De aronskelk is een plaatsje in de tuin zeker waard
De aronskelk heeft nog steeds het aureool van grafbloem. De plant is al heel lang in cultuur en verdient zeker een plaats in de tuin. Met inachtneming van wat regeltjes is de aronskelk heel geschikt om in het moerasgedeelte van een vijver geplant te worden of om in een flinke pot op het terras of balkon te zetten.
De aronskelk behoort tot de familie van de Araceae (aronskelkachtigen). De botanische naam is Zantedeschia. De plant had vroeger ten onrechte de naam Richardia of Calla. Nu bestaat er wel een Calla en die behoort zelfs tot dezelfde familie. Dit is de slangenwortel (Calla palustris), die in noordelijke streken in moerassen en vijvers heel goed op z'n plaats is.Naar gedrag en standplaats bezien zijn er veel overeenkomsten tussen de aronskelk en de slangenwortel. De aronskelk is genoemd naar de Italiaanse arts en plantenbeschrijver R. Zantedeschia, die in de provincie Brescia woonde. Van oorsprong is de aronskelk afkomstig uit Zuid-Afrika en groeit daar op met gras en licht struikgewas begroeide hellingen. Met name komt de plant daar voor op plaatsen waar het regenwater in de afvoer wordt belemmerd. Het zijn periodiek zompige, moerasachtige situaties die echter betrekkelijk kort blijven bestaan. Daaropvolgende lange perioden met droogte kan de plant goed overbruggen. De gemiddelde zomertemperatuur waarbij de plant zich goed voelt, bedraagt plm. 15 graden Celcius. Een hogere temperatuur zorgt ervoor dat er veel blad wordt gevormd in plaats van bloemen. De aronskelk is dus prima op z'n plaats in het Nederlandse klimaat. Een halfschaduwrijke plaats in de tuin is een absolute voorwaarde om een goed gewas met veel bloemen te krijgen.
De opvallende bloem van de aronskelk is in feite een schutblad (bractae) met in het midden de langgerekte, staafvormige stuifmeeldrager (spadix). Het schutblad is wit, geel, rood of roze, afhankelijk van de soort. Deze kenmerken van de bloem zijn vergelijkbaar met bijvoorbeeld die van de Anthurium. De felle kleur van het schutblad is bedoeld om insecten aan te trekken die de minieme bloemen op de spadix moeten bevruchten.Wanneer de bloemen bevrucht zijn, verschijnen de vruchtbeginsels in de vorm van trossen met felrood gekleurde bessen op relatief korte stelen.
Het wortelgestel bestaat uit vlezige knollen (rhizomen). Die bevatten de voedingsstoffen en veel water. Hierdoor is de plant in staat om tijden van droogte te overbruggen. Zantedeschia aethiopica heeft een vlezig verdikte wortelstok.
Mijn eerste roos die bloeit
Polka een klassieke en beschermde soort geeft een fruitige geur
Bloeit vanaf half juni.
De uit gebloeide bloemen verwijderen
Het is een roos met een garantie label
Phlox gedijt op elke droge tuingrond op een zonnige standplaats. Lage, breed uitgroeiende over de grond kruipende soort. Kan geplant worden op muurtjes, in rotstuinen, als bodembedekker enz. Voorkeur voor een goed doorlatende grond in volle zon.
Sedum reflexum
(Tripmadam)
De Sedum reflexum heeft een grijs blad en zijn bloem is geel van kleur.
Deze plant bloeit van augustus tot september en wordt ongeveer 25 cm hoog.
Een gemakkelijk groeiende soort voor de rotstuin.Voor een goed doorlatende grond.
Campanula cochleariifolia 'Blue Baby'
(Klokjesbloem)
De Campanula cochleariifolia 'Blue Baby' heeft een groen blad en zijn bloem is blauw van kleur.
Deze plant bloeit van juli tot september en wordt ongeveer 10 cm hoog.
Een zodevormende groeiwijze.Bloeit met talrijke kleine klokjes.
´Stella de Oro´ is naar mijn smaak één der mooiste Hemerocallis hybriden. Geïntroduceerd in 1975 door W. Jablonski. Opvallend is zijn geringe hoogte nl. 30 cm. De welriekende bloemen zijn goudgeel, 5 tot 6 cm groot met een zeer kleine groene keel. De geur lijkt op de zoete leliegeur, soms beschouwd als te zwaar met een onaangename ondertoon.
In het Hemerocallis sortiment is ´Stella de Oro´ een middelvroege bloeier. Meestal volgt ook een nabloei
ROTSTUIN. Planten van oorsprong uit berggebieden, in de tuin bv. als bodembedekker, tussen stenen, in stapelmuurtjes of in de alpiene tuin.
Hoofdzakelijk in groepen te planten, liefst licht vochtig. Verdraagzame bodembedekker, ook voor een soortenrijke aanplant
WEIGELA
Waardevolle, rijkbloeiende heesters met goede groeikracht. Bloeien van mei tot juni en soms een tweede maal in de nazomer met trompetvormige bloemen, in trossen verenigd. Ze vragen een frisse, vruchtbare bodem en gedijen zowel in volle zon als in lichtbeschaduwde plaatsen.
Pulsatilla vulgaris ´Alba´ is een bossige dwergplant met zachtbehaarde, fijngeveerde bladeren, stengels en bloemknoppen. Als deze knoppen nog voor het grijze varenachtige blad in maart uitkomen, lijken ze precies op cocons. De bijzonder grote witte bloemen met gele meeldraden verschijnen in de loop van maart - april en hebben de vorm van een beker. Na de bloei verschijnen decoratieve bloempluizen.