De pijnlijkste en meest deprimerende paradox van het heden, te midden van de pandemische somberheid en na decennia van streven naar effectief klimaatbeleid, is dat we blind zijn voor existentiële crisissen van het heden, maar wel gefascineerd zijn door spektakel. We weten genoeg, maar we handelen niet vooruitziend.
We hadden kunnen weten dat de vierde golf met kracht zou toeslaan en er nog een vijfde golf bovenop zou komen, misschien gevolgd door een zesde. We zouden kunnen weten dat de obscene onrechtvaardigheid van de distributie van vaccins altijd nieuwe, potentieel gevaarlijkere en besmettelijkere mutaties zou opleveren. En we weten ook dat het uitsterven van soorten en klimaatverandering het einde van het fossiele tijdperk vereisen en een afscheid van de ideologie van de groei. Allemaal bekend, maar we handelen er niet echt naar. Waarom niet?
Evolutiebiologen stellen dat het menselijk brein, dat aanvankelijk geprogrammeerd werd voor het van dichtbij zichtbare ad-hoc-gevaar, de schuldige is. Psychologen tonen aan in welke mate filter- en vervormingsmechanismen illusies en drogredenen bevorderen en geschikt zijn om huidige en toekomstige angsten te onderdrukken. Sociologen laten zien dat de deelsystemen van de samenleving, zoals politiek, bedrijfsleven en media, de werkelijkheid strikt volgens hun eigen, puur interne regels verwerken en slechts in beperkte mate ontvankelijk zijn voor externe waarschuwingen. En de filosofen leggen uit dat pandemieën en klimaatcatastrofes zogenaamde hyperobjecten zijn, namelijk fenomenen en crisissen die alomtegenwoordig zijn, totaal aanwezig, maar absoluut onvoorstelbaar.
Onze gepolariseerde en gemediatiseerde samenlevingen verliezen de focus en kunnen de existentiële prioriteiten niet langer erkennen. Er is een geleidelijke verdunning van werkelijkheid en waarheid en dat verklaart de collectieve vlucht naar onwetendheid en fascinatie voor spektakel.
De pandemie en klimaatverandering zijn op zichzelf al zogenaamde ‘wicked problems’. Deze complexe problemen zijn, hoewel hun alomtegenwoordigheid, abstract en moeilijk te vatten.
En dan is er nog een ‘super wicked problem’. Het houdt in dat we worden geconfronteerd met crisissen die competente wetenschappelijke en journalistieke instanties nodig hebben, die met voldoende expertise en autoriteit robuuste kennis sorteren, filteren en scheiden van valse beweringen. En tegelijkertijd leven we in een mediawereld waarin deze expertise en autoriteit gemakkelijker dan ooit kunnen worden genegeerd, gemarginaliseerd en belasterd, en wel om drie redenen.
Ten eerste kan worden ervaren dat de enorme hoeveelheid vrij circulerende informatie en de drang naar snelheid van de sociale en redactionele media overweldigend zijn. De gevolgen: moeheid en ontgoocheling ten opzichte van het nieuws en de media, en louter gemakzuchtig een beroep doen op wat men toch al gelooft en misschien gewoon wil geloven.
Ten tweede kan iedereen die dat wenst, zich terugtrekken in zijn media-zelfbevestigingsmilieu, om daar heel wat verondersteld 'bewijs' te ontdekken, dat ons bijvoorbeeld vertelt dat klimaatverandering niet bestaat, dat de coronavaccinatie gevaarlijk is of dat de pandemie niet bedreigender is dan een gewone griepepidemie.
Ten derde hebben gewetenloze populisten het oude propagandaprincipe van opzettelijke verwarring nieuw leven ingeblazen door de systematische productie van onzekerheid.
Als er één zekerheid bestaat; dan is het dat desinformatie dodelijk is. Wat moeten we daarom doen? We moeten afscheid nemen van drie illusies en het mooi-weer-liberalisme:
Illusie nummer één: 'Het gaat zonder klassieke poortwachters'. De utopische verheerlijking van een gedereguleerde omgeving wordt gevaarlijk als het gaat om menselijke crisissen die professionele expertise vereisen. Het is al lang nodig om de klassieke poortwachtersautoriteiten in wetenschap en serieuze journalistiek te versterken en ze te beschermen tegen bedreigingen en intimidatie. Enerzijds vereist dit de tegenspraak van een alert maatschappelijk middenveld. Maar dit vereist ook veel educatieve inspanningen op weg naar grotere wetenschappelijke en mediavolwassenheid.
Illusie nummer twee: 'Het gaat zonder waarheid'. Het is tijd om afscheid te nemen van radicale constructivistische ideeën en de foefjes van het postmoderne denken en terug te strijden voor zekerheid en waarheid.
Illusie nummer drie: 'Het gaat zonder argumenten en confrontaties'. Het middenveld van de samenleving heeft veel te lang tolerant geweest bij het omgaan met onzinposities en bij de normalisering van antiwetenschappelijk denken en een algemene kritiek op de media die niet willen verbeteren, maar vernietigen. Het is daarom noodzakelijk om die verkeerde toon te corrigeren. Een confrontatie die nog steeds voldoende respectvol is, lijkt de communicatieve uitdaging van het moment, aldus professor Bernhard Pörksen.
Deze bijdrage is een interessante aanvulling van het basisdocument “De doos - Reflecties ten tijde van pandemie”, waarmee deze blog aanvankelijk gestart is en waarin onder meer uitgebreid de link wordt gelegd tussen corona en waarheid.
Bron: Der Spiegel, Heft 3/2022 - Das Prinzip der toten Katze. Wir sind blind für existenzielle Gegenwartskrisen, aber fasziniert vom Spektakel Der Spiegel. Von Bernhard Pörksen, Professor für Medienwissenschaft an der Universität Tübingen.