het is een koude, winderige dag, je bent bezig met je werk, het is één uur en ik kom naar je toe met friet en stoofvlees, We zoeken een plekje waar we enigszins tegen de wind beschermd zijn. Ik kijk naar je terwijl je eet; je ziet er moe uit en ik denk aan al die lange dagen, die je werkt, in weer en wind. Het is tijd om er een tijdje tussenuit te gaan. Als je klaar bent met eten, zeg ik: kom eens mee........... Je volgt me naar de auto, ik doe de deuren open en zeg: Stap in, we gaan weg. Jij zegt dat je niet zomaar weg kunt. Ik antwoord.......jawel, gewoon instappen en je overgeven, alles loslaten en erop vertrouwen dat ik weet wat ik doe, kom, stap in......... je verlangen om weg te gaan van waar je nu bent is groot, je stapt in. Ik start de motor, zet een rustgevend muziekje aan en rij richting Denemarken, nog voordat we de Duitse grens bereikt hebben, lig je al heerlijk naast me te snurken. Je bent echt aan vakantie toe. Het is een prachtige nacht. Ik zie de volle maan en sterrenpracht en ik besluit gewoon door te rijden, tot je wakker wordt en dat is dus uren en uren later, in Denemarken, juist als de zon opkomt. Ik zeg: "Welkom in Denemarken." Je kijkt eerst verbaasd en dan heel gelukkig en zegt: "tof! echt tof." We hebben honger en aangezien er nog nergens een winkel open is, haal ik mijn noodrantsoen tevoorschijn: knäckebröd ,kaas, sinaasappelsap. We genieten van ons ontbijt, terwijl de zon begint te klimmen. We staan geparkeerd op een lieflijk weggetje, in een wijds landschap, in de verte ligt een dorpje, daar gaan we straks naartoe, maar eerst zitten we hier gewoon en genieten, ik streel je hand, je wang. Ik kijk je aan en zie dat je gelukkig bent, tevreden en ontspannen je maakt je nergens zorgen over.......... geniet gewoon van het moment............. jij en ik in dat prachtige landschap........... het klimaat is mild, weinig wind, zonneschijn, zachte temperatuur. We besluiten om ,op ons gemak, door te rijden naar Noorwegen, onderweg stoppen we om te lunchen, eten heerlijke zalm met vers brood, en gaan dan door, naar de pont. Alleen al het overvaren vind ik een belevenis, ik hou van de zee, van varen, en van de bergen. We staan tegen de reling aan en je slaat een arm om me heen, trekt me tegen je aan en zegt: "Dit is een fantastisch cadeau, deze trip, ik ben heel blij met je" "Ik ook met jou lieverd, wat heerlijk dat je me vertrouwde en meeging", antwoord ik. Nog even en de pont legt aan, we rijden van boort dineren op een terras met uitzicht over zee. Ik heb je lief mijn lief, zó lief, zo woordeloos lief. Je ziet het in mijn ogen en ik zie het in jouw ogen: we hebben elkaar lief. we slapen met het raam open, zodat de combinatie van zee- en berglucht onze kamer binnenstroomt. De maan is vol, de sterren stralen. Ik val in een diepe slaap, met jouw armen om mij heen Damma
|