Wanneer men een gedicht leest plaatst men zich als lezer in een poëtische lees houding, men accepteert dat men gedicht voor ogen heeft en gaat lezen volgens het taalspel van de poëzie waarbij men aanneemt dat de woorden en de zinnen die men leest méér dan alleen maar referentiële betekenis hebben. Elementen die in een referentiële tekst eerder storend zouden werken, zoals herhalingen enjambementen , rijm, metrum, strofen krijgen nu wel een zinvolle betekenis. Daarom kan het ook voor de dichter zinvol zijn zijn afwijkend taalgebruik eens te ordenen naar een klassiek schema zoals een sonnet bijvoorbeeld . 1 november , de dag der doden die de wonde open legt die door de zomerkleren van mijn herinneringen waait en vloeibare herfstkleuren schildert in de mist - gemist en gemis slechts één letter scheidt deze woorden zoals slechts luttel ons scheidt van hen die we vandaag missen-- inspireerde mij tot dit klassiek sonnet
1 november
de grote regels zullen weldra hervatten
met hun onbehagen dit mager grondgetal omvatten
en puin weer zullen wij ruimen uit ons dagelijks brood
tederheid beneden laten wachten in de schoot
het ongewapend tegen
de nekslag van dood
op een lineaal van
tijdsgebrek - oog in t rood
uit de omarming - vibratie
als een viswijf kou laten vatten
tussen
gekrabbel "plicht & co" terug post
laten vatten
kraaienpoten van verzuim gepleisterd op het aangezicht
slecht ingelogd op
kernfusie -waarheid die in een gedicht
geen herberg vindt
met koopmanschap de
boedelverheffing dan maar klaren
en op een inlegblad
het saldo voor het
nageslacht bewaren
alsof men de
verantwoording die men per slot in zichzelf moet zoeken
als tweeverdieners in moraal
op hun rekening mag overboeken
|