Van zodra de pandemie het stadium bereikt waarin een groot deel van de mensen ingeënt is (voorledig of nog onvolledig) en het bijgevolg logisch lijkt om het afbouwproces van de beschermende maatregelen in een stroomversnelling te brengen, rijst meer en meer de vraag wat te doen met degenen die pertinent de inentingen weigeren.
Wat brengt die groep ertoe om zich te verzetten tegen inentingen? Er bestaat bijvoorbeeld bij heel wat mensen een enorm wantrouwen ten aanzien van de overheid en alles wat met de overheid te maken heeft. Er is ook een overtuiging gegroeid dat we voortdurend op grote schaal worden bedrogen. Andere mensen gaan ervan uit dat het geen goed idee is om een gezond lichaam bloot te stellen aan een ziekteverwekker, die - zelfs in erg verdunde vorm - met een inenting wordt toegediend. Voor de rest bestaan er een hele resem remmende overtuigingen: religieus, filosofisch, politiek, …
Er staan de overheid verscheidene mogelijkheden ter beschikking om op te treden tegen anti-vaxxers. Verplichte inenting is de meest kordate, die waarschijnlijk ook de meeste tegenreactie oproept. En daar komt bij dat elke wet wordt overtreden. Het zoveelste gebod dat niet of nauwelijks gehandhaafd kan worden. Hoe twijfelachtiger of ongeliefder de wet, hoe meer die overtreden zal worden. Een andere tactiek bestaat erin om vaccinatieweigeraars het leven zuur te maken. Door bijvoorbeeld de premie voor de ziektekostenverzekering van ongevaccineerden te verhogen. Of hun toegang tot openbare delen van de publieke ruimte – in de meest brede betekenis van dat begrip – te beperken of zelfs te ontzeggen. Daar staat echter tegenover dat de openbare ruimte er voor iedereen is, niet alleen voor mensen die zich bekennen tot de algemeen heersende overwegingen.
Het doel om zoveel mogelijk mensen zich te laten vaccineren, is in feite maar een middel. Het echte doel is de circulatie van het virus beletten – en zo de ene mens te beschermen tegen de andere - en dat kan pas als iedereen ingeënt is.
Om dat te bereiken moet de staat zich van haar verleidelijkste kant laten zien. De meeste mensen zijn kneed- en wendbaar. ‘De mens blijft een te verleiden dier’, zo verwoordt de Nederlandse schrijver Arnon Grunberg het en hij pleit voor ‘nudging’. In het boek ‘Nudge’ neemt Nobelprijswinnaar Richard H. Thaler allerlei psychologische technieken op, waardoor mensen gestimuleerd worden om betere of gezondere keuzes te maken. Nudging betekent letterlijk: ‘een zetje geven’. Het werkt met de zachte hand van de beloning, niet met de harde hand van de straf.
Een ‘knedende overheid’ maakt de liberale samenleving gewilliger.
Bron: De Standaard van 14 en 15 augustus 2021 - Wij zijn het verleidbare dier. Door Arnon Grunberg.
|