Als 't Kerstkind nu op aarde kwam, waar zou dat kunnen zijn? Misschien dichtbij in Rotterdam, of ver weg in Bahrein? Is Het dan blank of zwart, of hoe wordt Het dan herkend? Schijnt op die plaats een ster als toen, hoog aan het firmament?
Als 't Kerstkind nu op aarde kwam,wie ligt dan in het veld? Is dat die vredesdemostrant die strijdt tegen 't geweld? Of is het die soldaat, die voor vrijheid vecht? Aan wie wordt door de engelen het Blijde Nieuws gezegd?
Als 't Kerstkind nu op aarde kwam, wie zijn de wijzen dan? Zijn dat de wereldleiders soms uit o zo verre land? Wat is dan hun geschenk, waar 't Kind mee wordt verblijd? Zou dat een vredesboodschap zijn, of oproep tot de strijd?
Als 't Kerstkind nu op aarde kwam,of is dat kind er al? Is het misschien nooit weggeweest, ligt Het nog in die stal? Kom ga dan mee op zoek, naar waar die stal dan staat. Dan komt de vrede toch misschien en is 't nog niet te laat.
Gedicht Hans Cieremans Afbeelding bijbelverhalen uit Kameroen
Het werd een beetje proppen met de boeken. Gelukkig had de Leo nog wat in kas. We hebben er twee kasten bij.Onze Gert heeft ze samen met Peter van Wonen Welzijn in elkaar gezet. En dat was nog best een klus. Maar ze staan zo stevig als een huis. Er moest wel even geschoven worden met de kasten die er al stonden, dus alle boeken eruit. Dat was een klusje voor Ria en mij. Ze staan er weer in hier en daar nog niet op de goeie plaats maar dat komt wel goed.
Daar hangt hij, zomaar aan de reling van de tweede etage. Ik dacht eerst dat een kindje hem had vergeten. Maar nee hoor hij wil hier wonen. Hij schijnt geen naam te hebben. Mischien dat iemand een leuke naam voor hem/haar weet.
Ik ben al weer ruim een week terug van een vakantie naar Ierland. We hadden mooi weer met aan het begin af en toe een paar druppels regen en verder veel zon. Veel gezien, veel gelachen (vier meiden bij elkaar dat lukt wel).
Ruig en mooi.
Dit was niet ons hotel maar een voormalig meisjes internaat.
Op de groote, stille heide dwaalt de herder eenzaam rond wijl de witgewolde kudde trouw bewaakt wordt door den hond. En, al dwalend ginds en her, denkt de herder: "Och, hoe ver, hoe ver is mijn heide, hoe ver is mijn heide, mijn heide!"
Op de groote, stille heide bloeien bloempjes lief en teer pralend in de zonnestralen als een bloemhof heinde en veer. En, tevreên met een karig loon, roept de herder: "O, hoe schoon, hoe schoon is mijn heide, hoe schoon is mijn heide, mijn heide!"
Op de groote, stille heide rust het al bij maneschijn als de schaapjes en de bloemen vredig ingeslapen zijn. En, terugziende op zijn pad, juicht de herder: "Welk een schat, hoe rijk is mijn heide, hoe rijk is mijn heide, mijn heide!"
Het zal u niet ontgaan zijn dat Doris Day is overleden.
Toen ik het hoorde ging er meteen een luikje in mijn hoofd open. Een zonnige zaterdagmiddag. Ik zal zo,n jaar of negen geweest zijn. Mijn grote broer van zestien was met een buurjongen aan een brommer aan het sleutelen. En naast die brommer stond de transistor radio van de buurjongen, waaruit muziek kwam. Een wonder vond ik dat. Een radio die je zo maar mee naar buiten kon nemen. En om de pret compleet te maken zong Doris Day Que Sera Sera. Door zo,n bericht ben je opeens weer op die zonnige dag lang geleden. Een dag waarvan ik me niet bewust was dat ik die nog wist.
Geuren doen dat ook een bepaalde limonade ruikt naar het spul waarmee ik vroeger mijn fiets moest schoon maken. Ik drink die limonade dus nooit.
Heeft u ook een verhaal dat u graag hier geplaatst ziet? Kom gerust langs of doe het in mijn brievenbus.nr.71