Vervlogen in tijd alweer, die ene zomer, als een saga, de dingen eruit voortgekomen herfst staat aan de deur van het niemandsland een vlinder strijdt, door storm langs verlaten kant, zoekend de klaproos en vergane roem
doorweekt, hagel, geschut... met gebroken vleugels stort hij neder in het land van ijzer en wake op door in het verleden rood gekleurde grond vervlogen strijders, onzichtbare handen, 't ijzerfront dragen zorg voor hun volk.. waken, verlaten niet tillen uitgeputte vlinder tot aan de voet der ijzertoren waar groeit de klaproos, door vlinders uitverkoren
symbool voor strijd, stormzang, met gebogen hoofd ontwaart ze haar verdronken vlinder, verdoofd opent ze nog éénmaal haar zuivere kelk ontvangt uit schemerhanden de moegestreden vlinder in haar besloten warmte, haar hartenkelk om saam, s lands stormen te doorstaan
samen één, wachtend op terugkeer van lentepracht bevrijding, het smachten, t minnen op een lentedag hun levenskracht komt voort uit elkaar uit 't land van ijzer en wake alwaar velen in smarten zijn vergaan blijft de klaproos en de verdronken vlinder als mythe er altijd bestaan.
© Hendrik Hoogland, gedichten uit het leven.
21-04-2012 om 00:00
geschreven door boke
|