Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Muziekgeschiedenis
    Invloedrijke artiesten
    10-08-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    KRAFTWERK
    De pure mens-machine uit Duitsland

    “We’re functioning automatik. And we’re dancing mechanik.
    We are the robots.”

    Na de tijd dat muziek nog met de hand werd gemaakt, ontstond begin jaren zeventig het Duitse Kraftwerk. Florian Schneider en Ralf Hütter zijn net na de Tweede Wereldoorlog geboren als kinderen van respectievelijk een architect en een arts. Ze ontmoetten elkaar op het conservatorium waar Florian fluit studeerde, terwijl Ralf zich concentreerde op elektrisch orgel. Beïnvloed door onder andere de naoorlogse, elektronische muziek van de Duitse componist Karlheinz Stockhausen kwamen ze op het idee moderne elektronische muziek te maken.

                                                                  

    Ze maakten muziek met synthesizers en sequencers, de eerste techno-beat. Het percussieve gedeelte behoorde tot de verantwoordelijkheid van Karl Bartos en Wolfgang Flür. Maar het waren Hütter en Schneider die de leiding vormden van de groep.

    Kraftwerk zong over de snelweg, over homecomputers, rekenmachines, radio-activiteit, de Trans-Europa Express en dataverkeer. Aan de basis van de Kraftwerk-songs staan aardse zaken, hun inspiratie komt voort uit alledaagse gebeurtenissen.

    Bij hun optredens was niet alleen het geluid van belang, maar ook de indrukwekkende beelden en kleuren. In de jarenzeventig entachtig had het iets magisch. Maar nu wordt de projectie – apparatuur, ooit voorbehouden aan Kraftwerk en psychedelische rockbands zoals Pink Floyd, gebruikt door Jan en alleman.

    Dat Kraftwerk legendarische elektro – pioniers zijn, hoeven we niet te vertellen. Underworld, Speedy J en Daft Punk zijn maar enkele van de zovele jaren ’90 house – acts die sterk beïnvloed zijn door deze Duitsers.

    Discografie 1970-2005

                                                                  

    1970 de lp “Tone Float” was het eerste werk dat verscheen van het viertal, toen noemden ze zich nog “Organisation”. De plaat bevatte instrumentale stukken vol vrije, geïmproviseerde vormen. De stukken zijn deels elektronisch van aard, maar ook dwarsfluit, viool, orgel, gitaar, harmonium (een orgeltje waarvan de lucht wordt aangedreven door het intrappen van pedalen) en bas weerklinken.

    1971 “Kraftwerk 1”

    1972 “Kraftwerk 2”

    1973 “Ralf + Florian”

    1974 “Autobahn” was de start voor het huidige Kraftwerk. Met ruim 22 minuten vult het nummer de gehele a-kant van de gelijknamige lp. De single, nog geen 4 minuten lang, wordt een internationale hit, zelfs in Amerika. De muziek is uitgesproken modern en humoristisch.

    1976 “Radio-Activity”(album over dagelijkse zorgen)

    1977 “Trans-Europe Express”, de plaat waarop werkelijk alles, van begin tot eind,

    zich in perfectie voltrekt. De openingstrack “Europese Endless” laat iedereen een kleine tien minuten dromen van het grote, eindeloze Europa, dat met zelfkennis en flair bezongen wordt als elegant en decadent.

    1978 “The Man-Machine”, het centrale thema op dit album van de zogenoemde Schaufensterpuppe is de relatie tussen mens en machine, kortom de automatisering.

    De groep spreekt over de ziel van de machines, over zelfgenererende geluidsprocessen en het vervagen van de grens tussen mens en machine. Sindsdien traden ze op als robotten en worden ze de Mensch-Maschine aus Deutschland genoemd.

    De muziek op dit album klonk melodieuzer, waardoor deze toegankelijker werd.

    1981 “Computerworld” (toekomstvisioenen) De muziek wordt gemaakt met synthesizers,

    zelfgebouwde drummachines en elektronische randapparatuur. Vocoders en andere machinerie laten de zang vervormd weerklinken. De mensen van Kraftwerk laten zich niet beschouwen als muzikanten, maar als arbeiders, die elke dag in de weer zijn met hun machines. De track “It’s More Fun To Compute” klopt helemaal. Ieder geluid is perfect, de ritmische geluiden, het baslijntje, de compositie, de flow. Onmogelijk te evenaren. “Computer Love” is een optimistische song waarin naar de toekomst wordt gekeken met een positieve blik op de relatie tussen mens, machine en natuur.

    “Computerworld” is ongetwijfeld een van de meest funky platen ooit gemaakt.

    1983 Release van de “Tour De France”- single en de gelijknamige videoclip.

    1986 “Electric Cafe”, het laatste album van Kraftwerk waarop Bartos en Flür nog te horen zijn. Schneider en Hütter hebben een nieuwe hobby, de wielrennerij, waardoor de release van het album telkens werd uitgesteld. Dat Ralf Hütter een schedelbasis-fractuur opliep door zonder helm van zijn fiets te vallen versnelde de release in geen geval.

    1991 “The Mix” (een remix-album met hun grootste hits) met Kling Klang – technicus Fritz Hilpert.

    2000 Release van de single voor de “Expo”, de wereldtentoonstelling in het Duitse Hannover

    2003 Na 18 jaar komt uiteindelijk een nieuwe album “Tour De France Soundtracks” genaamd. Een album opgenomen met Hilpert en zijn collega-technicus Henning Schmitz, geheel gebaseerd op de wielrennerij. De Tour wordt de laatste jaren gekenmerkt door een ongehoord tempo. Vanaf de start wordt er idioot hard gereden, in tegenstelling tot voorheen. Kraftwerk doet net hetzelfde; ¾ van het album wordt in beslag genomen door voortjakkerende beats op de rand van de ademnood. In Elektro Cardiogram komt men uiteindelijk weer op adem.

    2005 “Minimum-maximum” is het eerste live-album dat van Kraftwerk is verschenen. Een dubbelalbum met een aardige uitsnede uit hun repertoire die ze de laatste tijd brengen langs de belangrijkste podia van deze aardbol.

    10-08-2007 om 00:00 geschreven door Christo Jones  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-07-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    CERRONE

    Jean-Marc Cerrone (Vitry-sur-Seine, 24 mei 1952) is een discoartiest, drummer, componist en producer. Samen met Giorgio Moroder behoort hij tot de belangrijkste pioniers van de ritmische en elektronische disco. French Touch-artiesten zoals Daft Punk, Modjo, Etienne De Crécy, Cassius en bovenal Bob Sinclar zijn sterk beïnvloed door Cerrone’s innovatieve werk.

                                                      


    Jeugd

    Cerrone is de zoon van een kleine schoenfabrikant. Stevige beats en funky ritmes kregen zijn aandacht al op jonge leeftijd. Na lang aandringen kreeg hij op 12-jarige leeftijd zijn eerste drumtoestel. Later speelde hij in lokale rockbands met als grote voorbeelden Santana, Cream, Chicago, Jimi Hendrix en Otis Redding. Hij studeerde in 1970 af als kapper, maar toch wilde hij het waar maken in de muziekwereld.

    De beginjaren

    Met zijn band Kongas kwam Cerrone begin jaren ’70 voor het eerst echt in de belangstelling te staan. De band speelde vaak in de Papagayo Club in Saint Tropez waar hij de Franse producer Eddie Barclay tegenkwam. Deze bood Kongas een platencontract aan en dat was het begin van een lange samenwerking met Barclay. Hun eerste single 'Boom' werd een hitje, wat leidde tot enkele tournees in Europa, Afrika en Japan. Persoonlijke kwaaltjes leidden ertoe dat Cerrone in 1975 de band verliet. Hij ging als studiomuzikant verder door het leven en opende twee platenzaken die, ‘Import Records’ werden gedoopt.

    Eerste succes

    In 1975 begon hij songs te componeren voor zijn eerste album, het succesvolle ‘Love In C Minor’. Voor de titeltrack deed hij beroep op Alex R. Costandinos. Hij produceerde en registreerde het album helemaal zelf en 8 maanden later bracht hij zijn discodebuut in eigen beheer uit. Aangezien de Franse platenmaatschappijen niet bereid waren Cerrone’s muziek uit te brengen, liet hij zelf 20.000 exemplaren drukken en verkocht ze in zijn eigen platenzaken. ‘Love In C Minor’ werd officieel pas, een jaar later, uitgebracht in februari 1977 bij Atlantic Records en leverde hem een eerste Grammy Award op.

    De lp-hoes was van erotische aard en daardoor ook gewaagd. De A-kant bevat de albumtrack die 17 minuten duurt en daarmee één van de eerste lange discosongs is. De belangrijkste elementen op het album zijn de (hijgende) vrouwelijke vocals, een duidelijk hoorbare discobeat, gitaar- en bassolo’s en een heel orkest strijkers en koperblazers. Elementen die bijna op elk Cerrone-album te horen zijn.

    De single ‘Love In C Minor’ werd een wereldhit en haalde in de Verenigde Staten de 3e plaats in de Billboard's charts en Record World.  De remake van de Los Bravos-song ‘Black Is Black’ en ‘Midnite Lady’ vulden de B-kant. ‘Love In C Minor’ verkocht wereldwijd al bijna 8 miljoen exemplaren.

    Tijdens het succes van zijn debuut werkte Cerrone al aan een opvolger ‘Cerrone’s Paradise’ (1977). Het album verschilde weinig van zijn voorganger en was daardoor iets minder succesvol. De singleversie van de track ‘Cerrone’s Paradise’ werd wel een hit. De 12”inch versie van de track eindigt met saxofonenmuziek die doet denken aan het veel later verschenen: ‘The Men With The Red Face’ (2000) van Laurent Garnier.

    In 1977 produceerde Cerrone enkele artiesten zoals Donray voor 'Revelacion'.

                                           

    Supernature: een mijlpaal

    ‘Cerrone III: Supernature’ werd eind 1977 uitgebracht en is het Magnum opus van Cerrone. De single ‘Give Me Love’ werd een wereldhit en verkocht meer dan 8 miljoen exemplaren. Op de Billboard Disco Forum 4 van 1978 verkreeg Cerrone voor het album 6 betekenisvolle awards: “Disco Artist Of The Year”, “Male Disco Artist Of The Year”, “Disco Composer Of The Year”, “Disco Producer Of The Year”, “Disco Arranger Of The Year” en de award “Disco Instrumentalist Of The Year”.

    Cerrone laat een geheel nieuwe sound horen met de 18 minuten durende albumtrack “Supernature’. De track bestaat uit 3 delen: ‘Supernature’, ‘Sweet Drums’ en ‘In The Smoke’. ‘Supernature’ is voornamelijk elektronisch en bevat allerlei geluidseffecten. Met ‘Sweet Drums’ laat Cerrone horen dat hij niet alleen een schitterend componist is, maar ook een uitstekend drummer. Na drie minuten drumsolo’s begint het derde deel ‘In The Smoke’. Dit is een rustig, hemels nummer dat eindigt met een soort raketgeluid. De sfeer van ‘In The Smoke’ zou je kunnen vergelijken met de filmmuziek van Raymond Lefèvre voor de Franse film ‘Les gendarmes et les Extra-Terrestres’ met Louis de Funès, die een jaar later verscheen. Voor het album werkte hij samen met Alain Wisniak, die ook nog later bijdragen leverde voor Cerrone.

    In 1978 verscheen "Golden Touch" met de hit 'Je Suis Music'. Een discoalbum met heel wat rockelementen. 'Je Suis Music' en 'Rocket In The Pocket' bevatten beide gitaarsolo's en bezitten weer de typische discobeat van Cerrone. Een optreden dat Cerrone gaf op het Paris Pavillion werd opgenomen en eind 1978 uitgebracht als een dubbelalbum.

    1979

    Een jaar later verscheen 'Angelina', het eerste Cerrone-album dat sommigen teleurstelde. Nochtans werd de single "Call Me Tonight" met zangeres Michelle Aller een grote Eurodiscoklassieker, vooral in homoclubs. Hij krijgt voor de song een Golden Globe. Maar songs zoals "Living On Love" en "Rock Me" stuitten op kritiek door de nogal mechanische en geforceerde klank. Allerlei disco- en rock elementen werden gecombineerd waardoor het album vaak nogal catchy en weinig vernieuwend over kwam.

    De jaren '80

    Vanaf 1980 geraakte disco in een dieptepunt en waren de mensen van het genre niet meer echt onder de indruk. Cerrone kende, zoals vele discoartiesten in die periode, matig succes met zijn album "Cerrone VI" (1980).

    "Cerrone VII" (1981) kreeg terug wat meer aandacht. Cerrone deed beroep op de toen nog niet echt bekende vocaliste Jocelyn Brown. Dankzij haar bijdrage op 'Hooked On You' kwam Cerrone's muziek weer in de clubs terecht en domineerde hij, net zoals vroeger, weer de dansvloer.

    Met zijn achtste album is het minder succesvolle 'Angelina' volledig vergeten. Want "Back Track" (1982) levert weer een top-10 hit op: 'Supernature 2' en ' Trippin' On The Moon' wat later ook een hit werd voor Claudja Barry. Datzelfde jaar werd al "Cerrone 9" uitgebracht: "Your Love Survived" (1982). Een dubbelalbum met een album nieuw werk en een album met remixen. Het remixalbum trok veel aandacht bij de dance-liefhebbers, aangezien remixen toen nog weinig voorkomend waren. Cerrone is dan ook een van de eerste artiesten die remixen maakte van eigen songs waaronder 'Call Me Tonight', 'Give Me Love' en 'Look For Love'. Het dubbelalbum gaf Cerrone weer wereldwijd herkenning en werd een commercieel succes.

    En het succes bleef maar duren, want in 1984 met de release van "Cerrone X: Where Are You Now" scoorde de titeltrack en 'Club Underworld' weer bijzonder goed in de charts.

    In 1985 werd "The Collector" uitgebracht, een album waar verschillende genres gecombineerd werden. De Kraftwerk-achtige synthesizers, het sciencefiction thema en de vele vrouwelijke vocals zorgden weer voor een muzikale koerswijziging. Zoals "Supernature" bestond de titeltrack uit 3 delen en vulde het een hele lp-lengte. De track bevat special effects vergelijkbaar met "Supernature" en een mannenstem à la "Thriller" van Michael Jackson. De B-kant bevat de pop/rock-songs: "Forever", "Shame on You" en "Where You Are".

    Cerrone produceerde in de jaren '80 ook albums voor onder andere Laura Branigan en maakte in 1986 een album met LaToya Jackson, een zus van Michael Jackson.

    De jaren '90

    Het succes van "The Collector" was weer een hoogtepunt in Cerrone's carrière en was het geschikte moment om eens een rustpauze in te lassen na 10 jaar non stop albums uit te brengen. Cerrone liet 5 jaar niets van zich horen.

    In 1990 verscheen uiteindelijk een eerste compilatie. Cerrone werkte ook aan de soundtrack voor "Dancing Machine" (1990), een film met Alain Delon en Patrick Dupont.

    In de jaren '90 trad Cerrone regelmatig op voor groot publiek. Zo concerteerde hij voor 'Harmony' in 1991, een megafeest voor de lancering van de eerste hooggekwalificeerde TV Satellite in Japan. Meer dan 800.000 toeschouwers waren toen in Tokyo van de partij. In 1991 werkte Cerrone aan een musical opera die 10 maanden vertoond werd in de Ed Sullivan Theatre op Broadway in New York. Er verschenen ook nieuwe albums: "Dream" (1992), "X-XEX" (1993) and "Human Nature" (1996). Juist na de release van "Human Nature" verscheen 'The Best Of Cerrone' naar aanleiding van zijn 20-jarige carrière. Het werd een compilatie waar artiesten zoals Frankie Knuckles, Danny Tenaglia, David Morales en PWL bijdragen voor leverden.

                                                     

    De 21e eeuw

    "Cerrone by Bob Sinclar" verscheen in 2001, een album met oude en nieuwe remixen. Bob Sinclar ziet Cerrone als een van zijn grote voorbeelden. Dat blijkt uit de hit "I Feel For You" van Sinclar, wat een ode is aan de Franse discokoning. De song klinkt zeer Cerrone-achtig vanwege de Cerrone's Angels, die de vocals op de song voor hun rekening namen. Een jaar eerder was Cerrone ook al te gast op het Bob Sinclar-album 'Champs Élysées' (2000).

    Dat jaar kwam Cerrone weer enorm in de belangstelling door de talrijke remixen en samples die toen van hem verschenen.

    Cerrone componeerde en coproduceerde remixen en songs voor o.a. Spiller, Daft Punk, Modjo, Bob Sinclar, Liquid People, Paul McCartney, Lionel Richie, Luca Cassani, Armand van Helden, Joey Negro, Danny Tenaglia, e.a.

    In 2002 kwam Cerrone met "Hysteria", zijn 16e album. Het album werd goed onthaald door critici. De single 'The Only Love' en 'Love on the Dance Floor' bevatten vrouwelijke vocals, funky basslijnen en strijkers. 'The Only One' was de officiële jingle voor 'Star Academy' 2001-2004. 'Hysteria' werd een clubhit en lijkt een sample te bevatten van het 20 jaar eerder verschenen 'The Look' (Cerrone, 1980).

    'That's Right' en 'I Had To Be You' zijn dan weer prachtige 'up-tempo'-songs waar synthesizers centraal staan. Hier en daar staan er op 'Hysteria' verwijzingen naar Daft Punk, het Franse duo dat al samples gebruikte van Cerrone. Het album bevat bijdragen van zijn zoon Greg Cerrone en de Duitse discoproducer, DonRay. Nile Rodgers (Chic) nam enkele gitaarpartijen voor eigen rekening.

                                                                                     
                                                                                                                     dj greg cerrone

    De verzamelaar 'Cerrone Culture' verscheen op 28 juli 2004 met 14 tracks waaronder een remix van 'Hooked On You' door Jamie Lewis en een live-versie van Supernature.

    In 2005 maakte Armand van Helden een remix van 'Je Suis Music' (Cerrone, 1978).

    Megadancefloors

    Vanaf halverwege jaren '80 organiseert Cerrone grootse evenementen. In Frankrijk organiseerde hij tal van evenementen: Trocadero (1988, Parijs), Evolution (1989, Parijs) met meer dan 600.000 toeschouwers en 'Planet Opera' (1996, Nice).

    Op 31 december 1999 concerteerde hij op de 'The Los Angeles Millennium Celebration' (2000) in Hollywood.

    In 1 juli 2005 organiseerde Cerrone in Versailles weer een grote 'dance party' waar meer dan honderdduizend mensen op af kwamen. Een dag later vond op dezelfde plaats Live Aid plaats waar hij ook aan deelnam.

    In 2004 verkreeg Cerrone van de Franse minister van Cultuur de titel 'Chevalier de l'Ordre des Arts et des Lettres'. Cerrone verkocht sinds 1975 al meer dan 30 miljoen albums.

    Cerrone bracht in februari 2006 de score voor Orange Mechanique (Clockwork Orange) uit. Het conceptalbum bevat instinctieve electro met synths en drums, een sound vergelijkbaar met 'Supernature'.

    In juli 2006 trad hij voor het eerst op in Afrika in Algerije (in het Sheraton-hotel).

    Op 16 december 2006 organiseerde Cerrone een grote party in Lille, The Lille Cerrone Party. Op 2 februari 2007 vierde Cerrone zijn 30-jarige carrière met Cerrone-Celebrate, een megaspektakel in Parijs.

    Stars Of Europe

    Cerrone mocht op 24 maart 2007 Stars Of Europe afsluiten. Met dit evenement werd het 50-jarig bestaan van het Verdrag van Rome gevierd. Het popconcert vond plaats aan het vernieuwde Atomium in Brussel en lokte meer dan 60000 toeschouwers. Stars Of Europe werd wereldwijd uitgezonden met een bereik van een half miljard mensen. Europese artiesten als Zucchero, Simply Red, The Scorpions, Hooverphonic, Nana Mouskouri en Kim Wilde waren van de partij. Cerrone mocht het evenement rond 50 jaar Europese samenwerking besluiten met een remix van 'Supernature'. Cerrone's 'Give Me Love' werd gebruikt als eindgeneriek.

    New York Dance Party

    Op 8 oktober 2008, organiseert Cerrone (een jaar later dan gepland) samen met Nile Rodgers <<The New York Dance Party>> in Time Square, New York. Het zal de grootste dansvloer ooit moeten worden. Het evenement wordt georganiseerd om het 30-jarig bestaan van disco te vieren. Er zullen optredens plaatsvinden van de grootste disco-artiesten waaronder Rose Royce (Car Wash), Thelma Houston (Don't Leave Me This Way), Martha Wash (It's Raining Men), Anita Ward (Ring My Bell), Maxime Knightingale, Trammps (Disco Inferno), Tavares (Heaven Must Be Missing An Angel), Gloria Gaynor (I Will Survive), Donna Summer (I Feel Love) en Daft Punk (Around The World).

    Laatste nieuws

    Cerrone werkt momenteel aan een nieuw album "Tribute", dat in oktober 2007 zal verschijnen. 'Misunderstanding' is de eerste single uit het album.

    31-07-2007 om 00:00 geschreven door Christo Jones  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)

    Archief per week
  • 17/09-23/09 2007
  • 06/08-12/08 2007
  • 30/07-05/08 2007

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Laatste commentaren



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!