Hoe pandemie taal verandert
Waar de wereld van vol is, loopt de taal van over(*).
Om dat te bewijzen, komt hierna het verhaal van de corona- of COVID-19-crisis geschreven in coronataal.
Ons verhaal begint in december 2019 in Wuhan, hoofdstad van de provincie Hubei, in China. Daar wordt men geconfronteerd met de uitbraak van een uiterst besmettelijk virus. Het is niet duidelijk wat de oorzaak is. Gaat het om een virus overgebracht van vleermuizen op de mens – een vleermuisvirus - , of is het te wijten aan een menselijke fout in het laboratorium van Wuhan – een laboratoriumvirus? De toenmalige president van de Verenigde Staten van Amerika zou het later hebben over ‘de Chinese griep’.
Op dat ogenblik nog geen paniek, want China ligt ver weg. Maar vrij vlug zal blijken dat China dichterbij is dan gedacht. En even vlug zal onze onverschilligheid overgaan in grote bezorgdheid, want op 3 februari 2020 wordt het algemeen aanvaard dat SARS-CoV –2 of de corona- of COVID-19-crisishaar intrede in België heeft gedaan.
Een goede maand later maant de toenmalige minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid de inwoners aan thuis te blijven: ‘Blijf in uw kot’, zo klinkt het, ietwat ludiek. Alles behalve ludiek, want de harde realiteit van een pandemie zal gaan zorgen voor een heuse rollercoaster, in golfbewegingen en synchroon met de besmettingsgraad/het besmettingsgetal/de besmettingscurve.
De overheid neemt maatregelen, doet aanbevelingen, bestraft en biedt hulp. Een uitgebreid, soms nieuw vocabularium gaat daarmee gepaard.
Met enigeverknochtheid aan andere talen: lockdown, social distancing, crowd control, contact tracing, track-and-trace app, quarantaine, corona care, coronaproof, home office, videoconferencing, PLF - passenger location form, PCR-test (polymerase chain reaction test), corona safe ticket.
Of gewoon in de eigen taal: coronawet, pandemiewet, coronatest, coronabarometer, gezichtsmasker of -schild, bubbel, knuffelcontact, anderhalfmeteren, handhygiëne, avondklok, telewerken, looplijnen, vaccineren, vaccinatiecentrum, plexischermen, sneltest, teststraat, venstertje-rijden.
De samenwerking tussen politici en experten uit de medische wereld levert eveneens een nieuw taalgebruik op.
Flatten the curve, in control zijn, druppelbesmetting, infectiehaard, intubatie, intensive care bedden, Italiaanse toestanden, mondmaskerfraude, keelwisser, neuswisser, kwetsbare groepen, maskerdiscipline, nieswolk, oversterfte, onzichtbare vijand, reproductiecijfer, risicocontact, superverspreider, triage, aerosol, groepsimmuniteit, contact- en vitale beroepen, essentiële en elementaire winkels, ic-bed, onderliggende aandoening, paaspauze, groepsimmuniteit, vrijheidsprik, coronapaspoort, vaccinatiecertificaat, coronavariant, deltavariant, vaccinbonus, prikbonus, het Rijk der Vrijheid, post-coranavrijheid, exitstrategie.
Ook de reactie van de mensen en wat corona met hen doet, zorgt voor een eigen taalgebruik.
Ellebooggroeten, elleboogkuchen, elleboogniezen, deurbezoek, raambezoek, stoepbezoek, raamzwaaien, zwaaicontact, afstandsbezoek, afstandsgesprek, voetgroet, het vuistje geven, paniekhamsteren, wc-papierschaamte, thuisjuf, balkonnade, zorgapplaus, coronalied (bijv. op zijn Jacques Brels: Ne me covid pas!), lockdownparty, antivaxer, zwerfkapje, gezellige drukte, gezichthoester, zorgheld, La Boum 1-2-3, corona-eenzaamheid, coronabuikje.
https://www.taalbank.nl/2020/03/14/coronawoordenboek/ geeft op het internet de betekenis van de meeste van deze woorden.
Het blijft op dit ogenblik, eind augustus 2021, terwijl het afblazen van de coronamaatregelen meer dan ooit aan de orde is alsof we het coronatijdperk achter de rug hebben, een onbeantwoordbare vraag wanneer de pandemie echt tot het verleden zal behoren en welke woorden nog aan het coronawoordenboek zullen worden toegevoegd. Corona en haar varianten zullen dat bepalen. Tot dan leven we nog altijd ‘in tijden van corona’.
*De Standaard Weekblad nr. 493 van zaterdag 8 mei 2021.
|