In het midden van de achttiende eeuw vond een vijfvoudige roofmoord plaats in het PATERSHOL (Vrouwenbroesstraat 5, nu een restaurant.) Deze moorden zetten de stad in rep en roer en ver daarbuiten. De daders waren evenwel vlug gekend ,ene MAST en ene DANNEELS. Die hadden intussen de stad echter ontvlucht. Een tijd later keerden ze echter terug via de Kortrijkse poort, maar werden haast onmiddelijk herkend. Hierbij vluchtte één van de kompanen in de kapel van Schreiboom, nauwelijks honderd meter van de Kortrijkse poort. Ze werden overgebracht naar de Mammelokker ( de toenmalige stadsgevangenis, naast het Belfort) Daar werden zij ondervraagd en kwamen ook terecht op de pijnbank. Ze werden ter dood veroordeeld en de terechtstelling zou in het openbaar plaatsvinden op de Vrijdagsmarkt. Daar werden ze naartoe gesleept op een gevlochten mat, getrokken door één of meerdere paarden. Op de Vrijdagsmarkt werden ze onder massale belangstelling opgewacht door de beul. Alvorens zij ter dood gebracht werden, werden ze bewerkt met gloeiende ijzers en vervolgen op een wiel gebonden, waarbij de beul met een ijzeren staaf al hun botten brak (het radbraken). Zo kwam er een einde aan een ijselijk verhaal.