Speld 1 : - 4 paar klossen speld hangen - 2 rechtse paren 2x wringen - 1 gewrongen slag maken - met de 2 middenste paren 1 gewrongen slag maken
Speld 2 : -het binnenste paar laten liggen, 2 nieuwe paren over de speld - met de 2 buitenste paren maken we een gewrongen slag - met het linkse paar onder speld 1, twee gewrongen slagen maken door twee nieuwe paren
Speld 3 : zelfde werkwijze als voor speld 2 maar het buitenste paar hier rechts laten liggen - nu verder vanaf het midden gewrongen slagen maken.(A-B-C)
Speld 4 : - met de twee middelste paren : gewrongen slag, speld, gewrongen slag
Speld 5-6 : - met de beide paren van speld 4 naar buiten werken, tot speld 5 en 6 - buitenkant telkens speld na 4
Speld 7-8 : vanaf speld 5 terug naar binnen werken, aan speld 7 een nieuw paar aanhangen, met beide paren een gewrongen slag maken en terug naar buiten werken speld 8 zelfde werkwijze maar naar rechts werken.
Op dezelfde wijze als speld 7 en 8 alle paren inwerken tot onder aan de punt.
a) de paren 3x wringen b) verwisselen van de paren (zie eenvoudige spin) de 2 middenste paren elk langs hun zijde naar de buitenkant werken met linnenslagen. Ieder paar 3x wringen en verbinden met het volwerk. 2x wringen en naar het midden terug keren met linnenslagen. c) speld in het midden steken d) verwisselen van de paren met linnenslagen e) de paren 3xwringen.
a) de paren 3x wringen b) met de 2 middenste paren een gewrongen slag maken en langs beide zijden door alle paren de buitenrand vormen met gewrongen slagen. Verwisselen van de 6 middenste paren met linnenslagen. c) speld in het midden steken d) verwisselen van de 6 middenste paren met linnenslagen, die paren 1x wringen. De buitenste rand opnieuw met gewrongen slagen werken. e) de paren 2x wringen.
De geringde spin is een eenvoudige spin net zoals de naam het zegt, een ring errond met gewrongen slagen.
a) de paren wringen (de pootjes vormen) b) verwisselen van de paren c) speld in het midden steken d) verwisselen van de paren e) de paren wringen (de pootjes vormen)
Uitwerking.
a) de paren 3x wringen (aangeduid met drie dwars streepjes) b) beginnen me de 2 middenste paren en werken van rechts naar links met linnenslagen 1-2-3-4 ieder pootje doorwerken met linnenslagen 5-6-7-8 9-10-11-12 13-14-15-16 c) speld in het midden steken d) zelfde bewerkingen als in het bovenste deel met linnenslagen 17-8-19-20 21-22-23-24 25-26-27-28 29-30-31-32 e) de paren 3x wringen
Naast het volwerk en de tralies komen in stropkant ook versieringen voor waaronder de spinnen. Ze worden ook wel eens boontjes, koorngraantje of kobbetjes genoemd. Soms maakt men een soort spinnetjes in reeksen die we doorsneden spinnen noemen. In spinnen wordt er altijd met een even aantal paren gewerkt , 4-6-8-10 of meer, zo spreekt men van een spin met 4-6-8-10 of meer pootjes.
De geslotenspeldslag wordt gevormd door een halve slag plus eenmaal wringen boven de speld en een halve slag plus eenmaal wringen onder de speld. Het symbool wordt in het bruin voorgesteld.
De dieppe slag wordt gevormd door een halve slag boven de speld en een halve slag plus eenmaal wringen onder de speld. Het symbool wordt in het oranje voorgesteld.
De eenvoudige tralie is een omsloten figuur en bestaat uit minstens vier eenvoudige slagen in een welbepaalde volgorde geklost. De omsloten figuur wordt op de prikking gevormd door vier speldegaten die in de vorm van een vierkant op zijn punt zijn aangebracht. De eenvoudige tralies worden genoemd naar de eenvoudige slagen waaruit ze zijn opgebouwd :