Vetkuiven, zwartleren jekkers en botsauto's romantiek
17-02-2020
Duck's tale
Ben ik nu plotsklaps toch wel teruggeflitst naar mijn kindertijd en de Donald Ducks van toen ik nog in korte broek rondliep, zeker! Niet veel later kwam daar al vrij snel verandering in toen ik zonder ma en pa naar de kermis mocht, voorzien van een voor die tijd royale zondagse cent door een vrijgevige tante. Je wierp al eens een blik over de schouder, keurde het aanwezige jonge vrouwvolk dat in aanmerking kwam voor een ritje in de botsauto's of de rupsmolen dat eveneens voor een namiddag het ouderlijk gezag wist te ontsnappen.
De snoeiharde dreunen van de elektrische jammerplanken uit de bonkende luidsprekers zorgden al direct voor lichtelijk verhitte gemoederen en de kansberekening bij wie het wel zou lukken. Lukte het niet bij de ene, tant pis, op naar de volgende.
Maar goed, we hadden het over de befaamde duck's tale, een kapsel dat Tony Curtis destijds tot een fel begeerde hunk van het witte doek maakte en Elvis Presley, behalve zijn heupwiegen, tot zijn navolgers mocht rekenen.
In de coal mine state Kentucky zag Billy Adams het levenslicht in 1940, zijn vader was een kompel in dezelfde mijn waar Loretta Lynn's vader het zwarte goud bovenhaalde ("Coal Miner's Daughter"). Moeder had de zorg om veertien(!) kinderen van eten te voorzien, wat niet altijd lukte vanwege de extreme armoede waarin het gezin verkeerde.
Geen wonder dus dat de jonge Billy er van droomde te ontsnappen uit dat trieste bestaan want veel meer ontspanning dan een aftandse radio op batterijen was er niet, laat staan geld voor een echt muziekinstrument, totdat een vriendelijke buur hem een simpele gitaar leende waarop hij zich een zeer ritmische eigen stijl aanleerde die de basis werd voor zijn muzikale carrière.
Samen met zijn broer en een bassist hielden ze The Rock&Roll Boys boven de doopvont en algauw kwamen ze in 1957 terecht in de Nau-Voo studio's Ohio met een platencontract op zak en waar ze een stuk of zes singles opnamen.
Eind 1958 - ze hadden zichzelf omgedoopt tot Billy Adams and The Rock-A-Teers en de band uitgebreid - zag het bijzonder grappige You Gotta Have a Ducktailhet levenslicht.
Het zou me ten zeerste verwonderen mocht dit geweldige nummer ooit een Vlaamse radio gehaald hebben - ook niet bij ome Guy, maar dat is allemaal een beetje de bedoeling: grasduinen in zo goed als onbekend werk.
Om Jan De Smet te parafraseren: er zijn wel duizend kings of Rock 'n Roll.