neem mij mee naar de maan en weer terug vlieg met mij naar de zon droom met mij over gouden sterren bij heldere nacht neem mij mee naar de maan vlieg met mij naar de zilveren zon vlieg met mij mee op een wolk van genot
When I find myself in times of trouble, mother Mary comes to me, speaking words of wisdom, let it be. And in my hour of darkness she is standing right in front of me, speaking words of wisdom, let it be.
Let it be, let it be, let it be, let it be. Whisper words of wisdom, let it be.
And when the broken hearted people living in the world agree, there will be an answer, let it be. For though they may be parted there is still a chance that they will see, there will be an answer. let it be.
Let it be, let it be, .....
And when the night is cloudy, there is still a light, that shines on me, shine until tomorrow, let it be. I wake up to the sound of music, mother Mary comes to me, speaking words of wisdom, let it be.
jij liefje bent de zon in mijn bestaan het vuur dat brand diep in mijn ziel jij schatje bent de vlam in mijn hart laat hem branden als een toorts jij bent die gouden zomerzon waar ik zoveel van hou toe maak mij blij geef mij al jouw zonneliefde laat me smelten van geluk samen jij en ik zonnekinderen voor 1 dag
mijn poezen zijn lieven mijn echte harte dieven ik zou ze niet willen missen niet uit m'n leven kunnen wissen
het zijn de enige levende wezens in mijn huis zij vormen samen met mij m'n thuis wat is er leuker dan samen met hen op de bank met een kopje en wat spinnen als dank
dit verhaal zou iedere poes kunnen zijn maar die van mij vinden míj fijn ze zijn voor mij heel speciaal hoewel ik dat niet kan vertellen in dit verhaal
o lentebloesem jij bent zo zacht zo gracieus als jij staat in het veld fier en onbuigzaam trots tussen alle andere bloesems o lentebloesem met al jouw schone pracht zo zacht als jij bent
Ik vond een eitje rood langs het kantje van de sloot. Ik vind een eitje groen naast een oude schoen. Ik vond een eitje geel in de zandbak waar ik speel. Ik vond een eitje paars onder in een lekke laars. Ik vond een eitje blauw in die bloementuin van jou. Ik denk dat ik genoeg eieren vond en stop ze nu lekker in mijn mond.
de paashaas van het grote bos die lag te denken op het mos hij dacht: ik vind het echt niet fijn een haasje met een ei te zijn want lekker rennen lukt me niet dat ei dat brengt me veel verdriet en weet je wat mijn wens zou zijn geen paashaas, maar een paaskonijn.