Bart zijn verhalen
verhalen voor alle lezers in quarantaine
06-04-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.China

CHINA

 

Nu loop ik hier met mijn plakkaat onder mijn arm en 'niemand' wil mij helpen. Ik ben er deze morgen speciaal vroeger voor opgestaan, om zes uur nog wel, enkel alleen om alles goed voor te bereiden. Het heeft me heel wat zweet gekost. Om zeven uur deze morgen was het al vijf en twintig graden in de schaduw. Ik wist dat ik vroeg moest opstaan. Het zou heet worden die dag. Bloedheet! Ik vroeg een stoel om mee naar buiten te nemen en wat kreeg ik, een plankje aan een wandelstok. Een gewone stoel hadden ze niet.

Gisteren was het mijn eerste vergadering. Twaalf chinezen en den deze. Opgewekt reed ik de firma binnen. Ondanks de warme zwoele nacht had ik goed geslapen. Ik stapte uit, al fluitend wandelde ik de laatste gang in en draaide de vergaderkamer binnen. Verstomd viel mijn mond open. Geen tafel, geen stoel, enkel wat schriften en een stel potloden in het midden op de grond. Een dikke chinees in kleurig gewaad stond als een paradijsvogel voor een klein raampje.

"Ben jij de manager?" vroeg ik hem en toen hij zich omdraaide en even met zijn hoofd knikte werd ik kwaad.

"Binnen het uur moeten hier twaalf stoelen en een tafel staan," riep ik uit, draaide me om en liep terug de gang in. Een Chinese thee zou me goed doen dacht ik, om in de stemming te komen. Ik wilde me een beetje chinees voelen. Een uur later hadden we een laag salontafeltje, drie vouwstoeltjes, een ligstoel, vier campingstoelen, een houten kist, een bankje voor twee en een clubzetel. Die clubzetel was voor mij. De schriften en de potloden werden in twee gelijke stukken verdeeld, elk kreeg een half potlood en een halve schrift. De stoelen werden opgestapeld in de hoek van de kamer en de chinezen, die gingen op de grond zitten.

Had ik gisteren zo maar een vouwstoel meegenomen dan moest ik van de morgen niet op zo een éénpikkel gaan zitten. Om zeven uur deze morgen zat ik daar met een penseel en Chinese inkt in mijn hand, een groot wit blad lag voor mij op de grond. Met veel moeite probeerde ik mijn evenwicht te houden op het plankje van mijn wandelstok. Heel de tijd wiegde ik zachtjes over en weer, alsof ik op een kabbelende zee in piepklein roeibootje zat. Driemaal heb ik nauwkeurig streepje voor streepje nagezien. Die Chinese tekens zijn niet gemakkelijk, het schijnt één streepje wat langer of korter en ze stoppen een levende kip in uw netzak in plaats van het prachtige ivoren olifantje dat je met veel zorg voor het vrouwtje thuis had uitgekozen.

Oh, daar die meneer dat ziet er een eerlijk man uit. Niet zo jong meer en hij draagt tenminste geen blauwe vest en een te korte broek met nog water in de kelder. Hé, meneer, monsieur, mister, maestro, och ja die kennen hier alleen maar chinees, de rest is allemaal chinees voor hen. Ik zal eens op z'n schouders tikken.

           Wel, heb je van mijn leven, ik laat mijn plakkaat zien en meneer loopt kwaad weg. Dat zijn toch onbeleefde mensen hier, in plaats van mij te helpen lopen ze kwaad weg. Alex heeft mij nog verwittigd, Alex kent chinees en was daarom de geknipte persoon om naar hier te komen, maar Alex moest dringend geopereerd worden, appendix, dat is twee keer niets tegenwoordig, maar ik kon toch maar in zijn plaats naar Tokio. Een prachtige stad, zei hij, maar ga niet te ver uit de buurt, die straten lijken allemaal op elkaar. Een mens loopt daar nogal rap verloren. Ik ben speciaal twee dagen eerder vertrokken om de stad te verkennen. Daar zie een knap Chinees meisje, ik zal het daar eens aan vragen. Waar is mijn plakkaat. Ah hier. Ik ga vlak voor haar staan met mijn plakkaat voor mijn borstkast.

            Amaai, een klets in mijn gezicht, wat rauwe klanken en direct een volkstoeloop. Ik ben maar snel doorgegaan. Straks zetten ze me nog vast achter de tralies en dat is hier niet van de poes denk ik. Mijn appartement, hm, was ik maar daar gebleven. Eergisteren op het vliegplein kwamen ze mij afhalen. Een Chinees met zo'n geel kartonnen hoedje op zijn hoofd stond daar met een bord te zwaaien hoog boven de anderen uit. Janssens stond erop. Dat is voor mij wist ik. Eerst reden we in zo een gammele bus naar de voorstad, twintig kilometer door het stof, het had in dagen niet meer geregend. Daarna leidde mijn gids me door het drukke Tokio. Aan mijn appartement gekomen nam een boy mijn bagage uit de koffer, ik wilde die valiezen zelf dragen, maar dat mocht niet van de gastheer. Een jongen van een jaar of twaalf moest ze naar boven sleuren. Als ik dat had geweten had ik wat minder pakken papier meegenomen. Die chinezen dachten dat daar alleen maar ondergoed en een tandenborstel in zaten, maar mijn chef had nog pakken technische documentatie meegegeven om portkosten uit te sparen. Dertig kilo woog die valies. Die Chinese boy hing er helemaal scheef van.

Daar zie, een geisha, zo een éénmanskoetsje met een mager manneke tussen de berries, een soort taxi, maar dan te voet. Die mannen kennen heel de stad die moet mij zeker kunnen helpen.

"Wat is dat nu? Jij moet mij zo niet bezien met die koeienogen. Wacht! Ga nog niet lopen, hier is mijn portefeuille, ik zal u betalen. Hé wacht!" Onbegrijpelijk, dat loopt gewoon door zonder iets te zeggen. Och ja, toen ik in het appartement aan kwam nam ik eerst een bad, mijn gastheer sprak engels, dat viel al mee. Hij vroeg zelfs of ik een masseuse wou hebben. Dat is misschien nog een idee voor straks, als ik tenminste mijn appartement nog terugvind. Na mijn bad ben ik gaan wandelen. Niet te ver dacht ik. Die straten trekken allemaal op elkander. Dat was een waarheid als een koe. Rode huizen links en rode huizen rechts. Men draait de hoek om en weer rood geschilderde huizen rechts en rood geschilderde huizen links. Alleen af en toe een marktplein vol met gammele kraampjes, vis gespreid op de grond in de blakende zon, blèrende geiten aan een paal, nog levende slangen hangen aan een gordijnstok en hier en daar loopt een man met een varkenskop op zijn schouders. Verse bloeddruppels vormen een spoor achter hem, net als de steentjes bij klein duimpje. Ik zou wel eens naar die prachtige gebouwen wat verder in de stad willen gaan zien, maar dan loop ik zeker verloren, dacht ik, maar toen kreeg ik een schitterende inval. Bij ons doe ik dat ook altijd. Die visverkopers daar, zouden die mij niet kunnen helpen, ik zal eens proberen.

"Hé, niet kwaad worden! Hou die vieze viskoppen bij! Slaagt die in uw eigen nek. Ik stink al helemaal naar de vis. En laat die kip zwijgen die kakelt nog harder dan jullie twee chinezen samen." Amaai, gastvrij zijn ze hier ook niet. Misschien worden de mensen hier in Tokio niet graag aangesproken. Of zijn dat allemaal racisten. Zouden de Marokkanen bij ons ook zo behandeld worden?

Oh ja, ik had een schitterend idee, Mijn vader vertelde me vroeger altijd:

"Voor dat je uw geparkeerde wagen verlaat schrijf je de straatnaam en huisnummer op een blad papier en men vindt altijd de weg terug," Dus dat heb ik dan ook gedaan. De straat van mijn appartement heb ik opgeschreven, eigenlijk opgetekend want die straatnamen staan allemaal in Chinese lettertekens op de gevels. Twee uur heb ik eraan gewerkt, dertien tekens in totaal. Dertien letters, dat zou toch kunnen, maar ze noemen dat hier geen letters het zijn karakters. Duizenden karakters tegenover onze zes en twintig lettertjes, dat is heel wat anders. Ik ben geen artiest in tekenen of schilderen dus ik ben tweemaal opnieuw begonnen. Ik durfde niets te doorstrepen, ze zouden me de verkeerde kant kunnen opsturen. Aan dat klein manneke dat daar in de goot aan het spelen is zal ik maar niets vragen, want als ze me aanhouden en horen dat ik van België ben, dan vlieg ik nog in de bak voor kindermishandeling. Maar wat zie ik nu? Die meneer daar, wat komt 'DIE' hier doen. Ik ben gered! Die visser! Dat is een Belg! Zeker weten, dat is iemand van ons klein landje. Ik ben gered. Dat kan niet missen, alleen in België hebben ze van die groen visbakken die zo moeilijk open gaan. We hebben ze allemaal gratis gekregen. Ieder gezin ene. Dat moet ook een bom geld gekost hebben, maar je ziet ze hebben toch hun nut. Zo herkennen wij direct onze landgenoten overal in de wereld.

            Jij bent van België meneer? Oh van Antwerpen, ja ik ook, dat is toevallig. Ik herkende u aan ons nationaal kenmerk ziet ge. De milieubox. Praktisch hé man, en je kunt er zelfs op gaan zitten. Het zijn stevige bakken. Zeg kan jij Chinese tekens lezen? Oh, jij komt hier al meer dan tien jaar. Dan kun jij mij zeker wel helpen. Ik ben de weg naar mijn appartement kwijt. Ik heb de straatnaam opgeschreven, maar ik kan het zelf niet lezen. Wacht hier is het. Wil jij nu met dit papier naar die agent daar gaan en de weg vragen naar mijn appartement. Ik hoop dat ik het goed heb opgetekend. Wat zeg je? Wat staat erop? "VERBODEN TE WATEREN."



Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)



Inhoud blog
  • GEDICHTENBUNDEL
  • Dromen
  • Op naar mijn pensioen
  • Alles komt goed.
  • 7 Magere jaren
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 15/02-21/02 2021
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!