want
liefde is eenvoudig
wanneer ik je nu bemin
met de désuète charme van hortensias
ouderling in zijn kindertijd
blakert de intimiteit
van je roestlandschap
weer tot een rotslandschap
rept en roert
zich het gepijnigd lijf
tot een inscriptie
van vertrokken passie stijf
strijkt de duif neer
op het schoon en glimmend marmer
van weleer
deint
het parelmoer van een glimlach
als liefdeskreet en
stijfsel
van dit poëtisch astma
kortademig maar pijnloos
heen en weer
(désuète = in onbruik geraakte)
|