Ooit noemde men Gent het Manchester van het continent,omwille van de talrijke textielfabrieken en de duizenden arbeiders, arbeidsters en kinderen die er hun karig brood verdienden. WOL in de middeleeuwen, KATOEN vanaf het einde van de achttiende eeuw en tenslotte VLAS dat zeer lang een huisnijverheid was en zich voornamelijk in de Kortrijkse regio heeft ontwikkeld. Naast de wolwevers waren er ook de volders, de ververs, de scheerders en de kooplui die hun brood verdienden aan het bewerken van wol of handel dreven met de afgwerkte goederen. Ze waren verenigd in gilden, hadden hun eigen gebedshuis of minstens een zijkapel in de kerk. de rijkere gilden hadden zelfs een gildehuis,vaak prachtige gebouwen. Ten tijde van Jacob van Artevelde werd wol ingevoerd uit Engeland. Daarom wijst de gestrekte arm van zijn standbeeld op de Vrijdagsmarkt in de richting van Albion.De veelvuldige conflicten tussen Frankrijk en Engeland in die tijd hadden vaak tot gevolg dat de aanvoer van wol in het gedrang kwam, met werkloosheid en armoede voor talrijke Gentse gezinnen als pijnlijk neveneffect. De wolnijverheid deemstert weg en het zal tot de tweede helft van de achtiende eeuw duren alvorens de textielnijverheid een revival tegemoet gaat die de wolnijverheid ver achter zich laat. Het katoen doet zijn intrede in Europa en zeker in Gent.Kapitaalkrachtige lieden gaan investeren in fabrieken en machines. Er komen katoenspinnerijen, weverijen, katoendrukkerijen en tal van toeleveringsbedrijven. Aangezien deze nieuwe nijverheid zeer arbeidsintensief is, heeft er een ware volksverhuizing plaats van het omliggende platteland naar Gent, dat hierdoor overbevolkt wordt en de beluiken en armzalige arbeidershuisjes rijzen als paddestoelen uit de grond.Dat de loon en werkomstandigheden beneden peil waren leidde in 1838 tot de katoenopstand van de arbeiders, een staking toen er nog geen vakbonden bestonden. Katoen werd ingevoerd, voornamelijk uit de Zuidelijke Staten van de U.S.A. Toen in de zestiger jaren van de negentiende eeuw de seccessieoorlog uitbrak tussen de noordelijke en de zuidelijke staten werd de aanvoer plots stilgelegd door de blokkades van Zuidelijke havens. Opnieuw stak de gesel van werkloosheid en armoede de kop op.Vlas is lange tijd een huisnijverheid geweest voornamelijk voor landbouwgezinnen en voornamelijk in het Kortrijkse. .Nochthans zou Gent zich op industriéle wijze met de vlasbewerking gaan bezighouden in de negentiende eeuw.Daar waar zich nu de Groene vallei bevindt stond ooit één van de meest imposantste fabrieken van Gent: La Lys was een vlasspinnerij waar duizenden mensen werk vonden. Van dit eeuwenoud textielverleden blijft er in Gent nog weinig over, maar de sporen ervan zijn nog in gans de stad te bespeuren.