Bij de engelmoord in het hemeldak is hij niet meteen op zijn gemak. Op zoek naar sporen wil hij God verhoren : "Maar schenk mij eerst je beste cognac !"
Een kikkertje zong al in het riet : "Awel verdraaid, en hoort gij mij niet ?" Een meisje kwam langs gaf de kikker een kans en legt met haar prins nu dril in de vliet.