkaar kussen moeten ze hun naam verzoenen. En hier ontstaat door deze kus tot aan de zee de rivier de Weser)
Na het eten trekken we het stadje in. Vanop de parking, over een mooi overdekt houten bruggetje, de “Mühlenbrücke” komen we op het marktplein met het mooie stadhuis. Alhoewel we de stad kennen gaan we toch even langs het toeristenbureau, aan de zijkant van het stadhuis, voor een plannetje.
Indrukwekkend is de decoratieve en kleurrijke gevel van het historische stadhuis, oorspronkelijke gebouwd rond 1400 en in de 17e eeuw herbouwd in de Weserrenaissancestijl. De gehele gevel is rijkelijk versierd met sierlijk houtsnijwerk, reliëfs, sculpturen en inscripties over de geschiedenis en de betekenis van het gebouw, waardoor het zijn macht en rijkdom toont van die tijd. Aan de voorzijde bevindt zich teven een klokkenspel die 3 keer per dag een cirkel van figuren toont met scènes uit het leven van de ambachtelijke chirurg dokter Eisenbarth.
Hann. Münden wordt ook de stad van Dr. Eisenbarth genoemd. Johann Andreas Eisenbart, geboren in 1663 als zoon van een oogarts, hernia chirurg en wondarts woonde hier met zijn familie tussen 1685 tot 1703. Na de dood van zijn vader studeerde hij tien jaar bij zijn zwager, ook een oogarts, hernia en steenhouwer. Hij richtte zijn eigen bedrijf op in Altenburg maar stuitte onmiddellijk op de wrevel van zijn collega's. Vermoedelijk vanwege de hoge examenkosten zag hij gedurende zijn hele leven af van het examen van ‘Meester-Ambachtsman’. Als gevolg hiervan moest hij echter herhaaldelijk conflicten voeren met zijn traditionele collega's en kon hij zich nergens vestigen als een onafhankelijke ambachtelijke chirurg. Hij reisde van markt naar markt en kreeg tenslotte privileges van duitse vorsten voor hun vorstendommen. Hij behandelde vooral oogziekten (staaroperaties), hernia's en testiculaire hernia's, blaasstenen, gespleten lip en gehemelte en kanker. Hij vond een naald uit voor het doorboren van staar, een haak voor het opereren van poliepen en maakte allerlei medicijnen, maar ook herniabanden, kunsttanden en kunstogen. Hij overleed in Hann. Münden op 11 november 1727. Dokter Eisenbart werd begraven in een crypte in de koorkamer, in het midden van het altaar in de St. Aegidienkirche, aan wiens noordzijde sinds 1837 zijn barokke grafsteen ter nagedachtenis is opgericht. St. Aegidienkirche aan de Aegidiiplatz, werd in 2006 ontwijd vanwege financiële problemen.
Aan de achterzijde van het stadhuis bevindt zich de Sint-Blasiuskerk, een imposante hallenkerk over verschillende eeuwen gebouwd en verbouwd. Overblijfselen van een eerdere basiliek zijn nog steeds zichtbaar binnen in de kerk. Bezienswaardig in de kerk zijn een bronzen doopvont uit 1392, het middeleeuwse gevleugelde altaar, een fresco uit 1519 en het graf van hertog Willem de Jongere.
We wandelen nog door de winkelwandelstraat en sluiten onze stadsronde af op een terrasje. We besluiten van nog een dag hier te blijven zodat we morgen nog een fietstoer kunnen doen rond de stad.
______________
08-07-2023
Het is vandaag een feestdag hier in Duitsland, Sacramentsdag, een christelijke feestdag die altijd op de tweede donderdag na Pinksteren valt. Dus vandaag volgt een fietstochtje rond de stad op zoek naar torens en delen van een stadsmuur. De muur werd gebouwd toen de stad werd gesticht in de 12e eeuw. De stadsversterking bestond uit, een in de middeleeuwen gebouwde stadsmuur met hoge verdedigingstorens en stadspoorten. De muur, die waarschijnlijk vanaf het jaar 1200 werd gebouwd, beschermde de stad en het later gebouwde “kasteel van Münden van de Welfen” tegen aanvallen. In de 19e eeuw werden grote delen van de stenen vesting afgebroken. Van de voormalige 26 torens en poorten zijn 12 gebouwen en afzonderlijke delen van de stadsmuur bewaard gebleven, waarvan sommige alleen maar overblijfselen zijn. Bepaalde delen van de stadsmuur moesten bewaard blijven omdat er woonhuizen op gebouwd stonden.
We beginnen onze tour langsheen de Fulda op zoek naar de goed bewaard gebleven torens. De eerste die we onderweg zien is de “Fährenpfortenturm” of Hagelturm, een 40m hoge toren waar nu het Museum der Arbeitgevestigd en de Ziegelpfortenturm. We vervolgen onze weg via de Wallanlagen aan de Münden Rotunda (de ronde toren aan het einde van fussgangerzone), een overblijfsel van één van de stadspoorten en komen vervolgens via de Kronenturm en de Hampescher Turm aan het “Welfenschloss Münden”, een voormalig kasteel dat werd opgenomen in de middeleeuwse stadsversterkingen. Het paleiscomplex werd in 1501 gebouwd als woonpaleis maar toen het in 1560 door brand werd verwoest werd het herbouwd in Weserrenaissance stijl. Tegenwoordig is het de zetel van het Stedelijk Museum, de Stadsbibliotheek, het Stadsarchief en de Ridderzaal.
Langsheen de historische Werra-brug, één van de oudste nog bestaande stenen bruggen in Noord-Duitsland, maken we nog een wandeling door het Skulpturenpark met aan de ingang van het park het monument van Dr. Eisenbart.
Terug op het marktplein zoeken we een schaduwrijk plekje op een terrasje en na een verkoelende drink is het tijd om onze standplaats terug op te zoeken.
08-06-2023
Naar huis ...
Eigenlijk zou van hieruit onze reis nog verder gaan maar een verontrustend telefoontje van het thuisfront doet ons besluiten om huiswaarts te trekken.
Eén van onze kleinkinderen werd in allerijl met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Het was even schrikken maar na enkele onderzoeken bleek het allemaal nog mee te vallen.
Ze kon er achteraf toch nog mee lachen. "Nu weet ik hoe ik mijn grootouders terug thuis krijg"
Eén van de volgende weken zullen we onze trip verder zetten.