Pandemie en taal
Waar de wereld van vol is, loopt de taal van over, althans zo las ik in het ‘De Standaard Weekblad’ nr. 493 van zaterdag 8 mei 2021.
Dat bracht mij op het idee om eens stil te staan bij een aantal coronawoorden en daar een ludieke invulling aan te geven. Hier gaan we dan:
- avondklok: klok die aangeeft om hoe laat corona het gevaarlijkst is
- anderhalvemeteren: op afstand blijven, want anders dreigt er ‘afstandschaamte’
- antivaxer: synoniem voor ‘prikvertikker’
- bemondkapt: het fijne gevoel om met een mondkapje door het leven te gaan
- bubbel: uiterst kleine mensenkring die je vooral niet ziet
- coronakwieke: vrouwelijk burgemeester of ander dynamisch persoon die niet aan de neiging kan weerstaan om als snelste gevaccineerd te worden
- corona-onduidelijkheid: al wat duidelijk is maar wat we niet willen
- coronapas: soort rijbewijs voor gevaccineerden
- coroontje: iemand die corona aan zijn been heeft
- gecoroniseerd: te vergelijken met gekoloniseerd (ook een vies woord)
- gezellige drukte: in coronatijden over de koppen lopen, bijvoorbeeld in winkelstraten
- hamsterschaamte: een gevoel dat niemand heeft als er een pandemie uitbreekt
- in coronatijden: periode van maart 2020 tot als ze eindigt
- knuffelcontact: contact dat je maar beperkt mag hebben, want anders dreigt er ‘druppeloverdracht’
- la boum: we nemen het park in en kloppen eens goed op de politie
- ne me covid pas!: blijf uit mijn buurt en begin zeker niet te hoesten of te proesten
- ophokplicht: van toepassing op pluimvee, maar sinds de pandemie ook op mensen
- paaspauze: periode in het jaar dat je de kat uit de boom kunt kijken
- pandemiepuppy: hondje dat je alleen maar graag ziet in tijden van corona
- pandemoe: snakken naar post-coronatijden omdat we dan ons moe terug kunnen bezoeken
- plexiglas: synoniem voor ‘spatscherm’ dat het coronavirus tegenhoudt of juist in de hand werkt - woord ook te gebruiken bij bestelling van witte wijn in een restaurant tijdens pandemie (glazen in glas zijn niet coronaproof!)
- plezant: wat we zeker in coronatijd niet gaan doen
- post-coronavrijheid: een woord dat we niet kunnen uitleggen, maar wel gaan ontdekken als alles voorbij is; zie verder bij 'vrijheidsprik'
- raamdez-vous: afspraak waarbij de ‘bemondkapte’ contactpersonen zich beiden aan een verschillende zijde van een raam bevinden om gezellige momenten met elkaar door te brengen
- spatscherm: zie plexiglas
- statisziek: slepend gevoel na een overdosis coronastatistieken
- triage: iemand klaarstomen voor quarantaine e.d.
- venstertje-rijden: veilig reizen per trein (geldt enkel voor de heenreis)
- viris: vrouwelijke vorm van virus
- viroloog: veterinair die nog wat avondonderwijs heeft gevolgd; een ‘tafelviroloog’ is een viroloog die niet weg te denken is als gast in nieuwsuitzendingen op radio en t.v.
- vrijheidsprik: inenting die de mens gelukzalig maakt
- wc-papierschaamte: schaamte die een supermarktbezoeker ervaart als hij wc-papier hamstert bij dreiging of begin van een pandemie
- zelfısolatie/ zelfquarantaine: je moet maar op het gedacht komen; hoe leuk kan dat zijn!
- zwerfkapjes: je vindt ze overal
|