Kind.
De Noorderwind
waait het zieltje van het kind
in één van de hoogste bomen
om te bekomen
van hetgeen hem is overkomen.
De geest van het beest
die zijn beul is geweest
zal hier niet komen.
Een zuidenwind zal het zieltje
van het gekwelde kind
meenemen in zijn armen
tot boven de wolken
naar daar
waar engelen
het luchtruim bevolken.
Zij zullen hem verwarmen
hem doen vergeten
de angst en de pijn.
Het zal weer een gelukkig kind zijn.
|