Jachtinstinct bij katten ... ( 1 )
Ondanks de perfecte jachttechniek mislukken vier van de vijf pogingen. Niet omdat de kat fout richt, maar omdat de buit het van tevoren door heeft en zich nog uit de voeten kan maken. Vergeet nooit dat een kat van nature een jager is. Hij jaagt niet alleen op muizen, maar ook op vogels, kleine kippen, vissen in de vijver en ga zo maar door. Houd daar rekening mee. Ritselen, piepen en alle snelle bewegingen van kleine dingen ziet elke kitten. Volwassen katten zien het verschil tussen speelgoed en echte buit. De kittens proberen hun vangkunsten uit op ballen, papier, bladeren en knuffelbeesten. Zo trainen ze de spieren, de ogen en de sprongtechniek. Elke foute sprong is een harde leerschool en zorgt ervoor dat het kitten opgroeit tot een echte jager
Uit het raam kijken is een favoriete bezigheid van de flatkat. Ze reageert op de bewegingen en geluiden van buiten alsof er geen glas tussen zit. Een voorbijvliegende vogel laat haar staart heen en weer gaan, waarmee ze haar zin tot jagen toont. Deze zin naar jagen bevordert de speekselvloed. Is de prooi verdwenen ontspant ze zich weer. Een vlieg die langs de ruit loopt, fungeert als vervanging van de prooi en heeft over het algemeen geen kans tegen de poot van de kat.
Elke buit wordt eerst gefixeerd voordat de jacht begint. Een kat probeert de meest geschikte positie in te nemen, om dan met een rechtstreekse sprong onmiddellijk voor het slachtoffer te komen. Als een katapult wordt het lichaam gespannen: ze buigt voor in de knie en stelt zich achter op te teenballen, trippelt enkele keren heen en weer. Hierbij is de blik voortdurend op het slachtoffer gericht. Na enkele wipbewegingen knalt ze naar voren door de knieën achter bliksemsnel te strekken.
Het jagen hoort voor dieren die in het wild uitsluitend van de jacht leven, ook als huisdier tot de belangrijkste levenservaringen. Kattenkinderen die nooit mogen jagen verpieteren geestelijk en ontwikkelen gedragsstoornissen. De moeder bepaalt waar een kat later op gaat jagen. Dit doet ze door doelbewust bepaalde prooidieren op te zoeken. Een kat brengt alleen maar levende muizen mee naar de kittens om hen zo het jagen te leren.
Katten vinden intuïtief de makkelijkste manier om omhoog of naar beneden te klauteren. Om omhoog te springen gaan ze recht voor het doel staan, zodat ze onder een hoek van 45° kunnen springen en zich met beide voorpoten kunnen vasthouden. Voor de afsprong hebben ze de kracht van de achterpoten nodig. Daarmee houden ze zich aan het startpunt vast, terwijl de rest van het lichaam kaarsrecht in startpositie wordt gebracht. De sprong is bijna kaarsrecht om zo weinig mogelijk luchtweerstand te hebben.
Veel liefs ... spinnende groetjes ... Miryam
|