Schreef ik er gisteren twee. Welk draagt jouw voorkeur weg ?
Asielcentrum Xxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het cynisme verlustigt zich aan
de in polistyreen
gefiguurzaagde schaduwen
van enkele eenvoudige morele keuzes
over een paar aangespoelde gringos
die lusteloos langzaam
en doelloos door
de straat sloffen
Vroeger liet men ze paardenstront
in kruiwagens scheppen
maar nu is er voor onbemiddelden
zelfs geen residu
van een paard meer
laat staan een warm geurende
platgetreden paardendrol
Stuntman mus is er aan uitgestorven
Getaande huid, intense ogen
waarin men leest
hoe je valt
voor een lelijke vrouw
zonder oprisping van geweld
Zweet parelt zonder ambitie
over hun voorhoofd
Harde mannen die tijd
in stilte doden
door Pepsi Cola en
televisie reclame
overspoeld
Alleen hun hoofddoek
kan hen nog redden
*****
dodenmaal
De reuk van licht geschroeid vlees
uit een vacuüm vagevuur ontsnapt
Een selder - steel afgekapt-
lookpoeder, foelie, komijn een gladde aal
poseren samen voor dit avondmaal
Op het meer van een romige soep
vaart een vetring als een kleine sloep
De oven bakt zich een gestoofd konijn
waarvan de oren en de staart verdwenen zijn
Het zoutvat en een iris op de tafel
staren verongelijkt naar het wafel-
ijzer dat als een open schelp
gevuld met dooiers, room, melk en honing
dampt van eerlijke heerlijkheid
De gelukzaligheid van
de maaltijd
&
Boven deze gedekte dis
wordt getwist over de erfenis |
en omdat musje er meer wil hier komen ze dan
Cultuurschok van een tuinman
Perfect egaal gegoten bloemen
Strakke blik van de gelijnde nerven
Als letters in het blad
De planmatige vertaling
door de baanbrekers
die stampers al altijd zijn
voor het stuifmeel
De draagkracht van een blinde tuinmuur
De interne organisatie van ervaren varens
Alles leek in evenwicht
Met de strakke welving
Van haar uitverkoren bloes
Met het warme minimalisme
van haar babbelzucht
Dromen, bewegingen, ruimten
Hoe blind moet je zijn
Om te schrijven
In het eenzame donker
Van het licht
Om de blik te drinken
Uit je aangezicht
Hoe blind moet je zijn
Om je schaduw te voelen
En het komende gaan
Tussen twee liefdes
Twee zeldzame kussen
En de durende vlakte ertussen
Plekken vol verleden
In al je slaapvertrekken
Dwaal ik schuldig
Als afwezigen
Al ben ik nooit weggegaan
In al je namen
Lees ik mijn eenzaamheid
De moegevochten herinneringen
De poëzie van vraagtekens
Opvliegend van natuur
Met een brutale bek
Als een traag orgasme
Op je blote borsten
Kleeft mijn adem
Als ik terugkeer
Opengevouwen zuigeling
In uitbundig snikken
Jij mijn ongeschonden
Met je vlinderogen
Wonen in stilte van nachtblauw
En
het ergste is
Dat de deur steeds weer opengaat
Geen speld tussen jou
En mij toelaat
En de vruchtbare grond
Waar ik niet woon
En nog steeds verblijf
Wringt zich tussen
de herinnering
Lijf aan lijf
En
Ik hoor en ik zie
Maar weet nog steeds niet
Berokken ik jou, haar of mij
Het meeste verdriet
LANCELOET, DEN RIDDER LICHTMATROES
Lanceloet van Denemarken
t kon ook Zweden zyn
wou nog wel eens en bloemekyn
in sinen warande parken
Ie en reed juste drom
Met harnas, peerd en grote trom
In t grote bos een weggelken alom
Zo doolde ie langs veler weghen
En kwamme ie daar een toverkolle tegen
Ik bidde U scoonyt zyd ie verlegen
Enne ook zo vlieend* als ie konde
Ick* wetetwel het is een sonde
Maar
Waar
vinde ik hier in dezen gaard
een blommekyn nog wel gespaard
t wese een blonde of een roste
maar kwil er ene koste wat koste
En zekerlick ene seere soete
waarvan ik myn nu derven moete
waarvore ik van minne sterf
en mich die griese haren met Looreaal* en verf
Wys et mi . Gezegend zult ge wezen
Van Gottottinderewigheid
Sin name zy geprezen
Toen sie dat hoorde wast wuf verblyd
Ik sal oe lère vangottotindereewigehyd
Dachte die kolle vermalledyd
Wel here heeft dat wuf gezyd
Tussen joen en mi en ons
gezegd ende nog wel gezwegen
Joen komt z hier igenlick overalle tegen
Joen vraagt joen af hoedat bestond
sie veranderde sich terselfder stond
Metteen al in een leckker jong gezellich wuf
Lanceloet bedacht :ist bluf
Of hekserie tensal mi al gelicke wezen
E wuf is e wuf toch voor den dezen
Comt gi mare met u scone lif
Want gie en bevalt mi wel en stif
Eens op min edel ros gesprongen
Dan zullen wi int bos eens ping gaan pongen
En ridder Lanceloet van Denemarken
Of t kan ook Zweden zijn geweest
Nog hemme of sin edel peerdebeest
Geen mens geen beeste geen plante heeft hen sindsdien
Van sin leven nog teruggezien.
Ie was nie dood en ie bleef ook nie leven
Maar ie hielde niemeer op metter van katoen te geven
Vangottotindereeuwighyd
Was hie daartoe vermalledyd
*Vlieend =vlijënd. De ¨dubbele punt bestond toen nog niet.
* Het aanhalingsteken was wel al uitgevonden !
*Loreaal want gie zyde het waart was toen een veel gehoorde spreuk in verband met haarkleuring
Voilà chère amie Mus ik hoop dat er nu " de quoi vous plaire " inzit en ge moogt nu nog eens kiezen.
|