|
|
|
|
|
|
08-01-2006 |
Wandeling door Arboretum Trompenburg, deel 11 |
Voordat wij de brug over gaan, staat aan de andere kant van het water, Gunnera manicata, een plant met hele grote bladeren, die wel een doorsnede van een anderhalve meter kunnen hebben. Ze heeft een doornige stengel.
Als we de brug zijn overgegaan, gaan we gelijk linksaf.
op de hoek staat een klein boompje, een eik, Quercus cerris 'Laciniata', het zaad van dit boompje is in 1984 meegebracht uit Turkije. Het is geplant tergelegenheid van het feit, dat de Nederlandse Dendrologische Vereniging 75 jaar bestond. Net voor de brug die we straks over gaan, staat aan de linkerkant Fagus sylvatica 'Tortuosa' een beuk met gedraaide takken. over deze brug staat rechts een zilveresdoorn uit Noord America, Acer saccharinum, geplant in 1900. Een paar meter verderop staat het vrouwelijk exemplaar van de japanse notenboom, Ginkgo biloba. In 1983 zijn er voor het eerst vruchten aan de boom gekomen, maar tot op het heden zijn ze niet vruchtbaar. Waarschijnlijk zijn ze niet bevrucht. In April- Mei vind de bestuiving plaats, dit geschiedt door de wind, dan worden er microsporen (stuifmeel) naar de zaadknoppen gebracht. In de zaadknop groeit de stuifmeelkorrel uit tot een kleine pollenbuis, waarin twee spermatozoiden worden gevormd. in September vind danpas de bevruchting plaats, d.i. de versmelting van een spermatozoide met een van de twee of drie eicellen uit de zaadknopkern. Inmiddels is de zaadknop dan uitgegroeid tot een besachtig zaad; dit heeft een zaadhuid van drie lagen: buitenlaag vlezig, middenlaag steenhard, binnenlaag dun. Een van het paar zaadknoppen ontwikkelt zich meestal tot zaad.
Voordat wij de brug over gaan, staat aan de andere kant van het water, Gunnera manicata, een plant met hele grote bladeren, die wel een doorsnede van een anderhalve meter kunnen hebben. Ze heeft een doornige stengel.
Als we de brug zijn overgegaan, gaan we gelijk linksaf.
op de hoek staat een klein boompje, een eik, Quercus cerris 'Laciniata', het zaad van dit boompje is in 1984 meegebracht uit Turkije. Het is geplant tergelegenheid van het feit, dat de Nederlandse Dendrologische Vereniging 75 jaar bestond. Net voor de brug die we straks over gaan, staat aan de linkerkant Fagus sylvatica 'Tortuosa' een beuk met gedraaide takken. over deze brug staat rechts een zilveresdoorn uit Noord America, Acer saccharinum, geplant in 1900. Een paar meter verderop staat het vrouwelijk exemplaar van de japanse notenboom, Ginkgo biloba. In 1983 zijn er voor het eerst vruchten aan de boom gekomen, maar tot op het heden zijn ze niet vruchtbaar. Waarschijnlijk zijn ze niet bevrucht. In April- Mei vind de bestuiving plaats, dit geschiedt door de wind, dan worden er microsporen (stuifmeel) naar de zaadknoppen gebracht. In de zaadknop groeit de stuifmeelkorrel uit tot een kleine pollenbuis, waarin twee spermatozoiden worden gevormd. in September vind danpas de bevruchting plaats, d.i. de versmelting van een spermatozoide met een van de twee of drie eicellen uit de zaadknopkern. Inmiddels is de zaadknop dan uitgegroeid tot een besachtig zaad; dit heeft een zaadhuid van drie lagen: buitenlaag vlezig, middenlaag steenhard, binnenlaag dun. Een van het paar zaadknoppen ontwikkelt zich meestal tot zaad.
Voordat wij de brug over gaan, staat aan de andere kant van het water, Gunnera manicata, een plant met hele grote bladeren, die wel een doorsnede van een anderhalve meter kunnen hebben. Ze heeft een doornige stengel.
Als we de brug zijn overgegaan, gaan we gelijk linksaf.
op de hoek staat een klein boompje, een eik, Quercus cerris 'Laciniata', het zaad van dit boompje is in 1984 meegebracht uit Turkije. Het is geplant tergelegenheid van het feit, dat de Nederlandse Dendrologische Vereniging 75 jaar bestond. Net voor de brug die we straks over gaan, staat aan de linkerkant Fagus sylvatica 'Tortuosa' een beuk met gedraaide takken. over deze brug staat rechts een zilveresdoorn uit Noord America, Acer saccharinum, geplant in 1900. Een paar meter verderop staat het vrouwelijk exemplaar van de japanse notenboom, Ginkgo biloba. In 1983 zijn er voor het eerst vruchten aan de boom gekomen, maar tot op het heden zijn ze niet vruchtbaar. Waarschijnlijk zijn ze niet bevrucht. In April- Mei vind de bestuiving plaats, dit geschiedt door de wind, dan worden er microsporen (stuifmeel) naar de zaadknoppen gebracht. In de zaadknop groeit de stuifmeelkorrel uit tot een kleine pollenbuis, waarin twee spermatozoiden worden gevormd. in September vind danpas de bevruchting plaats, d.i. de versmelting van een spermatozoide met een van de twee of drie eicellen uit de zaadknopkern. Inmiddels is de zaadknop dan uitgegroeid tot een besachtig zaad; dit heeft een zaadhuid van drie lagen: buitenlaag vlezig, middenlaag steenhard, binnenlaag dun. Een van het paar zaadknoppen ontwikkelt zich meestal tot zaad.
Voordat wij de brug over gaan, staat aan de andere kant van het water, Gunnera manicata, een plant met hele grote bladeren, die wel een doorsnede van een anderhalve meter kunnen hebben. Ze heeft een doornige stengel.
Als we de brug zijn overgegaan, gaan we gelijk linksaf.
op de hoek staat een klein boompje, een eik, Quercus cerris 'Laciniata', het zaad van dit boompje is in 1984 meegebracht uit Turkije. Het is geplant tergelegenheid van het feit, dat de Nederlandse Dendrologische Vereniging 75 jaar bestond. Net voor de brug die we straks over gaan, staat aan de linkerkant Fagus sylvatica 'Tortuosa' een beuk met gedraaide takken. over deze brug staat rechts een zilveresdoorn uit Noord America, Acer saccharinum, geplant in 1900. Een paar meter verderop staat het vrouwelijk exemplaar van de japanse notenboom, Ginkgo biloba. In 1983 zijn er voor het eerst vruchten aan de boom gekomen, maar tot op het heden zijn ze niet vruchtbaar. Waarschijnlijk zijn ze niet bevrucht. In April- Mei vind de bestuiving plaats, dit geschiedt door de wind, dan worden er microsporen (stuifmeel) naar de zaadknoppen gebracht. In de zaadknop groeit de stuifmeelkorrel uit tot een kleine pollenbuis, waarin twee spermatozoiden worden gevormd. in September vind danpas de bevruchting plaats, d.i. de versmelting van een spermatozoide met een van de twee of drie eicellen uit de zaadknopkern. Inmiddels is de zaadknop dan uitgegroeid tot een besachtig zaad; dit heeft een zaadhuid van drie lagen: buitenlaag vlezig, middenlaag steenhard, binnenlaag dun. Een van het paar zaadknoppen ontwikkelt zich meestal tot zaad.
Voordat wij de brug over gaan, staat aan de andere kant van het water, Gunnera manicata, een plant met hele grote bladeren, die wel een doorsnede van een anderhalve meter kunnen hebben. Ze heeft een doornige stengel.
Als we de brug zijn overgegaan, gaan we gelijk linksaf.
op de hoek staat een klein boompje, een eik, Quercus cerris 'Laciniata', het zaad van dit boompje is in 1984 meegebracht uit Turkije. Het is geplant tergelegenheid van het feit, dat de Nederlandse Dendrologische Vereniging 75 jaar bestond. Net voor de brug die we straks over gaan, staat aan de linkerkant Fagus sylvatica 'Tortuosa' een beuk met gedraaide takken. over deze brug staat rechts een zilveresdoorn uit Noord America, Acer saccharinum, geplant in 1900. Een paar meter verderop staat het vrouwelijk exemplaar van de japanse notenboom, Ginkgo biloba. In 1983 zijn er voor het eerst vruchten aan de boom gekomen, maar tot op het heden zijn ze niet vruchtbaar. Waarschijnlijk zijn ze niet bevrucht. In April- Mei vind de bestuiving plaats, dit geschiedt door de wind, dan worden er microsporen (stuifmeel) naar de zaadknoppen gebracht. In de zaadknop groeit de stuifmeelkorrel uit tot een kleine pollenbuis, waarin twee spermatozoiden worden gevormd. in September vind danpas de bevruchting plaats, d.i. de versmelting van een spermatozoide met een van de twee of drie eicellen uit de zaadknopkern. Inmiddels is de zaadknop dan uitgegroeid tot een besachtig zaad; dit heeft een zaadhuid van drie lagen: buitenlaag vlezig, middenlaag steenhard, binnenlaag dun. Een van het paar zaadknoppen ontwikkelt zich meestal tot zaad.
Voordat wij de brug over gaan, staat aan de andere kant van het water, Gunnera manicata, een plant met hele grote bladeren, die wel een doorsnede van een anderhalve meter kunnen hebben. Ze heeft een doornige stengel.
Als we de brug zijn overgegaan, gaan we gelijk linksaf.
op de hoek staat een klein boompje, een eik, Quercus cerris 'Laciniata', het zaad van dit boompje is in 1984 meegebracht uit Turkije. Het is geplant tergelegenheid van het feit, dat de Nederlandse Dendrologische Vereniging 75 jaar bestond. Net voor de brug die we straks over gaan, staat aan de linkerkant Fagus sylvatica 'Tortuosa' een beuk met gedraaide takken. over deze brug staat rechts een zilveresdoorn uit Noord America, Acer saccharinum, geplant in 1900. Een paar meter verderop staat het vrouwelijk exemplaar van de japanse notenboom, Ginkgo biloba. In 1983 zijn er voor het eerst vruchten aan de boom gekomen, maar tot op het heden zijn ze niet vruchtbaar. Waarschijnlijk zijn ze niet bevrucht. In April- Mei vind de bestuiving plaats, dit geschiedt door de wind, dan worden er microsporen (stuifmeel) naar de zaadknoppen gebracht. In de zaadknop groeit de stuifmeelkorrel uit tot een kleine pollenbuis, waarin twee spermatozoiden worden gevormd. in September vind danpas de bevruchting plaats, d.i. de versmelting van een spermatozoide met een van de twee of drie eicellen uit de zaadknopkern. Inmiddels is de zaadknop dan uitgegroeid tot een besachtig zaad; dit heeft een zaadhuid van drie lagen: buitenlaag vlezig, middenlaag steenhard, binnenlaag dun. Een van het paar zaadknoppen ontwikkelt zich meestal tot zaad.
Voordat wij de brug over gaan, staat aan de andere kant van het water, Gunnera manicata, een plant met hele grote bladeren, die wel een doorsnede van een anderhalve meter kunnen hebben. Ze heeft een doornige stengel.
Als we de brug zijn overgegaan, gaan we gelijk linksaf.
op de hoek staat een klein boompje, een eik, Quercus cerris 'Laciniata', het zaad van dit boompje is in 1984 meegebracht uit Turkije. Het is geplant tergelegenheid van het feit, dat de Nederlandse Dendrologische Vereniging 75 jaar bestond. Net voor de brug die we straks over gaan, staat aan de linkerkant Fagus sylvatica 'Tortuosa' een beuk met gedraaide takken. over deze brug staat rechts een zilveresdoorn uit Noord America, Acer saccharinum, geplant in 1900. Een paar meter verderop staat het vrouwelijk exemplaar van de japanse notenboom, Ginkgo biloba. In 1983 zijn er voor het eerst vruchten aan de boom gekomen, maar tot op het heden zijn ze niet vruchtbaar. Waarschijnlijk zijn ze niet bevrucht. In April- Mei vind de bestuiving plaats, dit geschiedt door de wind, dan worden er microsporen (stuifmeel) naar de zaadknoppen gebracht. In de zaadknop groeit de stuifmeelkorrel uit tot een kleine pollenbuis, waarin twee spermatozoiden worden gevormd. in September vind danpas de bevruchting plaats, d.i. de versmelting van een spermatozoide met een van de twee of drie eicellen uit de zaadknopkern. Inmiddels is de zaadknop dan uitgegroeid tot een besachtig zaad; dit heeft een zaadhuid van drie lagen: buitenlaag vlezig, middenlaag steenhard, binnenlaag dun. Een van het paar zaadknoppen ontwikkelt zich meestal tot zaad.
|
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|