Wandeling door de Perenhof, Woudenstein en de Hintzentuin, deel 2
Als we de brug over zijn gaan we direct linksaf en zien aan de rechterkant in het gazon een boompje staan, Cercidiphyllum japonicum 'Pendulum', een boompje dat veel op de judasboom Cercis siliquastrum lijkt.
Aan de linkerkant staat een beuk: Fagus sylvatica 'Purpurea Nana'; deze is in 1965 geplant en is afkomstig uit het Arboretum van Kalmthout. Er stonden twee exemplaren naast elkaar,het grootste exemplaar moest wijken.
Dit exemplaar is ons toen aangeboden door Mevrouw De Belder en met speciaal vervoer naar Trompenburg gekomen.
De boom die in Kalmthout achtergebleven is, is dood gegaan. Mevrouw De Belder vroeg toen of zij onze boom terug kon krijgen. Ondertussen was er al van gestekt, en daar heeft ze toen een van gekregen. De boom is zeer geschikt voor kleinere tuinen. Meer naar achter, aan de sloot kant staat een dwergvorm van een esdoorn met het blad van een haagbeuk; Acer carpinifolium. In dit vak staat ook Acer rufinerve 'Albolimbatum,(= witgerand),
ze heeft witgerande blaadjes en een witgestreepte bast, dat ontstaat omdat de jonge weefsel in de lengtescheurtjes in de bast opgevuld worden door een waslaagje (foto). Hier staat ook paar essen:
Fraxinus exelsior, die van onder tot boven begroeid is met klimop. Normaliter is men daar niet zo voor, maar deze essen zijn niet zo belangrijk; ze mogen dienst blijven doen als huisvesting voor vogels, inclusief uilen die er in broeden. We lopen met de bocht mee naar rechts. In de jaren dertig heeft men hier een openluchttheater gebouwd.
Na de Tweede Wereldoorlog is het bouwvallige theater afgebroken en weer opgebouwd, maar met nu met goedkoop materiaal,waardoor het in 1965 weer inelkaar viel, om vervolgens weer te worden afgebroken. Het podium heeft men gehandhaafd,omdat daar veel zand onder zat, waardoor het zeer geschikt werd voor de beplanting van dubieus winterharde coniferen. Een conifeer die hier staat is: Juniperus rupacea uit Turkije; hoewel het een mediterrane conifeer is, is ze toch vrij winterhard, omdat ze zich thuis voelt op het droge podium. Voorts staat hier een Yucca filamentosa 'Golden Sword', die ook dubieus winterhard is, maar hier in het zand reuze naar z'n zin heeft, En een eik uit 1820 van de eerste aanleg. We gaan naar rechts en zien ongeveer in het midden aan de slootkant Pinus punguns(= stekelig), met stekelige kegels (zie foto). We zijn aangekomen bij de volgende brug richting Woudenstein.
Wandeling door de Perenhof, Woudenstein en de Hintzentuin, deel 1
Hier is het vervolg van de wandeling door het arboretum. We beginnen onze wandeling weer op het plein voor het informatiecentrum en gaan richting hostalaan.
Daar aangekomen zien we aan de rechterkant op de hoek een els: Alnus glutinosa; dit is een zaailing die spontaan is opgekomen en nu een flinke boom is. Aan de andere kant staat een van de vele rhododendrons en wel Rhododendron 'Furnival's Daugther' met roze bloemen en een gele macule. Naast de eerder genoemde els staat de eik:
Quercus nigra, syn. Quercus aquatica uit het zuiden van de USA en die goed winterhard is. We lopen iets verder door en zien aan de linkerkant, iets naar achteren een Catalpa fargesii f. duclouxii (zie foto) die voor het eerst gezien werd in de Fasanengarten van Schloss Nymphenburg, Muenchen. Naast bovenstaande rodo staat een bijzondere boom : Gymnocladus dioica, de doodsbeenderenboom ook wel hertengeweiboom genoemd.In de herfst vallen van de dubbelgeveerde takken eerst de geveerde zijbladeren af, de hoofdnerf blijft dan nog lang aan de boom zitten.
Deze lijken op de knoken van een skelet. Weer verder, een zijpad voorbij, staat Crataegus monogyna' Stricta',dit is de rechtopgroeiende meidoorn. In deze boom groeit een mistletoe of maretak, Viscum album.
Schuin achter de meidoorn staat Rhododendron liniarifolium een bladverliezend struikje met smalle behaarde blaadjes (zie foto). De allerlaatst bloeiende Rhodo is Rhododendron micrantum (zie foto), met bloempjes die op Ledum groenladicum lijken. (foto). We bekijken nog een rodo: Rhododendron 'N.N. Sherwood', roze met een donkerder macule, aan de rechterkant van het pad.
We zijn nu aangekomen bij een brug die over gaan en komen zo op de Perenhof terecht.
Acer rufinerve 'Albolimbatum'(= witgerand), ze heeft witgerande blaadjes en een witgestreepte bast, dat ontstaat omdat de jonge weefsel in de lengtescheurtjes in de bast opgevuld worden door een waslaagje.
We lopen het pad terug en zien op de hoek Quercus ilicifolia 'Tromp Ball. Aangekomen op de hostalaan staat links op de hoek een van onze zeldzaamste bomen: Acer sinopurpurascens (zie foto met bloemtak). Aan de rechterkant staat een wilgbladige eik: Quercus robur Salicifolia. De laan is in 1900 aangelegd. De oorspronkelijke beplanting bestond voor namelijk uit iepen.In de jaren '20 is de iepenziekte uitgebroken waardoor er 500 iepen op Trompenburg zijn gesneuveld. Vanaf die tijd is men met de aanleg van het Arboretum begonnen. Men heeft bij de eerste aanleg in 1900 ook enkele andere bomen geplant zoals een beuk met het blad van een eik: Fagus sylvatica 'Quercifolia', een Robinia pseudoacacia met een diep gegroevde bast, deze boom laat veel takken vallen, dus het is afwachten hoelang hij nog mee gaat (foto). Er staan ook enkele rhododendrons tussen de beplanting, te beginnen met Rododendron ponticum 'Roseum', een heel ouderwetse cultivar met zeer grote roze bloemen, Rhododendron 'Rothenburg heeft donkergroen glanzend blad en prachtige cremegele bloemen. De knoppen die zich voor de bloei ontwikkelen, gaan pas open als zij zeker 5 cm dik zijn geworden. Rhodoendron fortunei subsp. discolor is een late wit bloeiende rodo met een heerlijke geur. Verder wil ik u nog een paar hosta's noemen o.a. 'Harvest Moon', 'Devon Green', 'Blue Angel', 'Bonanza', 'Aphrodite' en nog vele andere. Hier eindigt mijn wandeling door Trompenburg. De volgende wandelingen gaan over de Perenhof, Woudenstein en de Hintzentuin.
We zijn nu aangekomen bij de schuur van de tuinlieden. Aan de zijkant van de schuur staat een klimplant die afkomstig is uit de U.S.A. Het is een wildgroeiende en wortelopslag vormende plant. Smilax rotundifolia is de wetenschappelijke naam. Aangekomen op het plein voor de schuur, waar sinds kort een nieuwe voliere is gebouwd, staat een reusachtige es Fraxinus exelsior; deze is waarschijnlijk in 1820 geplant met de bedoeling om het vee tegen de felle zon te beschermen. Achter de voliere, in de linker hoek staat een heel bijzondere es: Fraxinus xanthoxyloides var. dumosa. Deze boom moest van elders naar de huidige plaats verzet worden. Dit kan men het beste in de winter doen. In drie jaar tijd heeft men dit voor elkaar gekregen. Allereerst is men begonnen met het rondsteken. Er wordt geschat hoe groot de kluit moet worden, graaft er een geul om heen steekt alle dunnen wortels af, ook enkele dikke wortels. Dit was de eerste fase. De volgende winter graaft men de gleuf weer open en steekt het restant van de dikke wortels af. De sleuf wordt weer dichtgegooid met losse aarde, zodat er haarwortels gevormd kunnen worden. Dit was fase twee. Nu begint in de derde winter fase drie. Op de plek waar de boom moet komen graaft men een diep gat zo groot als de rondgestoken kluit. Om het plantgat vorstvrij te houden dekt men dit af met het afgesneden loof van de koningsvaren Inmiddels heeft men de boom uitgegraven en de kluit flink natgespoten, waardoor deze bevriest. De stam wordt beschermt met gonje zakken. Met gebruik van planken en ronde palen wordt de boom uit de kuil gehesen (men kon geen gebruik van een dragline maken om dat daar geen ruimte voor was) en naar zijn nieuwe plek gerold. Natuurlijk heeft men om het evenwicht met de wortels te herstellen de boom voordat hij verplant werd flink teruggesnoeid. We gaan nu richting Hostalaan en passeren de Kwekerij waar de jonge bomen staan, die gebruikt worden om bomen te vervangen die dood gegaan zijn. We gaan even een pad, dat langs de kwekerij loopt,in, waar een scheidingshek van hardhout staat. Hier staan enkele klimpanten tegen, waaronder een Akebia Quinata met mooie witte trosbloempjes. Ze geeft vruchten in de vorm van worstjes die als een ster aan een tak hangen. Waarschijnlijk zijn ze eetbaar. De volgende is Actinidia kolomikta met opvallende van groen naar wit en roze overlopende kleur. Het eigenaardige hier van is dat het blad aan de onderkant groen blijft. Humulus lupulus 'Aureus' is de geelbladige hop. We zijn nu aangekomen bij de schuur van de tuinlieden. Aan de zijkant van de schuur staat een klimplant die afkomstig is uit de U.S.A. Het is een wildgroeiende en wortelopslag vormende plant. Smilax rotundifolia is de wetenschappelijke naam. Aangekomen op het plein voor de schuur, waar sinds kort een nieuwe voliere is gebouwd, staat een reusachtige es Fraxinus exelsior; deze is waarschijnlijk in 1820 geplant met de bedoeling om het vee tegen de felle zon te beschermen. Achter de voliere, in de linker hoek staat een heel bijzondere es: Fraxinus xanthoxyloides var. dumosa. Deze boom moest van elders naar de huidige plaats verzet worden. Dit kan men het beste in de winter doen. In drie jaar tijd heeft men dit voor elkaar gekregen. Allereerst is men begonnen met het rondsteken. Er wordt geschat hoe groot de kluit moet worden, graaft er een geul om heen steekt alle dunnen wortels af, ook enkele dikke wortels. Dit was de eerste fase. De volgende winter graaft men de gleuf weer open en steekt het restant van de dikke wortels af. De sleuf wordt weer dichtgegooid met losse aarde, zodat er haarwortels gevormd kunnen worden. Dit was fase twee. Nu begint in de derde winter fase drie. Op de plek waar de boom moet komen graaft men een diep gat zo groot als de rondgestoken kluit. Om het plantgat vorstvrij te houden dekt men dit af met het afgesneden loof van de koningsvaren Inmiddels heeft men de boom uitgegraven en de kluit flink natgespoten, waardoor deze bevriest. De stam wordt beschermt met gonje zakken. Met gebruik van planken en ronde palen wordt de boom uit de kuil gehesen (men kon geen gebruik van een dragline maken om dat daar geen ruimte voor was) en naar zijn nieuwe plek gerold. Natuurlijk heeft men om het evenwicht met de wortels te herstellen de boom voordat hij verplant werd flink teruggesnoeid. We gaan nu richting Hostalaan en passeren de Kwekerij waar de jonge bomen staan, die gebruikt worden om bomen te vervangen die dood gegaan zijn. We gaan even een pad, dat langs de kwekerij loopt,in, waar een scheidingshek van hardhout staat. Hier staan enkele klimpanten tegen, waaronder een Akebia Quinata met mooie witte trosbloempjes. Ze geeft vruchten in de vorm van worstjes die als een ster aan een tak hangen. Waarschijnlijk zijn ze eetbaar. De volgende is Actinidia kolomikta met opvallende van groen naar wit en roze overlopende kleur. Het eigenaardige hier van is dat het blad aan de onderkant groen blijft. Humulus lupulus 'Aureus' is de geelbladige hop.
We vervolgen onze wandeling richting succulentenkas. lopende langs de grote border komen we bij het vetplantenmuurtje. Hier worden elk jaar na de ijsheiligen de Agave's, Euphorbia's en andere vetplanten gezet.
Eind oktober gaat alles weer de kas in. Op de hoek van de grote border staat een mooie esdoorn, Acer palmatum 'Okushimo' ( ook wel A. palm. 'kurui_jishi' genoemd. Ze heeft een heel mooi diep ingesnede blaadje.Aan het eind van het muurtje staat een eik met de naam Ouerces coccifera. Daar achter staat achter het muurtje Rhododendron
Honingen; ze is op Trompenburg zo genoemd en beschreven door D.M. van Gelderen. Deze rodo heeft kleine bijna ronde blaadjes en roze klokvormige bloemen. Het is een kruising van Hobbie van R. oreodoxa en R. williamsianum.
Het is een van de mooiste introducties van het arboretum. Verder staat er ook een moerbei Morus alba 'Pendula',
deze heeft bleek rode vruchten met een flauwe smaak. Als we om het muurtje heen lopen zien we een Cornus kousa,
met opvallende grote kleurige cremewitte bloemen. De grote rode vruchten zijn net aardbeien. We zijn nu ongeveer aangekomen bij de kas. Als we het paadje achter de kas in gaan, staat aan de linkerkant een rode beuk die door de Amerikanen 'Red Obelisk' wordt genoemd, De naam van de beuk is Fagus sylvatica 'Rohan Obelisk',het is een zaailing van beukennootjes van de 'Dawyck' (zie wand.5), waarschijnlijk is ze bestoven door 'Rohanii'. Het is een van de beste beukenintroducties van het arboretum , een rechtopgaande bruine beuk met een ingesnede blad. In dit vak staat ook een eik, Quercus variabilis. Deze eik is in 1980 boven 2000 meter op Mount Omaij in Hua Hong Dong bij Kunming in Yunan verzameld. In 1987 is de boom in het bezit gekomen van het arboretum. het is de z.g. Japanse kurkeik, vanwege de kurkvorming op de bast. De winterharde fuchsia's, Fuchsia magallanica, staat sinds 1940 ook in dit vak. We lopen terug en gaan dan linksaf. Op de hoek staat Pieris japonica 'White Cascade' met prachtige lange witte trossen. Weer iets verder zien we Rhododendron campanulatum subsp. aeruginosum, een van de weinige rodo's met mooi blauw blad en gele bloemen. De volgende struik is Poncirus trifoliata, het enige winterharde citrusboompje. Ze bloeit het hele jaar door met witte geurende bloemen, de vruchten zijn afgeplatte ronde citroentjes, die bij een warme zomer kiemkrachtig zaad geven.