Pa’s haas.
Op een dag kwam vader na een wandeling door het bos terug met een klein konijn. De oren waren lang, het vachtje zacht en zijn neusje snuffelde aan mijn handen. En toch, het was een beetje vreemd konijn.
’Zorg goed voor deze kleine haas’’, zei Pa. En denk eraan, het is mijn haasje. Ik heb hem gevonden.
Als hij groot is brengen wij hem samen naar het bos’.
Het haasje groeide uit tot een prachtige haas.
Deze morgen brachten mijn vader en ik hem terug naar het bos. Ik zal hem missen.
Maar ja, hij was Pa’s haas.
.
|