DeBelgische gezinnen hebben voor ruim 1 miljard euro kredietkaartschulden uitstaan bij niet-banken, zo blijkt uit cijfers van de FOD Economie. Het gaat vooral om grote winkelketens. Dat schrijft De Morgen. "De winkel is vaak minder streng dan de bank en jaagt ook de financieel zwakke klant op krediet", zegt Test-Aankoop.
Warenhuizen De niet-banken zijn goed voor 65 procent van de ruim 4 miljoen kredietopeningen. Het gaat voor het overgrote deel om kredietkaarten die uitgegeven zijn door warenhuizen als Carrefour, winkelketens als Fnac of Krefel en postorderbedrijven als La Redoute. De uitstaande schuld via de niet-bancaire kredietlijnen is vorig jaar met ruim 13 procent gestegen tot 1,37 miljard euro. Tegenover 2000 gaat het zelfs om een verdubbeling, terwijl de kredietopeningen via de bank veel trager groeiden
Vrij nieuw fenomeen De bankenfederatie Febelfin heeft geen probleem met de aangroeiende kredietverlening buiten de bank. "Het is een vrij nieuw fenomeen in België, maar is elders breed verspreid. De winkels beheren die kredieten ook niet zelf. Er zit altijd een financiële instelling achter, die gebonden is aan net dezelfde wettelijke verplichtingen als de banken. We zien het als een extra distributiekanaal", zegt woordvoerster Marina De Moerlooze.
Niet zonder gevaar Volgens anderen is de winkelkredietkaart niet zonder gevaar voor de consument. "Als mensen hun brood en salami met kredietkaarten beginnen te kopen, wordt dat toch problematisch. Zulke kaarten, waar je hoge intresten op betaalt, dienen niet om de primaire behoeften te financieren", zegt een anonieme sectorspecialist. Test-Aankoop spreekt van "een groeiend probleem." Sommige grote winkelketens zouden de wet op het consumentenkrediet overtreden, omdat ze niet actief nagaan of hun klant de kredietlijn financieel wel aankan.
Verbod? Oppositiepartij Vl.Pro diende in de vorige legislatuur al een wetsvoorstel in om de kaarten te verbieden en haalt dat voorstel nu van onder het stof. Staatssecretaris voor Armoedebestrijding Jean-Marc Delizée (PS) wil zo ver niet gaan. Hij wil wel dat de mensen beter geïnformeerd worden over de draagwijdte van zo'n kaart. Hij vraagt ook dat het jaarlijkse kostenpercentage naar omlaag gaat en dat de aanzuivering van het totaal geleende bedrag sneller gebeurt. De jaarlijkse kosten van zo'n kaart kunnen immers oplopen tot 19%. Daardoor betaalt de consument via zijn maandelijkse afbetalingen vaak niet anders dan interesten terug. Pas na vijf jaar stelt hij dan vast dat hij de hoofdsom nog moet terugbetalen. (belga/tdb)