Wandeling door de Perenhof, Woudenstein en de Hintzentuin, deel 3
Als we de brug over zijn gegaan, staat aan de rechterkant Taxus baccata 'lutea' (syn. T.b. 'Fructoluteo), dit is
een taxus met gele bessen. Geplant in 1965. Een veel gestelde vraag bij rondleidingen is: Als men deze gele bessen zaait, krijgt men dan ook gele bessen terug? Het antwoord is dan, " U moet het maar proberen en kijk dan na een tiental jaren of dat zo is. Een taxus wordt op latere leeftijd pas vruchtbaar. Halverwege het pad staat Corylus avelana 'Contorta' een in 1965 geplante struik met krullende takken en mannelijke bloei. vooral in de winter is hij erg mooi als het blad eraf is. De volgende struik is de enige winterharde citrus, Poncirus trifoliata (syn. Citrus trifoliata), met donkergroene takken waaraan flinke stekels zitten. Hij bloeit het gehele jaar door met witte heerlijk geurende bloempjes, in de herfst gevolgd door kleine afgeplatte citroentjes.
Achter deze citrusstruik staat een Liriodenron tulipifera 'Crispum', die in Boskoop is geent van griffels die uit Kassel, Wilhelmshohe afkomstig zijn. Geplant in 1965. Quercus acuta is de volgende boom, een ent van griffels van Trompenburg, in 1960 ge-ent in Boskoop, en geplant in 1968. Omdat de boom op een meer open plek is gezet, heeft ze nogal last van de vorst gehad. Schuin achter deze eik staat een esdoorn die geplant is tijdens een vorige aanleg, ongeveer in 1900, de naam van de boom is: Acer cappadocium. Dan weer schuin naar voren komen we bij de mammoetboom of Sequoiadendron giganteum. Deze is als een grote plant via de gemeente kwekerij van Rotterdam in ons bezit
gekomen. Helemaal achterin staat Maclura pomifera een kleine doornige struik of boom, die geelgroene wrattige vruchten geeft, zo groot als een sinaasappel.
Wandeling door de Perenhof, Woudenstein en de Hintzentuin, deel 2
Als we de brug over zijn gaan we direct linksaf en zien aan de rechterkant in het gazon een boompje staan, Cercidiphyllum japonicum 'Pendulum', een boompje dat veel op de judasboom Cercis siliquastrum lijkt.
Aan de linkerkant staat een beuk: Fagus sylvatica 'Purpurea Nana'; deze is in 1965 geplant en is afkomstig uit het Arboretum van Kalmthout. Er stonden twee exemplaren naast elkaar,het grootste exemplaar moest wijken.
Dit exemplaar is ons toen aangeboden door Mevrouw De Belder en met speciaal vervoer naar Trompenburg gekomen.
De boom die in Kalmthout achtergebleven is, is dood gegaan. Mevrouw De Belder vroeg toen of zij onze boom terug kon krijgen. Ondertussen was er al van gestekt, en daar heeft ze toen een van gekregen. De boom is zeer geschikt voor kleinere tuinen. Meer naar achter, aan de sloot kant staat een dwergvorm van een esdoorn met het blad van een haagbeuk; Acer carpinifolium. In dit vak staat ook Acer rufinerve 'Albolimbatum,(= witgerand),
ze heeft witgerande blaadjes en een witgestreepte bast, dat ontstaat omdat de jonge weefsel in de lengtescheurtjes in de bast opgevuld worden door een waslaagje (foto). Hier staat ook paar essen:
Fraxinus exelsior, die van onder tot boven begroeid is met klimop. Normaliter is men daar niet zo voor, maar deze essen zijn niet zo belangrijk; ze mogen dienst blijven doen als huisvesting voor vogels, inclusief uilen die er in broeden. We lopen met de bocht mee naar rechts. In de jaren dertig heeft men hier een openluchttheater gebouwd.
Na de Tweede Wereldoorlog is het bouwvallige theater afgebroken en weer opgebouwd, maar met nu met goedkoop materiaal,waardoor het in 1965 weer inelkaar viel, om vervolgens weer te worden afgebroken. Het podium heeft men gehandhaafd,omdat daar veel zand onder zat, waardoor het zeer geschikt werd voor de beplanting van dubieus winterharde coniferen. Een conifeer die hier staat is: Juniperus rupacea uit Turkije; hoewel het een mediterrane conifeer is, is ze toch vrij winterhard, omdat ze zich thuis voelt op het droge podium. Voorts staat hier een Yucca filamentosa 'Golden Sword', die ook dubieus winterhard is, maar hier in het zand reuze naar z'n zin heeft, En een eik uit 1820 van de eerste aanleg. We gaan naar rechts en zien ongeveer in het midden aan de slootkant Pinus punguns(= stekelig), met stekelige kegels (zie foto). We zijn aangekomen bij de volgende brug richting Woudenstein.
Wandeling door de Perenhof, Woudenstein en de Hintzentuin, deel 1
Hier is het vervolg van de wandeling door het arboretum. We beginnen onze wandeling weer op het plein voor het informatiecentrum en gaan richting hostalaan.
Daar aangekomen zien we aan de rechterkant op de hoek een els: Alnus glutinosa; dit is een zaailing die spontaan is opgekomen en nu een flinke boom is. Aan de andere kant staat een van de vele rhododendrons en wel Rhododendron 'Furnival's Daugther' met roze bloemen en een gele macule. Naast de eerder genoemde els staat de eik:
Quercus nigra, syn. Quercus aquatica uit het zuiden van de USA en die goed winterhard is. We lopen iets verder door en zien aan de linkerkant, iets naar achteren een Catalpa fargesii f. duclouxii (zie foto) die voor het eerst gezien werd in de Fasanengarten van Schloss Nymphenburg, Muenchen. Naast bovenstaande rodo staat een bijzondere boom : Gymnocladus dioica, de doodsbeenderenboom ook wel hertengeweiboom genoemd.In de herfst vallen van de dubbelgeveerde takken eerst de geveerde zijbladeren af, de hoofdnerf blijft dan nog lang aan de boom zitten.
Deze lijken op de knoken van een skelet. Weer verder, een zijpad voorbij, staat Crataegus monogyna' Stricta',dit is de rechtopgroeiende meidoorn. In deze boom groeit een mistletoe of maretak, Viscum album.
Schuin achter de meidoorn staat Rhododendron liniarifolium een bladverliezend struikje met smalle behaarde blaadjes (zie foto). De allerlaatst bloeiende Rhodo is Rhododendron micrantum (zie foto), met bloempjes die op Ledum groenladicum lijken. (foto). We bekijken nog een rodo: Rhododendron 'N.N. Sherwood', roze met een donkerder macule, aan de rechterkant van het pad.
We zijn nu aangekomen bij een brug die over gaan en komen zo op de Perenhof terecht.
Acer rufinerve 'Albolimbatum'(= witgerand), ze heeft witgerande blaadjes en een witgestreepte bast, dat ontstaat omdat de jonge weefsel in de lengtescheurtjes in de bast opgevuld worden door een waslaagje.
We lopen het pad terug en zien op de hoek Quercus ilicifolia 'Tromp Ball. Aangekomen op de hostalaan staat links op de hoek een van onze zeldzaamste bomen: Acer sinopurpurascens (zie foto met bloemtak). Aan de rechterkant staat een wilgbladige eik: Quercus robur Salicifolia. De laan is in 1900 aangelegd. De oorspronkelijke beplanting bestond voor namelijk uit iepen.In de jaren '20 is de iepenziekte uitgebroken waardoor er 500 iepen op Trompenburg zijn gesneuveld. Vanaf die tijd is men met de aanleg van het Arboretum begonnen. Men heeft bij de eerste aanleg in 1900 ook enkele andere bomen geplant zoals een beuk met het blad van een eik: Fagus sylvatica 'Quercifolia', een Robinia pseudoacacia met een diep gegroevde bast, deze boom laat veel takken vallen, dus het is afwachten hoelang hij nog mee gaat (foto). Er staan ook enkele rhododendrons tussen de beplanting, te beginnen met Rododendron ponticum 'Roseum', een heel ouderwetse cultivar met zeer grote roze bloemen, Rhododendron 'Rothenburg heeft donkergroen glanzend blad en prachtige cremegele bloemen. De knoppen die zich voor de bloei ontwikkelen, gaan pas open als zij zeker 5 cm dik zijn geworden. Rhodoendron fortunei subsp. discolor is een late wit bloeiende rodo met een heerlijke geur. Verder wil ik u nog een paar hosta's noemen o.a. 'Harvest Moon', 'Devon Green', 'Blue Angel', 'Bonanza', 'Aphrodite' en nog vele andere. Hier eindigt mijn wandeling door Trompenburg. De volgende wandelingen gaan over de Perenhof, Woudenstein en de Hintzentuin.
We zijn nu aangekomen bij de schuur van de tuinlieden. Aan de zijkant van de schuur staat een klimplant die afkomstig is uit de U.S.A. Het is een wildgroeiende en wortelopslag vormende plant. Smilax rotundifolia is de wetenschappelijke naam. Aangekomen op het plein voor de schuur, waar sinds kort een nieuwe voliere is gebouwd, staat een reusachtige es Fraxinus exelsior; deze is waarschijnlijk in 1820 geplant met de bedoeling om het vee tegen de felle zon te beschermen. Achter de voliere, in de linker hoek staat een heel bijzondere es: Fraxinus xanthoxyloides var. dumosa. Deze boom moest van elders naar de huidige plaats verzet worden. Dit kan men het beste in de winter doen. In drie jaar tijd heeft men dit voor elkaar gekregen. Allereerst is men begonnen met het rondsteken. Er wordt geschat hoe groot de kluit moet worden, graaft er een geul om heen steekt alle dunnen wortels af, ook enkele dikke wortels. Dit was de eerste fase. De volgende winter graaft men de gleuf weer open en steekt het restant van de dikke wortels af. De sleuf wordt weer dichtgegooid met losse aarde, zodat er haarwortels gevormd kunnen worden. Dit was fase twee. Nu begint in de derde winter fase drie. Op de plek waar de boom moet komen graaft men een diep gat zo groot als de rondgestoken kluit. Om het plantgat vorstvrij te houden dekt men dit af met het afgesneden loof van de koningsvaren Inmiddels heeft men de boom uitgegraven en de kluit flink natgespoten, waardoor deze bevriest. De stam wordt beschermt met gonje zakken. Met gebruik van planken en ronde palen wordt de boom uit de kuil gehesen (men kon geen gebruik van een dragline maken om dat daar geen ruimte voor was) en naar zijn nieuwe plek gerold. Natuurlijk heeft men om het evenwicht met de wortels te herstellen de boom voordat hij verplant werd flink teruggesnoeid. We gaan nu richting Hostalaan en passeren de Kwekerij waar de jonge bomen staan, die gebruikt worden om bomen te vervangen die dood gegaan zijn. We gaan even een pad, dat langs de kwekerij loopt,in, waar een scheidingshek van hardhout staat. Hier staan enkele klimpanten tegen, waaronder een Akebia Quinata met mooie witte trosbloempjes. Ze geeft vruchten in de vorm van worstjes die als een ster aan een tak hangen. Waarschijnlijk zijn ze eetbaar. De volgende is Actinidia kolomikta met opvallende van groen naar wit en roze overlopende kleur. Het eigenaardige hier van is dat het blad aan de onderkant groen blijft. Humulus lupulus 'Aureus' is de geelbladige hop. We zijn nu aangekomen bij de schuur van de tuinlieden. Aan de zijkant van de schuur staat een klimplant die afkomstig is uit de U.S.A. Het is een wildgroeiende en wortelopslag vormende plant. Smilax rotundifolia is de wetenschappelijke naam. Aangekomen op het plein voor de schuur, waar sinds kort een nieuwe voliere is gebouwd, staat een reusachtige es Fraxinus exelsior; deze is waarschijnlijk in 1820 geplant met de bedoeling om het vee tegen de felle zon te beschermen. Achter de voliere, in de linker hoek staat een heel bijzondere es: Fraxinus xanthoxyloides var. dumosa. Deze boom moest van elders naar de huidige plaats verzet worden. Dit kan men het beste in de winter doen. In drie jaar tijd heeft men dit voor elkaar gekregen. Allereerst is men begonnen met het rondsteken. Er wordt geschat hoe groot de kluit moet worden, graaft er een geul om heen steekt alle dunnen wortels af, ook enkele dikke wortels. Dit was de eerste fase. De volgende winter graaft men de gleuf weer open en steekt het restant van de dikke wortels af. De sleuf wordt weer dichtgegooid met losse aarde, zodat er haarwortels gevormd kunnen worden. Dit was fase twee. Nu begint in de derde winter fase drie. Op de plek waar de boom moet komen graaft men een diep gat zo groot als de rondgestoken kluit. Om het plantgat vorstvrij te houden dekt men dit af met het afgesneden loof van de koningsvaren Inmiddels heeft men de boom uitgegraven en de kluit flink natgespoten, waardoor deze bevriest. De stam wordt beschermt met gonje zakken. Met gebruik van planken en ronde palen wordt de boom uit de kuil gehesen (men kon geen gebruik van een dragline maken om dat daar geen ruimte voor was) en naar zijn nieuwe plek gerold. Natuurlijk heeft men om het evenwicht met de wortels te herstellen de boom voordat hij verplant werd flink teruggesnoeid. We gaan nu richting Hostalaan en passeren de Kwekerij waar de jonge bomen staan, die gebruikt worden om bomen te vervangen die dood gegaan zijn. We gaan even een pad, dat langs de kwekerij loopt,in, waar een scheidingshek van hardhout staat. Hier staan enkele klimpanten tegen, waaronder een Akebia Quinata met mooie witte trosbloempjes. Ze geeft vruchten in de vorm van worstjes die als een ster aan een tak hangen. Waarschijnlijk zijn ze eetbaar. De volgende is Actinidia kolomikta met opvallende van groen naar wit en roze overlopende kleur. Het eigenaardige hier van is dat het blad aan de onderkant groen blijft. Humulus lupulus 'Aureus' is de geelbladige hop.