vrienden
zwaar woog de dag die op mijn schouders lag.
mijn hoofd bezwangerd door voos gepraat.
de drukte van t werk, je weet wel hoe dat gaat.
het werd tijd dat ik me naar huis begaf.
een stilte beving me toen ik de woonst betrad.
geen gerucht noch teken dat ik duiden kon,
hoe luid ik ook riep, haar antwoord kwam er niet.
verrast werd ik pas bij een blik in het salon.
geen onheil was t zoals ik had bevroed.
een ballon met slinger die de zaak verried*.
knuffels, kussen, kwamen me tegemoet.
vrienden en vriendinnen in één gul gebaar.
vreugde en weemoed roerden mijn gemoed
zoveel liefde hoefde niet, al had ik geen bezwaar.
die plotse drukte heeft me wel belast.
een ganse avond van mijn rust beroofd.
pas om drie uur ging de laatste gast,
en kon eindelijk die kroon van mijn vermoeide hoofd.
articosa 2010
|