vrije tijdsbesteding Gechiedenis van Oosterhout, vooral op kerkelijk gebied.
17-04-2006
MET DE BIJBEL OP DE KRANT
Het kerkbezoek loopt terug, parochies fuseren en kerkgebouwen worden gesloten. Op diverse plekken in het land worden eigentijdse initiatieven ontplooid om nieuwe doelgroepen aan te spreken en als kerk in de samenleving aanwezig te zijn. In Oosterhout (Noord Brabant) wil THOMAS een pleisterplaats voor zinzoekers zijn. Een interview met Franck Ploum, pastor en projectleider. (Marcel Zagers)
In het Kaski-onderzoek van begin jaren negentig in het bisdom Breda, kwam naar voren dat twee kerken voor de regio Oosterhout in de toekomst voldoende zouden zijn. In de stad Oosterhout en de drie kerkdorpen Den Hout, Oosteind en Dorst waren toen nog negen parochies met ieder een eigen kerkbestuur en kerkgebouw. Een Regionaal Overleg Kerkbesturen, samengesteld om de resultaten van het onderzoek te vertalen, vond dit te rigoureus. Drie dorpskerken bleven wenselijk, maar een grondige reorganisatie was wel nodig: één pastoraal team voor de hele regio, bestuurlijke samenwerking en een aantal gebouwen sluiten. Het rapport van dit tijdelijke overlegorgaan is na presentatie in een diepe la verdwenen. Wat het opleverde was de oprichting van een interparochiële vereniging (IPV) en een regionaal pastoresberaad.
DRIE KERKPROFIELEN.
Eind jaren negentig trok een aantal kerkbesturen opnieuw aan de bel. Sommige parochies waren pastoraal failliet, andere financieel in de knel gekomen. Zo kon het niet langer. Op verzoek van het IPV is toen door Bisdom en Dekenaat actie ondernomen. Er kwam een gespreksronde langs alle besturen, pastores en kernvrijwilligers: "Hoe schat je de situatie in en wat hebben jullie de regio Oosterhout voor de toekomst te bieden?" Uit die gespreksronde kwam het idee om in de regio Oosterhout geprofileerd te gaan werken, drie profielen van kerk-zijn te realiseren. Eén profiel voor de traditioneel gelovigen - niet negatief te verstaan - rond de Basiliek van Oosterhout. Eén profiel gericht op familie- en gezinssituaties; een soort moderne volkskerk, ook wel het huiskamer-profiel genoemd. En één profiel voor de moderne zinzoekers - mensen die zich niet willen binden aan parochie of kerk, maar wel op zoek zijn naar verdieping en bij tijd en wijle gevoed willen worden door : de pleisterplaats. Alle pastores konden aangeven voor welk profiel zij kozen. "Geloof en Cultuur"- het profiel van de pleisterplaats- vond iedereen wel een goed idee, maar niemand had zin dit te gaan doen. Franck Ploum solliciteerde op deze vacature.
THOMAS "Bestuurlijk zou Oosterhout naar één bestuur moeten groeien. Wil je goed geprofileerd werken, dan moeten alle mensen lid zijn van dezelfde parochie, zodat ze zich vrij kunnen bewegen door de profielen heen. Toen ik op 1 januari 2003 begon, was het al snel duidelijk dat één kerkbestuur voor héél Oosterhout nog één stap te vroeg was. Eén bestuur per profiel was een goede tussenstap. Vier van de toen nog bestaande parochies moesten opgaan in de pleisterplaats. Deze vier parochies zijn in maart 2004 gefuseerd tot één nieuwe parochie onder de naam THOMAS, een naam die past bij waarmee wij bezigwaren. Twee kerkgebouwen zijn afgestoten en de Thomasparochie heeft nu twee locaties: de Corneliuskerk in het dorp Den Hout en de Mariakerk in de stad".
EEN VERBOUWDE KERK De Mariakerk is in feite het centrum voor Geloof en Cultuur. De kerk is in mei 2005, geheel opnieuw ingericht, heropend. Behalve de buitenmuren en de binnenpilaren is de kerk volledig vernieuwd. Mensen van het bestuur vormden samen met een architect en kunstenaars de kerncommissie bij de herinrichting van het gebouw. De insteek was dit keer niet: "de kerk is te groot en er moeten banken uit", maar "wat is de doelstelling van Geloof en Cultuur en wat voor gebouw hebben we daarvoor nodig?" De oude indeling was: entree, middenschip en absisgedeelte. Het absisgedeelte is nu liturgisch centrum geworden en het middenschip pleisterplaats, met theaterpodium, filmdoek en expositiepanelen. De entree bestaat uit een binnenkomst, met rechts een stiltecentrum en links een koffie/caféruimte. De kerk is 's morgens van 9 tot 12 en 's middags van half twee tot half vijf open. Ook al is de kerk een onderdeel van Thomas, toch heet ze nog steeds Mariakerk, want kerken kunnen niet van naam veranderen.
EEN PAROCHIEPLEK. Thomas wil parochie zijn, bouwen aan een geloofsgemeenschap. Tegelijk wordt gezocht naar vormen om pleisterplaats te zijn voor mensen die af en toe langs of binnen willen komen, van tijd tot tijd gevoed willen worden en dan weer gaan. Vanuit de vier toenmalig bestaande parochies zijn veel mensen overgegaan in de nieuwe, ene parochie Thomas. In de Mariakerk is elke zondag om half elf een viering; er zijn uitvaarten, kinderen kunnen worden gedoopt; er is ouderenpastoraat en een werkgroep diaconie. Deze parochieplek is vernieuwend, wat vooral blijkt uit de andere manieren waarop liturgie met elkaar gevierd wordt. "Een uitvaart doen wij op onze eigen manier. Als je een traditionele uitvaart wil, dan moet je naar de Sint-Jan of naar een parochie uit het huiskamerprofiel. Maar wie zegt: ik wil de ruimte hebben om het echt anders te doen, ik heb eigen ideeën, die kan bij ons terecht. De zondagsvieringen zien er compleet anders uit. De eerste zondag van de maand is dit een experomentele viering, een THOMAS-viering naar Fins model, met ruimte voor experiment: beweging, discussie,dans. De tweede zondag v.d maand is er een woord-en communieviering. De derde zondag een meditatieve gebedsviering zonder communie. De vierde zondag een eucharistieviering, ook anders dan gebruikelijk. We hebben het lezingenrooster losgelaten, per viering maar één schriftlezing en we werken in thematische reeksen voor alle vieringen. Het kan dus zijn dat mensen in een bepaalde thematische reeks acht weken lang alleen maar oudtestamentische verhalen horen, of zes weken lang wonder- of vrouwenverhalen.
T H O M A S.
Een pleisterplaats. Naast de vernieuwde en vernieuwende parochieplek kent Thomas het onderdeel GELOOF EN CULTUUR met concerten, lezingen, workshops, cursussen etc. Het zijn activiteiten - ongeveer 30 per halfjaar- op het raakvlak van geloof en cultuur. "We richten ons op mensen die hoe dan ook geïnteresseerd zijn in geloof en cultuur. Voor de een zal dat meer met geloof, religiositeit of spiritualiteit te maken hebben, voor de ander ligt het meer op het kunstzinnige, muzikale of informatieve vlak. De een komt naar een concert voor dát koor of díe celliste; de ander komt vooral om wat ze zingen of spelen. Onze insteek voor concerten is óf religieuze muziek, óf een combinatie van religieus en profaan" Hoe groot de groep "zinzoekers"precies is, valt moeilijk te zeggen, maar GELOOF EN CULTUUR heeft op dit moment een adressenbestand van ongeveer 350 mensen, allemaal adressen van mensen die niet in de ledenadministratie van de parochies zitten. Daarnaast zijn er ook mensen die als het ware doubleren: zij willen het programma van GELOOF EN CULTUUR ontvangen maar ook het parochieblad.
COMBINATIE. De combinatie parochie én pleisterplaats levert wel eens spanningen op, maar Franck ziet vooral voordelen. "Voor een parochie is het goed om andere mensen in huis te krijgen, omdat ze zo worden uitgenodigd over het muurtje van het eigen gelijk en wij-met-ons-clubje heen te kijken. Ze gaan zien, dat de dingen die ze gewend zijn te doen, helemaal niet zo vanzelfsprekend hoeven te zijn. Het kan ook wel anders. Voor mensen die hun geloofsweg meer in hun eentje zoeken -"voorbijgangers"- is het goed om te zien dat er rondom geloven mogelijkheden zijn om een gemeenschap te vormen, die toch anders naar de dingen kijkt dan ze misschien gewend zijn. De manier waarop hier elke zondag liturgie gevierd wordt, is toch anders dan op andere plekken. Dat kan ook hen misschien aanspreken. Veel mensen komen enkel op de activiteiten af. Ze betalen entree en zijn na afloop weer weg. Prima, daar is het aanbod ook op afgestemd. Maar er zijn ook mensen die zo'n beetje op de drempel zitten, wel iets met andere mensen willen, maar slechte ervaringen met de kerk hebben".Zo kan het elkaar versterken. GELOOF EN CULTUUR heeft profijt van een concrete geloofsgemeenschap die in hetzelfde gebouw actief is, al is het alleen maar vanwege het draagvlak. Het moet wel georganiseerd worden, er moeten vrijwilligers zijn die er hun schouders onder zetten, zorgen voor koffie, dat de deur open en de kerk schoon is.
LITURGIE ANDERS. Er zijn veel traditioneel-gelovigen die van de Mariakerk zeggen "Dit is mijn ruimte niet, dit is geen kerk".De manier van liturgie vieren is anders. Thomas is een pilot, een project met juist als opdracht om te experimenteren. Waaruit bestaat dit vernieuwende dan? "Liturgie is méér dan een vooraf gegeven vorm, waarin je een soort monoloog houdt van de ene naar de andere kant; het kan ook in dialoogvorm. Mensen die naar een viering komen met elkaar in gesprek laten gaan, maar ook voorganger en gelovigen. Dan moet je wel, ik zou bijna zeggen, met de bijbel op de krant, kijken wat maatschappelijk relevante tthema's zijn waarover je met elkaar binnen een religieuze context kunt nadenken. Religiositeit kun je ook anders beleven dan alleen maar luisteren naar een preek. We hadden een expositie over engelen. Bij een Thomasviering hebben we mensen toen een kwartier langs alle kunstafbeeldingen, beelden en schilderijen, laten wandelen: welk beeld raakt je het meest en waarom? Vertel dat aan elkaar. Zo kun je ook met geloven en zingeving in een liturgische setting bezig zijn, in plaats van gaan zitten, je boekje pakken en meelezen wat er komt". Samen met wat mensen op dit moment bezig houdt vormen de verhalen uit de Schrift het uitgangspunt van alle vieringen. Het houdt volgens Franck op "christelijke liturgie"te zijn , wanneer de Schrift of een stukje traditie niet meer ter sprake komt. Anderhalf jaar geleden zijn de Thomasvieringen met zeventien mensen begonnen. Dat aantal is inmiddels opgelopen tot over de honderd. De gemiddelde leeftijd ligt ergens tussen de veertig en vijftig jaren.
TOEKOMST. Is dit nu de toekomst van de kerk? "Dat zal ik niet zeggen. We hebben allerlei vernieuwende plekken in de kerk zichzelf op een gegeven moment zien inhalen. Ze doen dingen die in hun ogen misschien wel modern zijn, maar het is vaak gebaseerd op ideeën uit de jaren zestig. En mensen die nu dertig zijn, hebben daar helemaal niks mee. Je moet niet zeggen, dat dit de toekomst van de kerk is. Dit is een vorm van kerk-zijn waarvan ik denk, zie, merk, ervaar dat het nu werkt, aansluit bij een behoefte. Die behoefte kan over tien jaar best helemaal anders zijn. Dan zul je dus weer nieuwe vormen moeten bedenken".
Het voorjaarsprogramma van de werkgroep Geloof en Cultuur van Thomas is aan te vragen bij Thomas, Wilhelminalaan 63, 4905AT Oosterhout ( 0162 - 45 31 13 ); www.thomasoosterhout.nl e-mail: geloof.cultuur@thomasoosterhout.nl
Wie aan voorouderonzerzoek doet in gemeentearchieven uit de regio Oosterhout, kan digitaal terecht op de website http://regionaalarchief.tilburg.nl/ . Klik vervolgens op de donkerblauwe balk het woord "zoeken"aan, waarna een schermpje verschijnt met ondermeer het woord "genealogie". Klik daar op. Op het dan volgende scherm staat links een kolom met ondermeer "inzien van bronnen". Klik daar op, waarna doorgeklikt kan worden naar gemeenten, geboorte-, huwelijks-, en overlijdensregisters. Wie bijvoorbeeld bij Hooge en Lage Zwaluwe zoekt, kan daar zelfs het geboorteregister, het zeventiende-eeuwse Liber Baptismatis vinden met geboortegegevens die teruggaan tot 1670. De gemeente Drimmelen is de enige gemeente in de regio waarvan de gegevens al tot meer dan drie eeuwen terug digitaal op te zoeken zijn. De overige gemeenten beginnen bij de invoering van de burgerlijke stand in 1811.
Onderstaand artikel, geschreven door Paul de Schipper, verscheen enige tijd geleden in Dagblad BN/ DeStem.
De trouwakte van je oma en opa in Made uit je computer halen. Dat kan sinds kort. Voor de gemeente Drimmelen al helemaal, voor Oosterhout (bij het verschijnen van dit artikel)nog niet. Maar ondertussen zijn er toch al enkele gegevens te raadplegen. Oosterhout is namelijk zowat de laatste regiogemeente waarvan het archief nog gedigitaliseerd moet worden. MAAR: "Er wordt aan gewerkt", aldus een woordvoerder van deze gemeente.
Enige tijd geleden is de zeer gebruiksvriendelijke website van het Regionaal Archief Tilburg on-line gegaan. Dit archief beheert de archieven van gemeenten als Oosterhout, Drimmelen, Geertruidenberg, Dongen en Gilze en Rijen, evenals de archieven van verdwenen gemeenten als Terheijden en Hooge en Lage Zwaluwe. De nieuwe website betekent dat vooroudergegevens nu thuis, per computer en internet bereikbaar zijn. Dat is een belangrijke stap vooruit voor de groeiende groep liefhebbers van stamboomonderzoek. "De perfecte kwaliteit van de beelden maakt het zelfs mogelijk om de huwelijksakte van grootouders te downloaden en op de harde schijf van je eigen computer te zetten", aldus Luud de Brouwer, die bij het regionaal archief verantwoordelijk is voor de digitalisering. De Brouwer: "Toen de archieven van de gemeenten naar ons verhuisden, was er veel gemopper vanwege de reisafstanden. Het digitaliseren van de gegevens maakt het mogelijk om thuis te zoeken en om zo heel veel voorwerk te doen". Om het zover te krijgen is het archief anderhalf jaar bezig geweest. "Met 45 vrijwilligers, die het invoeren van de gegevens vaak van huis uit doen", aldus Yvonne Welings, ook verbonden aan het regionaal archief. Volgens Luud de Brouwer weten ook steeds meer ouderen de weg naar het archief te vinden: "Niet alleen met pen en papier. Je ziet, vooral ook bij senioren de laptop oprukken. Ze komen er mee naar het archief en voeren hier gegevens in".
Wat betreft de grootste regiogemeente Oosterhout wilde de digitalisering van het aan Tilburg afgestane archief niet helemaal vlotten. Begin 2005 zette CDA-voorzitter Piet de Jong grote vraagtekens bij de toegankelijkheid van Oosterhoutse archiefstukken. De Oosterhoutse historicus Cock Gorisse noemde in een reactie het Regionaal Archief in Tilburg "een voortreffelijke en zeer goed geoutilleerde instantie". Ondertussen heeft de gemeente Oosterhout in december 2005 wel besloten om geld, 38.000 euro, uit te trekken voor digitalisering van het archief. Volgens een woordvoerder van genoemde gemeente, lag er een uitvoeringsplan met offerte, dat aan het College van B en W zou worden aangeboden, waarna e.e.a. daadwerkelijk kan worden uitgevoerd. En dat is ondertussen ook gebeurd, zodat ook de Oosterhoutse gegevens stap voor stap te raadplegen zullen zijn.
Om kwart voor één uit je warme bedje stappen voor de metten en lauden, om zes uur 's ochtends wéér opstaan voor een persoonlijke meditatie en om zeven uur de primen bidden. Kun jij je bij zo'n ritme (n)iets voorstellen?
De oudere zusters van de Norbertinessengemeenschap kunnen zich dit dagritme nog heel goed herinneren. Eeuwenlang leefden de zusters in beslotenheid en weidden zij zich voornamelijk aan de liturgie. Ondanks het contemplatieve karakter van de orde kwam door de jaren heen steeds meer aandacht voor openheid en het contact met andere mensen.
NORBERTIJNER ORDE In het jaar 1271 werd in Wouw een religieuze gemeenschap gesticht en deze bestaat na een zéér bewogen geschiedenis nu nog steeds. Zeven jonge vrouwen vormden de basis van de huidige Norbertinessenpriorij Sint-Catharinadal in Oosterhout. Dze zussen wilden graag een eigen gemeenschap opbouwen in de geest van de Norbertijner Orde en een generaal kapittel van de Orde gaf hen hiervoor officieel toestemming.
TEGENSLAG De Norbertinessen kregen vele tegenslagen te verwerken. Zo werden in de vijftiende eeuw grote hervormingen doorgevoerd, veroorzaakte de grote brand in Breda flinke schade aan de kloostergebouwen en kregen de zusters ook nog te maken met de pest. Het gebrek aan financiële middelen zorgde er uiteindelijk voor dat de zusters besloten een school en een pensionaat op te richten. Ook de beeldenstorm was een moeilijke periode voor de Norbertinessen. Ze overleefden deze tijd door de bescherming van het Huis van Oranje. Ook na hun verhuizing naar Oosterhout in 1647 bleven de prinsen van Oranje beschermers van het klooster.
VERANDERING. Ondanks de vele tegenslagen bouwden de zusters in 1816 hun eerste kerkje. De eigen gemeenschap groeide gestaag en ook uit de gemeente Oosterhout kwamen steeds meer mensen de Eucharistie meevieren. Deze groei resulteerde in de bouw van de neogotische kerk. In 1964 bleek de kerk zodanig bouwvallig dat afbraak en nieuwbouw van de "Avondmaalzaal"de enige mogelijkheid was. Na de Tweede Wereldoorlog was een grondige restauratie van de gebouwen noodzakelijk. Langzamerhand werd duidelijk dat het normale levensonderhoud grotere lasten met zich meebracht. Ook de levenshouding van de mensen veranderde na de oorlog. Al deze veranderingen zorgden ervoor dat rond 1965 vele onderdelen van de liturgie ter discussie werden gesteld.De financiële zorgen moesten door het verrichten van betaalde arbeid opgelost worden. De Norbertinessen probeerden met hun boekbinderij, boekrestauratie, leerberwerking en later schilderkunst in hun onderhoud te voorzien.
KENNISMAKING. Toch is het niet enkel "ora et labora"bij de Norbertinessen. Sint Augustinus hield zijn kloosterlingen namenlijk voor dat naast het gebed ook het samenzijn met andere mensen erg belangrijk is. De Norbertinessenpriorij is daarom al sinds jaar en dag zo gastvrij om mensen kennis te laten maken met de manier van leven in Sint Catharinadal. Hebt U interesse in zo'n bijzondere kennismaking? Kijk dan voor meer informatie op www.sintcatharinadal.nl
De Heilige Driehoek Het gebied is meer dan de drie kloosters waaraan het Oosterhoutse gebied zijn naam dankt.Het gebied dat is aangewezen als beschermd gebied loopt, van de Veerseweg in het noorden tot het bedrijventerrein rond de Esdoornlaan in Slotjes-Oost. Met de nieuwe verworven status gaat deze Heilige Driehoek nog verder op slot.
(artikel in Dagblad De Stem van 8 april 2006 door Geert Nijland)
Het eerste wat opvalt als je over de Leijsendwarsstraat loopt, is dat het eigenlijk nooit helemaal stil is. Die vermaledijde A27 ! Altijd herrie! De snelweg loopt in een lichte boog netjes om het gebied heen, maar aan zijn aanwezigheid ontkom je niet. Mari Rombouts stoort zich er niet aan. Zijn melkveehouderij ligt aan de A-27. Sterker nog, de snelweg doorklieft zijn percelen. Aan de overzijde heeft Rombouts nog een flink stuk grond. "Als de gemeente Oosterhout dat stuk grond van mij wil hebben, zullen ze de rest erbij moeten kopen. Dan kap ik ermee", zegt hij resoluut. Zijn opmerking krijgt plots een zware lading als hij zegtde laatste agrariër te zijn in de Heilige Driehoek. "Vroeger zaten hier aan de Leijsendwarsstraat tal van agrarische bedrijven. Ze zijn allemaal weg en er is import voor in de plaats gekomen. Wat mij betreft ga ik door tot ze mij in een kist kunnen wegdragen.Ik wil niet stoppen",zegt hij. Rombouts is geboren en getogen in de Heilige Driehoek. Hij kan de perceelgrens van het klooster Sint Catharinadal blind tot op de millimeter aanwijzen. "Kijk, dat is allemaal van de zusters. En dat is van de paters van de Sint Paulis Abdij. Zij hebben een deel van hun grond weer verpacht", zegt hij. Rombouts laat het bezoek de oude koeienstal zien. Sinds de laat negentiende eeuw is er niets meer aan veranderd.De houten steunbalken in het dak verraden de ouderdom. Hier proef je de geschiedenis, dit is heilige boerengrond. De procedure voor het verkrijgen van de status "beschermd gebied"werd in 2002 opgestart door de Stichting Heilige Driehoek, die zich al jaren inzet voor het behoud van dit historische gebied. Voorzitter Cock Gorisse zei in een eerder artikel dat de kou nog niet helemaal uit de lucht is. Het deel ten noorden van de Veerseweg staat de nodige ontwikkelingen te wachten.Een nieuw uitvaartcentrum,een crematorium wellicht. Een tuincentrum dat gaat verhuizen. Als dat allemaal maar goed afloopt. Het oude tolhuis op de hoek van 't Helleke en de Leijsenstraat staat er in elk geval nog fier bij. Als een soort wachter voor de prachtige boer-derijen van de Leijsenstraat. Hier kom je niet ongestraft weg als je met het bulldozeren per ongeluk uitschiet.! Als je van het noorden via de Leijsendwarsstraat naar de andere kant van de Hoogstraat rijdt, kom je bij de Sint Paulusabdij. Ten zuiden van de Monnikendreef ligt de hei, waarnaar de volkswijk Veurhai, of in goed Nederlands, Voorheide is vernoemd. Het is anno 2006 niet meer dan grasland. Het is hier moeilijk te begrijpen waar dat historische nou precies in zit. In het recente verleden is regelmatig geopperd om hier op beperkte schaal woningen te bouwen. Waarom niet? Alhoewel: dan zou de Veurhai de Veurhai niet meer zijn. Toch maar afblijven dan. Is het met de status van beschermd gebied dan uitgesloten dat er ooit nog gebouwd wordt in de Heilige Driehoek? Niet echt. Volgens een gemeentewoordvoerster wordt het alleen moeilijker. Zeg dus nooit "nooit". Priorin zuster Magdalena van het Norbertinessenklooster Sint Catharinadal is blij met de nieuwe status. "Dit is een extra bescherming. Tot nu toe was daar in juridische zin geen sprakevan. Natuurlijk hebben wij onze rechten. De grond rondom ons klooster is al eeuwen ons eigedom. Maar de bescherming betreft straks een heel ruim gebied, en ik denk dan altijd: hoe ruimer hoe beter." De priorin is ook ingenomen met de bescherming van het deel ten zuiden van de Paulusabdij. De paters vertrekken medio 2006 naar Zuiderhout in Teteringen, maar hun plaats wordt ingenomen door de Franse gebedsgroep Chemin Neuf. "Er is ooit gesproken over woningbouw, of nog erger : de aanleg van sportvelden in dat deel van de Heilige Driehoek. Daar willen wij liever niet aan denken", zegt zuster Magsalena. Het derde klooster in dit gebied is de Onze Lieve Vrouweabdij, gelegen aan de Zandheuvel 90. Dat maakt de driehoek compleet