Toen Anemone vertrokken was, want haar moeder had viskens gebakken en ze moest nog wat kleren en ondergoed gaan halen voor haar wederoptreden, bleven milo en de baron aan den toog hevig verder discussiëren. Milo had het voordurend over verdraagzaamheid. Dat het een schoon deugd was maar dat ze op het senielnet niet zo veel gebruikt werd. Wel veel over geschreven, beweerde hij, maar in de praktijk kwam daar niet veel van in huis. De baron die dit beaamde bezag het echter ook nog anders.
Verdraagzaamheid, allemaal goed en wel beste milo, maar ge kunt te verdraagzaam zijn ook. Als je nooit reageert begint dat volgens mij eerder op lafheid te trekken.
Of op minachting, argumenteerde milo.
Dat moet je mij dan toch eens uitleggen, beste milo. Awel, baronneken. Ge kunt bijvoorbeeld zo verdraagzaam schijnen in die zin dat ge denkt het heeft hier toch geen zin om tegen die hufters te reageren want die zijn toch te dom om mijn redenering te volgen dus reageer ik niet en laat ik hen maar doen. Gesnopen ! Is dat dan wel nog verdraagzaamheid of is dat minachting ?
Ja, als je het zo bekijkt, mompelde de baron, die er plots niet meer echt met zijn gedachten bij was en blijkbaar nogal nerveus scheen want hij streek voortdurend met zijn hand door zijn baard zodat zijn das telkens in het schuim van zijn pint onderdook. Hij scheen ineens ook een onwaarschijnlijke interesse te vertonen voor de tippen van zijn schoenen en vroeg toen opeens met roodaangelopen hoofd: " Op de man af, milo, denkt gij dat Anemoontje gaat terugkomen op het senielnet, dat zou tof zijn niet !".
"Natuurlijk komt ze terug " lachten Elsie en Anemone hem handenklappend toe.
Anemone Verschoten ge doet me verschieten, gromde de baron, en hoe komt het dat ge hier terug zijt. Gij ging toch inkopen doen en als een vrouw in een een klerenwinkel binnengeraakt dan komt ze daar voor sluitingstijd toch nooit buiten.
Baron ge wordt ouderwets, grimmelde de milo: - één, moderne vrouwen doen over hun boodschappen veel minder lang dan een man tenzij het gaat om, schoenen kiezen, kleren, boeken, ondergoed en meubels kopen.
-en twee, wij staan hier al een behoorlijk tijdje aan de toog te zeveren. Het sluitingsuur van de winkels is al lang voorbij.
Ja zo is dat -meesmuilde Anemone- ik ben toevallig in een boetiekske Elsie tegen het lijf, allez tegen haar valse décolleté gelopen.
Dat is tegen de borsten stuitend, grijnsde milo.
Milo houd voor ene keer eens uw manieren, foeterde Elsie.
Zie nu, zie nu -sprak de baron met een smile tot achter zijn oren want alleen reeds de aanwezigheid van Anemoontje had een goede invloed op zijn humeur. De twee kemphennetjes hebben vrede gesloten.
En of, beste baron en ambetante milo, en of we vrede gesloten hebben.
Wij hebben samen een paar niemendalletjes gekocht in "Lingerie Petit Four " en in " La boutique zérotique de Grand-Maman" een paar sportoutfitjes.
Sportoutfitjes, gromde milo. 't Zal weer wat zijn. Waarvoor moet dat dienen? Waar is dat goed voor ? Om te strippen in 't kuipke ? Patron jong, 't leven heeft geen enkele zin, schenk gij dus nog maar eens in en geeft die schoonheden ook iets en geeft onderwijl eens de kaart voor het eten.
Nee, nee , protesteerde Elsie, we hebben juist die viskens gegeten die Anemone haar moeder gebakken had
En ik moet op mijn lijn letten -antwoordde Anemone- die anders nogal goed van innemen is
Dat ook nog, milo jong, die meiden zijn stapelgek geworden jo ! Van puur contentement begon hij al op zijn Hollands te praten.
Ge zoudt voor minder, pruilde Elsie. Anemone en ik zijn gevraagd voor de televisie !
't Is niet waar !
Toch wel, toch wel. We stonden juist in la boutique zérotique de grand-maman, van die Kim-Gevaert-broekjes en dito topjes te passen toen daar Jean-Marie De Decker binnenviel (of eerder stuikte want hij had zich buiten staan te vergapen aan de schoon maten van onze twee madammekens n.v.d.r.). Hij zei vriendelijk goedendag bekeek ons van onder tot boven en zei toen "'t is julder dakkik moe hebben, zie, julder en niemand andersten zie"
Ja , lachte Elsie. Ik had hem onmiddellijk erkend en ik zei nog "Jean Marie 't is toch niet om mee te doen in uw verkiezingscampagne zekers.
Of om mee in de goal te staan, riep Anemone, die dacht dat het dien andere Jean-Marie was.
Jawel, toch wel en toch niet, zei JMDD met en mysterieuze stem, 't is om de zeevisserij te redden van de verdrinkingsdood.
Met haar valse borsten zal dat niet moeilijk zijn- lachte Anemone. Daarmee kan heel Piet Heyn zijn vloot, zijn maten waren nohtans groot, blijven drijven. Blijven drijven mijnheer. ... bliven drijven doet geen zeer....
Ga gij met de uwe voetballen, snotjonk. Uwe keeper zal niet weten welke bal hij eerst moet pakken, miss pretentie.
Gij dan met uw verkiezingschampagne, schuimwijn is niet goed genoeg zeker, trut van mijn oren
Vrede gesloten, baron, vrede gesloten. Mompelde milo en sloeg de ogen ten hemel. Vrouwenvrede niet vatbaar voor rede en 't rijmt nog ook !!
Meiskens suste JMDD, meiskens effekens serieuze. Want awel daar gaat het in feite over, twee goed van oren en poten voorziene dames voor in mijn nieuw programma bij den televisie.
DEN TELEVISIE !!??
Elsie en Anemone hun ogen rolden uit hun kassen bijna tot op hun siliconen
Wat soort van programma zou dat dan moeten zijn, vroeg de baron, ( die een beetje overmoedig begon te worden omdat Anemoontje hem een neepje in zijn poep gegeven had terwijl ze met haar tong over haar lippen streek,) rondborstig lachend,: " Over duizend garnalen en .... "
"En, en de geur van vagina's ", proestte de milo het uit.
Anemone zette hem echter bliksemsnel met een kniezwengel op zijn nummer, maar op dat moment viel er een donderslag en begon het zo te gieten dat de patron van het café al zijn aanvraag voor schadeloosstelling bij het natuurrampenfonds aan het invullen was, zodat haar antwoord in al het lawaai en geroffel van de regen verloren ging..... Herhaal eens schreewde de milo... ik heb niets verstaan door dat onweer en al dat LAWAAI HIER .. Awel.. (opnieuw en donderslag) en nog heviger regen..
Laat maar, riep hij, we zullen eerst ons pint uitdrinken en iets bestellen om te eten voor dat de keuken onderloopt. Als dat onweer voorbij is zien we wel verder. |