Van straffen gesproken buiten het kwartierarrest (ballen); politiekamer (nacht doorbrengen in het cachot) of het cachot (24/24 uur) waren er de kleinere straffen welke onmiddellijk door een overste, meestal de "sergeant" konden opgelegd worden.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Alzo zijn mij nog enkele straffen bijgebleven:
Knop los of afgerukt: zeven knopen op het hemd naaien
Handen in de zakken: zand en water in de broekzakken en dichtnaaien.
Geweer vergeten (1é maal) een nacht met dit wapen (ook ons "lief" genoemd) in bed slapen
(2é maal) wapen aan lichaam binden en gans de dag ermee rondlopen binnen het kwartier.
Het dragen van enig nog niet behaald brevet: de ganse dag met een stuk karton rond de hals in het kwartier rondlopen met de tekst erop "Ik ben reeds gebrevetteerd" gevolgd door u zelfgemaakte tekening van het aangehaalde brevet (groene muts; para - wing of commandodolk.)
De eigelijke dagtaak begon te 08.00 uur met een "Vlaggengroet" op de erekoer waarbij de Belgische driekleur werd gehesen terwijl de manschappen in "Geef acht" of "Presenteer geweer" eerder werden bevolen door de toenmalige rasechte Gentenaar D.. W
.."RSM" (Regiment Sergeant Majoor.)
Deze "vlaggengroet" werd voorafgegaan van een inspectie van de manschappen en hun wapens dit voor de blok.
Bij deze inspectie werd vooral gekeken naar de properheid van de kledij en schoenen alsook werd er aandacht geschonken aan de persoonlijke hygiëne waaronder was- en scheerbeurt en zelfs de voetwassing.
Het wapen wat aanvankelijk een Lee-Enfieldgeweer betrof tijdens de eerste vier maanden om naderhand een Fal-geweer te verkrijgen, dit al dan niet met een plooibare kolf, dit volgens uw functie in het peloton, diende steeds van binnen en van buiten te blinken.
Een pluisje van het kuisvodje in de loop werd als vuil beschouwd gevolgd met de nodige sanctie.
Voor deze "grote" inspectie was er eerder een "Inspectie kamer" geweest door één der sergeanten, onderrichters.
De kamer in het algemeen zelfs de vuilbak werd aan deze inspectie onderworpen.
Van ieder werd zijn bed en kast nagekeken op onregelmatigheden.
Lakens; dekens en matras dienden geplooid te worden in een blokvorm, met voor iedereen hetzelfde patroon.
De inhoud van de eenpersoonskast diende ordelijk te liggen waarbij de kledij diende gevouwen te worden en de hangkledij aan kapstokken dienden te hangen.
Het geweer diende ook bij nacht of bij afwezigheid in de loop van de week in deze kast te worden geborgen.
In het weekeind wanneer men een gunstverlof genoot werden de wapens gezamenlijk opgeborgen in de wapenkamer van de compagnie.
De kast werd afgesloten met een hangslot welke steeds vast moest zijn
Een open of niet slotvaste kast bij uw fysieke afwezigheid leverde de nodige sancties op, pompen.
|