Er was een tijd dat toerisme als een zachte sector werd bekeken, als een extraatje. De grote steden leerden al snel beter, maar het platteland volgde schoorvoetend.
Zo ook in mijn regio: de Rupelstreek. Bakermat van de klei- en steenbakkerij-industrie, een kleine schoennijverheid, glasblazerij... een streek van ambachten en snel verouderende industrie.
De steenbakkerijen sloten één voor één, de ambachten verdwenen. Wat overbleef waren lege kleiputten die door Europese stortbaronnen fel gegeerd werden om hun troep te kunnen dumpen. Als eens de ondergrond van een half dorp weten verhuizen? Wij in Schelle zagen ooit een deel van Lekkerkerk komen.
De economische reconversie van de streek was geen sinecure. KMO zones werden aangelegd om zo volop te profiteren van de strategische ligging tussen Antwerpen en Brussel en langsheen de A12 en de E19. Ook toerisme werd als reconversie-opportuniteit naar voor geschoven.
De regio Rupelstreek ligt aan de monding van Rupel en Schelde, langsheen het Vaartland, heeft nogal wat open ruimte en is omgordeld door een uitgerekt systeem van dijken en kaaien. Ideale broedplaats voor nieuwe toeristische projecten dus.
En zo geschiedde. Het Antwerps Provinciebestuur deed haar inbreng en in de streek was visie aanwezig. De dijken werden wandel en fietsroutes, de open ruimten ontsloten voor natuurbeleving en recreatie, een provinciaal recreatiecentrum werd sterk uitgebouwd en diverse watergebonden projecten ontwikkeld en ondersteund. Ook het industrieel verleden werd met diverse steenbakkerijmusea een troef.
In Schelle werd mee aan de kar geduwd. Uitgebreide fiets- en wandelpaden werden aangelegd, uitgebreid en steeds aantrekkelijker gemaakt, het gemeentelijk park gerenoveerd en diverse ontspanningsmogelijkheden ingeplant, een veerdienst over de Rupel werd ingericht, ... maar er is nog veel te doen. Zo beschikt Schelle over een rijk historisch patrimonium. Dit gaat van oude akten en documenten over een heemmuseum, waar een deel van de Schelse geschiedenis wordt bewaard, tot een aantal waardevolle industriële gebouwen en sites. De ontsluiting van dit historisch erfgoed is niet alleen nodig, nuttig en verantwoord naar de komende generaties toe, maar zal voor onze gemeente een belangrijke toeristische meerwaarde creëren. Anderzijds onderzoeken we momenteel de mogelijkheid om op de Benedenvliet, aan de monding met de Schelde een jachthaven in te richten. Het watertoerisme groeit exponentieel en de mogelijkheden zijn er in Schelle. Er wordt dan ook hard gewerkt aan een dossier dat de haalbaarheid onderzoekt, dat kijkt welke subsidiemogelijkheden er bestaan en dat de "return" voor Schelle van een dusdanig project berekent. Deze jachthaven zou er in één klap mee voor zorgen dat er een serieuze herwaardering van dit stukje Schelle komt.
Het spreekt voor zich dat één gemeente in een zo ineenvloeide regio op toeristisch gebied geen einzelganger kan zijn. Om tot een coördinatie en ondersteuning te komen, om van de schaalvoordelen te kunnen profiteren en om nieuwe kansen te kunnen grijpen, hebben de gemeenten van de regio zich verenigd in Toerisme Rupelstreek. Dit is een overlegstructuur met een infokantoor dat open staat voor alle bezoekers van de streek en waarvan het personeel op toerismeprojecten ondersteuning geeft aan de gemeenten waar nodig, voorbereidend studiewerk verricht en overkoepelende acties zoals het jaarlijkse Zomeren in de Rupelstreek (www.toerismerupelstreek.be) organiseert. Zo hebben we morgen een vergadering samen met de medewerkers van Toerisme Rupelstreek en deze van de Schelse toeristische dienst om de acties en initiatieven nog beter op elkaar af te stemmen en tot een taakverdeling te komen.
Als schepen voor toerisme en ondervoorzitter van Toerisme Rupelstreek heb ik de Rupeltoerismesector mogen leren kennen als een boeiende, gevarieerde en concrete sector. Een sector die met een economisch rendement van 1 tegen 4 (per geïnvesteerde euro stromen er op één of andere manier 4 euro terug als inkomsten) zeer zeker een belangrijke factor is in de verdere reconversie van de regio en een sleutel naar de toekomst van Schelle.