|
|
|
Tussen 1860 en 1944 |
|
|
15-04-2013 |
Baron Franz Courtens |
Franz Courtens - Sunny Lane
Description:
An autumn afternoon in the park of Laken (Brussel)
|
|
|
|
|
Jan Verhas |
Een dag aan het strand
|
|
|
|
|
Jan Verhas: Breakwater |
Jan Verhas Breakwater
|
|
|
|
|
Jan Verhas: Op de golfbreker |
Op de golfbreker
|
|
|
|
|
Jan Verhas |
Jan Verhas
Jan Verhas (Dendermonde, 9 januari 1834 - Schaarbeek, 31 oktober 1896) was een Belgisch kunstschilder. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de Dendermondse School.
Hij was de jongere broer van de schilder Frans Verhas (1832-1894). Hij studeerde aan de academie van Dendermonde en Antwerpen. Hij ontving de Prix de Rome in 1860 waardoor hij van de Belgische Staat een reis naar Venetië aangeboden kreeg.
Hij is bekend omwille van zijn schilderijen van landschappen,
portretten, marines. Hij was tevens een genreschilder. Te midden van
grote evoluties in de Franse en Belgische schilderkunst bleef hij
aandacht geven aan het realisme van het detail.
Hij woonde vier jaar in Binche waar hij in het huwelijk trad en verhuisde dan naar Brussel.
Hij werd er bekend voor zijn portretten van kinderen van de Belgische
bourgeoisie, in een academisch gevormde stijl gemengd met een natuurlijk
gevoel.
Hij was regelmatig te zien in de Salons van zijn tijd. Hij schilderde
soms vrij grote composities, zoals "Op de golfbreker" (Stedelijke
Musea, Dendermonde). Hij won een medaille tweede klas tijdens het Parijse salon in 1881 en een gouden medaille op de Wereldtentoonstelling in 1889.
Op oudere leeftijd verbleef hij veel in een villa op de zeedijk van
Heist. Uit die periode stammen veel schilderijen van het strandleven,
scènes in de duinen en verschillende marines.
Hij werd ridder van het Légion d'honneur in 1881.
Werken van hem zijn te zien in het Museum voor Schone Kunsten (Gent), het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (Antwerpen) en het Belfort van Dendermonde, musea in Elsene en Luik, en het Sincfala Museum Knokke-Heist.
-
De meesterschilder (1877), in het MSK te Gent
-
Ezelrit op het strand (1884), in het KMSKA
-
"Op de Golfbreker" (336 x 247 cm), Stedelijke Musea, Dendermonde
-
Zittend aan de duinenrand; privéverzameling
|
|
|
|
|
Frans Vinck |
Frans Vinck
Gaspar Franciscus Hubertus (Frans) Vinck (Antwerpen, 14 september 1827 - Berchem, 17 oktober 1903) was een Belgisch kunstschilder.
Levensloop
Hij studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, onder anderen bij Jozef Dyckmans.
In 1846 nam hij voor het eerst deel aan een tentoonstelling, het
Driejaarlijks Salon in Antwerpen. In 1850 en 1852 nam hij deel aan de Prix de Rome voor Schilderkunst zonder echter tot de laureaten te behoren. Omstreeks 1866 werd hij nog privé-leerling bij Henri Leys, wiens stijl hij sindsdien nabootste.
Hij was professor aan de Academies van Antwerpen en Dendermonde. In Dendermonde was Franz Courtens één van zijn leerlingen. Hij reisde in Frankrijk, Italië en het Nabije Oosten.
Vinck schilderde bijbelse taferelen, historische taferelen die vaak
gesitueerd zijn in de Middeleeuwen of de Renaissance en portretten.
Verzamelingen
- Antwerpen, Kon. Museum voor Schone Kunsten : "De eedgenoten bij Maghareta van Parma" (1872)
- Antwerpen, Kathedraal, de Kruisweg (samen met Lodewijk Hendrix)
- Antwerpen, Stadhuis, één van de plafondschilderingen in de Raadzaal
("De geesten van de Beeldende Kunsten worden gekroond door de Faam") en
kleinere decoraties.
- Antwerpen, Atheneum : decoratieve schilderingen die allegorieën voorstellen (ca. 1893)
- Luik, Museum
- Philadelphia, Museum
|
|
|
|
|
Baron Franz Courtens |
Baron Franz Courtens (echte naam: Franciscus Eduardus Maria Courtens) (Dendermonde, 4 februari 1850 Sint-Joost-ten-Node, 2 januari 1943) was een Vlaams kunstschilder.
Hij werd geboren in Dendermonde
als zoon van een schipper die handel in oliën dreef tussen Antwerpen en
Dendermonde. Van zijn vader kreeg hij maar moeilijk de toelating om
zich in te schrijven bij de plaatselijke Koninklijke Academie voor
Schone Kunsten, waar hij les kreeg van o.a. Isodore Meyers, Jaques Rosseels en Frans Vinck. Hij studeerde daarna aan de academie van Antwerpen en in het vrije atelier La Patte de Dindon op de Grote Markt van Brussel.
Hij trok op twintigjarige leeftijd naar Brussel. Hij vestigde zich in 1874 in Sint-Joost-ten-Node, maar was later ook vaak in Genk, Ukkel, Laken, langs de Belgische kust en in Haarlem te vinden. Zijn ontmoeting met Hippolyte Boulenger en de School van Tervuren bracht hem ertoe eerder een schilder in de vrije natuur te zijn dan een academisch schilder.
Al van het begin had hij, als realist
commercieel succes met zijn tekeningen en schilderijen van landschappen
en dieren. Zijn schilderijen geven ons in een eigen stijl, met zware
borsteltrekken of met een stralend palet, een beeld van Vlaanderens
platteland in het verleden. Zij hebben hierdoor een historische waarde.
Hij schilderde ook bloemstukken, genrestukken, marines en vissers op het
strand. Hij streefde kleureffecten na en had een voorkeur voor groen en
goudkleuren. Hij had een fotografisch zicht op het landschap voor hem,
maar evolueerde later naar een bredere en een meer synthetische
expressie van deze indrukken. Dit maakt hem in zekere zin een voorloper
van de Latemse Scholen.
Hij verwierf een grote internationale faam. Hij won de gouden
medaille van de internationale tentoonstelling in Amsterdam in 1883 en
de Grote Prijs van de Wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs. Hij gaf vanaf 1903 les aan het NHISKA te Antwerpen , waar hij o.a. les gaf aan Floris Jespers en de cartoonist George Van Raemdonck.
Hij werd in 1904 lid van de Koninklijke Academie. Vanaf 1907 schilderde
hij regelmatig in het park van Laken op invitatie van de Koninklijke
Famile. In 1922 verkreeg hij de titel van baron, toegekend door koning
Albert I.
Hij wordt door kunstcritici en zijn tijdgenoten beschouwd als de
voornaamste proponent van het impressionisme en hij werd soms de "Rubens
van de landschapschilders" genoemd. Hij wordt beschouwd als de leider
van de Dendermondse School,
maar zelf had hij grote bewondering voor de School van Tervuren en
wilde niet beschouwd worden als leider van een of andere artistieke
beweging.
Zijn zoon Alfred Courtens
(1889-1967), een beeldhouwer, vervaardigde in 1950 een bronzen buste
van zijn vader die nu (2004), na een paar omzwervingen, in Dendermonde
in de vroegere Scheldestraat, herdoopt in Franz Courtensstraat, is te
zien. Zijn andere zoon Hermann Courtens
(1884-1956) werd eveneens kunstschilder. Hij is de grootvader van de
kunstschilders Pierre Courtens (1921-2004) en Jacques Courtens
(1926-1988).
De kunstschilder Firmin Verhevick (1874-1962) is een van zijn bekenste leerlingen.
Er is veel werk van hem terug te vinden in musea:
- België: Antwerpen, Brussel, Doornik, Gent, Luik, Tienen, koninklijk paleis te Brussel
- Duitsland : Magdeburg, München, Saxen-Anhalt
- Hongarije : Budapest
- Tsjechië: Praag
- Australië: Melbourne
|
|
|
|
|
Théodore Baron |
Théodore Baron (Elsene, 19 augustus 1840 Saint-Servais/Namen 4 september 1899) was een Belgisch realistisch landschapschilder.
Biografie
Hij kreeg zijn opleiding in academische stijl bij verschillende leermeesters: eerst bij Hippolyte de la Charlerie (1827-1867) aan Sint-Lucas in Brussel en vervolgens bij Louis Dubois (1830-1880), Guillaume-Victor Van der Hecht (1817-1891) en de neoclassicistische schilder François-Joseph Navez (1787-1869).
Hij kwam reeds in 1860 naar het kunstenaarsdorp Genk, waardoor hij gerekend wordt tot de Genkse School.
In 1863 verkende hij, samen Louis Artan de landelijke of bosrijke omgeving rond Brussel en kwam er in contact met de schilders in Tervuren. Hier kreeg hij een voorliefde om te schilderen in realistische stijl in de vrije natuur.
Théodore Baron verbleef een tijdje in Barbizon. Na zijn dood bevonden er zich verschillende studies van het woud van Fontainebleau in zijn nalatenschap.
Tussen 1865 en 1868 verbleef hij in Kalmthout
en legde zich toe op het schilderen van de typische desolate
landschappen, vennen, duinen en bossen in de Antwerpse Kempen. Hier
ontmoette hij gelijkgestemde kunstenaars zoals Jacques Rosseels, Isidore Meyers, Adrien-Joseph Heymans en Florent Crabeels. Zij worden ook wel samen de Kalmhoutse School
genoemd. Théodore Baron heeft deze schilders sterk beïnvloed. Hij wordt
dan ook, samen met Adrien-Joseph Heymans tot de voornaamste schilders
van deze groep gerekend. Hij heeft toen overwegend doeken gemaakt van
troosteloze landschappen met bruingrijze tonaliteiten en met gebruik van
zware tinten, die het het kenmerk waren van dit Vlaamse pleinairisme
In 1868 keerde hij, samen met Heymans, terug naar Brussel en
hernieuwde zijn banden met de schilders in Tervuren. Hij vormde aldus
een schakel tussen de Kalmhoutse School en de School van Tervuren. Hij werkte ook een tijdlang in Hoeilaart. In Oudergem maakte hij verschillende doeken van de oude vijvers van het Rood-Klooster. Hij woonde toen in de nabijheid van het Rood-Klooster.
In hetzelfde jaar werd hij medestichter van de kunstenaarskring Société Libre des Beaux-Arts in Brussel.
Nog in 1868 vertrok hij naar de Maasvallei en de Lesse waar hij schilderde langs de oevers. In die periode had hij ook contact met Félicien Rops (1833-1896) en Octave Maus in de herberg Au repos des Artistes te Anseremme. In 1870 verbleef hij, samen met de kunstcriticus Camille Lemonnier, in de Maasvallei nabij Profondeville. Hij maakte een degelijke indruk op Lemonnier, die hem dan ook schilder van de Maas noemde.
In de volgende jaren reisde hij naar Nederland, Frankrijk en Italië. Théo van Rysselberghe nam in 1881 het vroegere atelier van Théophile Baron over dat gelegen was in de Lakenweversstraat 52 in Elsene.
Baron werd in 1882 leraar aan de Academie van Namen, in opvolging van Ferdinand Marinus. Hij werd er in 1894 tot directeur benoemd en bleef er tot aan zijn dood. Een van zijn bekende leerlingen is Désiré Merny (1865-1947), die later ook leraar zou worden aan deze academie.
Er bevindt zich werk van hem in de musea van Antwerpen, Bergen, Elsene, Gent, Luik en Namen.
Zowel in Oudergem als in Namen is er een straat naar hem genoemd. Op
recente veilingen worden er hoge bedragen betaald voor zijn werken. Het
doek Het hooien bracht in 2001 4.500 op en het doek Ardennen,
landschap met rivier 3.200 bij een veiling in Brussel.
Stijl
Men mag Théodore Baron beschouwen als een der belangrijkste Belgische
realistische landschapschilders uit de 19de eeuw. Na de jaren 1880
neigde hij langzamerhand over naar de grens van het impressionisme.
In zijn werken vindt men een zekere vorm van verlatenheid en
melancholie die steeds terugkeren in zijn weergave van licht en schaduw
op desolate plekken. Hij gebruikt een krijtachtig bruin, oker en grijs
palet op doek gezet met zware toets bij het weergeven van herfst- en
wintergezichten.
Externe links
|
|
|
|
|
Adrien-Joseph Heymans |
Adrien-Joseph Heymans
Adrien-Joseph Heymans (Antwerpen, 11 juni 1839 - Brussel, december 1921) was een Belgisch landschaps- en genreschilder, die ook zeegezichten schilderde, en aquarellist. Hij wordt beschouwd als de geestelijke vader van de Kalmthoutse School en was ook een toonaangevend Belgisch impressionistisch schilder.
Levensloop
Hij was het zesde kind van Gaspar-Petrus Heymans, een handelaar in
vensterglas, en Elisabeth Wouters. Na het overlijden van zijn vader in
1846 werd hij verder grootgebracht bij zijn oom, de burgemeester
Wechelderzande, een klein dorpje in de Antwerpse Kempen. Hier groeide
zijn liefde voor de natuur
Hij volgde in 1853 les aan de Antwerpse academie bij de landschapschilder Jacob Jacobs. Hij leerde hier zijn mede-leerling Isidore Meyers kennen. Later schreef hij zich ook in aan de Academie van Brussel. Maar toch was hij in hoofdzaak een autodidact.
Hij werd sterk beïnvloed door zijn verblijf, samen met Meyers, in
Parijs van 1855 tot 1858. Om aan de kost te komen beschilderden zij er
gordijnen. Hij had hier contact met Théodore Rousseau, Camille Corot, Charles-François Daubigny en Jean François Millet, allen behorend tot de School van Barbizon. Onder hun invloed, en vooral van Corot en Daubigny, zette Heymans zich van dan af tegen het academisme in de landschapschilderkunst.
Bij zijn terugkeer in België, beoefende hij in eerste instantie in
zijn landschapsinspiratie en kleurgebruik dezelfde stijl als de
Barbizonschool. Maar hij evolueerde vlug in de richting van een
pre-impressionistische eigen stijl. Dit kwam duidelijk tot uiting bij
zijn deelname aan het Brussels Salon
van 1860, waar het licht en kleur in zijn doeken een belangrijker rol
begon te spelen. Ook in zijn zeegezichten hield hij van het samenspel
van het vluchtig licht van de zee en de lucht. Hij wordt dan ook
beschouwd als een van de zeldzame Belgische impressionisten.
Dit deed hem vanaf de jaren 1860 verder evolueren naar een zeer persoonlijk luminisme.
Hij verhuisde naar Wechelderzande, waar hij opgegroeid was. Hij begon
er schilderen in de open lucht in de omgeving van Kalmthout en
Wechelderzande. Ook andere kunstenaars kwamen hun inspiratie zoeken in
de weidse natuur tussen de Kempische vennen, duinen en bossen. Sommigen
onder hen woonden tijdelijk in woonwagens op de heide om toch maar niets
van het spel van het licht gedurende de dag te missen. Rond deze trend
in het plein-airisme ontstond aldus de Kalmthoutse School met Isidore Meyers, Théodore Baron (1840-1899), Jacques Rosseels (1828-1912) en Florent Crabeels
(1835-1896). Men noemt hen ook de Grijze School doordat zij bij
voorkeur grijze en zilverachtige tinten gebruikten. Heyman ontmoette er
ook Henry Van de Velde, die hij trouwens later als schilder zou aanbevelen in een brief aan Octave Maus, oprichter van de kunstkring Les XX.
Heymans lag tevens aan de basis van de Dendermondse School, toen dezelfde schilders zich kwamen vestigen langs de oevers van de Schelde in de omgeving van Dendermonde. Hier maakte hij ook kennis met de Brusselse kunstschilder Emile Van Doren (1865-1949)
Hij huwde in 1869 met Angeline Tezdie met wie hij vijf kinderen zou krijgen.
Hij vestigde zich in 1869 in Brussel. Hij speelde er een vooraanstaande rol in diverse kunstkringen : Société Libre des Beaux-Arts en hij was later ook stichtend lid van de kunstkring Les XX.
In de periode 1873-1874 maakte hij in Antwerpen kennis met de Nederlandse schilder en etser Louis Artan de Saint-Martin.
Hij was één der oprichters van LArt Contemporain en, samen met Emile Claus,
van de kunstkring der luministen Vie et Lumière (1904) en in 1905 van
de kunstkring Kunst van Heden (LArt Contemporain). In de jaren
1890 vestigde hij zich opnieuw in Kalmthout. Zijn stijl ging nu over
naar het neo-impressionisme. Maar op het einde van zijn leven keerde hij
terug naar het realisme.
Hij gebruikte in zijn werken brede en dunne toetsen naast heldere
kleuren, zodat hij speciale lichteffecten kon oproepen. Dit geeft aan
zijn doeken een zekere poëzie en melancholie, zodat Pol de Mont
hem terecht een dichter met het penseel kon noemen. In zijn periode
van het luminisme, gebruikte Heymans regelmatig de techniek van het pointillisme om het samenspel van licht en schaduw nog beter te accentueren.
Toen in 1913 zijn gezondheid te ver achteruitging, moest Heymans noodgedwongen het schilderen opgeven.
Hij heeft tentoongesteld in Brussel, Parijs en meerdere malen in Luik.
Zijn werken hangen in de Musea van Schone Kunsten van Antwerpen,
Brussel, Gent en Luik en in de musea van Namen, Elsene en Dendermonde
Zijn werken behalen hoge prijzen op veilingen. In mei 2007 werd het
doek Koeien bij het water geveild op 7500 in het veilinghuis
Bernaerts, Antwerpen.
Onderscheidingen
Hij werd gedurende zijn leven zeer gewaardeerd als kunstenaar en ontving in binnen- en buitenland vele eretekens en medailles :
- Brussel, 1865 : gouden medaille
- Gent, 1878 : gouden medaille
- St. Louis (VSA), 1904 : grote prijs
- Buenos Aires (Argentinië), 1910 : eerste diploma.
Hij werd in 1881 benoemd tot officier in de Leopoldsorde (samen met Louis Artan de Saint-Martin, Theodore Baron en Alphonse Asselbergs). Hij werd ook verheven tot ridder in het Franse Légion d'honneur in Frankrijk, een zeldzame eer voor een buitenlandse kunstenaar.
Externe links
|
|
|
|
|
De oorsprong van de Dendermondse Schilderschool |
Vanaf 1862 kwamen de voornaamste schilders uit de Kalmthoutse School zich langs de Scheldeboorden van de Dendermondse omgeving vestigen. Vooral het kunstenaarsdorp Vlassenbroek was trekpleister en geboortedorp van de Dendermondse School'.
Het waren Isidore Meyers, Adrien-Joseph Heymans, Théodore Baron, Jacques Rosseels en Florent Crabeels die er de kunst van de Grijze School kwamen bevestigen. De bekende Vlaamse luminist Franz Courtens kreeg er zijn eerste academische opleiding van Isidoor Meyers en van Jacques Rosseels, terwijl de Gentse schilder-etser Albert Baertsoen, tussen 1885 en 1888, ook in de buurt van Dendermonde verbleef en er de invloed van voornoemden onderging.
Er dient opgemerkt, dat kunsthistoricus Jean-Pierre De Bruyn, in zijn werk De Dendermondse Schildersschool, de kunstenaarsdynastie Verhas erkent als oorspronkelijke kernfiguren tot de Dendermondse School, terwijl ze als Grijze School eerder de voortzetting was van de Kalmthoutse School. Algemeen wordt Jan Verhas als stichter van de Dendermondse School gezien.
|
|
|
|
|
|
|
|