Jelke met haar vriendinnetje Ine (met wit bloesje)
Over mijzelf
Ik ben belinda, en gebruik soms ook wel de schuilnaam plinneke.
Ik ben een vrouw en woon in maaseik (belgië) en mijn beroep is arbeidster.
Ik ben geboren op 25/05/1976 en ben nu dus 48 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: fitness, msn, fuiven.
ik heb een lieve man en 2 schattige kindjes, een hondje en nog 2 vogeltjes.
Hoe zit dat nou precies met die amandelen? Het lichaam van de mens is uitgerust met een uitgebreid lymfekliersysteem om infecties te bestrijden. Een onderdeel daarvan zijn de neus- en keelamandelen. De keelamandelen zitten in de keel links en rechts van de huig. De neusamandel zit boven het zachte gehemelte achter de neus; links en rechts van de neusamandel begint de buis van Eustachius. Er bestaat ook nog een tongamandel, achter op de tong, maar die geeft zelden problemen. Soms raken de amandelen ontstoken als ze de hoeveelheid binnenkomende ziekteverwekkers niet aankunnen. De amandelen zwellen dan op. Bij de neusamandelen kan dit zorgen voor een voortdurende neusverkoudheid, slecht kunnen slapen, snurken, veel door de mond ademen en oorontstekingen. Als de keelamandelen opspelen kan dit keelpijn en slikklachten geven en zelfs moeheid, hangerigheid, slechte eetlust en slechte adem teweegbrengen. Zeer grote keelamandelen kunnen zelfs de ademhaling belemmeren.
Amandelen Keelamandelen zijn amandelvormige orgaantjes. Elk kind heeft twee keelamandelen en een neusamandel. Zij bestrijden als een soort poortwachters de ziektekiemen die door de neus en de mond willen binnendringen. Als de keelamandelen een aankomende infectie bestrijden, worden zij groter en zijn zij goed te zien achter in de keel. De neusamandel zit achter de huig en is voor ouders minder makkelijk te ontdekken.
Operatie Het knipppen van de keelamandelen is een operatie die tonsillectomie wordt genoemd. De ingreep gebeurt onder narcose. Verreweg de meeste van deze operaties worden uitgevoerd door met een snelle handeling de amandel met een speciale tang als het ware van zijn steel 'af te knippen'. Het bloed dat uit het wondje komt, mag niet in de luchtpijp komen en moet direct door het kind worden uitgespuugd. Daarom mag de narcose niet langer duren dan tot net na het moment waarop de laatste amandel is geknipt. De pijn die een kind voelt na de korte narcose, in combinatie met het spugen van bloed, verklaart voor een deel waarom de kinderen deze ingreep zovaak als traumatisch ervaren.
Wel of niet knipppen? Het is niet duidelijk in welke mate opgezette en ontstoken keelamandelen van invloed zijn op de gezondheid van een kind. Ook KNO-artsen verschillen daarover van mening. Bij één en hetzelfde kind zal de ene arts adviseren de amandelen te laten knippen, terwijl de andere arts zal aanraden ze te laten zitten. Iedereen is het er echter wel over eens dat het nodig is de keelamandelen te knipppen als ze zo groot zijn dat tijdens de slaap de ademhaling soms hapert doordat de luchtweg wordt afgesloten.
Huisartsen verwijzen kinderen met keelklachten niet meer zo vaak als vroeger naar de KNO-arts. Doorverwijzing wordt pas overwogen als een kind in de loop van een jaar meer dan vier keelontstekingen heeft gehad. Bij kinderen die erg veel last hebben van vocht achter het trommelvlies (slijmoortjes), wordt soms de neusamandel weggehaald. Als deze kinderen geen duidelijke keelklachten hebben, is het niet zinvol om ook de keelamandelen te laten knippen.
Het is voor ouders soms niet eenvoudig een goede beslissing te nemen. Bij twijfel is het vaak verstandig om gewoon een periode af te wachten. De operatie is zelden spoedeisend. Naarmate kinderen ouder worden, bouwen ze meer weerstand op. Kinderen van zeven jaar en ouder krijgen dan ook minder vaak keelontstekingen dan jongere kinderen. Ouders die ongerust blijven omdat ze het gevoel hebben dat hun kind niet goed gedijt, zouden met hun huisarts kunnen bespreken of het zinvol is een kinderarts te raadplegen.
Misvattingen Keelamandelen krijgen vaak de schuld van heel wat kinderkwaaltjes. Dat is niet terecht, want ze werken juist als ziektebestrijders. Als de keelamandelen hun werk doen en een aankomende infectie bestrijden, worden ze groter. Dat wil nog niet zeggen dat ze eruit moeten. Dit is één van de misvattingen rondom keelamandelen. Er zijn er meer.
Het is een misvatting dat het knippen van de keelamandelen de behandeling bij uitstek is voor kinderen die slecht eten, lastig zijn, zich slecht kunnen concentreren of leerproblemen hebben;
Het is een misvatting dat het knipppen van de keelamandelen voor hele jonge kinderen minder traumatisch is dan voor schoolkinderen;
Het is een misvatting dat het knipppen van de keelamandelen op de kinderleeftijd minder pijnlijk is dan op volwassen leeftijd.
Peet is mijn broer. De kinderen zien hem heel graag. Als hij eens op bezoek komt, worden jorn en jelke wild. Dan willen ze met hem spelen en gek doen!Ze laten hem niet met rust.
Verwarm de oven voor op 160 ºC. Zeef de bloem met het bakpoeder in een kom. Maak een kuiltje in het midden en doe daarin de stroop en de specerijen. Roer alles vanuit het midden goed door elkaar en maak een stevig deeg. Smeer een bakblik in met margarine, druk er knikkers van het deeg op en bak ze in een matig warme oven in circa 15 minuten lichtbruin en gaar. Je kan controleren of het gaar is door er met een naald in te prikken. Wanneer deze droog blijft, is het gaar.
Het is niet 123 te zeggen wanneer je kind toe is aan zakgeld, de een is er eerder toe dan de ander. Toch kun je zeggen dat er ongeveer vanaf een jaar of 6 een kind meer belangstelling krijgt om over een eigen geldje te beschikken. Het is een goede gelegenheid om te experimenteren met geld en dat kun je beter doen met 50 eurocent dan later met 500 euro!
Bepaal van te voren wat je kind van het zakgeld moet betalen, mag hij of zij het vrij besteden of is er een deel wat gespaard moet worden om bijvoorbeeld een kadootje voor broer of zus te kopen. Je kunt bijvoorbeeld ook af spreken dat er b.v geen snoep van gekocht mag worden. Blunderen is toegestaan met zakgeld, meteen alles uitgeven betekent dat er op een later moment iets niet gekocht kan worden.
Als het kind ouder is geworden kun je al begeleidend handige tips meegeven. Uitleggen dat het bijvoorbeeld handig is meerdere winkels te bezoeken als je iets wilt kopen, even kijken wat het kost bij een andere winkel scheelt misschien wel een week zakgeld! Ook is het handig te leren dat je een bonnetje vraagt als je die niet krijgt, als iets kapot is of geruild moet worden! Kinderen zijn soms bang om dit te vragen.
Soms is het even de tanden op elkaar houden als je kind weer knikkers of prulding heeft gekocht. De eigen ervaring is heel waardevol, je kind leert van een miskoop, spaart misschien langer door voor iets wat niet snel stuk gaat of denkt wat langer na voordat hij of zij wat koopt. Tijdens je eigen aankopen kun je je kind laten zien waar je zelf op let. Het is beter het zakgeld niet als sanctie middel te gebruiken, als je dit of dat niet doet dan................
Onderstaand overzicht geeft aan wat er gemiddeld aan zakgeld wordt gegeven aan kinderen. Pas bedragen aan als er ook andere zaken als kleding, abonnementen enz van moeten gekocht. Deze bedragen kunnen dan wat aan de lage kant zijn. leeftijdzakgeld per week 6-7 jaar minder dan 1,15
Jorn zit met 16 kindjes in de klas. En als er iemand jarig is, moet iedereen een tekening maken. Vandaag moest Jorn een tekening maken voor Arend. Die is deze week jarig.
Honing is een natuurlijk suikerhoudend product dat door bijen wordt gemaakt uit de nectar van bloemen. Smaak, geur en kleur van honing variëren al naar gelang de soort bloemen waar de nectar uit is gewonnen: zo bestaan er bijvoorbeeld lindehoning, lavendelhoning, rozenhoning en klaverhoning.
Honing is één van de oudste door de mens gebruikte voedingssupplementen. Honing kan als zoetmaker worden gebruikt in plaats van biet- of rietsuiker. In honing zit een combinatie van fructose en glucose. Honing heeft een licht antiseptische werking en werd vroeger gebruikt bij de behandeling van brandwonden en kleine snijwonden. Honing wordt gemakkelijk door het lichaam opgenomen. De term 'koudgeslingerd' betekent dat de imker de honing niet heeft verwarmd tijdens het slingeren. Dit komt de kwaliteit van de honing ten goede.
Honing is een rijke energiebron en wordt wel gebruikt als opwekkend middel door mensen die herstellende zijn van een ziekte of een ongeval en ander voedsel slecht verdragen. Een vanouds bekend recept is heet water, honing en citroensap (eventueel met sterke drank). De citroen levert vitamine C. Het gebruik van honing biedt vrijwel geen voordelen boven het gebruik van suiker. Honing is te koop bij de supermarkt of natuurwinkel.
Honing bestaat voor zo'n 80% uit suikers. Deze zijn voor mensen met diabetes mellitus niet beter of slechter dan de "gewone" suiker. De suikers leveren ook net zoveel energie (calorieën) als gewone suiker, zodat het voor mensen die af willen vallen geen voordelen biedt.
Kinderen jonger dan één jaar kunnen ernstig ziek worden van honing. In honing kunnen bacteriën aanwezig zijn die een voedselinfectie veroorzaken. Baby's hebben nog onvoldoende weerstand tegen deze schadelijke bacteriën, omdat hun darmpjes nog niet optimaal werken. Pas vanaf de leeftijd van 12 maanden kan een kind veilig honing gebruiken. Overigens is het, ondermeer in verband met het risico op tandbederf, niet goed om een kind aan een zoete smaak te wennen. Dus: liever geen suiker, maar zeker geen honing.
Raadpleeg altijd de arts voordat u enig voedingssupplement gaat gebruiken; hij of zij kan u vertellen of het geschikt voor u is en of de werking van medicijnen er eventueel door wordt beïnvloed. Stop nooit met het gebruik van een geneesmiddel om daarvoor in de plaats een voedingssupplement in te nemen.
Bedplassen wordt gedefinieerd als het ongecontroleerd doen van een volledige plas tijdens de slaap. Als bedplassers wakker zijn, hebben ze nergens last van. Dit in tegenstelling tot incontinentiepatiënten die zowel overdag als 's nachts in hun broek plassen. Alhoewel dit minder bekend is, komt bedplassen ook bij volwassenen nog frequent voor. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 1% van de volwassenen in bed blijft plassen. Bij mannen iets vaker dan bij vrouwen. Sommigen van hen plassen elke nacht in hun bed en anderen maar zo nu en dan.
Bedplassen is geen ziekte, het is een lastig probleem.
Bedplassen is voor degenen die daar last van hebben, erg ingrijpend. Zij schamen zich ervoor en durven er niet voor uit te komen. Uit angst om bij anderen in hun bed te plassen, durven ze niet bij anderen te logeren, niet op schoolkamp te gaan of geen relatie op te bouwen.
Oorzaak
De oorzaken van bedplassen zijn lange tijd onduidelijk geweest. Er werd bijna nooit een lichamelijke afwijking gevonden. Daarom werd vroeger vaak gedacht dat psychische problemen de oorzaak waren. Hiervoor is echter geen enkele aanwijzing gevonden. Uit onderzoek blijkt dat bedplassen verschillende oorzaken kan hebben:
Er kunnen lichamelijke afwijkingen zijn, waardoor de blaas niet naar behoren werkt.
Ons lichaam maakt een stof die het vasthouden van vocht door de nieren beïnvloedt. Bij niet-bedplassers maakt het lichaam tijdens de slaap meer van deze stof dan overdag. Hierdoor wordt er 's nachts minder urine geproduceerd. Aangenomen wordt dat bedplassers 's nachts niet voldoende van deze stof produceren.
Sommige mensen worden 's nachts erg moeilijk wakker en zijn daardoor 's nachts niet gevoelig voor de signalen van de blaas, die aangeven dat deze vol is.
Wellicht is er ook sprake van een erfelijke factor, aangezien bedplassen in bepaalde families meer voorkomt dan in andere families.
Op de eerste plaats is het belangrijk dat degene die bedplast overdag regelmatig plast. Wanneer je 6 tot 7 glazen per dag drinkt dan is het normaal dat je ongeveer 5 tot 6 keer overdag plast. Het is vrij eenvoudig om dat gedurende 3 dagen bij te houden. Als het plaspatroon overdag afwijkend is, kunt u het best even overleggen met uw huisarts. Als er overdag geen problemen (meer) zijn dan kan er geprobeerd worden om met een gerichte behandeling met, b.v een "plaswekker" van het bedplassen af te komen. Het is verstandig hiervoor contact op te nemen met uw huis- of schoolarts. Voordat gestart wordt met de behandeling zal de arts altijd nagaan of er wellicht andere oorzaken aan ten grondslag liggen. Bij jonge kinderen wordt meestal pas gestart met de behandeling, als het kind het bedplassen zelf als een probleem ervaart en aan de behandeling wil meewerken. Alleen dan is er kans dat de behandeling succesvol is.
In het rustige stadje Timberline leidt Boog een idyllisch bestaan. Overdag is hij de ster van een natuurshow en 's avonds vindt hij geborgenheid in de garage van parkwachter Beth. Als de paranoïde jager Shaw de stad binnenrijdt met Elliot op z'n motorkap gebonden, weet Boog niet goed of hij tussenbeide moet komen. Tegen beter weten in bevrijdt hij Elliot. Die wil daarna op zijn beurt Boog "bevrijden" uit de garage. De situatie loopt uit de hand en het tweetal wordt ergens diep in het woud gedumpt, net voor het begin van het jachtseizoen...