Lavendel is een winterharde, altijdgroene dwergstruik met in bundels rechtopstaande stengels.
De stam vertakt zich in talrijke stengels die tot 60 cm hoog kunnen worden.
De bladeren zijn grijs-groen en lancetvormig.
De bladeren groeien slechts op het onderste gedeelte van de stengel.
In de zomer (juli tot september) bloeien op de toppen blauw-violette bloemen als schijnaren
HIBISCUS - SEPTEMBERROOS
Te weinig gekende herfstbloeiende heester met prachtige, grote, enkele bloemen. Bloeitijd : vanaf augustus tot oktober, dus op een moment dat de meeste zomerbloeiers aan het uitbloeien zijn. Verlangen een zonnige standplaats en goed doorlatende humusrijke bodem. Alhoewel zij goed snoei verdragen, is dit meestal overbodig wegens hun trage en gesloten groei.
Veel soorten
De naam hortensia is afgeleid van de tweede naam van Hydrangea, die twee plantkundigen destijds aan de plant gaven, namelijk: Hydrangea hortensia (P.F. von Siebold) en Hydrangea hortensis (J.E. Smith). De geslachtsnaam Hydrangea zou afgeleid kunnen zijn van het Griekse woord hudor = water en angeion = vaatje. Wat kan duiden op de vorm van de opengesprongen vrucht. Alle soorten Hydrangea behoren tot de steenbreekachtige (Saxifragaceae).
Bij volgroeide planten worden zwak gegroeide (dunne) scheuten zonder meer verwijderd. Wanneer er veel oude scheuten aan de struik zitten, worden enkele daarvan op ca vijf centimeter boven de grond teruggezet. De overige oude scheuten worden tot dertig centimeter boven de grond ingekort. Snoei in dat geval het topeinde boven een naar buiten staand oog af.
Uitgebloeide en jonge scheuten worden ook tot dertig centimeter boven de grond gesnoeid en ook op een buitenoog. Uit dit oog groeien nieuwe bloeischeuten. Van een totaal verouderde struik worden alle scheuten tot vijf centimeter boven de grond weggesnoeid. Nieuwe scheuten worden dan in de loop van het jaar gevormd. Die zullen dan niet in hetzelfde jaar bloeien, maar het jaar daarop. In het voorjaar daarna worden alle uitgebloeide scheuten tot op vijf centimeter boven de grond afgeknipt. De nieuwe, jonge scheuten worden tot op dertig centimeter teruggezet. De snoeicyclus is dus voortdurend gericht op verjonging van de struik.
Hydrangea macrophylla, de hortensia met opvallend grote randbloemen of een bolvormige bloeiwijze, is wel de bekendste hortensia. De plant is te gebruiken als kamerplant, in de tuin en op het balkon. Hortensia wordt gekweekt in de opvallendste kleuren: zuiver wit, licht en donkerroze, licht- en donkerblauw en oranjeroze tinten.
Knolbegonia's worden door zaad vermeerderd. Dit wordt door telers gedaan die deze planten het eerste jaar verzorgen. Dit zaad is zeer klein. Bij bepaalde soorten kan dit makkelijk oplopen tot 20 000 zaadjes en meer in één gram.
De knollen worden in februari - maart in huis of in de serre in potten geplant.
Vanaf half mei, als alle vorstgevaar geweken is, kunnen de planten in de tuin of in bloembakken worden geplant op een beschutte en schaduwrijke plaats. Voeg regelmatig een beetje mest toe aan het gietwater of gebruik traag werkende organische meststoffen.
Verwijder regelmatig de verwelkte bloemen; dit bevordert de bloei.
De knolbegonia bestaat in veel soorten en kleuren.
Binnenkort zal mijn cactus bloeien ieder staafje is een grote rose bloem
De volgende foto zal in bloei zijn , want zoals je ziet zullen er heel veel aan staan , allemaal roze sterren
Mooie heesters voor ietwat beschutte standplaats en goede vruchtbare bodem. Alhoewel matig groeiend, verdient het aanbeveling ze regelmatig in de lente kort terug te snoeien. Ze bloeien op het éénjarig hout. Geschikt voor grote groepen. De bloemen kleuren zeer fraai in combinatie met vele vaste planten.
't Is bijzonder en je moet ervan houden: een vaste plant met vrijwel zwarte bladeren en gitzwarte vruchten. Ophiopogon is de naam, die veel aandacht trekt door z'n afwijkende kleur. Mits bescheiden gebruikt, kan een groepje ervan een fraai contrast opleveren met geel- of bontbladige planten.
Arenaria montana
(Zandkruid)
De Arenaria montana heeft een groen blad en zijn bloem is wit van kleur.
Deze plant bloeit van juni tot juli en wordt ongeveer 10 cm hoog.
De bloemen zijn zuiver wit.Voor een goed doorlatende grond.
De aronskelk is een plaatsje in de tuin zeker waard
De aronskelk heeft nog steeds het aureool van grafbloem. De plant is al heel lang in cultuur en verdient zeker een plaats in de tuin. Met inachtneming van wat regeltjes is de aronskelk heel geschikt om in het moerasgedeelte van een vijver geplant te worden of om in een flinke pot op het terras of balkon te zetten.
De aronskelk behoort tot de familie van de Araceae (aronskelkachtigen). De botanische naam is Zantedeschia. De plant had vroeger ten onrechte de naam Richardia of Calla. Nu bestaat er wel een Calla en die behoort zelfs tot dezelfde familie. Dit is de slangenwortel (Calla palustris), die in noordelijke streken in moerassen en vijvers heel goed op z'n plaats is.Naar gedrag en standplaats bezien zijn er veel overeenkomsten tussen de aronskelk en de slangenwortel. De aronskelk is genoemd naar de Italiaanse arts en plantenbeschrijver R. Zantedeschia, die in de provincie Brescia woonde. Van oorsprong is de aronskelk afkomstig uit Zuid-Afrika en groeit daar op met gras en licht struikgewas begroeide hellingen. Met name komt de plant daar voor op plaatsen waar het regenwater in de afvoer wordt belemmerd. Het zijn periodiek zompige, moerasachtige situaties die echter betrekkelijk kort blijven bestaan. Daaropvolgende lange perioden met droogte kan de plant goed overbruggen. De gemiddelde zomertemperatuur waarbij de plant zich goed voelt, bedraagt plm. 15 graden Celcius. Een hogere temperatuur zorgt ervoor dat er veel blad wordt gevormd in plaats van bloemen. De aronskelk is dus prima op z'n plaats in het Nederlandse klimaat. Een halfschaduwrijke plaats in de tuin is een absolute voorwaarde om een goed gewas met veel bloemen te krijgen.
De opvallende bloem van de aronskelk is in feite een schutblad (bractae) met in het midden de langgerekte, staafvormige stuifmeeldrager (spadix). Het schutblad is wit, geel, rood of roze, afhankelijk van de soort. Deze kenmerken van de bloem zijn vergelijkbaar met bijvoorbeeld die van de Anthurium. De felle kleur van het schutblad is bedoeld om insecten aan te trekken die de minieme bloemen op de spadix moeten bevruchten.Wanneer de bloemen bevrucht zijn, verschijnen de vruchtbeginsels in de vorm van trossen met felrood gekleurde bessen op relatief korte stelen.
Het wortelgestel bestaat uit vlezige knollen (rhizomen). Die bevatten de voedingsstoffen en veel water. Hierdoor is de plant in staat om tijden van droogte te overbruggen. Zantedeschia aethiopica heeft een vlezig verdikte wortelstok.
Mijn eerste roos die bloeit
Polka een klassieke en beschermde soort geeft een fruitige geur
Bloeit vanaf half juni.
De uit gebloeide bloemen verwijderen
Het is een roos met een garantie label
Phlox gedijt op elke droge tuingrond op een zonnige standplaats. Lage, breed uitgroeiende over de grond kruipende soort. Kan geplant worden op muurtjes, in rotstuinen, als bodembedekker enz. Voorkeur voor een goed doorlatende grond in volle zon.
Sedum reflexum
(Tripmadam)
De Sedum reflexum heeft een grijs blad en zijn bloem is geel van kleur.
Deze plant bloeit van augustus tot september en wordt ongeveer 25 cm hoog.
Een gemakkelijk groeiende soort voor de rotstuin.Voor een goed doorlatende grond.
Campanula cochleariifolia 'Blue Baby'
(Klokjesbloem)
De Campanula cochleariifolia 'Blue Baby' heeft een groen blad en zijn bloem is blauw van kleur.
Deze plant bloeit van juli tot september en wordt ongeveer 10 cm hoog.
Een zodevormende groeiwijze.Bloeit met talrijke kleine klokjes.