Ik verlang zo naar een straaltje zon en naar de eerste warme lentedagen, naar witte wolken, die door 't blauw heen jagen op weg naar iets, die ik niet vinden kon. Ik wil de tulpen ruiken als ik ze pluk, ik wil de kersenbloesem weer zien zweven, magnolia's, de kelken opgeheven, of ze een dronk uitbrengen op 't geluk. Ik wil de knoppen weer zien opengaan van berken, mooiste onder alle bomen; Ik wil nu 'k de winter ben ontkomen, met nieuwe ogen in de wereld staan!
|