drie
oogopslagen van hier
de woorden gingen heen
geruisloos
waarheen , mijn lief , waarheen
de kaalslag snijdt onverzadigbaar
in het vruchtbeginsel dartel maar
doofstom
waarom, mijn lief, waarom
moeten wij wegteren
door dit ontastbaar vuur
in dit dorado
van korte duur
vluchten in dampen van vergetelheid
nadat
ik je in al mijn onbeholpenheid
zo schaamteloos heb lief gehad
voor wat, mijn lief, voor wat
|