Een rond kussen voor kant met afgeknoopte draden, een houten ondergrond gevuld met zeegras of hooi, en overtrokken met linnen. De vulling moet zo hard mogelijk zijn (spelden moeten er blijven in recht staan).
Een vierkant kussen voor kant met doorlopende draden, met laadjes voor het opbergen van de afgewerkte kant en de klossen, ook met een verlengstuk dat boven of onder aan het kussen kan worden aangebracht (volgens de vordering van het werk).
In de praktijk wordt het ronde kussen het meest gebruikt, daar het zowel voor kant met doorlopende draden als voor kant met afgeknoopte draden gebruikt kan worden.
Naast de klassieke kantkussens kan men op andere materialen (zoals piepschuim of isolatiemateriaal) werken, die men kan aanpassen aan de vorm of afmetingen van het werk.
Kantklossen.
Gedraaide stokjes (meestal in hout), met een gedeelte om het garen op te winden, en een gedeelte om in de hand te nemen (bobijn en handvat).
Garen.
De meest klassieke kantgarens bestaan uit vlasdraad (stevig en duurzaam) of katoen (voelt zachter en soepeler aan, en wordt veel gebruikt voor fijnere kantsoorten). Daarnaast kunnen ook wol, kunstvezels, ijzer-, goud- of zilverdraden gebruikt worden.
Spelden.
Kantklosspelden mogen niet aan oxydatie onderhevig zijn, daarom gebruikt men spelden uit koper of roestvrij staal. Lange spelden voor kant met doorlopende draden, korte spelden voor kant met afgeknoopte draden. De dikte van de spelden hangt af van de dikte van de draad.
Patroon.
Een prikking of een tekening
Een prikking wordt gemaakt op een karton waarin gaatjes worden geprikt, of op een papier waarop puntjes worden aangeduid, altijd in funktie van een bepaald nummer van kantgaren. Een tekening geeft alleen de omtreklijnen aan en wordt meest gebruikt voor moderne kant; men kan de speldegaatjes zelf kiezen in funktie van de dikte van de draad.
Nuttig om bij de hand te hebben bij het klossen.
- speldenkussentje : men kan de speldjes gemakkelijker opnemen van een kussentje dan uit een doosje. - prikker : een soort prikpen om patronen te prikken. - haakpen : voor aanhakingen in kant met afgeknoopte draden. - klossewinder : een toestel om kantgaren op klosjes te spoelen. - een handdoek om het werk af te dekken en te beschermen. - toile ciré : om de klossen beter te laten glijden; vroeger was de toile ciré zwart, nu gebruikt men doorschijnende plastiek. - gekleurde kleeffolie : om over het patroon te plakken, zodat het wit minder hard word voor de ogen. - schaartje : om geknoopte draad door te knippen, het werk te beëindigen en het werk te zuiveren.
Reacties op bericht (1)
12-01-2007
kantklossen
proficiat met uw prachtige kantwerken. -mooie webblog
ik ben een beginneling kantklossen en heb zeer goede tips gevonden op uw pagina's - dank u